G.H.KLEINHANS WOENSDAG 22 MAART 1939 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 11 RECHTZAKEN Afschuwelijke tooneelen na auto botsing Dertien meneehen In zevenpers oons- auto. In den nacht van 19 op 20 Juli van het vorige jaar vond op den rijksweg—Arn hem—Nijmegen onder de gemeente Eist een auto-ongeluk plaats, dat aan twee personen het leven kostte. Een zeven- persoons-auto met niet minder dan der tien inzittenden botste tegen een tege- moetkomenden trailer, sloeg over den kop en kwam in een naast den weg gelegen sloot terecht. De gevolgen waren ver schrikkelijk. Een der inzittenden kreeg "n schedelbreuk en overleed spoedig. Ver scheidene andere Inzittenden kregen ver wondingen en moesten naar het zieken huis te Nijmegen worden vervoerd. Den volgenden morgen, toen een zekere K., die oc-k aan dit uitstapje naar Arn hem had deelgenomen, nog niet thuis was, ging zijn vrouw naar de politie. Daarna werd te Eist een onderzoek ingesteld en toen vond men den man dood in de sloot onder den auto. De chauffeur van dezen auto, de 27-ja- rige J. H. B. uit Nijmegen, moest gister middag voor de rechtbank te Arnhem te rechtstaan. Hij vertelde, dat hij dien avond met een aantal Nijmegenaars naar Arnhem was geweest voor een biljart wedstrijd. Hij heeft daar zes glazen bier gedronken Omstreeks tien minuten over twaalf werd de terugreis aanvaard. Er waren toen evenwel meer passagiers dan bij het vertrek uit Nijmegen. Twee perso nen kwamen naast hem zitten, de ande ren kropen achterin. Hoeveel het er wa ren wist verd. niet, maar hij meende in 't geheel tien passagiers te hebben. Onder Eist kwam er een tegenliger met verblin dend licht. Verd. knipperde, maar de te genligger dimde niet, volgens verd. De president, mr. Smits: „U weet, dat er getuigen zijn, die gezien hebben, dat cr wel gedimd werd. Maar wa£ u dan ver blind door dat licht?" Verd.: „Ja". De president: „Dan had u moeten stop pen." Verd. voelde daarna een schok, maar wat er vervolgens is gebeurd, wist hij niet meer precies. Hij heeft nog geholpen om H. uit de sloot te trekken. Deze was vrij wel onmiddellijk dood. De president: „Maar je hebt niet ge merkt, dat K. onder den auto in de sloot lag." Verd.: „Nee, daar hadden we niets van gezien." Verd verklaarde nog wel geremd te hebben toen de tegenligger niet dimde. De president: „Menschen, die u zagen naderen, viel het op dat de wagen zoo slingerde." Een getuige décharge H. W., 'n chauf feur uit Nijmtgen, zat achter in den auto van verd. Op een vraag van den presi dent of de inzittenden dronken waren, antwoordde deze getuige, dat hij dat ze ker niet wilde beweren. De president: „Uit de stukken blijkt an ders, dat de inzittenden een heel eind heen waren." Getuige: „Het ligt er maar aan, wat u onder dronkenschap verstaat? Hij heeft gezien, dat de tegenligger verblindend licht had en dat verd. knipperde. Getuige onkende, dat er iemand op zijn schoot had gezeten. Dat heeft hij indertijd wel aan de politie medegedeeld. De officier: Het zou echter zeer waar schijnlijk zijn, want jullie zaten met z'n tienen achterin. De president tot verd.: U voelt zich toch wel schuldig aan dat ongeluk? Verd.: Er zaten wel té veel menschen in den wagen. Rechter mr. Rinkel: Maar een chauffeur moet toch geen zes glazen bier drinken. De president: Als U met z'n zessen in den wagen was geweest, en er waren er maar vijf uitgekomen, dan had u dien eenen man wel vermist. Als K. er meteen uit was gehaald, zou hij wel in leven zijn gebleven, want hij was nagenoeg niet gewond. De officier van justitie, mr. baron Spey- art van Waerden, wees er op, dat verd. drank heeft misbruikt en te veel perso nen in zijn auto heeft gelaten. Er hebben zich bij de sloot ergerlijke tooneelen afgespeeld. Toen de politie aan den verd. vroeg, hoeveel personen hij in zijn wagen had, antwoordde deze „een stuk of zes', zoodat men ook niet wist, of er nog iemand in de sloot lag. Er waren passagiers, die zoo dronken waren, dat zij, toen zij uit de sloot waren gehaald, niet beter wisten te doen, dan er weer in te springen. Spr. eischte ten slotte vier maanden gevangenisstraf. De verdediger achtte het zeer wel mo gelijk, dat verd. verblind was door den te genligger. Zoo kon hij niet zien, wat hem passeerde, zoodat hij, meenende weer naar het midden van den weg te kunnen gaan, tegen het achterste deel van den 12 M. langen trailer is gereden. Spr. drong aan op de uiterste clementie. Uitspraak 4 April. „Telegraaf. Incasso's op binnen' en buitenland Amor in de veldwachters woning Ongewenschte toestanden op het gemeentehuls van Groesbeck. Op een Zondagmorgen in de maand Juli van het vorige jaar sloop een 22-jarig meis je het Groesbeeksche gemeentehuis binnen, nam daar uit een der kasten een Bewijs van Nederlanderschap weg, vulde het in, voor zag het van de vereischte stempels en ver liet toen weer het gemeentehuis op de zelfde gemakkelijke wijze als ze gekomen was. Zij was een der vier dochters van den gemeenteveldwachter, die naast het ge meentehuis woont en wiens kinderen zich hadden belast met het schoonhouden van de secretarie, het verrichten van eenvou dig type-werk en het serveeren van kof fie aan de ambtenaren. Zoodoende wist het meisje goed den weg op de secretarie en viel het haar niet moeilijk te doen, wat van haar was gevraagd door een man, die verloofd was met haar jongste zuster. Voor deze ondoordachte, doch buitenge woon ernstige handeling had het meisje zich gisteren voor de Arnhemsche Recht bank te verantwoorden. De Officier van Justitie vorderde vier maanden gevangenisstraf. „Wie oorspronkelijk meende hier met een landelijk llefdesdrama'tje te doen te hebben", aldus sprak de Officier in zijn requisitoir, „heeft het mis gehad. Hier is sprake van een verlangen van een eenvou dig dorpsmeisje naar het romantische. Wat is toch het geval? Op zekeren dag komt er een jongeman naai ons land. die voorgeeft om politieke redenen uit Duitschland gevlucht te zijn. Comité's gaan aan 't werk en eindelijk verkrijgt de jongeling in Groesheek een .etblyfsvergunning van beperkten duur. In Groesbeek krijgt hij alle mogelijke re laties, o.a. ook met den veldwachter. Tenslotte ontstaat de merkwaardige si tuatie, dat de veldwachter den man in zijn woring herbergt. Niettegenstaande de ver- blt'fsvergunning afgegeven door den bur gemeester is verloopen. blijft de man toch in het huis, waar hij liefdevol wordt ver pleegd. De veldwachter zeide tot herber ging van den vluchteling door den burge meester gemachtigd te zijn, de burgemees ter betwist dit. Alzoo ontstaat een tweede merkwaardige situatie. Tusschen de vier dochters van den veld wachter, alle van min of meer huwbaren leeftijd, ontstaat vervolgens een zekere strijd om de hand van den vluchteling. De jongste van de meisjes is de gelukkige. Op het Groesbeeksche gemeentehuis heerscht in tusschen een hoogst ongewensch te toestand. Allerlei personen, die er niets te maken hebben, loopen op de secretarie rond. Dat de ambtenaren koffie drinken vind ik best, maar maatregelen hadden moeten worden genomen, dat de menschen. die voor een en ander zorgen, niet op de se cretarie kunnen komen, wanneer ze er niets te maken hebben. Wat dit meisje gedaan heeft is buitenge woon ergerlijk. Zij heeft de positie van haar vader onmogelijk gemaakt, 't Js ont zettend! En de man, waarvoor zooveel is gedaan, was dat niet eens waard. Ik vind. dat het meisje op ergerlijke wij ze misbruik heeft gemaakt van het ver trouwen, dat haar vader op het gemeente huis genoot. Wegens diefstal vorder ik vier maanden gevangenisstraf". De verdediger, mr. Lem uit Nijmegen, ving zijn pleidooi aan. met te zeggen, dat de zaak zich niet heeft toegedragen, zoo als de Officier dat heeft uiteengezet. De verhouding met de jongste dochter des huizes dateerde reeds van vroeger tyd. Daar de man in kwestie den veldwachter goed kende, werd hij in het gezin opge nomen, omdat rnen medelijden met hem had. Van strijd tusschen de zusters om den man is geen sprake geweest. Het jongste meisje was semi-verloofd met den man, die van zeer goede Duitsche familie is. Het is dus een geheel normale geschiedenis. Wat den man betreft, deze was niet als vluchteling naar Nederland gekomen Men had hem geadviseerd Duitschland te ver laten om in een ander klimaat herstel van gezondheid te zoeken. Na een verblijf in Zuid-Afrika, kwam de man naar Nederland. Eenige malen moest de man naar Kleef om enkele zaken te regelen. Om wat voor redenen dan ook, wilde hij geen gebruik maken van zijn pas en moest daarom een oewijs van Nederlanderschap hebben. Aan verd. heeft hij gevraagd hem dit te verschaffen. Verd. heeft zich daartoe laten vei leiden, niet beseffende wat zij deed Zij wilde tevens haar zuster helpen, daar een hi.welijk met den man in het vooruitzicht was. Toen de man met het bewijs de grens over ging, werd hij gearresteerd evenals verd. die hem volgde. Acht en vijftig dagen heeft zij in de ge vangenis te Kleef gezeten. Eenige men schen hebben alles gedaan om haar vrij te Vrijgen. De burgemeester van Groes beek heeft gunstige inlichtingen ovfer verd. verstrekt. Ik leg u hierbij over een afschrift van een brief van den man aan den Officier van Justitie, waarin een en ander duidelijk wordt verklaard. Officier: Dê brief is in het dossier. Verdediger: Dat was mij niet bekend. Officer: Er wordt hier anders niets ver- dorkeremaand. De vex'dediger vroeg ten slotte een voor waardelijke straf annex een geldboete. Met gebogen hoofd heeft verdachte dit] alles aangehoord. Haar verhoor door den TRIESTE DOOD VAN OUDE MOEDER Dochter, die de vrouw schromelijk verwaarloosd achterliet, voor den rechter De toestand, waarin de Maamsche politie by een onderzoek de 77-jarige weduwe v. E. op zolder had aangetroffen, waar zU door haar getrouwde dochter werd ver pleegd, ging alle beschrijving te buiten. Men vond haar in een verregaanden staat van vervuiling, want de laatste vier weken was zij noch gewasschen noch ver schoond. Op het bed ontbraken lakens en kussens en de eenige dekking was een oude duffelsche jas. Het ongedierte krioel de om haar heen en in het vuil, waarin zij lag, groeiden zelfs' de paddestoelen. Wanneer men het zolderkamertje binnen kwam, was het niet te houden van den stank. Weken lang lag de vrouw op bed, zonder ooit met het een of ander gehol pen te worden. En alsof dit niet erg ge noeg was, moest de politie nog constatee- rtn, dat de ruiten van het zolderraam stuk waren, zoodat de wind in het kamertjje vrij spel had. Het laat zich begrepen dat de gezond heidstoestand van de patiënte hieronder ten zeerste te lijden had. Zij bekwam vele vele wonden door het doorliggen, hetgeen haar dood in niet geringe mate verhaastte. In Utrecht, waar de sectie op het lijk werd verricht, constateerde de dokters dat de verwondingen, welke de vrouw aan heupen nad gekregen, mede oorzaak van haar overlijden waren geweest. Dinsdag stond de dochter van de over ledene voor de Utrechische Rechtbank te-" recht. De dagvaarding legde haar ten laste dat zij haar moeder tot wier onderhoud ot veipieging zij krachtens de wet of over- eenxomst verplicht was te zorgen in een hulpeloozen toestand had gebracht en ge laten. „Er staat weinig moois over u in de dag vaarding", merkte de president op. Verdachte (wonend te Amersfoort) ver telde dat ze in het najaar naaf- haar moe der was gegaan om haar in haar hulpbe hoevendheid te helpen. D5t was gebeurd toen de vrouw nog op was. Toen zij ziek werd, wilde zij niet beneden op oed liggen; daar zij den boel netjes wenschte te hou den. De oude vrouw werd naar het zolder kamertje georacht, waar zij zich zeer on willig toonde en niet gewasschen en ver schoond wilde worden. De dokter kwam( nu er dan wel eens kykeni mear na de zieke gevraagd te hebben „hoe gaat 't er mee" verdween hy weer. Tenslotte was de wijk zuster gekomen en deze had voor de noo- dige maatregelen gezorgd. De president herinnerde verdachte er aan dat de zuster door de politie was ge stuurd. „Waarom bent u zelf niet naar de zuster toegegaan?" Verdachte: „Ik kon alles niet bijhouden" „U weet, zoo vervolgde de president, dat uw moeder in Utrecht is gestorven. Als zy beter behandeld was geworden, dan had zy waarschijnlijk veel langer geleefd". Vervólgens werd de wijkzuster als ge tuige gehoord. „Ik maak mij sterk, dat u zooiets nog nooit ontmoet hebt", ontving de president haar. Getuige beaamde dit. Zy had de weduwe in een bewusteloozcn toestand aangetrof fen en om haar te wasschen was het noo- dig geweest om haar kleedingstukken open te snijden. Ais tweede getuige werd de dokter ge hoord, die alle schuld, welke verdachte op hem wilde werpen, afwees. Van het door liggen had hy niets gezien, verklaarde hy. De juffrouw had eenige jaren ge leden een lichte beroerte gekregen, v*aar- by haar hand min of meer lam was gewor den. Om te zorgen dat dit lichaamsdeel niet geheel verstijfde, kwam hij haar om de tweede maanden opzoeken. Zoo was hij op 12 December bij haar bed geweest en had toen al opgemerkt in wat voor een verwaarloosden toestand de vrouw ver keerde. Met B. en W. van Maarn verstond hij zich over de zaak en adviseerde dit college de vrouw in een vrouweninrichting te Wijk by Duurstede te laten opnemen Van de zijde der dochter was er toen be zwaar tegen gemaakt. De verpleging een gesticht zou te veel geld kosten. De arts vertelde dat de zieke zich zeer moei lijk liet helpen en aan haar genezing niet medewerkte. Op 8 Januari, dus vier vteken later, was hij opnieuw naa. zijn patiënte gegaan en ziende de vervuiling, waarin de vrouw lag, verzocht hij B. en W. een wijk zuster te sturen. Twee dagen later stierf de vrouw. Bij de afwikkelin- der zaak had het tusschen hem en B. en W. niet erg goec geboterd. Er waren onaangenaamheden ge weest over de zending naar het gesticht, waar de weduwe opgenomen moest wor den. De officier achtte schuld bewezen en eischte twee maanden gevangenisstraf. Verdachte's advocaat hiela een lang plei dooi, en vroeg vrijspraak. „Tijd". president was kort. Alles bekende zij vol ledig. De man aan wien zij het bewijs van Nederlanderschap ter beschikking heeft gesteld, zou zelf de handteekening van den buigemcester hebben nagemaakt. De pperwachtmeester de G. uit Groes beek, die het onderzoek heeft geleid, ver klaarde, dat verd. terstond heeft bekend en zelfs de verschillende plaatsen heeft aan gewezen, waar ze het formulier, den stem pel etc. heeft weggehaald. De Rechtbank zal Dinsdag 4 April uit spraak doen. „Tijd". GEMOEDELIJKE RECHTSZITTING. Getuige zegt: „Ik ben altijd thuis". Hij „woont" namelijk in de gevangenis te Haarlem. Tien veroordeelingen heeft de zes-en- veertig-jarige verdachte achter de rug, wiens revisc-verzoek door den Hoogen Raad is toegewezen en die nu voor het ge rechtshof te Amsterdam terecht staat we gens een in Mei 1934 gepleegd feit, waar voor hij zegt, onschuldig tc zijn veroor deeld. Van z(jn zes en veertig jaren heeft h(j er meer dan tien in verschillende ge vangenissen van ons land doorgebracht. Nu is hy bezig, een hem in Augustus 1938 opgelegd straf van twee jaar uit te zitten. En nog wachten hem twee gevangenisstraf fen van resp. vier en één jaar, voor twee feiten, die hy wèl bekent. Op 9 Mei 1934 werd ingebroken in een villa te Apeldoorn; er werd een groot aan tal effecten gestolen en de verdachte van gisteren werd later in het bezit van een deel van die effecten aangetroffen. Hy werd wegens diefstal tot drie jaar gevangenis straf veroordeeld, die hy Intusschen heeft uitgezeten. Na jaren hebben twee andere inbrekers v. d. H. en Sch. in de gevangenis tegenover een ryksrechercheur verklaard, dat niet de verdachte K., maar dat zy tweeën die in- biaak hadden gepleegd; K. had een deel van de effecten onder zijn berusting om ze te verkoopen. Aan heling was hy dus wel schuldig (maar die was niet ten laste ge legd), doch aan de diefstal rrfet. Deze kwes tie werd uitgezocht en inderdaad oordeel de de Hooge Raad, dat er grond was, deze zaak in revisie te doen behandelen door het Amsterdamsche Gerechtshot, de ver oordeeling van den verdachte K. had door bet Hof te Arnhem plaats gehad. Deze zaak diende eenigen tyd geleden voor het Hof te Amsterdam. De werkelyke daders leg den een bekentenis af; de procureur-gene raal eischte inderdaad alsnog vryspraak van verdachte K. en de zaak scheen rijp voor een beslissing toen een brief van een anderen gedetineerde roet in het t».en kwam gooien. Deze man de zoogenaam de puzzle-koning schreef nameiyk, van v. d. H (één dergenen, die beweerde zelf die inbraak te Apeldoorn te hebben ge pleegd) te hebben gehoord, dat. hy v. d. H met zyn kameraad Sch. een mooi trucje hadden bedacht; zij zouden samen zeggen, dat K. onschudlg was aan die oude diefstal en dan zou K. revisie krygen en schadevergoeding eischen voor den tijd, die hy ten onrechte in de gevangenis had door gebracht. En die schadevergoeding zouden ze dan met zijn drieën deelen. Ten gevolge van dat epistel gelastte het Hof een nieuw onderzoek, dat gisteren plaats had; weer werd v. d. H. als getuige gehoord: „Edelachtbare", zoo verklaart hij plechtig, „aan die zaak in Apeldoorn is K. onschuldig. Die inbraak hebben Sch. en ik samen opgeknapt". President, mr. Jolles: Was het niet te doen om een deel van de schadevergoeding? Zegt u dat niet maar zoo? Getuige v. d. H.: Nee, ik weet niet eens, of hy wel schadevergoeding krijgt; en ik heb heelemaal geen reden om hem te spa ren, want in die andere zaak heeft hy myn kameraad verraden. Dat is niet waar, roept verdachte K. uit; jy bent zelf aan het praten ggaan.... President: En wat die man, die puzzle- koning zegt gehoord te hebben by het luchten, is dat niet v/aar? Getuige: Nee, Edelachtbare, da's fanta sie van -hem. Verdachte: Waarom is die man, die dat heeft gezegd, niet als getuige gedagvaard? President: Hij is door den rechter-com- missaris gehoord.... De getuige v. d. H. geeft dan op vragen van den president belangwekkende mede- deelingen over de practijk van het inbre kers-vak. „We waren met een stuk of twaalf jongens; dan is het niet zóó, dat je altijd met de zelfden gaat; maar dan gaan déze twee es samen, dan weer twee of drie anderen President: Het is een mooie lijst van al die inbraken; er staan er op uw naam wel honderdzegt nu, dat niet K., maar dat u die inbraak in Apeldoorn hebt ge- pleged; als K. nu nog achteraf wordt vrij gesproken, dan kunt u er weer voor wor den vervolgd. Je kunt niet allemaal vry- ui» gaan Getuige v. d. H.: Ik kan het niet helpen edelachtbare: ik wou schoon schip maken, teen heb ik al die feiten bekend. Eentje meer of minder kwam er niet op aan. Ik heb nu met elkaar negen jaar straf gekre gen. En ik dacht dat daarmee alles was vervolgd. Als ze me nu voor dit feit ook nog gaan vervolgenik kan het niet helpen. De procureur-generaal mr. D. Rellingh, handhaaft zijn requisitoir tot vrijspraak van den verdachte K. De mededader van getuige v. d. H., ze kere Sch., is wegens ziekte 'niet versche nen; ook hij zit ergens in een gevangenis in Nederland. Het Hof acht het echter noo- dig, ook dezen man nog te hooren en daar toe de zaak uit te stellen. Verdachte Ka zou nog voor twee andere vraagt, of men dan ook getuige v. d. H. nog wil laten terug komen. Getuige, die in de strafgevangenis te Haarlem zit: Och. u kunt mij altijd laten halen; ik "en altijd thuis.... Verdachte Ca zou nog voor twee andere feiten terecht staan: een poging tot in braak in het belastingkantoor te Zeist, waarvoor de Utrechtsche Rechtbank hem vier jaar gevangenisstraf heeft opgelegd, en een inbraak te Muiden, die hem in eer ste instantie op één jaar kwam te staan. Eerste Leidsche Begrafenisonderneming voor Roomsch Katholieken GEVESTIGD 1882 4411 Pieter üe la Couristraat 22 TRANSPORT - TELEFOON 1455 Van belde vonnissen is hy in appèl geko men, alleen wegens de strafmaat; de fei ten bekent hy. President: En nu hoopt u, verdachte K., dat als u van die oude zaak wordt vry- gesproken wy daarmee met de straffen voor die andere feiten rekenliig houden? Verdachte: Dat zou ik niet meer dan bil lijk vinden. De procureur-generaal stélt dan voor, de behandeling van deze beide appèlzaken ook uit te stellen, tot de revisie-zaak na het herstel van den getuige Sch. weer aan de orde komt. De verdachte en zyn verdedi ger sluiten zich hierby aan, zoodat dit straf zaken-complex tot nader order wordt opge schort. „Vooruit". DE WILDE AUTOBUSSEN. De directeur van het reisbureau Nova te Rotterdam veroordeeld. De Utrechtsche kantonrechter mr. A. M. J. de Jager, heeft den directeur van het reisbureau Nova te Roterdam, die een auto busdienst zonder vergunning onderhield tusschen Utrecht en Rotterdam, veroor deeld, wegens 'overtreding van het regle ment autobusvervoer personen, tot een geldboete van 300. De eisch was 500. boete. Verdachte had by de behandeling 14 da gen geleden aangevoerd, dat art. 39 R. A. P in stryd was met art. 2 R. A. P., dat im mers art. 2 een vergunning vereischt voor met name genoemde motorrytuigen, ter- wyi art. 39 verbiedt een motorrytuig tot vervoer van personen te exploiteeren an ders dan krachtens een vergunning als be doeld in art. 2, daarmede niet zich beper kend tot de in art. 2 met name genoemde motorrytuigen. Daaromtrent overwoog de kantonrechter, dat hy niet kon inzien dat genoemd art. 39 R A. P. zich ook zou kunnen uitstrekken over andere motorrytuigen dan de in art. 2 R A. P. met name genoemde. Art. 39 R. A P verbindt, aldus de kantonrechter, het verbod van exploitaite ten nauwste met de vereischte vergunning, bedoelde in art. 2 R.A.P., zoodat de kantonrechter het ver band dan ook slechts toepssselyk achtte voore zoover het een motorrytuig betrof, waarvoor krachtens art. 2 R.A.P. een ver gunning wordt vereischt. Verd. had verder betoogd, dat art. 39 R. A P. eveneens zou strijden met 47 der wet van 29 November 1935 en in het by- zonder met art. 3 van 47, daarmee be doelende, dat vergunning slechts noodig zou zyn voor het als bedryf exploiteeren vsn motorrytuigen, terwyl art. 39 R. A. P 1939 ook zou kunnen slaan op exoloita- tie van motorrytuigen n i e t als bedrijf. Daaromtrent overwoog de kantonrechter, dat art. 39 R. A. P. 1939 slechts toepasse- ïyk is voor zoover het een motorrijtuig be treft, waarvoor krachtens art. 2 R. A. P. 1939 een vergunning is vereischt, en dat die vergunnnig overigens, blykens de om schrijving in de begrippen autobus, auto busdiensten, touringcar-wagens, taxi's cn huurauto's, in art. 1 R. A. P. 1939 vereischt wordt voor het exploiteeren als bedryf voor de in art. 2 R. A. P. met name genoemde motorrytuigen. Ten slotte overwoog de kantonrechter dat, al zou door de wet van 11 Februari 1939 inderdaad de toepasselijkheid van het oude R. A. P. verlengd zijn tot 16 Aug. 1939, dit achterhaald wordt door het R. A. P. 1939, waarbij nadrukelijk het Kon. besluit van 12 Jan. 1937 (Stsbl. 562) wordt ingetrokken. „N. R. Crt." KANTONGERECHT ALPHEN AAN DEN RIJN. Door het kantongerecht te Alphen wer den heden de volgende verstekvonnissen gewezen: Wegens overtreding der Motor en Rijwielwet en Reglement: B. B. te Bo degraven 2 x 1.—. subs 2x1 week tucht- schoolstraf; H de J 1.50 subs 1 week en 1.subs 1 week tuchtschoolstraf; J. J. M. te Den Haag 2.50 subs. 3 dagen; J. j. M. te Den Haag 8.— subs. 8 dagen; J. A. W. te Nieuwkoop 2 x 3.50 subs. 3 da gen; W. v. d. V 1.50 subs. 2 dagen; J. G. idem; J. B. te Boskoop idem; Algemeene Politieverordening der gemeente Ter Aar: A. Th. v d. M. te Ter Aar f 1.50 subs 2 dagen; idem dezer gemeente Alphen P. P. zonder bekende woon- of verblyfplaats 1 subs. 1 dag; J. W. C. de V. te Waddinx- veen idem; Overtreding artikel 435 wetb. v. strafrecht: J. W. C. de V. te Waddinx- veen 8.subs. 4 dagen; Overtr. art. 453 wetb. v. strafrecht: H. K. dom. te Woerden 5.subs dagen: Overtreding Drankwet: F. K. 2 x 2.50 subs, dagen; Overtreding Verkeersverordening der gemeente Alpher. aan den Ryn J. de H. te Alphen aan den Rijn 1.50 subs. 2 dagen. Waar geen woon plaats vermeld, wonen veroordeelden te Alpnen aan den Ryn'. Op 'n droqen weg moet uw auto bij 40 km per uur binnen 16 meter kunnen stoppen. Maar bij 80 km per uur Is die remweg niet 32, maar 64 meter!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 11