G.H.KLEINHANS
WOENSDAG 22 MAART 1939
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 11
RECHTZAKEN
Afschuwelijke
tooneelen na auto
botsing
Dertien meneehen In zevenpers oons-
auto.
In den nacht van 19 op 20 Juli van het
vorige jaar vond op den rijksweg—Arn
hem—Nijmegen onder de gemeente Eist
een auto-ongeluk plaats, dat aan twee
personen het leven kostte. Een zeven-
persoons-auto met niet minder dan der
tien inzittenden botste tegen een tege-
moetkomenden trailer, sloeg over den kop
en kwam in een naast den weg gelegen
sloot terecht. De gevolgen waren ver
schrikkelijk. Een der inzittenden kreeg "n
schedelbreuk en overleed spoedig. Ver
scheidene andere Inzittenden kregen ver
wondingen en moesten naar het zieken
huis te Nijmegen worden vervoerd.
Den volgenden morgen, toen een zekere
K., die oc-k aan dit uitstapje naar Arn
hem had deelgenomen, nog niet thuis was,
ging zijn vrouw naar de politie. Daarna
werd te Eist een onderzoek ingesteld en
toen vond men den man dood in de sloot
onder den auto.
De chauffeur van dezen auto, de 27-ja-
rige J. H. B. uit Nijmegen, moest gister
middag voor de rechtbank te Arnhem te
rechtstaan. Hij vertelde, dat hij dien
avond met een aantal Nijmegenaars naar
Arnhem was geweest voor een biljart
wedstrijd. Hij heeft daar zes glazen bier
gedronken Omstreeks tien minuten over
twaalf werd de terugreis aanvaard. Er
waren toen evenwel meer passagiers dan
bij het vertrek uit Nijmegen. Twee perso
nen kwamen naast hem zitten, de ande
ren kropen achterin. Hoeveel het er wa
ren wist verd. niet, maar hij meende in
't geheel tien passagiers te hebben. Onder
Eist kwam er een tegenliger met verblin
dend licht. Verd. knipperde, maar de te
genligger dimde niet, volgens verd.
De president, mr. Smits: „U weet, dat
er getuigen zijn, die gezien hebben, dat cr
wel gedimd werd. Maar wa£ u dan ver
blind door dat licht?"
Verd.: „Ja".
De president: „Dan had u moeten stop
pen."
Verd. voelde daarna een schok, maar
wat er vervolgens is gebeurd, wist hij niet
meer precies. Hij heeft nog geholpen om
H. uit de sloot te trekken. Deze was vrij
wel onmiddellijk dood.
De president: „Maar je hebt niet ge
merkt, dat K. onder den auto in de sloot
lag."
Verd.: „Nee, daar hadden we niets van
gezien." Verd verklaarde nog wel geremd
te hebben toen de tegenligger niet dimde.
De president: „Menschen, die u zagen
naderen, viel het op dat de wagen zoo
slingerde."
Een getuige décharge H. W., 'n chauf
feur uit Nijmtgen, zat achter in den auto
van verd. Op een vraag van den presi
dent of de inzittenden dronken waren,
antwoordde deze getuige, dat hij dat ze
ker niet wilde beweren.
De president: „Uit de stukken blijkt an
ders, dat de inzittenden een heel eind
heen waren."
Getuige: „Het ligt er maar aan, wat u
onder dronkenschap verstaat? Hij heeft
gezien, dat de tegenligger verblindend
licht had en dat verd. knipperde. Getuige
onkende, dat er iemand op zijn schoot had
gezeten. Dat heeft hij indertijd wel aan
de politie medegedeeld.
De officier: Het zou echter zeer waar
schijnlijk zijn, want jullie zaten met z'n
tienen achterin.
De president tot verd.: U voelt zich
toch wel schuldig aan dat ongeluk?
Verd.: Er zaten wel té veel menschen
in den wagen.
Rechter mr. Rinkel: Maar een chauffeur
moet toch geen zes glazen bier drinken.
De president: Als U met z'n zessen in
den wagen was geweest, en er waren er
maar vijf uitgekomen, dan had u dien
eenen man wel vermist.
Als K. er meteen uit was gehaald, zou
hij wel in leven zijn gebleven, want hij
was nagenoeg niet gewond.
De officier van justitie, mr. baron Spey-
art van Waerden, wees er op, dat verd.
drank heeft misbruikt en te veel perso
nen in zijn auto heeft gelaten.
Er hebben zich bij de sloot ergerlijke
tooneelen afgespeeld. Toen de politie aan
den verd. vroeg, hoeveel personen hij in
zijn wagen had, antwoordde deze „een
stuk of zes', zoodat men ook niet wist, of
er nog iemand in de sloot lag. Er waren
passagiers, die zoo dronken waren, dat zij,
toen zij uit de sloot waren gehaald, niet
beter wisten te doen, dan er weer in te
springen. Spr. eischte ten slotte vier
maanden gevangenisstraf.
De verdediger achtte het zeer wel mo
gelijk, dat verd. verblind was door den te
genligger. Zoo kon hij niet zien, wat hem
passeerde, zoodat hij, meenende weer
naar het midden van den weg te kunnen
gaan, tegen het achterste deel van den
12 M. langen trailer is gereden. Spr. drong
aan op de uiterste clementie.
Uitspraak 4 April.
„Telegraaf.
Incasso's op binnen'
en buitenland
Amor in de
veldwachters woning
Ongewenschte toestanden op het
gemeentehuls van Groesbeck.
Op een Zondagmorgen in de maand Juli
van het vorige jaar sloop een 22-jarig meis
je het Groesbeeksche gemeentehuis binnen,
nam daar uit een der kasten een Bewijs van
Nederlanderschap weg, vulde het in, voor
zag het van de vereischte stempels en ver
liet toen weer het gemeentehuis op de
zelfde gemakkelijke wijze als ze gekomen
was. Zij was een der vier dochters van den
gemeenteveldwachter, die naast het ge
meentehuis woont en wiens kinderen zich
hadden belast met het schoonhouden van
de secretarie, het verrichten van eenvou
dig type-werk en het serveeren van kof
fie aan de ambtenaren. Zoodoende wist het
meisje goed den weg op de secretarie en
viel het haar niet moeilijk te doen, wat
van haar was gevraagd door een man, die
verloofd was met haar jongste zuster.
Voor deze ondoordachte, doch buitenge
woon ernstige handeling had het meisje
zich gisteren voor de Arnhemsche Recht
bank te verantwoorden.
De Officier van Justitie vorderde vier
maanden gevangenisstraf.
„Wie oorspronkelijk meende hier met
een landelijk llefdesdrama'tje te doen te
hebben", aldus sprak de Officier in zijn
requisitoir, „heeft het mis gehad. Hier is
sprake van een verlangen van een eenvou
dig dorpsmeisje naar het romantische.
Wat is toch het geval?
Op zekeren dag komt er een jongeman
naai ons land. die voorgeeft om politieke
redenen uit Duitschland gevlucht te zijn.
Comité's gaan aan 't werk en eindelijk
verkrijgt de jongeling in Groesheek een
.etblyfsvergunning van beperkten duur.
In Groesbeek krijgt hij alle mogelijke re
laties, o.a. ook met den veldwachter.
Tenslotte ontstaat de merkwaardige si
tuatie, dat de veldwachter den man in zijn
woring herbergt. Niettegenstaande de ver-
blt'fsvergunning afgegeven door den bur
gemeester is verloopen. blijft de man toch
in het huis, waar hij liefdevol wordt ver
pleegd. De veldwachter zeide tot herber
ging van den vluchteling door den burge
meester gemachtigd te zijn, de burgemees
ter betwist dit. Alzoo ontstaat een tweede
merkwaardige situatie.
Tusschen de vier dochters van den veld
wachter, alle van min of meer huwbaren
leeftijd, ontstaat vervolgens een zekere
strijd om de hand van den vluchteling. De
jongste van de meisjes is de gelukkige.
Op het Groesbeeksche gemeentehuis
heerscht in tusschen een hoogst ongewensch
te toestand. Allerlei personen, die er niets
te maken hebben, loopen op de secretarie
rond.
Dat de ambtenaren koffie drinken vind
ik best, maar maatregelen hadden moeten
worden genomen, dat de menschen. die
voor een en ander zorgen, niet op de se
cretarie kunnen komen, wanneer ze er
niets te maken hebben.
Wat dit meisje gedaan heeft is buitenge
woon ergerlijk. Zij heeft de positie van
haar vader onmogelijk gemaakt, 't Js ont
zettend! En de man, waarvoor zooveel is
gedaan, was dat niet eens waard.
Ik vind. dat het meisje op ergerlijke wij
ze misbruik heeft gemaakt van het ver
trouwen, dat haar vader op het gemeente
huis genoot.
Wegens diefstal vorder ik vier maanden
gevangenisstraf".
De verdediger, mr. Lem uit Nijmegen,
ving zijn pleidooi aan. met te zeggen, dat
de zaak zich niet heeft toegedragen, zoo
als de Officier dat heeft uiteengezet.
De verhouding met de jongste dochter
des huizes dateerde reeds van vroeger tyd.
Daar de man in kwestie den veldwachter
goed kende, werd hij in het gezin opge
nomen, omdat rnen medelijden met hem
had. Van strijd tusschen de zusters om den
man is geen sprake geweest. Het jongste
meisje was semi-verloofd met den man,
die van zeer goede Duitsche familie is. Het
is dus een geheel normale geschiedenis.
Wat den man betreft, deze was niet als
vluchteling naar Nederland gekomen Men
had hem geadviseerd Duitschland te ver
laten om in een ander klimaat herstel van
gezondheid te zoeken.
Na een verblijf in Zuid-Afrika, kwam
de man naar Nederland.
Eenige malen moest de man naar Kleef
om enkele zaken te regelen. Om wat voor
redenen dan ook, wilde hij geen gebruik
maken van zijn pas en moest daarom een
oewijs van Nederlanderschap hebben.
Aan verd. heeft hij gevraagd hem dit te
verschaffen. Verd. heeft zich daartoe laten
vei leiden, niet beseffende wat zij deed Zij
wilde tevens haar zuster helpen, daar een
hi.welijk met den man in het vooruitzicht
was.
Toen de man met het bewijs de grens
over ging, werd hij gearresteerd evenals
verd. die hem volgde.
Acht en vijftig dagen heeft zij in de ge
vangenis te Kleef gezeten. Eenige men
schen hebben alles gedaan om haar vrij
te Vrijgen. De burgemeester van Groes
beek heeft gunstige inlichtingen ovfer verd.
verstrekt.
Ik leg u hierbij over een afschrift van
een brief van den man aan den Officier van
Justitie, waarin een en ander duidelijk
wordt verklaard.
Officier: Dê brief is in het dossier.
Verdediger: Dat was mij niet bekend.
Officer: Er wordt hier anders niets ver-
dorkeremaand.
De vex'dediger vroeg ten slotte een voor
waardelijke straf annex een geldboete.
Met gebogen hoofd heeft verdachte dit]
alles aangehoord. Haar verhoor door den
TRIESTE DOOD VAN OUDE MOEDER
Dochter, die de vrouw schromelijk
verwaarloosd achterliet, voor den rechter
De toestand, waarin de Maamsche politie
by een onderzoek de 77-jarige weduwe v.
E. op zolder had aangetroffen, waar zU
door haar getrouwde dochter werd ver
pleegd, ging alle beschrijving te buiten.
Men vond haar in een verregaanden staat
van vervuiling, want de laatste vier
weken was zij noch gewasschen noch ver
schoond. Op het bed ontbraken lakens en
kussens en de eenige dekking was een
oude duffelsche jas. Het ongedierte krioel
de om haar heen en in het vuil, waarin
zij lag, groeiden zelfs' de paddestoelen.
Wanneer men het zolderkamertje binnen
kwam, was het niet te houden van den
stank. Weken lang lag de vrouw op bed,
zonder ooit met het een of ander gehol
pen te worden. En alsof dit niet erg ge
noeg was, moest de politie nog constatee-
rtn, dat de ruiten van het zolderraam stuk
waren, zoodat de wind in het kamertjje
vrij spel had.
Het laat zich begrepen dat de gezond
heidstoestand van de patiënte hieronder
ten zeerste te lijden had. Zij bekwam vele
vele wonden door het doorliggen, hetgeen
haar dood in niet geringe mate verhaastte.
In Utrecht, waar de sectie op het lijk
werd verricht, constateerde de dokters dat
de verwondingen, welke de vrouw aan
heupen nad gekregen, mede oorzaak van
haar overlijden waren geweest.
Dinsdag stond de dochter van de over
ledene voor de Utrechische Rechtbank te-"
recht. De dagvaarding legde haar ten laste
dat zij haar moeder tot wier onderhoud ot
veipieging zij krachtens de wet of over-
eenxomst verplicht was te zorgen in een
hulpeloozen toestand had gebracht en ge
laten.
„Er staat weinig moois over u in de dag
vaarding", merkte de president op.
Verdachte (wonend te Amersfoort) ver
telde dat ze in het najaar naaf- haar moe
der was gegaan om haar in haar hulpbe
hoevendheid te helpen. D5t was gebeurd
toen de vrouw nog op was. Toen zij ziek
werd, wilde zij niet beneden op oed liggen;
daar zij den boel netjes wenschte te hou
den. De oude vrouw werd naar het zolder
kamertje georacht, waar zij zich zeer on
willig toonde en niet gewasschen en ver
schoond wilde worden. De dokter kwam( nu
er dan wel eens kykeni mear na de zieke
gevraagd te hebben „hoe gaat 't er mee"
verdween hy weer. Tenslotte was de wijk
zuster gekomen en deze had voor de noo-
dige maatregelen gezorgd.
De president herinnerde verdachte er
aan dat de zuster door de politie was ge
stuurd. „Waarom bent u zelf niet naar de
zuster toegegaan?"
Verdachte: „Ik kon alles niet bijhouden"
„U weet, zoo vervolgde de president, dat
uw moeder in Utrecht is gestorven. Als zy
beter behandeld was geworden, dan had
zy waarschijnlijk veel langer geleefd".
Vervólgens werd de wijkzuster als ge
tuige gehoord.
„Ik maak mij sterk, dat u zooiets nog
nooit ontmoet hebt", ontving de president
haar.
Getuige beaamde dit. Zy had de weduwe
in een bewusteloozcn toestand aangetrof
fen en om haar te wasschen was het noo-
dig geweest om haar kleedingstukken
open te snijden.
Ais tweede getuige werd de dokter ge
hoord, die alle schuld, welke verdachte op
hem wilde werpen, afwees. Van het door
liggen had hy niets gezien, verklaarde
hy. De juffrouw had eenige jaren ge
leden een lichte beroerte gekregen, v*aar-
by haar hand min of meer lam was gewor
den. Om te zorgen dat dit lichaamsdeel
niet geheel verstijfde, kwam hij haar om
de tweede maanden opzoeken. Zoo was hij
op 12 December bij haar bed geweest en
had toen al opgemerkt in wat voor een
verwaarloosden toestand de vrouw ver
keerde. Met B. en W. van Maarn verstond
hij zich over de zaak en adviseerde dit
college de vrouw in een vrouweninrichting
te Wijk by Duurstede te laten opnemen
Van de zijde der dochter was er toen be
zwaar tegen gemaakt. De verpleging
een gesticht zou te veel geld kosten. De
arts vertelde dat de zieke zich zeer moei
lijk liet helpen en aan haar genezing niet
medewerkte. Op 8 Januari, dus vier vteken
later, was hij opnieuw naa. zijn patiënte
gegaan en ziende de vervuiling, waarin de
vrouw lag, verzocht hij B. en W. een wijk
zuster te sturen. Twee dagen later stierf
de vrouw. Bij de afwikkelin- der zaak had
het tusschen hem en B. en W. niet erg goec
geboterd. Er waren onaangenaamheden ge
weest over de zending naar het gesticht,
waar de weduwe opgenomen moest wor
den.
De officier achtte schuld bewezen en
eischte twee maanden gevangenisstraf.
Verdachte's advocaat hiela een lang plei
dooi, en vroeg vrijspraak.
„Tijd".
president was kort. Alles bekende zij vol
ledig. De man aan wien zij het bewijs van
Nederlanderschap ter beschikking heeft
gesteld, zou zelf de handteekening van
den buigemcester hebben nagemaakt.
De pperwachtmeester de G. uit Groes
beek, die het onderzoek heeft geleid, ver
klaarde, dat verd. terstond heeft bekend en
zelfs de verschillende plaatsen heeft aan
gewezen, waar ze het formulier, den stem
pel etc. heeft weggehaald.
De Rechtbank zal Dinsdag 4 April uit
spraak doen. „Tijd".
GEMOEDELIJKE RECHTSZITTING.
Getuige zegt: „Ik ben altijd thuis".
Hij „woont" namelijk in de gevangenis te
Haarlem.
Tien veroordeelingen heeft de zes-en-
veertig-jarige verdachte achter de rug,
wiens revisc-verzoek door den Hoogen
Raad is toegewezen en die nu voor het ge
rechtshof te Amsterdam terecht staat we
gens een in Mei 1934 gepleegd feit, waar
voor hij zegt, onschuldig tc zijn veroor
deeld. Van z(jn zes en veertig jaren heeft
h(j er meer dan tien in verschillende ge
vangenissen van ons land doorgebracht.
Nu is hy bezig, een hem in Augustus 1938
opgelegd straf van twee jaar uit te zitten.
En nog wachten hem twee gevangenisstraf
fen van resp. vier en één jaar, voor twee
feiten, die hy wèl bekent.
Op 9 Mei 1934 werd ingebroken in een
villa te Apeldoorn; er werd een groot aan
tal effecten gestolen en de verdachte van
gisteren werd later in het bezit van een
deel van die effecten aangetroffen. Hy werd
wegens diefstal tot drie jaar gevangenis
straf veroordeeld, die hy Intusschen heeft
uitgezeten.
Na jaren hebben twee andere inbrekers
v. d. H. en Sch. in de gevangenis tegenover
een ryksrechercheur verklaard, dat niet de
verdachte K., maar dat zy tweeën die in-
biaak hadden gepleegd; K. had een deel
van de effecten onder zijn berusting om ze
te verkoopen. Aan heling was hy dus wel
schuldig (maar die was niet ten laste ge
legd), doch aan de diefstal rrfet. Deze kwes
tie werd uitgezocht en inderdaad oordeel
de de Hooge Raad, dat er grond was, deze
zaak in revisie te doen behandelen door
het Amsterdamsche Gerechtshot, de ver
oordeeling van den verdachte K. had door
bet Hof te Arnhem plaats gehad. Deze zaak
diende eenigen tyd geleden voor het Hof
te Amsterdam. De werkelyke daders leg
den een bekentenis af; de procureur-gene
raal eischte inderdaad alsnog vryspraak
van verdachte K. en de zaak scheen rijp
voor een beslissing toen een brief van een
anderen gedetineerde roet in het t».en
kwam gooien. Deze man de zoogenaam
de puzzle-koning schreef nameiyk, van
v. d. H (één dergenen, die beweerde zelf
die inbraak te Apeldoorn te hebben ge
pleegd) te hebben gehoord, dat. hy v. d.
H met zyn kameraad Sch. een mooi
trucje hadden bedacht; zij zouden samen
zeggen, dat K. onschudlg was aan die oude
diefstal en dan zou K. revisie krygen en
schadevergoeding eischen voor den tijd, die
hy ten onrechte in de gevangenis had door
gebracht. En die schadevergoeding zouden
ze dan met zijn drieën deelen.
Ten gevolge van dat epistel gelastte het
Hof een nieuw onderzoek, dat gisteren
plaats had; weer werd v. d. H. als getuige
gehoord: „Edelachtbare", zoo verklaart hij
plechtig, „aan die zaak in Apeldoorn is K.
onschuldig. Die inbraak hebben Sch. en ik
samen opgeknapt".
President, mr. Jolles: Was het niet te
doen om een deel van de schadevergoeding?
Zegt u dat niet maar zoo?
Getuige v. d. H.: Nee, ik weet niet eens,
of hy wel schadevergoeding krijgt; en ik
heb heelemaal geen reden om hem te spa
ren, want in die andere zaak heeft hy myn
kameraad verraden.
Dat is niet waar, roept verdachte K. uit;
jy bent zelf aan het praten ggaan....
President: En wat die man, die puzzle-
koning zegt gehoord te hebben by het
luchten, is dat niet v/aar?
Getuige: Nee, Edelachtbare, da's fanta
sie van -hem.
Verdachte: Waarom is die man, die dat
heeft gezegd, niet als getuige gedagvaard?
President: Hij is door den rechter-com-
missaris gehoord....
De getuige v. d. H. geeft dan op vragen
van den president belangwekkende mede-
deelingen over de practijk van het inbre
kers-vak. „We waren met een stuk of
twaalf jongens; dan is het niet zóó, dat je
altijd met de zelfden gaat; maar dan gaan
déze twee es samen, dan weer twee of
drie anderen
President: Het is een mooie lijst van al
die inbraken; er staan er op uw naam wel
honderdzegt nu, dat niet K., maar
dat u die inbraak in Apeldoorn hebt ge-
pleged; als K. nu nog achteraf wordt vrij
gesproken, dan kunt u er weer voor wor
den vervolgd. Je kunt niet allemaal vry-
ui» gaan
Getuige v. d. H.: Ik kan het niet helpen
edelachtbare: ik wou schoon schip maken,
teen heb ik al die feiten bekend. Eentje
meer of minder kwam er niet op aan. Ik
heb nu met elkaar negen jaar straf gekre
gen. En ik dacht dat daarmee alles was
vervolgd. Als ze me nu voor dit feit ook
nog gaan vervolgenik kan het niet
helpen.
De procureur-generaal mr. D. Rellingh,
handhaaft zijn requisitoir tot vrijspraak
van den verdachte K.
De mededader van getuige v. d. H., ze
kere Sch., is wegens ziekte 'niet versche
nen; ook hij zit ergens in een gevangenis
in Nederland. Het Hof acht het echter noo-
dig, ook dezen man nog te hooren en daar
toe de zaak uit te stellen.
Verdachte Ka zou nog voor twee andere
vraagt, of men dan ook getuige v. d. H.
nog wil laten terug komen.
Getuige, die in de strafgevangenis te
Haarlem zit: Och. u kunt mij altijd laten
halen; ik "en altijd thuis....
Verdachte Ca zou nog voor twee andere
feiten terecht staan: een poging tot in
braak in het belastingkantoor te Zeist,
waarvoor de Utrechtsche Rechtbank hem
vier jaar gevangenisstraf heeft opgelegd,
en een inbraak te Muiden, die hem in eer
ste instantie op één jaar kwam te staan.
Eerste Leidsche
Begrafenisonderneming
voor Roomsch Katholieken
GEVESTIGD 1882 4411
Pieter üe la Couristraat 22
TRANSPORT - TELEFOON 1455
Van belde vonnissen is hy in appèl geko
men, alleen wegens de strafmaat; de fei
ten bekent hy.
President: En nu hoopt u, verdachte K.,
dat als u van die oude zaak wordt vry-
gesproken wy daarmee met de straffen
voor die andere feiten rekenliig houden?
Verdachte: Dat zou ik niet meer dan bil
lijk vinden.
De procureur-generaal stélt dan voor, de
behandeling van deze beide appèlzaken ook
uit te stellen, tot de revisie-zaak na het
herstel van den getuige Sch. weer aan de
orde komt. De verdachte en zyn verdedi
ger sluiten zich hierby aan, zoodat dit straf
zaken-complex tot nader order wordt opge
schort. „Vooruit".
DE WILDE AUTOBUSSEN.
De directeur van het reisbureau Nova
te Rotterdam veroordeeld.
De Utrechtsche kantonrechter mr. A. M.
J. de Jager, heeft den directeur van het
reisbureau Nova te Roterdam, die een auto
busdienst zonder vergunning onderhield
tusschen Utrecht en Rotterdam, veroor
deeld, wegens 'overtreding van het regle
ment autobusvervoer personen, tot een
geldboete van 300. De eisch was 500.
boete.
Verdachte had by de behandeling 14 da
gen geleden aangevoerd, dat art. 39 R. A.
P in stryd was met art. 2 R. A. P., dat im
mers art. 2 een vergunning vereischt voor
met name genoemde motorrytuigen, ter-
wyi art. 39 verbiedt een motorrytuig tot
vervoer van personen te exploiteeren an
ders dan krachtens een vergunning als be
doeld in art. 2, daarmede niet zich beper
kend tot de in art. 2 met name genoemde
motorrytuigen.
Daaromtrent overwoog de kantonrechter,
dat hy niet kon inzien dat genoemd art. 39
R A. P. zich ook zou kunnen uitstrekken
over andere motorrytuigen dan de in art. 2
R A. P. met name genoemde. Art. 39 R.
A P verbindt, aldus de kantonrechter,
het verbod van exploitaite ten nauwste met
de vereischte vergunning, bedoelde in art.
2 R.A.P., zoodat de kantonrechter het ver
band dan ook slechts toepssselyk achtte
voore zoover het een motorrytuig betrof,
waarvoor krachtens art. 2 R.A.P. een ver
gunning wordt vereischt.
Verd. had verder betoogd, dat art. 39 R.
A P. eveneens zou strijden met 47 der
wet van 29 November 1935 en in het by-
zonder met art. 3 van 47, daarmee be
doelende, dat vergunning slechts noodig
zou zyn voor het als bedryf exploiteeren
vsn motorrytuigen, terwyl art. 39 R. A.
P 1939 ook zou kunnen slaan op exoloita-
tie van motorrytuigen n i e t als bedrijf.
Daaromtrent overwoog de kantonrechter,
dat art. 39 R. A. P. 1939 slechts toepasse-
ïyk is voor zoover het een motorrijtuig be
treft, waarvoor krachtens art. 2 R. A. P.
1939 een vergunning is vereischt, en dat
die vergunnnig overigens, blykens de om
schrijving in de begrippen autobus, auto
busdiensten, touringcar-wagens, taxi's cn
huurauto's, in art. 1 R. A. P. 1939 vereischt
wordt voor het exploiteeren als bedryf voor
de in art. 2 R. A. P. met name genoemde
motorrytuigen.
Ten slotte overwoog de kantonrechter
dat, al zou door de wet van 11 Februari
1939 inderdaad de toepasselijkheid van
het oude R. A. P. verlengd zijn tot 16 Aug.
1939, dit achterhaald wordt door het R.
A. P. 1939, waarbij nadrukelijk het Kon.
besluit van 12 Jan. 1937 (Stsbl. 562) wordt
ingetrokken.
„N. R. Crt."
KANTONGERECHT
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Door het kantongerecht te Alphen wer
den heden de volgende verstekvonnissen
gewezen: Wegens overtreding der Motor
en Rijwielwet en Reglement: B. B. te Bo
degraven 2 x 1.—. subs 2x1 week tucht-
schoolstraf; H de J 1.50 subs 1 week en
1.subs 1 week tuchtschoolstraf; J. J.
M. te Den Haag 2.50 subs. 3 dagen; J. j.
M. te Den Haag 8.— subs. 8 dagen; J.
A. W. te Nieuwkoop 2 x 3.50 subs. 3 da
gen; W. v. d. V 1.50 subs. 2 dagen; J. G.
idem; J. B. te Boskoop idem; Algemeene
Politieverordening der gemeente Ter Aar:
A. Th. v d. M. te Ter Aar f 1.50 subs 2
dagen; idem dezer gemeente Alphen P. P.
zonder bekende woon- of verblyfplaats 1
subs. 1 dag; J. W. C. de V. te Waddinx-
veen idem; Overtreding artikel 435 wetb.
v. strafrecht: J. W. C. de V. te Waddinx-
veen 8.subs. 4 dagen; Overtr. art. 453
wetb. v. strafrecht: H. K. dom. te Woerden
5.subs dagen: Overtreding Drankwet:
F. K. 2 x 2.50 subs, dagen; Overtreding
Verkeersverordening der gemeente Alpher.
aan den Ryn J. de H. te Alphen aan den
Rijn 1.50 subs. 2 dagen. Waar geen woon
plaats vermeld, wonen veroordeelden te
Alpnen aan den Ryn'.
Op 'n droqen weg moet uw auto
bij 40 km per uur binnen 16
meter kunnen stoppen. Maar bij
80 km per uur Is die remweg
niet 32, maar 64 meter!