Van Schaapherder
Fabrieksdirecteur
CORRESPONDENTIE 4
Kitty Brans, Amsterdam.
Dank voor deze twee versjes. Ook deze
zullen successievelijk een plaatsje vinden,
Kitty. Wat ik me nu niet begrijp is, hoe jij
en A. aan ons krantje komt. Schrijf me
dat eens bij gelegenheid. Dag Kitty!
Annie Bekkering, Leiden.
Annie heeft nog nooit meegedaan en stelt
zich aan mij voor met het volgend versje:
Ik doe ook mee met de prijsvraag
En hoop, dat ik ook wat win.
Het is voor d' eersten keer, dat lk een
vraag
Beantwoord - dus ik begin.
Ik hoop je vaker te zien Annie! Dan zul
je me ook wel eens vertellen, hoe je ons
krantje vind. Dag Annie! Groet pa en moe
van me en de drie zusjes en ook de drie
broertjes!
Fientje Neervoort, Leiden.
Ieder jaar het voornemen maken en nu
pas meedoen! Wel, wel, hoe komt dat nu
zoo? Juist zoo is 't: laat je hoofd eens goed
werken en dan slaap je 's avond.-- zoo lak
ker." En nu verwacht ik van jou eens een
•briefje van minstens drie kantjes. Groet
ook vader en moeder van me!
Annie de Jong, Reeuwijk Wat
zullen jullie met.je drietjes bij Tante Marie
genoten hebben! Ja, de hertenkamp is
mooi. Wat zijn zoo'n paar daagjes vacan-
tjp gauw om, hé! Den Haag is anders mooi
en gezellig! Dag Annie! Je briefje had ook
langer kunnen zijn. Denk daar den
volgenden keer eens aan!
Koos Bakker, R'veep. Ja Koos,
je had je best gedaan en je had heusch een
prijs verdiend. En de teekening èn de be*
sehrijving van de Maria II waren niet
kwaad. Bij den volgenden wedstrijd hoop
ik je weer te zien. Dag jongen
Gr ad a Visser, A 1 p h e n. Ja Gra-
dat, wat aan het St. Nicolaasfeest 'vooraf
gaat, is ook interessant. Een uitstapje langs
de winkels, vooral bij avond, ais de étala
ges zoo mooi verlicht zijn; dan het beden
ken van de surprises, die men maken wil;
dan het inpakken en het verzinnen van de
rijmpjes bij elk pakje, dat alles maakt dat
feest nog mooier. En de komst van den
Sint in school? Nou maar. dat doet de deur
toe. Daarom geloof ik je als je zegt te
willen, dat St. Nicolaas eiken dag en elke
nacht eens bij je kwam." Dag Grada! Tot
het volgend Sint Nicolaasfeest! Groeten
aan je ouders!
En tot slot geef ik als voorbeeld den
brief van Piet Homan. Daar is iel Maar
vooreerst druk ik Piet de hand en wensch
Pa en Moe wederkeerig „goedag"!
Beste Oom Wim,
Wat hebben we dikwijls gekeken of er
nog geen wedstrijd in onze kindercourant
stond. Totin ons vorig hoekje de lang
verwachte wedstrijd beloofd werd; en 'nu
gaan we aan het werk..En nu vertel ik u
nog eens iets van school. Onze meester is
zoo'n echte grappenmaker! Nu was 't deze
week in de rekenles, en mijnheer legde ons
de sommen uit. Toen zegt mijnheer: ai? nu
een koe f 100.kost, waar komt dan een
kalf op te staan?" Niemand wist het, „Nu,
zegt meester, „natuurlijk op vier pooten!"
Wat hebben we gelachen! Toen ik het des
avonds aan mijn zusje vroeg, wist ze het
ook niet. Had ik haar er tusschen..! Maar
toen vroeg Pa. „als nu een ooievaar op
één poot staat, wat doet hij dan?" Ik vond
het een beetje raar; ik wist niet, wat ik
moest zeggen; „Wel", zegt Pa, „nog al
glad, dan tilt hij de andere poot in de
hoogte". Ik. zat er in! Maar nu kan ik de
jongens op school ook weer eens beet
nemen! Hebt u dat ook wel eens gedaan,
Oom Wim? Ja, natuurlijk, dat doet ieder
een wel eens! Ik heb laatst, toen het Oran
jefeest was een mooi schoolétui gewonnen.
Ik was er wat blij mee; ik had er wel één,
maar niet zoo'n mooie! Nu gebruik ik die
oude thuis, als ik 's avonds wil schrijven
of teekenen. Vooral teekenen vind ik zoo
echt fijn! En dan zoo'n mooie teekening
hieuren; dat is nog niet zoo erg gemakke
lijk om hét mooi te doen! Maar daarom
moet ik dat ook nog goed leeren: wat zegt
u nou, Oom? Ja. natuurlijk doen we ook wel
eens een spel 's avonds; dat is ook wel
ïeuk. En we hebben echt leuke spelen.
Verleden week Zondagmiddag wou ik
met mijn neefje naar het voetbalveld gaan.
Toen begon 't ineens heel hard te regenen
en mochten we niet weggaan. Nou, toen
ben ik maar gaan lezen in een mooi boek-
F.ven later werl het weer droog; maar toen
ben ik toch maar thuis gebleven, 't Regent
zoo erg veel teger woordig! Oom Wim, ik
spring een gat in de lucht als ik een mooie
prijs win. Heusch, dan moest u me eens
zien springen; dat doet niemand me na!
Maar nu zeg ik u „gedag" van Pa en Moe
en natuurlijk van mezelf uw neefje
PIET HOMAN.
Ingezonden versjes
voor den wedstrijd
No. 16. TEVREDENHEID, BLIJHEID'
door Anny van Diest.
Pakken grauwe wolken, dreigend samen,
't Regent moog'Hjk, dat het giet?
Ket kan ons goed humeur niet hlnd'ren:
Wees tevreden! Mopper* niet
Dia zal wind de wolken weer verjagen;
Vaagt de hemel weder schoon en frlsch!
Fn met prettig-blij gelaat zult gij
bespeuren: 1
Hoe heel natuur, weer heerlijk schoon
gewasschen is!
Ëen plan gemaakt, en dreigt het weer
naar regen?
ïs de horizon grauw en donker, als de
nacht?
Ach kom, wat kan dat deren? 't Weer
zal klaren gaan
't Is uitstel slechts! Geduld, maar
even nog gewacht!
Of zou 't mooglijk verdriet ook geven,
Als in den avond 't zonnetje te ruste
zich begeeft?
Kom, na den nacht komt weer de blijde
morgen.
En schijnt 't blijde zonnelicht op wat
leeft!
(Voor de kleinen).
No. 17. WAT EEN ONDEUGD!
door Piet Homan.
Er is 'n aardig ventje, bij ons op school.
Altijd maakt hij pret en jool.
Maar., en dat komt toch niet van pas..
Hij doet dat ook nog in de klas!
st Is een aardig ventje, met blond
krullend haar
Is altijd ook van zessen klaar,
'n Blozend gezicht en kleine handjes;
Als hij lacht parelen zijn witte tandjes.
Laatst 't was in de rekenles
Teekende hij poppetjes wel een stuk
of zes!
En geloof me de kleine guit
Moest voor straf de klas toen uit!
Henk kan 't babbelen maar niet laten,
Ook straf kan daar niet voor baten:
Voetbal is zijr. liefste sport
Ik wed, dat hij daar 'n kampioen in
wordt!
Maar ventje, jij wilt altijd door maar
spelen,
't Schijnt, 't gaat je nooit vervelen:
Weet je wel, je moet ook leeren, lezen
en schrijven
Je wilt toch zeker niet altijd een
domoor blijven!
No. 18. IN DE POPPENWINKEL
door
Een pond suiker en één'ons thee.
Daarbij ook^ een ons cacao,
Dan nog een onsje krenten en rozijnen
Heerlijk weer vandaag, vindt u niet
juffrouw?"
Neen. nu ben ik heusch toch niets
vergeten,
Eén gulden acht en zestig is dat
bij elkaar.
..Juffrouw, u houdt nog centen over!"
Tot een volgenden keer dan maar!"
Rrringgg, gaat weer het belletje over
Een nieuwe klant is aan 't woord;
De juffrouw helpt haar klanten keurig
Vlug en vriendelijk, zooals het hoort.
„Juffrouw, hebt u een lokker koekje,
,,'t Moet lekker zijn en niet zoo zwaar",
„Ja, ik kreeg onverwachts visite.
„En niets in huis; dat is zoo naar".
,,Ook die klant is dra geholpen
..Wel vent, zeg eens. wat mag het zijn?
„Een lekk're groote zuurbal voor mij,
juffrouw,
„Zoo een met mooie ldeuren. dat is fijn!"
„Juffrouw, hebt u wat chocoladereepen"
„Liefst met noga: geeft u er maar vier,
..Wilt u er een pakje van maken,
„O, zeker dame met alle pleizier."
Kijk u eens, wat een' keurig pakje!"
„En een touwtje! Daagt u het aan de
lus!"
Heel de dag gaat 't zoo! Ja het is druk
In de poppenwinkel van kleine zus.
Wie zijn Jarig?
Van 24 tot en met 30 Maart.
Op 24 Maart:
Quirinua v. d. Voort, Schenkelw. 76.
Lènie Goeman, Veenestraat 108, L'dam.
Marietje Ouwerkerk, Heerenstr. 72.
Anke Edelaar, Oude Singel 66.
Kees Pakberg, xvwerikstr. '11.
Op 25 Maart:
Tonia v. d- Vlugi, 'lei Aar C 77.
Ria Vorst, Hugo de Vriesstraat 60.
Jantjes Vink, Wald, Pyrmonttsr. 33.
Rietje en Lenie Annard, Haverzakl. 1.
Tqosje v. Leeuwen, Z.B. C, F 3, Z'woude.
Op 26 Maart:
Ine v. d. Berk, Veldhortsstr. 44, Lisse.
Henk Veldhoven, RijndUkstr. 78.
Bep Kouwenhoven, Langeraar.
N'eo Kager, Doelenstr, 9.
Liza Jansen, Groenend. A 204, H'woude,
Hannle Verstraten, Munnikenstr. 82.
Truusje v. d. Akker W. F. C. 122, Z'woude.
/\ntoon Borst, Ringdijk 27, Nes a. d. Amstel
Op 27 Maart:
piet v. d. Hoorn, B 351 R'veen.
Bep Jasperse, Dorpsstraat 143, Nootdorp.
Steven Fakkel, St. Jacobsgr. 1.
Kees v. Vliet, Emmalaan 8, Alphen.
Jannie Gulei, Kooipark 3,
Adrlaan v. d. Meer, Woubrugge 177a.
F»et§ie de Haas, Pickéstr. 50, Noord wijk B.
Cornells Sassen, Molenstr. 24.
Nico de Vogel, Rijndijk 142, H'woude.
Leo Bentvelzen, Potg.laar. 5.
Willy Meyer, Cobetstraat 9.
Johan v. Britsum, Zijlstr. 7
Op 28 Maart:
Alice v. d. Hoorn, R'veen B 351.
Bep Kneppers, Hoefw. 347, Bleijswijk.
Nicolaas Warmerdam, de Zilk, Zilkerdw,
no. 78 E.
Op 29 Maart:
Arie Vink, Voorstr, 127, Noordwijk (B.).
Nico OverdeVest, E 167 N.B., Z'woude.
Frans Wensveen, Stompw. wee 59, S'wijk.
Kees v, d. Poel, Oud Ade E 59.
Jc. v. Winden, Rijndijk 31. Voorschoten.
Theo Krof, Heerenw. 230, N'hout.
Kees Verhoeven, Hoogew. 130.
Annie Ammerlaam Weipoort Z'woude.
Joh. v. d. Aart. Heereweg Lisse.
Op 30 Maart:
Joop Berendsen, Rijndijktsr. 80.
Jan van 't Hart, Rijpwetering.
Henri v. d, Vlugt, Heerenstaat 71.
Mientje Kuypers, R'veen-
Jo Beijk, 3de Poell, 19, Lisse.
Jan Hoogebnom, Hoogm. B 328.
Ada v. Tol, Noordeinde 50, Aarlanderveen.
Marietje- v. Leeuwen, 3de Poell. 35. Lisse.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zijn of haar naam in deze lijst wil
opgenomen zien, schrijve me minstens 14
dagen voor den verjaardag. Zoo ook. wie
verandert van woonplaats, straat of huig-
nunmer.
Com W i m.
9
Ü.-r,
(Voor de grooten).
Wees spaarzaam
door Tante Marie.
„Wees spaarzaam en niet gierig"
Dit roep ik fel er- luid.
Tot u mijn kleine lezers
Gaat deze oproep uit.
Wees spaarzaam, maar niet gierig,
Onthoud je leven lang
Dit woord tot u gesproken
Met nadruk en met drang.
Wees spaarzaam en wees zuinig
Maar zonder gierigheid.
Geef graag aan arme menschen,
In hun behoeftigheid.
Wie zoo die deugd beoefent,
Zal geven van zijn goed,
Dat werd gespaard in tijden,
Van dit zijn overvloed.
Wees spaarzaam en niet gierig
Uw evenmensch ten nut%
Zoo zult ge met Gods liefde
Ook krijgen steun en stut.
tot
door Oom Wim,
LI.
„Wees nu eens galant mijn jongen en
breng Rie thuis. De schemering volt reeds
en eer ze thuis zou zijn, zal het vast don
ker wezen en is avond gevallen."
Niets liever dan dat! Dun kunnen we
ons gesprek voortzetten over een der
moeilijkheden van een opgave, die ik niet
in het rijtuig verder kon uitwerken, om
dat Dora met haar geestig ge?nap me het
spreken verder onmogelijk maakte.
Rie neemt afscheid; belooft af en toe
eens aan te loopen en gaat dan met Jan
naar huis terug. Het is reeds vrij donker,
als ze op de boerderij aankomen en als bij
zijn moeder terug is, is de avond heele-
maal gevallen.
Twee maanden zijn voorbij.
En daar verschijnt de postbode met een
brief van bij zonderen vorm en met een
inhoud, die hem verheugd doet opsprin
gen van zijn stoel en naar moeder doet
ijlen, die in de keuken haar dagelljksche
bezigheden verricht.
Moeder, kijk eens even! Een brief van
.der directeur onzer school, met verzoek
dadelijk tot hem te komen, om te spre
ken over een betrekking, die open i - en
wacht op hem,"dien de directeur kan aan
bevelen, En de keuze is op mij gevallen!
Hoe vindt u dat?
„Och Jan,' jij schijnt een bijzondere be-
scherm-engel te hebben, en nu denk ik in
de eerste plaats aan je vader, die, maar
waarom dit nog eens te zeggen. Ga mijn jon
gen! Ga, morgen vroeg en ik wed, eer de
zon morgen hier achter ginds dennenbosch-
je, waar de Zigeuners, genesteld waren, on
eer gegaan is, ben jij bij mij terug en
is de plaats bezet; bezet door Jan, mijn
zoon; vaders kind!
Lang duurt de avond en de nacht duurt
nog langer en nauwelijks heeft buurmans
haan den morgen inge" raaid, of Jan staat
voor 't veirter van zijn slaapkamer en valt
op de knieën en vraagt Gods zegen en hulp
en bijstand. Er staat ook voor hem zooveel
op het spel. En om dat spel goed te spelen
is de hulp noodig van den Uitdeeler aller
goeds. En met deze gedachte vervuld gaat
ie in den vroegen ochtend reeds op stap
naar de kerk. Hij gaat niet alleen! Oh
neen Zijn moeder gaat mee, zooals ze straks
meegaat in gedachten naar stad.
De klok heeft nog geen tien geslagen of
Jan belt aan,
De concierge herkent Jan nog wel en
zal hém onmiddellijk bij den directeur
aandienen.
Zoo mijn vriend! Ga zitten!
U vraagt
1. Welk brood zou voor de vogels in den
winter het beste zijn?
2. Moeder zegt, dat ik het woord crates
niet tegen mijn vriendje mag zeggen.
Waarom niet?
3. Ik las „dat is een fideele vont". Wat is
fideel?
4. Wat is een „spang"?
5. Wat is een: „stoïcijn"? -
6. Wat is een zero?
7. Moet het altijd een kardinaal zijn om
tot Paus-gekozen te worden?
Wij antwoorden
1. Bruin brood is beter dan wit. Als je
de vogels voert, geef ze dan bij vriezend
weer geweekt brood, vooral de spreeuwen.
De merels zijn liefhebbers van rotte appe
len. Denk ook eens aan wit zand, raapzaad,
liinzaad, maanzaad, zonnepitten. Als het
erg koud is, zijn de vogels evenmin kies
keurig, als de hongerige menschen.
2. Moeder heeft gelijk. Crates is een La-
tijnsch woord en bet. „kromme draak",
n isbak, misvormd schepsel. Je ziet dus,
dat crates een scheldnaam is en allesbehal
ve vleiend voor den hoorder.
3. Fideel is vertrouwelijk, trouwhartig;
ook vroolijk, prettig.
4. Dat is een gesp, een ring, een zilve
ren haak.
5. Dat is een volgeling van Zeno; een
Grieksch wijsgeer, die alle weelde en ge-
rxt verachtte en voor alle gemoedsaandoe
ningen onvatbaar was.
6. Zéro is Fransch: bet. nul, fig. niets.
7. Neen! Theoretisch kan ieder kathliek
to* Paus worden verheven; zelfs als hij
geen priester is. De Deken van het H. Col
lege dient in dat geval den gekozene de
wijding van Priester en Bisschop toe. Ge
bruikelijk is dit echter niet; de laatste
eeuwen is steeds een kardinaal tot Paus
gekozen.
Het doet me plezier Pieterse, dat je da
delijk aan mijn roepstem hebt gevolg gege
ven en hier bent gekomen. Ik begrijp, dat
je erg niQuwfgierig bent te vernemen,
welke betrekking ik voor je heb.
Zeker Mijnheer de Directeur, ben ik
nieuwsgierig dit te hooren, maar vooraf
moet ik U danken, dat U aan mij dacht
om die plaats te mogen bekleeden.
Nou dan! Luister! Er is vacant een
plaats voor particulier, secretaris van den
Directeur met talenkennis; kennis van
boekhouden en handelsrekenen en machi-
r.eschrijven, en wel hier op een der groot
ste fabrieken ter stede. Nu dacht ik aan
jou Neem je het aan? Zoo ja; hier is een
brief van mij ter aanbeveling; hier is het
adres. Het voorloopig salaris is S 200 per
maand. Wat zeg je?
Ik neem het aan met beide handen!
Ik ga er dadelijk naar toe en ik dank U
1000 maal en zal uw hulp nooit vergeten.
Genoeg, ga en wordt gelukkig. Hier
is de brief en het adres en nu tot ziens!
Op mij en de andere leeraren kunnen onze
leerlingen blijven rekenen en Jan Pieterse
ia het bijzonder!
Ik dank u nogmaals!
Jan gaat heen! De zon schijnt mooier!
De vogels zingen mooier!
Alles is mooier!
Hij is er! Dra staat ie in de Directeurs
kamer!
Mijnheer Pieterse, waarmee kan ik U
van dienst zijn?
Ik kom in verband met een vacante
betrekking als particulier secretaris en
ik heb aen aanbeveling bij me van onzen.
Directeur. Hier is hot bewuste schrijven,
dat u wel zoo vriendelijk wilt zijn even
In te zien.
Ha! is het dat? Ja, zeker wil ik dien
brief zien!
Zoo in orde! U bent aangenomen! U
voldoet aan de eischen, die ik stel.
Ik dank u, zeer!
U bent vrij op 't oogenblik en kunt
dus en kom, laat eens kijken wel den
eersten der volgende maand in dienst-
treden!
Ja zeker, ik ben iedeven dag tot uw
beschikking!
In orde! Het voorloopig salaris is
200 per maand; valt de balans goed uit.
ontvangt u tantième en ben ik tevreden en
bevalt U dit werk, dan wordt U na een
paar jaar procuratiehouder en het uitzicht
op. het baantje van onder-directeur.
Ik zal mijn best doen en hoop het
nog eenmaal zoo ver te brengen.
Goed gesproken! De kantooruren zijn
van 9 tot 12 en van 2 tot 6 met 3 weken
vacantie in het jaar.
En nu tot ziens om negen uur den eer
sten der volgende maand.
.Adieu Mijnheer Pieterse!
Ik dank u zeer Mijnheer en hoop uw
vertrouwen nooit te beschamen.
(Slot volgt).
Naar hel dierenpark
door Cootje Wagenaar.
Op een middag in de groote vacantie liep
ik me wat te vervelen. Daar riep Moeder,
kom eens hier Cootje. Ga je mee naar hel
bosch? Nu dat wilde ik wel graag, want
daar kan je fijn spelen. En als we dan
limonade en kaakjes mee nemen, is do
middag gauw om! Toen we weg gingen, zei
ib* „Moeder we gaan den verkeerden kant
op' O, zei ze, daar is ook nog wel een
fcosch. Daar ben je nog nooit geweest. En
toen kwam de bus, en Moeder zei: kom,
jongens, laten we vandaag maar eens mee
gaan. Wat zaten we lekker. Maar al gauw
zei ze, ga 'je. mee er uit! En toen stond er
eer. groot bord aan den weg, waarop stond;
„Dierenpark" Wassenaar.
En daar hebben we zoo'n fijnen middag
gehad. Mijn klein broertje wilde de heeie
tijd maar bij de papegaaien blijven, maar
et was veel meer te zien. Zooveel vreem
de vogels; van sommigen werd ik haast
bang, vooral de gieren en adelaars. Maar
ei waren er ook zoo lief, dat ik ze wel
mee wou nemen. En df apen waren ook
eig leuk. En van die katten,, die keken je
zoo valsch aan. En al die kooien stonden in
een heel groot bosch. Dat werd in plaats
"an een vervelende juist een heel mooie
middag, een middag, die mij nog lang zal
heugen en die ik nog eens zou wenschen
over te maken.