DINSDAG 21 MAART 1939 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Een nieuwe solidariteit ontstaat. Lenteprijsvraag! 30ste Jaargang No. 9291 S)e £ekl6eh£0ou/fca/nt Bureaus Papengracht 32, Telefoon: Redactie 15, Administratie 935. Adv. en Abonn.-tarieven zie pag. 3 Giro 103003. Postbus 11. Dit nummer bestaat all vier bladen. II mf Is de as doorgesleten? Sensationeele gebeurtenissen zijn er vandaag niet te melden uit Midden-Euro pa. Naar buiten is de toestand bezig zich te consolideeren, maar inwendig voltrekt zich een proces, dat voor Duitschland on berekenbare gevolgen kan hebben. Wij hebben gisteren reeds gewezen op de hoogspanning welke er heerscht in de kanselarijen en de ministeries van buiten- landsche zaken. Engeland is bezig het ver zet van de staten, die zich door de onbe rekenbare expansiedrift van Duitschland bedreigd gevoelen, te otganiseeren. De methoden van Engeland zijn anders dan die van Duitschland. De politiek van het Derde Rijk kenmerkt zich door plotse linge en op effect berekende besluiten, welke „rücksichtlos" ten uitvoer worden gebracht, met overrompelend geweld. En geland werkt langzamer, bedachtzamer, minder opvallend, het gaat z'n gang met de rustige pas en de beschaafde taal van een gentleman. Maar achter den Engelsch- man staat de macht van het pond sterling en de rijkdom van het Britsche Imperium. Het heeft er nu allen schijn van, dat het geduld van Engeland is uitgeput en dat het bereid is, risico's op zich te nemen ter stuiting van de geweldpolitiek. En wan neer Engeland samenwerking aanbiedt, is het nog altijd een partner, wiens vriend schap men op prijs stelt. Daarom zal het Engeland niet moeilijk vallen, wanneer het zelf bereid is tot concessies, om zich een reeks bondgenooten te verschaffen, bereid om Duitschland in te sluiten. Dat Engeland het roer van zijn politiek radicaal heeft omgegooid, blijkt uit zijn aanbod aan Sovjet-Rusland tot een geza menlijke bespreking van den toestand in Midden-Europa. Vanzelf richt men dan ook zijn aan dacht op ,de bondgenooten, op welke Duitschland eventueel zou kunnen steu nen, en wel op de eerste plaats op Italië. Het was reeds spoedig bekend en nau welijks anders te verwachten dat het officieele Italië wel platonische lofspraken op de as RomeBerlijn hield, maar dat het gebruikelijke enthousiasme ten eenen- male ontbrak. Mussolini moge de as moeilijk kunnen loslaten, het Italiaansche volk heeft reeds lang alle sympathie voor Duitschland ver loren. Het begrijpt niet, waarom de Duce deze „societas leonina" blijft aanhouden, waarbij de een alles en de ander niets krijgt. Maar sindsdien is het opgevallen, dat Mussolini de gebruikelijke gelukwensch met het behaalde succes nog altijd niet aan Hitier heeft verzonden, terwijl Japan en Franco dat wel hebben gedaan. Bo vendien wordt vandaag bekend, dat de Italiaansche ambassadeur te Berlijn Zon dag niet tegenwoordig is geweest bij de ontvangst van Hitier. Zelfs wordt door Reuter bericht, dat de Italiaansche am bassadeur naar Rome is ontboden om ver slag uit te brengen. Weliswaar is hieraan geen ruchtbaarheid gegeven en heeft dit vertrek dus niet hetzelfde karakter als de terugroeping van den Britschen en den Franschen gezant, maar onder de gege ven omstandigheden geeft deze daad, die in den grond toch hetzelfde is als de daad van Londen en Parijs, te denken. Er valt voorshands niets te vooi-spellen, maar het lijkt ons voor geen tegenspraak vatbaar, dat Duitschland zich op het oogenblik meer geisoleerd heeft dan ooit vroeger het geval is geweest en het zou daarom geen verwondering behoeven te wekken, als de realistische politicus, die Mussolini is, zich wat wenscht te distan tieeren van een bondgenoot, waarvan hij zoo weinig pleizier heeft beleefd en die hem dreigt tedegradeeren tot een dicta tor van den tweeden rang. De vriendschap van Mussolini gaat net Helden! In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft de politie te Lisse een aantal hel den gearresteerd! Helden, die er zich op toelegden, in het verborgene, door middel van geheime ra dio-uitzendingen, de regeering te bestoken en het publiek op te hitsen. Het is verheugend, dat die lieden in him weerzinwekkend bedrijf zijn gestoord. Wij betuigen aan de daarbij betrokken politie gaarne openlijk waardeering voor de betoonde intelligente activiteit. Wij schrijven er hier enkele woorden over omdat in de publieke overtui ging een hardgrondige afkeer moet lig gen voor een volksophitsing op de wijze als hier bedoeld! Dat is laf! Rustig de toekomst tegemoet De „Maasbode" teekent de situatie, waarin Nederland zich bevindt wat be treft de kans, betrokken te worden in een eventueelen oorlog. Wij mogen, en moeten, nog spreken van een even tueelen oorlog, omdat, hoe dreigend het gevaar ook is, de kans, dat er geen oor log komt, gelukkig altijd nog aanwezig is, zoolang de oorlog nog geen feit is gewor den! Wij waarschuwen voor het pessi misme, dat deze kans heelemaal niet ziet! Wij ontleenen aan een bovenbedoeld ar tikel in de „Maasbode" de volgende pas sages: „Zijn wjj eenerzijds er volkomen ge rust op, dat Duitschland geen mo ment aan aanranding van ons grond gebied of van ons recht of van onze economische positie denkt, en kunnen wij dus het hoofd koel houden, ander zijds valt liet te ontkennen, dat een hoogspanning tot bersten toe, als thans in een onmenschelijk bewapende we reld heerscht, ieder oogenblik kan lei den tot een uitbarsting, die door nie mand meer te keeren was. Dat wij niet in een dergelijke uitbarsting betrok ken worden blijft mogelijk; onze neu traliteit kan voor beide partijen een voordeel zijn, maar de kans .is zeer zeker veel geringer (over dat veel geringer kan wel verschil van mee ning bestaan. Anderen zouden misschien alleen willen spreken van geringer. Red. „L. Crt.") dan in 1914". „Het moet voor iedereen vaststaan, dat Nederland, in het volle bewustzijn van zijn grootsch verleden, gereed staat om kostg wat het kost zijn heden en toekomst te verdedigen tegen iederen aam-ander, hoe machtig ook, in de vol komen gerechtvaardigde, neen, in de volstrekt.zekere overtuiging, dal wij in dien strijd niet alleen zullen staan, maar machtige helpers aar. onze zijde zullen vinden. Onze eigen in daden om gezette verdedigingswil zal juist een mogelijke kans op handhaving onzer neutraliteit ten zeerste vergrooten. Het hoofd koel, de hand paraat, en dus ook, het moet nu eenmaal, het kruit droog. Op defensie-gebied moeten wij doen wat we kunnen, allés, niet minder, maar ook niet meer. Wij kunnen ten de zen volkomen vertrouwen hebben in onze regeering. die bij de volksverte genwoordiging allen gewensch' ~n steun vond en vinden zal. Buitensporige eischen op defensie gebied zijn nutteloos, omdat zij voor inwilliging niet vatbaar zijn; gevaar lijk, omdat zij niet te vervullen ver wachtingen wekken, die slechts op ont goocheling en moedeloosheid kunnen uitloopen. Rustig zien wij de toekomst tegemoet in vertrouv/en op God, op onze leiders en op de gezonde krachten in ons volk de ongezonde roeie men onverbid delijk uit, dat is gebiedende eisch van het oogenblik in de geruststellende zekerheid ook, dat de drang van den meest dynamischen vredesbedreiger op dit moment niet gaat in onze richting, en dat hij deze richting, tenzij als wan hoopsdaad, ook nooit zgl inslaan, om dat zij als eindpaal is gemarkeerd met zijn ondergang." zoover als zijn voordeel strekt. Italië heeft Engeland noodig. Inmiddels is de Fransche president naar Londen vertrokken voor het afleggen van het reeds vroeger vastgestelde tegenbe zoek aan het Britsche koningspaar. Het was bedoeld als een beleefdheidsbezoek, maar in de huidige omstandigheden heeft het een heel ander karakter gekregen. De tegenstanders van het geweld slui ten zich aaneen. Nederlands neutraliteit In een correspondentie uit Londen aan de „N. Rott. Cort" schrijft men over het, in het voornemen liggende, samengaan van verschillende landen ter bescherming tegen Duitschland: dat het geenszins in de bedoeling schijnt te liggen, Nederland, Bel gië,- Zwitserland of de Scandinavische staten in dit verband te benaderen. Men neemt, wat Nederland betreft en dit geldt mutatis mutandis ook voor de andere genoemde landen de hou ding aan, dat iedereen weet, dat En geland bij een oanval op Nederland (of op 't Koninkriik overzee) niet pas sief zou kunnen blijven en dat 't derhal- halve onnodig is deze bijstandsverplich ting formeel vast te leggen, terwijl Ne- derland's neutraliteitspolitiek deelne ming aan een coalitie onmogelijk maakt zoolang het zelf nog niet wordt aangevallen. BINNENLAND DE TERUGKOMST VAN HET PRINSELIJK PAAR. Het Prinselijk echtpaar is hedenmorgen te ongeveer half tien uit Zwitserland te Soestdijk teruggekeerd. Tot den Dolder werd de reis per trein gemaakt en vandaar tot Soestdijk per auto. De Prins bestuurde de auto, waarin het prinselijk gezin en freule Feith zich be vond, zelf. In totaal bestond de stoet, welke te Soestdijk arriveerde, uit drie auto's want verschillende gasten zijn uit Zwitserland meegekomen. Van de terugkomst te Soestdijk waren slechts enkele toeschouwers getuigen. REGEERING EN LANDBOUW Antwoorden van den minister van Oeconomische Zaken De minister van Deconomische Zaken heeft aan de centrale landbouworganisa ties in antwoord op haar schriftelijk ge uite wenschen laten weten, dat met het uit de markt nemen van runderen niet zal worden voortgegaan, waarmede de C.L.O. zich hebben kunnen vereenigen, en wat betreft de varkens, de minister geen vrij heid kan vinden de prijzen van bacon var kens en zware varkens te verhoogen, maar wèl voornemens is, de in de week van 611 Maart begonnen verhoogde overneming van wekelijks 18000 bacon- varkens zoo mogelijk voort te zetten. De afneming van zware varkens is reeds op gevoerd van 4000 tot 6000 stuks per week; het ligt in de bedoeling ook daarmede voort te gaan. Uitwinteren van tarwe rekent de minis ter te behooren tot het gewone bedrijfs risico en hoewel de productiekosten on der de gegeven omstandigheden mogelijk hooger komen, kan de prijs niet afhanke lijk worden gesteld van de wisselende weersomstandigheden, welke andere ja ren een gunstiger resultaat kunnen ople veren, zoodat de minister niet bereid is tot verhooging van den richtprijs. Fabrieksaardappelen. Het areaal is vast gesteld op 26.500 ha en dit zal ook voor de toekomst als een minmum gelden, zoo dat de ontginningen ieder maal een extra- oppervlakte zullen toebedeeld krijgen en voor een uitbreiding geen termen bestaan. De radio-weerbericlitgeving. De hoofd directeur van de Bilt zal een proef van beperkten omvang nemen. Een vroegere verwachting van het weer dan door den algemeenen omroep (8.15) zal niet moge lijk zijn met het oog op de kosten, maar in de eerste mededeeling zal een bijzondere verwachting voor den landbouw worden verspreid, waarbij de nadruk zal worden gelegd op de toestanden waarbij de landbouw in het bijzonder geïnteresseerd is. Ook bij de uitzending om 11.40, die om 12.55 wordt herhaald, zal men met de be langen van den landbouw rekening hou den en wel door bijzondere, daarvoor be langrijke toestanden, die om 19 uur ingaan, in het bijzonder te accentueeren. Het weerbericht voor den algemeenen omroep van 12.15 geeft gelegenheid, voor waar schuwingen vcor bijzondere weersver schijnselen in den namiddag. Het nacht- vorstbericht van 15.45 uur in voor- en na jaar zou zoo noodig den geheelen zomer kunnen worden gehandhaafd, in den vol len zomer met de bestemming voor inci- denteele mededeelingen. Wat al gezegd is voor het weerbericht van 8.15 kaft oqk gelden voor de berichten via den alge meenen omroep van 18.30, herhaald te 20 uur, en voor het weerbericht, gegeven met de laatste nieuwsberichten van het ANP, tusschen 22 en 23 uur. De minister vraagt over dit voorstel de meening der C.L.O. en acht het niet juist, indien meer waarde wordt gehecht aan meteorologische diensten over onze grenzen, daar deze niet voor ons land gelden. Het vraagstuk van die verwachtingen op langen termijn (seizoens-verwachtingen) is in de Bilt in studie. HET VERSCHOONINGSRECHT VAN DEN JOURNALIST. De commissie van den Nederlandschen Journalistenkring brengt rapport uit. Op 8 Januari 1938 heeft het bestuur van den Nederlandschen Journalistenkring een commissie geïnstalleerd, welke, naar aan leiding van het bekende gyzelingsgeval van den Haagschen journalist Hansen, tot taak kreeg na te gaan „of het wenschelijk is, dat een wettelijk verschooningsrecht voor den journalist tot stand komt en zoo ja, hoe zulk een wettelijke bepaling zou moe ten luiden". Deze commissie, die onder voorzitter schap stond van jhr. mr. G. W. van Viers- sen Trip, vice-president van de arrondis sementsrechtbank te Rotterdam, is thans met haar conclusies gereed gekomen. In haar uitvoerig rapport bepleit de com missie eenige maatregelen, waarin zij een eersten stap ziet op den weg naar de vol ledige erkenning van een verschoonings- recht, welke volledige erkenning haars in ziens een der doeleinden moet blijven, waarnaar de georganiseerde journalistiek dient te streven, vooral door krachtige zeif ord ening. Deze maatregelen zijn: 1. De inrichting van een journalisten- raad optredend, in die gevallen, waarin het conflict voor den journalist tusschen recht (de wettelijke plicht getuigenis der waarheid af te leggen) en beroepsmoraal (de beroeps-opvatting, dat de journalist zijn „bronnen" niet mag noemen) zich voordoet. De commissie stelt voor na artikel 218 in het wetboek van strafvordering een arti kel 218bis in te lasschen van de volgende strekking: „Ingeval een getuige journalist is en hij zich als zoodanig beroept op zijn verplich ting tot geheimhouding van de verkrijgings- wijze van een door hem gepubliceerd be richt, wordt, indien de rechter hem niet aanstonds verschoont, omtrent de gerecht vaardigdheid van dit beroep het advies ingewonnen van een uit vijf leden bestaan- den journalistenraad. Bij Kon. Besluit wor den samenstelling en werkwijze van de zen raad geregeld, alsmede de termijn, bin nen welken de getuige het advies van den raad moet hebben gevraagd, nadat de rech ter 't verhoor heeft verdaagd, en dien, bin nen welken de raad het advies moet heb ben uitgebracht. Op grond van het ad vies van dezen raad kan de rechter den getuige van het geven van getuigenis ver- schoonen." De commissie zou het aanbevelenswaar dig achten, indien deze raad zou bestaan uit vier leden der bestaande nationale journalistenverenigingen en een vijfde lid, tevens voorzitter, die buiten het journalis- tenberoep staat (bij voorkeur een gewezen rechter). Enkele leden der commissie meenden, dat het advies van den journalistenraad voor den rechter bindend zou moeten zijn. 2. Afschaffing van de gijzeling bij een beroep van den journalist op het verschoo- ningsrecht. Enkele leden der commissie meenden, dat bovendien gestreefd moet worden naar de totstandkoming van een overeenkomst met de Vereeniging van Dagbladdirecteu ren, op grond waarvan de journalist zich jegens zijn directie verbindt omtrent de verkrijging van zijne berichten nimmer in lichtingen aan derden te zullen verstrekken. Een lid der commissie, de heer D. Hans, kon zich met de voorstellen der commissie, met name de instelling van een journalis tenraad, niet vereenigen. FEEST OP ROLDUC. Mgr. v. d. Venne gehuldigd. De feestelijke huldiging van Rolducs di recteur, mgr. v. d. Venne, ving aan met een algemeene Communie-mis, waarin de hon derden studeerende inwoners van het prachtige Rolduc, bakermat van veel ka tholieke cultuur in Nederland, ter Heilige Tafel naderden voor het heil van hun be stuurder. Een solemneele Mis werd opgedragen door mgr. van de Venne om half tien, bij gestaan door dr W. Jacobs als presbyter- assistens, prof. Van der Mühlen als diaken en dr P. Everts als subdiaken. Deze plech tige Hoogmis werd gezongen door Rolducs zangkoor, onder leiding van H. Zuylen. De vijf-stemmige Missa Undecima in hono- rem Sancti Henrici van Haller werd op in drukwekkende wijze uitgevoerd. De kerke lijke dienst werd besloten met het Te Deum Vóór en na de Mis werd het orgel bespeeld door P. Zeyen. Daar het feest op de eerste plaats een huiselijk karakter had, waren voornamelijk de familieleden van den Jubilaris als aan wezigen bij de plechtigheid op te merken. Om twaalf uur had het défilé plaats der leerlingen voor het bordes aan de speel plaats, alwaar de Directeur en zijn genoo- digden den stoet voorafgegaan door de Rol- ducsche Harmonie, gadesloegen. Van hier trokken studenten en gasten naar de groote moderne aula, waar de huldiging geschied de. Onder de aanwezigen merkten wij ook enkele oud-leeraren op, onder anderen mgr. Poels. Het groot-Rolducsch Orket onder leiding VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Een uitnoodiging van Engeland en Frankrijk aan Rusland tot een gezamen lijke bespreking van den Midden-Europee- schen toestand (2e blad). Belangwekkende rede van lord Halifax (2e blad). Frankrijk onmiddellijk begonnen aan de versterking van zijn militaire macht. De eerste decreten kwamen los (2e blad). De Britsch-Duitsche economische con currentie in Roemenië (2e blad). Wij geven in het bijliggende Lente nummer weer een soortgelijke prijs vraag als vorige jaren. De daaraan verbonden prijzen welke, zoo noodig, bij loting aan goede oplossers zullen worden toegewezen zijn: le prijs: FOTOTOESTEL, en verder: 6 HEERENARMBANDHORLOGES, 6 DAMESARMBANDHORLOGES, 6 VULPENHOUDERS. In de meeste advertenties staan een of meerdere letters verkeerd. Deze fou tief geplaatste letters bij elkander ge bracht in de volgorde der advertenties vormen een slagzin. De oplossingen moeten vóór 1 April bij onze administratie worden ingele verd. Op de enveloppe te vermelden: Oplossing Lentenummer" DE DIRECTIE. van den heer J. Noé opende deze zitting gevolgd door het Rolducsche koor onder het dirigentschap van den heer H. Zuylen. Een feestlied werd ten gehoore gebracht, gecomponeerd door den heer P. Zeyen op woorden van den heer J. Bohnen, beiden leeraar te Rolduc. Men bood hierna bloe men aan, terwijl een gelegenheidsvers door een der leerlingen werd voorgedragen. Het koor voerde wederom een jubelcantate uit van Zeyen op tekst van prof. Ruyten. Een voordracht van Vondels Jubeljaar des Priesterdoms en een muziekstuk wisselden voorts dit bont programma af. De voorzit ter der philosophen bracht hierna hulde aan mgr. Van de Venne. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om bijzonder bij deze feestelijkheid eenige woorden van feestbe toon te brengen aan het priesterschap, waarvan mgr. van de Venne steeds zoo'n eminent drager is geweest. Na een orkestnummer sprak een der oud ste leeraren van Rolduc, dr A. Deumens, een woord van hulde tot den directeur. Hij memoreerde hierbij hoe mgr. Van de Venne een bijzondere vruchtbare periode heeft toegevoegd aan de reeds van zijn voorgan gers en hoe hij als bouwer en uitbreider hen allen overtroffen heeft. Vooral vroeg' hij de aandacht voor de vele uitingen van ijver waarmee mgr. Van de Venne steeds bezield is geweest. Onder de vele werken, die met zijn hulp tot stand kwamen noem de hij onder andere de Sociale Studieweek. Mgr. Van de Venne antwoordde op al deze hulde op zeer bescheiden wijze en bracht zijn grooten dank aan leeraren en studenten voor de vriendelijkheden, die hij wel overdreven vond maar waarvan hij voor zich nemen zou wat hem toekwam. Hij sprak de hoop uit <iog veel te kunnen doen voor Rolduc, dat hem eeuwig dier baar is. De zitting werd besloten met het lied: Aan U, o Koning der Eeuwen. Na het diner gaf het Terwinseler Salon- orkest onder leiding van den heer J. Noé een geanimeerde uitvoering voor de stu denten. „Tijd." EEN VLIEGVELD IN DE BETUWE? Sinds eenigen tijd is opgericht de stich ting Luchthaven Eist, welke ten doel heeft de oprichting en exploitatie van een vlieg veld tusschen Nijmegen en Arnhem, on der de gemeente Eist. De stichting zal, om haar doel te kunnen bereiken, moeten kunnen beschikken over een bedrag van ongeveer 300.000 gulden. De Staten van Gelderland hebben reeds voor een bedrag van 125.000 deelgeno men in deze stichting. Gerekend wordt nu nog op bijdragen van de gemeenten Arn hem en Nijmegen ad 75.000 en van de gemeente Eist ad 30.000. B. en W. van Nijmegen stellen nu aan den Raad voor om 75.000 voor dit doel beschikbaar te stellen, mede ook in het belang der gemeente Nijmegen, welke zeer gebaat zou zijn met den aanleg van een modern vliegveld, waarop de toestellen van de K. L. M. zullen kunnen landen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1