DONDERDAG 23 MAART 1939 30ste Jaargang No. 9293 Woorden of daden? S)eGcid6d^Soii^cmt Bureaux Papenjracht J». 4dT. en Abonu.-tarleveu de pa*. Telefoon: Redactie 15, Administratie 935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11. Het moet voor Hitier physiek reeds een krachtprestatie zijn om telkens van het eene nieuw veroverde gebied naar het an dere te reizen. Zoo pas heeft hij den intocht der Duitsche troepen.in Tsjecho-Slowakije helpen opluis teren en vannacht is hij alweer met het pantserschip „Deutschland" naar Memel gereisd. Inmiddels is te Berlijn het gaat alle maal onder hoogdruk! een accoord ge- ttekend tusschen de Litausche onderhan delaars en den Duitschen rijksminister van buitenlandsche zaken von Ribbentrop. Hierbij wordt officieel het Memelgebied aan Duitschland afgestaan, waartegenover Duitschland een tegemoetkomende houding aanneemt wat betreft de Litausche ge bruiksrechten op de voor Litauen belang rijke haven van Memel. Zooals te verwachten was, heeft de afge dwongen overgave van het Memelgebied geen groote reactie verwekt in de wereld. Wel veroordeelt bijv. de Britsche pers de inlijving van Memel, maar wat veroor deeld wordt is niet zoozeer het feit van de inlijving als wel de methode, welke me thode men dan beschouwt als een stimu lans om snel een vredesfront te organi- seeren. Zoo schrijft de „Times", dat de jongste stap van den Fuehrer een nieuwe militaire overweldiging naar natfonaal-socialistisch model is. De inlijving vertoont alle karak teristieke eigenschappen van gemilitari seerde diplomatie, waarin de nationaal-so- cialisten zich gespecialiseerd hebben. Het is duidelijk, dat dergelijke methoden niet in overeenstemming zijn met de redelijke code van internationaal recht. Het blad geeft verder toe, dat de actie inzake Memel niet geheel zonder grond is, ten eerste omdat Memel vrijwel geheel Duitsch is en ten tweede omdat Memel in 1923 door Litauen plotseling is bezet, doch dit rechtvaardigt nog niet het optreden van thans, aldus het blad. Ten aanzien van het Britsche voorstel inzake een gemeenschappelijke anti-agres sie verklaring schrijft de diplomatieke me dewerker van de „Times", dat na de Fransch-Britsche besprekingen gisteren, de Britsche ministers konden verklaren, dat de Sovjet Unie en Frankrijk met het plan instemmen, doch van Polen is nog geen de finitief antwoord ontvangen. De positie van Polen is moeilijk. Het ontwerp van de verklaring gaat in Poolsche oogen niet ver genoeg; Polen gevoelt er niets voor om zich de vijandschap van Duitschland door een openlijke veroordeeling van de Duit sche politiek op de hals te halen, zonder dat Polen 'n garantie van de beide groote Westersche democratieën krijgt. Warschau wil wel een definitief verbond met Enge land, waardoor het de waarborg krijgt, dat dit land onmiddellijk zal ingrijpen, zoodra Polen wordt aangevallen. Wij schre ven twee dagen geleden, dat het Engeland vrij gemakkelijk zou vallen om zich een reeks bondgenooten te verschaffen, wan neer het tenminste bereid was tot conces sies. Het schijnt, dat Engeland er nog al tijd niet toe kan besluiten om zijn militaire verplichtingen uit te breiden en zich ook te binden tot het verleenen van militaire bijstand tot handhaving van de grenzen in het Oosten van Europa. Zoodra Enge land zich daartoe bereid verklaart, valt Polen hem onmiddellijk in de armen, want Polen heeft alle reden om zich bedreigd te gevoelen. Zoó wijst bijv. het Fransche dagblad de „Temps" erop, dat de politiek van Duitsch land tot gevolg moet hebben, Polen in het Hoorden te blokkeeren, gelijk dat reeds in het Zuiden geschied is, want de kwestie van Dantzig kan niet lang op zich laten wachten om op haar beurt aan de orde te komen. De annexatie van Memel door Duitschland vormt in werkelijkheid, bui ten het eigenlijke Litausche belang, een waarschuwing aan Polen en dat op een oogenblik, waarop dit besluiten zal moeten nemen van kapitaal belang voor zijn posi tie ten aanzien van den nieuwen toestanr, aie op het vasteland is geschapen. Vanmiddag zou Chamberlain in het La gerhuis een verklaring afleggen. Wij wach ten af, of hij daarin iets naders zal mede- deelen omtrent Engelands houding. V Geringschatting van het menschenleven Wij laten hier volgen, wat A. B. K. in de socialistische pers van gisteravond schrijft onder den titel „tekort": „Een vliegramp in Amerika is Nederland op het verlies van twee zijner beste lucht vaart specialisten komen te staan. De heer Von Baumhauer, blijkbaar een deskundige van den eersten rang. De heer Guilonard, ook aan ieder buitenstander bekend als de rechterhand van de K.L.M. Het is merkwaardig, dat in de levensbe schrijving van zulke menschen altijd de menschelijke kant sterk naar voren komt, en op een wijze, waarin zioh de hartelijk heid en oprechtheid van het goede oor deel duidelijk laten herkennen. Blijkbaar is het een karaktervol menschensoort, dat zich tot de vliegerij voelt aangetrokken, zooals dit ook bij zeelieden zoo dikwijls het geval is. Des te meer doet het spijtig aan, als men overdenkt, dat toch de meesten van deze frissche menschen gedoemd zijn, hun be roep met den dood te betalen. Wij ont komen niet aan den indruk (wa. natuurlijk wat anders is dan een op solide cijfers ge bouwde slotsom), dat tot dusver vrijwel alle beroemde vliegeniers tenslotte in een ramp hun leven beëindigen. Men vindt niet dan met moeite enkele namen, die als uitzondering op deze regel dienst kunnen doen. Vanzelf komt dan de vraag op: is de zaak al deze hard offers waard? Wij weten wel, dat het uiten van dezen twijfel reeds on sportief aandoet. Maar wij wenschen geen deel te hebben aan de geringschatting van het menschenleven, die een der slechtste kenmerken is van onzen tijd. En wij vra gen ons af, of de menschheid inderdaad in geluk en levensmogelijkheid door de vlie gerij is verrijkt. Zeker wordt deze vraag mede beheerscht door hetgeen er in de wereld op dit oogen blik gaande is. Daarin immers speelt de vliegerij in haar verscheidenheid van mo gelijkheden de ergste rol. En wij zijn ons er wèl van bewust, dat men geen enkele zaak beoordeelen mag naar het militair ge bruik, dat er van gemaakt kan worden. Anders zouden ook de schoonste triomfen der wetenschap in dezen afgrond worden meegesleurd. Maar ook afgezien van het militaire, wat heeft deze snelheids jacht de menschen voor geluk gebracht? Wat aan tempo werd ge wonnen, ging aan innerlijke rust teloor. En hoe sneller de menschen elkander konden bereiken, des te verder kwamen zij van elkaar te staan. Ieder van ons juicht op zijn beurt mede om de wonderen der techniek. Doch maakt men bij een ongeluk de balans op, dan houdt men slechts een beklemmend tekort over". Men kan over enkele opmerkingen, die de schrijver maakt, zéker met hem van meening verschillen. Zoo betwijfelen wij om al onmiddellijk iets te noemen of „de m e e s t e n van deze frissche menschen gedoemd zijn, hun beroep met de dood te betalen"! Op één opmerking, de voornaamste, de hoofdtoon in de beschouwing, willen wij echter ook hier den meesten nadruk leg gen, en wel op deze: Wij wenschen geen deel te hebben aan de geringschatting van het men schenleven. )ïe een der slechtste ken merken is .1 onzen tijd. Déze opvatting onderstreepen wij. Eenerzijds doet onze tijd door middel van moderne vindingen veel om den mensch in een gezondere sfeer te brengen, om hem het leven te verlengen. Anderzijds juicht men in onzen tijd toe als helden lieden die hun leven wagen en verliezen bij ondernemingen, die nutteloos zijn of waarvan het nut niet is geëvenredigd aan het groote en kostbare goed het leven dat men er voor waagt. Nu willen wij onmiddellijk verklaren, dat wij hier niet op het oog hebben, niet bedoelen de vliegerij in zich. W ij zien daarin zeker een nuttig goed voor de samenleving, en wij merkten het reeds op wij zijn het niet eens met A. B. K.., dat de vliegerij in zich (op waag halzerijen, op „spoi'tieve" excessen komen we nog terug) relatief méér slachtoffers opeischt, dan het verkeer op den beganen grond! Wij willen ook geen oordeel uitspreken over de omstandigheden, die oorzaak zijn geweest van het droevig ongeluk, dat A. B. K. aanleiding heeft gegeven voor zijn beschouwing. Geheel los van dat alles onderstreepen wij zijn opmerking, dat in onzen tijd vaak een ergerlijke gerinschatting van het menschenleven moet worden geconstateerd èn betreurd. Waaghalzerijen, „sportieve" excesgen in Eerste Kamer Het centrale vliegveld. Vergadering van gisteren. Na heropening van de vergadering vraagt de heer VON BoNNINGHAUSEN (N.S.B.) de wettelijke bepalingen omtrent het uitzicht bij de onbewaakte overwegen volledig toe te passen. De heer WIARDI BECKMAN (S.D.) gaf als zijn oordeel weer, dat industrialisatie het beste middel is ter bestrijding van de werkloosheid. In dit verband wijst spr. op de wenschelijkheid, dat de K.L.M. en K.N.I.L.M. slechts vliegtuigen van Neder- landsch fabrikaat zullen gebruiken. De heer VAN ASCH VAN WIJCK A.R.) bepleit voorts enkele maatregelen tegen wielrijders ter beveiliging van het ver keer. De heer MOLTMAKER (S.D.) bespreekt het verkeersfonds. Hij is van meening, dat de critiek op de spoorwegen, in het voor- loopig verslag geoefend, onbillijk is. De heer VAN RAPPARD (Lib.) is van oordeel, dat een verbod dient te worden uitgevaardi?-1 voor het rijden van meer dan twee fietsen naast elkaar op de wegen. Minister antwoordt. De Minister van Waterstaat, de heer VAN BUUREN, betoogt, dat het opstellen van een groot plan van openbare werken niet op zijn weg ligt. Hij ontkent, dat hij de dingen op hün beloop laat: er is zeer veel gedacn. Het bedrag, uitgetrokken voor verbetering van het wegennet is de laat ste jaren zeer vergroot. Ten aanzien van de lintbebouwing ont kent de minister, dat het de bedoeling is geweest, parallelwegen als regel aan te leggen. Dit strijdt met .de idee van het weren van lintbebouwing. Den belangen van den landbouw wor^t niet te kort ge daan. In dat geval wordt steeds ontheffing verleend. Komende tot het rapport van de com missie der sub-commissie-De Vries, merkt de minister op, dat hij geen schuld heeft aan de vertraagde publicatie. Degenen, die zeggen, dat hieruit duidelijk blijkt, dat de belasting onrechtvaardig is, zien de zaak te eenvoudig. Over dit rapport is nog niet het laatste woord gesproken. Een eerste stap ter ver lichting van de lasten op het autoverkeer is genomen in de nieuwe belastingvoor stellen van de regeering. De minister is het met den heer Ter Haar eens, dat de controle op de wegen belasting minder ongerief moet brengen. Wanneer de snelheid van het autover keer steeds zal toenemen met als gevolg een grooter aantal ongevallen, dan zal waarschijnlijk moeten worden overgegaan tot snelheidsbeperking. Doch alleen in dit geval. Spr. hoopt, dat de automobilisten een zekere matiging in acht zullen nemen. Het kan niet ontkend worden, dat de schuld van vele verkeersongevallen in laatste instantie bij het autoverkeer is. De groote snelheid werkt psychologisch op andere weggebruikers. Een algemeen verbod om met meer dan twee te fietsen is onmogelijk. Er wordt alle aandacht geschonken aan bespoediging van de verbetering der ver binding van Amsterdam met het Gooi. De weg Den HaagAmsterdam en de weg Den HaagUtrecht zullen nog dit jaar voorzien zijn van een behoorlijke service. De vliegveld-kwestie. Komende tot de vliegveld-kwestie meent de minister, dat het betoog van den heer de vliegerij en op ander terrein, waarbij men de exploitanten of beoefenaars ervan eert en huldigt moesten worden verafschuwd. Zoo vinden wij het met A. B. K. een uiting van decadentie, van misbruik der techniek, als men menschen-levens waagt om een vliegtocht te maken in 4 uur in plaats van in 41/4 uur. En nu zullen w». nog maar buiten be schouwing laten de excessen van een zoo genaamde sport. Op dit terrein ver eert men lieden, wier misdadig spelen met het leven men moest afkeuren in de sterk ste mate. In onzen tijd vergeet men, dat God is de souvereine Heer van al het geschapene. En een aanranding van Zijn absoluut eigen domsrecht is dés te misdadiger, naar de mate het goed, waarop men de aanranding pleegt, hooger in waarde is. Het leven nu is van eeri buitengewone waarde! In en door dit leven moeten de menschen God dienen en zich voorbereiden voor de eeuwigheid. .De opmerking van A. B. K. over de ge ringschatting van het menschenleven in dezen tijd is volkomen' juist. Kropman wel wat eenzijdig was. De kwes tie van het verlangen van Rotterdam in zake de kwestie en de defensieplannen heeft deze spreker onbesproken gelaten. Op een vraag van den heer Kropman verklaart de minister, dat de kwestie wel degelijk grondig onderzocht was. Het denkbeeld van een centraal vliegveld is reeds 10 a 15 jaar oud. Men is tenslotte tot de conclusie geko men, dat Leiderdorp de oplossing van de kwestie zou geven. Ongetwijfeld is de besparing van de K.L.M. bij exploitatie van één vliegveld grondig bekeken. De tegenvaller van Leiderdorp gaat over 1^ a 2 millioen. Spr. zal niet ingaan op de houding van de Tweede Kamer. Rotterdam kan men niet kleinhouden ten bate van Amster dam. Continueering van den bestaanden toestand brengt mede: concurrentie tus schen twee centrale vliegvelden met dub bele organen. De voorstelling van zaken betreffende de veiligheidsadviezen is onjuist. Spr. hoort met voldoening en met ver wondering, dat Rotterdam geen aanlei ding gegeven heeft tot de houding der re geering. Want: het was altijd het stand punt van Rotterdam niet mede te werken aan een centraal vliegveld. Er was geen sprake van toestemming ten aanzien van Óverschie, voordat de kwestie-Waalhaven was geregeld. Ten aanzien van de industrialisatie, door den heer Wiardi Beekman bepleit, ver klaart de minister, dat het het streven is der regeering, dat de K.L.M. zooveel mo gelijk vliegtuigen uit ons eigen land be trekt. Doch dat vele bestellingen de laat ste jaren in het buitenland geplaatst wer den, is een gevolg daarvan, dat de Neder- landsche fabrieken toen niet in staat wa ren deze vliegtuigen te fabriceereji. De regeering is tot de conclusie geko men, dat zij zichzelf moest inschakelen in dit geheele procédé. Wij moeten in Neder land trachten te komen tot den bouw van prototypes, die aan de eischen van de toe komst voldoen. Wil de Nederlandsche luchtvaart haar internationale positie handhaven, dan moet zij beschikken over de beste toestellen. In verband, met het ongeval in Amerika, waarbij ook de Nederlandsche regeering een verlies geleden heeft, bestrijdt de mi nister de meening van den heer Wiardi1 Beekman, dat aan de veiligheid van de geïmporteerde toestellen zou zijn te kort gedaan. De minister is ten volle bereid al les te doen wat hij kan om de toestellen in ons land te doen bouwen. Doch de be langen van de luchtvaart staan voorop. De regeering zal participeeren in het risi co, verbonden an de ontwikkeling van' prototypes. Ten aanzien van een opmerking daar omtrent, betwist spr., dat de regeering het motorverkeer belemmert. Een achterstand op dit gebied bestaat bij ons niet. De minister noemt het optreden van de wilde bussen vervoerseconomisch volko men foutief. In antwoord op een vraag van den heer Von Bönninghausen - naar de salarieering van de spoorwegdirectie, zegt de minister, dat het salaris van den tegenwoordigen président-directeur 25.000 gulden bedraagt, dat van de vorige directie 21.000 gulden. Spi*. zal met de nieuwe pensioenwet voor het spoorwegpersoneel grooten spoed betrachten. Wijziging van de arbeidsvoorwaarden van het spoorwegpersoneel is in de eerste plaats een kwestie van overleg tusschen directie met personeel. Spr. kan zich daar over thans niet uitlaten. Ten aanzien van de onbewaakte overwe gen, verklaart de minister, dat er naar ge streefd wordt zoo spoedig mogelijk tot een bevredigenden toestand te komen. Het aantal signalen zal worden uitgebreid, doch de financieele kant is niet gemakke lijk op te lossen. Hoe moeten de kosten tusschen spoorwegen en wegverkeer ver deeld worden? De vergadering wordt om 17 uur ver daagd tot donderdagmorgen 11 uur. Vergadering van heden. De vergadering van de Eerste Kamer der Staten-Generaal werd vandaag gepresi deerd door jhr. mr. A. F. O. van Sasse van IJsselt, aangezien de voorzitter, alhoewel reeds aan de beterhand, vandaag nog we gens ziekte verhinderd was de vergadering De heer WIARDI BECKMAN (S.D.) vraagt bij de voortzetting van de behande ling van de Waterstaatsbegrooting inlich tingen over het standpunt van den minister inzake den steun aan de Nederlandsche vliegtuigindustrie en inzake den bouw van zes D.C. 4 toestellen hier te lande. Spr. blijft er op aandringen dat deze vliegtuigen in het eigen land zullen worden besteld. De heer VON BÖNNINGHAUSEN (N.S. B.) verdedigt de ondernemers van de wilde busdiensten. De heer VAN DER BILT (S.D.) komt terug op de loon en der mijnwerkers, die hij in verband met de gestegen kosten van levensonderhoud te laag acht. De heer TER HAAR (C.H.) vertrouwt, dat de minister inzake de vliegveldkwestie het standpunt zal innemen dat hij niet voor niets het contract met Amsterdam heeft voorbereid. Dit nummer bestaat uit vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Hitier hedenmorgen in de stad Memel aangekomen. Een Duitsch-Litausch ver drag te Berlijn geteekend. Litauen krijgt gebruiksrechten op de haven van Memel. (2de blad). De onderhandelingen over het Britsche voorstel inzake een gemeenschappelijke verklaring tegen de Duitsche agressie vlot ien niet. Polen in een moeilijke positie. (2de blad). Het twintigjarig bestaan van de fasces iu Italië. (2de blad). De Kroaten stellen hun eischen. (2de blad). Het bezoek van den Franschen president aan Londen. (2de blad). De heer VAN VOORST TOT VOORST (R.K.) is verheugd, dat de bestrijding der lintbebouwing niet zoo ver zal gaan, dat de uitweg op groote wegen voor aanliggen de landerijen en huizen zal worden afge sloten. De heer KROPMAN (R.K.) verweert zich tegen het verwijt van eenzijdigheid in de vliegveldkwestie. Hij heeft meer contra Leiderdorp dan pro Schiphol gesproken. Het standpunt van de hoofdstad is, dat Rot terdam moet krijgen, wat 'het Rotterdam- sche belang eischt. De heer NIVARD (R.K.): Een vliegveld, maar geen vliegtuigen. De heer KROPMAN (R.K.) .betoogt, dat door den Maastunnel Waalhaven nog dich ter bij Rotterdam zal komen te liggen. 100 JAAR CAMERA OBSCURA. Feestelijkheden in Haarlem en ook elders. In de gisteren gehouden raadsvergade ring der gemeente Haarlem heeft de bur gemeester medegedeeld, dat het in de be doeling ligt het eeuwfeest van de spoor lijn AmsterdamHaarlem en het feit, dat het 100 jaar geleden is, dat de Camera Obscura in de bloemenstad het licht zag, feestelijk te herdenken. Haarlem nam destijds het initiatief voor spoorwegtentoonstelling, maar na informa ties te Utrech, bleek het plan te riskant te zijn, zoodat de hoofdstad het denkbeeld De burgemeester meende echter, dat het andere eindpunt van de eerste spoorlijn niet achter zou mogen blijven, zoodat de stichting „Haarlem's Bloei" een kleine com missie benoemde om een en ander te ont werpen. B. en W. vroegen nu een crediet van 1500 voor deze feestelijkheden, die zullen bestaan in een artistiek verzorg den litterairen optocht. Verder werd nog medegedeeld, dat een der Nederlandsche beroepsgezelschappen een tooneelstuk betrekking hebbende op de Camera in de grootere steden zal brengen en dat verder in talrijke plaatsen van ons land een speciale tentoonstelling zal wor den samengesteld. Verschillende raadsleden juichten het plan toe, maar meenden, dat geen artis tiek verantwoorde show uitgevoerd zou kunnen worden voor 1500. Daar B. en W. het daarmede eens waren, werd in begin sel tot financieelen steun besloten, zoodat de organisatore n nu hoevast hebben voor het uitwerken van de plannen, die in Sep tember werkelijkheid zullen worden. Uit het Fonds voor Kunsten en Weten schappen, dat gevormd is ten gevolge van het batig saldo ad 20.000 van de Frans Halstentoonstelling, werd f 2500 geschon ken aan de Haarlemsche Orkest Vereeni- ging, die onlangs een jubileum vierde. Men drong er op aan, dat de beeldende kunste naars ook wat uit dit „potje" zouden ont vangen. HITLER NOG NIET AAN LAND Reden der vertraging onbekend MEMEL, 23 Maart (A.N.P.) Hitler is nog niet te Memel aan land gegaan. Het bericht, dat hij reeds voet aan wal had gezet, is onstaan doordat het gerucht werd verspreid op het Theaterplein, waar duizenden stonden te wachten. Ook Neu mann en de andere officieele personen waren hier aanwezig. Men wachtte even wel meer dan een uur vergeefs. Toen de Fuehrer niet kwam, begaf Neu mann zich naar de haven om te zien wat was geschied. Hierna werd medegedeeld, dat de Fuehrer zich nog aan boord van de „Deutschland" bevond en vermoedelijk tegen den middag aan wal zou gaan. Een reden voor deze vertraging werd niet op gegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1