BLOEMEN NAAR EGYPTE Het Blad Papier 3)e £eidóc\vi (Boii^ant De uitvaart van den patriarch Myron Christea te Cannes. Het stoffelijk overschot wordt uit het kerkgebouw gedragen, om naar Roemenië te worden overgebracht De onderzeeërs O 13 en O 14 zijn Vrijdag in de Amsterdamsche haven aangekomen, waar zij ligplaats namen aan den steiger van Van Es Van Ommeren aan de De Ruyterkade De bouw van de nieuwe brug over de Oude Maas te Dordrecht, welke vermoedelijk eind Juni geopend zal worden. Een kijkje op de werkzaam heden De bloemen voor de bruid en de bruidsmeisjes bij het huwelijk van Prinses Fawzia van Egypte met den Kroonprins van Iran zijn in de Aalsmeersche kassen tot bloei gebracht. Het inpakken der kostbare collectie voor de ver zending per K.L.M.-vliegtuig tl s -T— In het Sportfondsenbad te Amsterdam zijn Vrijdagavond ter gelegenheid van het zilveren jubileum der A.D.Z. inter nationale wedstrijden gehouden Boven: een vroolijk vijftal, v.l.n.r. :»Ragnhild Hveger, Nida Senff, Cor Kint, let van Feggelen en Jopie Waalberg. Onder: Ragnhild Hveger deelt autogrammen uit De winnaar van den gouden Cup bij de Engelsche nationale ruiterwedstrijden te Cheltenham neemt de laatste hinder nis in fraaien stijl FEUILLETON door W. WANIEK. (Nadruk verboden). 16) Werd die jachtpartij door den heer Meingast bijgewoond? Hofer keek Roch verwonderd aan. Lang zaam, op ieder woord den klemtoon leg gende, antwoordde hij: Neen, de heer Meingast was er niet bij. Dien avond bevond hij zich hier. Ik zelf heb met hem tot diep in den nacht aan een nieuw ontwerp gewerkt. Na deze woorden trad een pijnlijk stil zwijgen in, waaraan de heer Moonly na ver loop van een paar minuten door het ver tellen van een pikante anecdote een eind maakte. Toen Hofer een weinig later in den loop van 't gesprek vernam, dat Roch te Wee- nen thuis behoorde, vertelde hij met vol doening, dat ook hij uit de schoone Donau- stad afkomstig was, en dat hij waarschijn lijk spoedig naar zijn geboorteplaats zou terugkeeren, omdat hij ten gevolge van Per cy's overlijden zijn betrekking niet meer met lust en de noodige opgewektheid kon waarnemen. De tijd vervloog in levendige gesprek ken over de dierbare „Heimat", totdat ein delijk al de andere gasten waren heenge gaan en Kenton opmerkte, dat de zaken nu weer hun beurt moesten krijgen. Vóór het restaurant nam Moonly, die in de nabijheid woonde, afscheid. Hofer ver gezelde Roch en Kenton tot aan het veer. 't Was reeds laat, en men zag weinig men- schen in de straten. Een beschonken ke rel kwam hen op eenige schreden afstand nagestrompeld. Zij bleven staan en lieten hem vooruitgaan. De man droeg lompen; hij had een verwilderden rossen baard en listige oogen. Zwegend zetten zij toen him weg voort. Toen ze bijna het veer hadden bereikt, zei Roch: De geschiedenis met den jongen Per cy wil mij niet uit 't hoofd. Ik kan mij niet losmaken van de gedachte, dat zijn dood verband houdt met zonderlinge dingen. Er was een misdaad in het spel, daar ben ik van overtuigd, verklaade Hofer. Gelooft u dat waarlijk? vroeg Roch, die blijkbaar ontstelde. Ja, ik geloof het vast. In ieder geval een zeer geheimzinnige zaak gaf Kenton als zijn meening te ken nen. Zij waren aangekomen bij de overzet boot, die juist ging vertrekken. Kenton nam afscheid van Hofer en spoedde zich naar de boot. Roch drukte zijn langenoot vriendschappelijk de hand en zei toen snel en fluisterend: 't Is dringend noodig, dat ik een on derhoud met u heb. Wilt u mij morgen avond tegen acht uur een bezoek brengen in 't Hotel Astoria? Ik zal komen. Nog een handruk. Roch sprong op de boot, die zich reeds langzaam in beweging zette. In gedachten verzonken staarde Hofer het plompe vaartuig na, dat de zwarte gol ven van den Hudson kliefde in de richting van New York's lichtzee. IX. Den volgenden avond zaten Roch, Ken- ton en Hofer gezellig bijeen in Roch's rui me en weelderig ingerichte hotelkamer. Hofer's open gelaat, zijn eenvoudige ma nieren en zijn oprecht verdriet over Percy Green's plotselingen dood hadden diepen indruk gemaakt op Roch en hem tot het be sluit gebracht, Hofer in vertrouwen te ne men. De schrandere, energieke ingenieur, die ongetwijfeld goed op de hoogte was van de familieomstandigheden der Green's, zou voor hem een kostbaar bondgenoot kun nen worden, althans zekere belangrijke in lichtingen kunnen geven. Waarde heer ingenieur, zoo begon Roch, ik zou u gaarne eenige inlichtingen vragen, als u mij wilt beloven, alles strikt geheim te zullen houden. Hofer keek verwonderd op en antwoord de glimlachend: Die belofte kan ik u doen. Maar of u mij bereid zult vinden, op uw vragen te antwoorden, dat is natuurlijk iets anders. Dat spreekt vanzelf, 't Ligt geenszins in mijn bedoeling, u te verleiden tot een in discretie, die u niet zoudt kunnen verant woorden. Om u onmiddellijk een kijk op de zaak te geven, zal ik u, vertrouwend op uw stilzwijgen eerlijk bekenne, dat ik met op zet kennis met u heb gemaakt. Met welk doel? vroeg Hofer op scher pen, bijna vijandelijken toon. U is reeds vele jaren bij de firma Green in dienst. Geef u geen moeite, riep Hofer, ter wijl hij opstond. U zult van mij niets te we ten komen. Ik heb u weliswaad gister avond in vertrouwen "gezegd, dat ik geen pleizier meer vind in mijn betrekking en dat ik ze wil neerleggen, maar dat geeft u geen recht om van mij te veronderstellen, dat ik een schurk ben, in staat om vakge heimen te verraden! Wees gerust, mijn waarde heer, uw vakgeheimen interesseeren mij niet in het minst. Er is van mijn kant geen concur rentie te vreezen: ik ben detective. Detective?! Ja, detective, en ik ben van Weenen naar New York gekomen om een misdaad te verhinderen Een misdaad, die de familie Green be treft? Ja, en die, naar mijn overtuiging, in zekere mate verband houdt met 't schelm stuk, lat in de Adirondack Mountains is ge pleegd. Hofer was bleek geworden. Belooft u mij, te zullen zwijgen, dan zal ik u alles breedvoerig vertellen. U kunt er staat op maken, zei Hofer. En hij stak den detective de hand toe. Ik vetrouw u ten volle. En steek nu een versche sigaar aan en laat mij uw glas nog eens vullen. Al rookend kan men be ter luisteren. Roch vertelde hem in alle bijzonderhe den de ontdekking van het blaadje papier en de gebeurtenissen, die er op gevolgd wa ren. Ook verborg hij in geen deele de rede nen van zijn vermoedens tegen Meingast. Hofer luisterde, zonder Roch ook maar één keer te onderbreken, naar diens dui delijk verslag en bleef toen in diep gepeins verzonken. Eindelijk schudde hij 't hoofd en zei langzaam: Ik kan het niet gelooven; 't zou te ver schrikkelijk zijn! 's Is voorloopig ook maar een vermoe den, maar u zult moeten toegeven, dat er ernstige redenen tot verdenking bestaan. Dat is zoo, maar.... In ieder geval schijnt de heer Mein gast wel de eenige te zijn, die groot belang kan hebben bij den dood van den jongen Green en bij de verdwijning van Maud Kandrun. Meingast is de eenige erfgenaam van den ouden Green, zei Hofer nauwelijks ver staanbaar. Dat had ik wel gedachtMaar ik zou gaarne volkomen klaarheid hebben in deze zaak. Mag ik u verzoeken, mij eenigs- zins op de hoogte te brengen van de fami liebetrekkingen der Green's? Daartoe heb ik niet veel tijd noodig... William Green, de stichter van de firma, liet bij zijn dood drie kinderen na. Het oudste daarvan was zijn eenige zoon John, de tegenwoordige firmant; dan volgde zijn dochter Fanny, die met een zeer gunstig bekend advocaat Richard Meingast, was ge trouwd. Haar broer John,-die bijna twintig jaar ouder was dan zij, omringde zijn zus ter met vaderlijke zorgen en gaf haar voortdurend blijken van de innigste liefde. Toen kwamen er plotseling moeilijke tij den voor de firma. Eenige bankroeten, mis lukte speculaties en nieuwe concurrenten, die met groot kapitaal werkten, dreigden de onderneming van Green met volslagen ondergang en men vreesde reeds, dat zij spoedig haar betalingen zou staken. Toen kwam er plotseling redding uit die zware moeilijkheden. De voornaamste aandeel houder van de grootste concurreerende fir ma had Edith leeren kennen, werd verliefd op de jonge dame en vroeg haar hand. John Green, die in dit huwelijk het eenige mid del zag om uit zijn benarden toestand te ge raken, wendde al zijn invloed aaA om zijn zuster over te halen, het aanzoek in te willigen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9