Maandenlang speurwerk eindelijk met succes bekroond Over de wandaden der Haagsche „Peperstrooiers" en hoe zij in den val liepen WEEK-END. LIED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 11 MAART 1939 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 11 GEMENGDE BERICHTEN KIND BU AANRIJDING GEDOOD. Gistermiddag om vijf uur is op den pro vincialen weg nabij den watermolen van den polder Roosendaal in Boven Haastrecht het driejarig dochtertje van den koopman W. Visser door een autobus aangereden en vrijwel op slag gedood. LEEG BENZINEVAT SLOEG UIT ELKAAR Smidsknecht op slag dood. In het rustige visschersdorpje Spaken burg is gisteren een vreeselijk ongeval ge beurd waarbij de knecht van den smid Dekkers, de 19-jarige A. Duyst, is gedood. Hij moest den bodem uit een beninevat verwijderen en gebruikte daarbij een laschapparaat. Hoewel het vat ledig was, bleken er nog dampen in aanwezig te zijn, waardoor een ontploffing plaats had. Duyst stond boven het vat te werken en kreeg dus de brokstukken midden in het gelaat, waar een zoo diepe wonde ont stond, dat de jongeman op slag dood was. Het hoofd was vreeselijk verminkt. De heer Dekkers, die in de nabijheid stond toe te zien, sloeg door de kracht van de ontploffing tegen den grond en was niet in staat op te staan. Er waren zeer spoedig twee genees- heeren op de plaats van het ongeval aan wezig, n.l. de doktoren Treffers en Fel- derhof. Bij den knecht constateerden zij den dood, terwijl Dekkers spoedig naar zijn woning vervoerd kon worden. Het ge- heele dorpje is onder den indruk van het ongeval, vooral ook omdat het slachtoffer gunstig bekend stond. Het stoffelijk over schot is naar de ouderlijke woning ver voerd. „Tel.' BRANDGEVAAR VOOR LOGGERS IN DE HAVEN VAN SCHEVENINGEN. Baldadigheid van een aantal jongens heeft gisteren in den vooravond ernstig ge vaar gebracht voor eenige loggers, welke gemeerd i_gen in de tweede binnenhaven te Scheveningen. Om ongeveer half zes staken een paar jongens bossen stroo aan, welke in de haven ronddreven. Op het water lagen eVenwel olievlekken, welke onmiddellijk vlamvat ten en het vuur mededeelden aan ronddrij vend wrakhout. De brand ontstond tusschen de Sch 120 en de Sch 101, welke toebehoo- ren aan de reederij A. v. d. Zwan te Sche- veningerj. De schepen werden aan de boor den geblakerd, doch voordat het brandge vaar ernstiger werd slaagde de motorspuit van het bureau aan de Gevers Deynootweg ern het vuur te blusschen. EEN BRUTALE INBRAAK. Voor ongeveer duizend gulden aan bont gestolen. Op buitengewoon brutale wijze hebben inbrekers te Amsterdam gisternacht hun slag geslagen in een bontwinkel in de Kin kerstraat. Naast dezen winkel is een café gelegen. Hier wisten zij via het belendende perceel binnen te komen door enkele vloer luiken open te breken. Via het café bereik ten de inbrekers de binnenplaats van den bontwinkel en door het verbreken van een ruit wisten zij hun doel te bereiken. Met medeneming van 21 zilvervossen en een blauwvos verlieten zij langs denzelfden weg de panden. De waarde van den buit is ongeveer duizend gulden. Ieder spoor van de daders ontbreekt tot dusverre. ETALAGE VAN JUWELIERSZAAK GEPLUNDERD. Gisterochtend ontdekte de eigenaar van een ju weiiers win kei in de Haarlemmer straat te Amsterdam, dat uit de etalage een aantal waardevolle polshorloges was gesto len. De dader had aan den zijkant, een glas in lood ruitje vernield, met een ijzerdraad het kleedje waarop de horles lagen naar voren gehaald tot hij er via het gat met de hand bij kon komen en zoo de buit naar buiten gehaald. DEENSCHE JUWEELENDIEF TE ROTTERDAM AANGEHOUDEN. Eenige dagen geleden is door de politie te Rotterdam aangehouden een Deen, wiens houding aanleiding gaf tot vermoedens, dat hij betrokken zou zijn bij een belang rijken juweelendiefstal, gepleegd te Kopen hagen. De man woonde reeds eenige weken te Rotterdam en heeft in dien tijd in verschil lende pensions en hotels gewoond. Het op vallende was, dat hij in verschillende kleine bars, o.a. op den Stationsweg en op den Diergaardesingel» veelvuldig verscheen en er juweelen toonde, zooals edelsteenen, broches en armbanden. Aan verschillende menschen heeft hij deze armbanden, die hij om de armen droeg, ook getoond en gaf hij te kennen, dat hij ze graag kwijt wilde. Hij maakte overal verteringen en heeft in een bar aan déh Diergaardesingel een maal een gesprek met Kopenhagen gevoerd, van 21.met zijn verloofde, zooals hij zei. In een hotel, waar hij vertoefde, kwam hij slechts om zijn kamer te betalen en bleef des nachts altijd weg. Den volgenden morgen verscheen hij weer, betaalde en verdween weer. Dit optreden heeft tot na denken gestemd en de hotelier meende ten slotte het beste te doen met de politie van zijn vreemden gast op de hoogte te stellen Bij eenige bekende firma's heeft hij o.a. kleeren gekocht. Een Deensche inspecteur van politie is in verband met het onderzoek het betreft hier een diefstal sieraden ter waarde van eenige duizenden guldens naar Rotterdam gekomen. KLEINE MISSTAP WERD NOODLOTTIG. Een reeks misdaden zooals zelden is voorgekomen. Eooals reeds gemeld is dank zij het prach tige en volhardende speurderswerk van den Justitieelen dienst der Haagsche politie, aan een reeds misdrijven, die in heel Neder land opzien baarden, een einde gemaakt. De juweliers, die eiken avond naar bed gingen, vreezend, dat zij den volgenden dag niets meer in hun winkel zouden vinden, kunnen weer gerust gaan slapen. Veilig opgeborgen achter grendels, zitten thans op het hoofd bureau de „Peperstrooiers", de brutale en oijna geniale inbrekers, die maandenlang de residentie tot het terrein van hun mis drijf maakten en wie geen karwei te las tig was. Een van de arrestanten had een groot deel van den buit bij zich, voor 20.000 aan goud, juweelen en platina, be nevens vijf staven goud. Zijn vriendjes zijn eveneens in bewaring gesteld. De politie zet het onderzoek voort, doch het is wel haast zeker, dat de gevaarlijkste heeren bij de arrestanten zijn. Bij het verhoor zal spoedig voldoende aan het daglicht komen. Het zal interessant zijn, te vernemen op welke wijze dit meesterlijke complot op even meesterlijke wijze door de Haagsche politie schaakmat is gezet. Serie misdaden. Ontleend aan de „Vooruit" geven wij hier een overzicht van de serie misdaden, die de „Peperstrooiers" in den loop van enkele maanden berucht hebben gemaakt. Het is ongetwijfeld een complot geweest, zooals er maar eens in de tien jaar in een land wordt georganiseerd en de wijze, waarop de heeren werkten, tartte alle fantasieën. Zulke brutale roovers treft men gewoon lijk alleen aan in detectiéve-verhalen en soms in een Amerikaansche film. Wü vermelden hier alleen de zaken, die overal opzien hebben gebaard: in de eerste plaats de inbraak bij een Haagsch advocaat, waarbij voor 5000 aan juweelen werden buiten gemaakt. Dat geschiedde op 23 No vember van het vorige jaar. Slechts enkele dagen later in den nacht van 25 op 26 November werd een bezoek gebracht bij de firma Van Wijk, waar voor ongeveer 12.000 werd weggehaald. De voorkant van deze oude, bekende zaak was met rolluiken afgeschermd; doch dit hebben de „Peper- strooiers" als een hulpmiddel bij het werk waargenomen. Zij zijn naar alle waarschijn lijkheid over een van de schuttingen ge klommen in een zijstraatje, kwamen zoo op de daken en hebben zich tenslotte laten af zakken op het plat, achter de juwelierszaak aan de Lange Poten. Door een lichtraam, voor welke klauterpartij zij een toevallig aanwezigen ladder gebruikten, zijn zij in den horlogewinkel terecht gekomen en daar konden zij, achter de rolluiken op hun gemak werken. Zooals opgemerkt, bedroeg de opbrengst van deze kraak ongeveer 12.000. Een week later, in den nacht van 1 op 2 December, volgde een derde inbraak, die echter een geduchte tegenvaller werd voor de daders. Ditmaal werd de N.V. Juwe- liersbedrijf Simons op het Plein 9a met een bezoek „vereerd". Zij kwamen er door een brandgang en verschaften zich toegang tot de werkplaatsen. Tusschen den winkel en dit atelier was echter een gepantserde deur en hoeveel moeite de Peperstrooiers ook gedaan hebben om dit beletsel uit den weg te ruimen, zij slaagden niet en moesten genoegen nemen met een aantal gouden armbanden, die in de werkplaats op repara tie wachtten. De groote slag De grootste slag van alle werd echter ge slagen by „Het Gouden Molentje" aan het Spui. Het was het moeilijkste karwei, maar het bracht ook het meeste op, namelijk on geveer 50.000.Deze inbraak gebeurde in den nacht van 25 op 26 Januari en ver breidde een grooten schrik onder de Haag sche juweliers, omdat de eigenaar van de zaak, de heer Merkle, van te voren alle maatregelen had genomen, die logischerwijs genomen kunnen worden. Kort voordat de inbraak geschiedde, had hy namelijk nog een politieman laten komen, vragende of hy nog zwakke plekken in zijn zaak kon ontdekken. Het huis zag er uit als „Sing Sing". Ieder raam was onder tralies bedol ven. Op aanraden van den politieman wer den nog eenige verzekeringen aangebracht en is onder meer een klein raampje, dat al van tralies was voorzien, extra beveiligd door een zeer gecompliceerd hangslot. Toch kwamen de „Peperstrooiers" er in. Zij klommen met ladders op de daken, ver richtten halsbrekende toeren in de dak goten van de zeer ongelijk gebouwde, oude huizen en kwamen tenslotte voor het versch getraliede venster. Hoe zij het voor elkaar kregen misschien zal een van de peperstrooiers het eens in zijn memoires opschrijven is een raadsel, doch zij open den het slot en klommen door het nauwe poortje binnen. Wat een juweelendief in zijn zoetste droomen kan genieten, lag bij „Het Go .''en Molentje" voor het grijpen. Gouden banden, met brillanten, ringen fon kelend van juweelen, gouden avondtas- schen, alles met de prijsjes van f 3500. 3000.— en f 2500.— er bij, konden zij zoo in de zakken steken. Des morgens merkte de firmant wat er gebeurd was. Het leek ongelooflijk, maar het was waar. De winkel was zoo goed als leeg. Alleen een hoeveel heid zilveren voorwerpen bleef achter. Wat ook achterbleef was het kenteeken van deze inbrekers, een groote hoeveelheid grijze poeder: peper, dat zij na iedere in- inbraak rondstrooiden, om zoodoende even- tueele sporen voor politiehonden, onruik- baar te maken. Wij vermelden niet.het ingooien in den nacht van den 16en Januari van een vitrine by de firma Van Willigen in de Spuistraat, waar vijf horloges tot een waarde van on geveer 130 werden gestolen. Waarschijn lijk heeft de bende, die groot werk gewend is, daaraan geen debet gehad. Nog eens j 10.000. In den nacht van 3 op 4 Februari volgde weer een groote kraak. Ditmaal werd de juwelier Kan in de Spuistraat het kind van de rekening. Voor f 10.000 aan goud en ju weelen werden weggehaald. De inbrekers gingen ditmaal niet naar binnen, doch ver braken een van de horren voor de etalage. De Spuistraat is een van de drukste stra ten uit het Haagsche centrum, doch nie mand heeft gemerkt, dat het hor van de etalage was weggehaald en opzij voor de pui gezet. Hiermee was de reeks inbraken ten ein de. Vermoedelijk hebben de „Peperstrooi ers" wel lont geroken en gemerkt, hoever de politie ging met haar onderzoek. Of schoon het publiek meende, dat deze in brekers-van-groot-formaat nooit door de Haagsche politie achterhaald zouden wor den, blijken de heeren zelf toch niet zoo heel zeker van hun succes te zijn geweest, want na de inbraak bij Kan gingen ze op hun lauweren rusten en probeerden de aan dacht van de politie van zich af te wenden. Internationaal werk. Hun groote zorg was het nu, de gestolen waar van de hand te doen, waarvoor inter nationale onderhandelingen werden ge voerd. Deze zware jongens wisten natuur lijk deksels goed, dat zij niet behoefden te prob'eeren de spullen bij een anderen Hol- landschen afnemer te plaatsen, omdat hun dit noodlottig zou worden. Vandaar de po gingen om vreemdelingen in de zaak te be trekken. Een van die relaties, is hun nood lot geworden. De Engelschman die half Januari naar Den Haag kwam om de zaken de bestudee- ren, is de oorzaak geworden van hun ver derf. Scotland Yard waarschuwde de Haag sche politie voor dit individu en aangezien in die dagen niets over het hoofd werd ge zien, volgde men de gangen van dezen En- gelschen mijnheer, hoewel die in een chic hotel woonde, op den voet. Een omzichtig gevoerd kort onderhoud tusschen dezen mijnheer en twee beruchte Haagsche in brekers, was voldoende voor de Haagsche recherche om de twee heeren in de gaten te houden. Week na week werd dit tweetal gescha duwd. Nachten kwamen inspecteur Struick en recherceur Ophuysen niet op bed als zij de gangen van deze twee en hun vrienden nagingen. Toen de politie anderhalve maand bezig was (een tijd waarin sommige kran ten een krenkende campagne tegen de Haagsche politie ondernamen) bewezen zij hun onverzettelijke energie, door ondanks alles door te gaan en als terriers, maar véél voorzichtiger, volgden zij de twee kerels, in de vaste overtuiging, dat dezen vandaag of morgen een kleine misstap zouden begaan. Een misstap En gistermorgen kwam die misstap. Hoe de politie er achter gekomen is, dat de man die door de Parkstraat fietste een groot deel van den buit bij zich had, mogen wy niet verklappen. Er zijn altijd dingen die verzwegen moeten worden, maar het was natuurlijk géén toeval, dat rechercheur Op huysen en inspecteur Struick, die met een pet en een roode das vermomd was, óók in de Parkstraat waren en vergezeld nog wel van een serie rechercheurs, terwijl bij het knallen van de schoten uit alle hoeken en gaten politieagenten in uniform te voor schijn snelden. Het was voor de politie het succesvolle happy ending van een ontzag gelijk en moeilijk stuk werk; de arrestatie van een der „Peperstrooiers". Toen men voor f 20.000 aan sieraden op hem gevonden had, was het niet moeilijk nummer twee en nummer drie en nog ver schillende andere vriendjes te arresteeren. Daarvoor was de politie den heelen mor gen, in speciaal daartoe gehuurde automo bielen, onderweg, hier en daar een verdacht mannetje van zijn huis halende, of uit een café opduikende. Zeven beruchte typen gegrepen. In totaal zijn thans, naar de „Tel." nader nog meldt, een zevental inbrekers en helers, allen debet aan de groote inbraken van den laatsten t jd in Den Haag, op het hoofd- guldens sparen! TGaa! van zèlF, mei- gróót gemak! Trouw de zegeltjes bewaren! Koop 't Persil-producl en plak! r Cl. D bureau van politie aan het Alexanderveld achter slot en grendel gezet. Bij de huiszoekingen heeft men nog op tal van gestolen kostbaarheden de, hand weten te leggen, w.o. een groote partij zilver, welke destijds aan dc Statenlaan is gesto len. De juwelier, de heer Merkle van het Spui, bij wien voor een bedrag van circa 50.000 is gestolen tijdens de bekende in braak, is aan het hoofdbureau van politie geweest om de in beslag genomen juweelen en andere kostbaarheden te bekijken, ten einde na te gaan, wat er uit zijn zaak bij is. De heer Merkle herkende direct zeven platina armbandhorloges met juweelen als uit zijn zaak afkomstig. De groote hoeveel heid brillanten, welke hem werden getoond, leverde grooter moeilijkheden voor herken ning. Immers alles is uitgebroken uit het platina, goud en zilver, waarin zij waren gevat en dit maakt het voor de juweliers zeer moeilijk om hun eigendom te herken nen. Eveneens was het voor den heer Merkle niet doenlijk om het goud te identificeeren! De vier kilo goud, welke op den gearres teerden inbreker is gevonden, is afkomstig van gesmolten gouden kasten van horloges, van gouden ringen en andere gouden voor werpen. Het is niet meer na te gaan waar toe het gevonden goud behoord. Wel is nu reeds komen vast te staan, dat bij de ge vonden sieraden niet alleen vele gestolen kostbaarheden van den juwelier Merkle zyn, maar ook van andere Haagsche juwe liers en particulieren, waarbij de laatste maanden is ingebroken. Dit bewijst dat de Haagsche politie met deze arrestatie, uit gevoerd onder de z.g. zware jongens der Haagsche onderwereld, de oplossing heeft gebracht van de serie inbraken van den laatsten tijd. Verschillende der arrestanten hebben reeds jaren gevangenisstraf opgeknapt we gens inbraak. De arrestatie van zoovele be ruchte inbrekers is zoowel door de Haag sche juweliers als door de assuradeurs, die de groote schade hadden te betalen, met vreugde vernomen. Reeds nu hébben de assuradeurs bespre kingen gehouden met de besloten juweliers, om de gestolen waar terug te koopen. Zoozeer was de schrik er in gebracht by de Haagsche juweliers, dat er waren die met de revolver onder hun hoofdkussen sliepen. Nog onlangs beleefde de heer Merk le een benauwd avontuur, toen hy midden in den nacht door zijn vrouw werd wakker gemaakt met de mededeeling, dat er on raad boven op het dak was. De heer Merkle vermoedde, dat opnieuw inbrekers een be zoek aan zijn zaak wilden brengen en hij ging naar boven, waarbij hij een paar revolverschoten door het dak loste. Tot zyn niet geringe verrassing bleek, dat een aan tal Haagsche politiemahnen op het dak za ten, die eveneens gemerkt hadden, dat in brekers weer een nieuwe poging wilden wagen, althans zij meenden ook onraad op het dak bemerkt te hebben en waren daarop naar boven geklauterd. MAART. Hebt u er al even een oogenblik btf stil gestaan: dat het al weer Maart is? Dat wij al weer negen mooie dagen krygen? Dat het allemaal zoo gauw gaat? Die negen mooie dagen krijgen wij na tuurlijk. Wij zijn heelemaal van binnen allemaal lieve, kleine kindertjes, die te gen beter weten in gelooven aan alle mooie beloften en voorspellingen, alléén maar omdat ze mooi zijn. Zoo gelooven wij aan onze negen mooie Maarsche dagen, dwars tegen de Maartsche buien in, omdat wij dan groene bladeren aan de boomen kunnen fantaseeren en gouden zonnestra len op onze vensters. Dat is de mooiste ka raktertrek in iederen mensch. Uitgezonderd dan die zuurpruimen, die zeggen, dat de zomer de voorbereiding is tot den winter. Precies zooals mijn Germaansche en Wo- dansche vriend Göring leert, dat vredestyd zwakheid is, dat voor een sterk geslacht oorlog de normale toestand is en dat wat wij verweekelijkten van alle andere rassen vredestyd noemen niets anders is dan een voorbereiding voor den oorlog. Ik zie mij dus gedwongen mijn vriend Her mann met maarschalkstaf en buik en al bij de zuurpruimen in te deelen. Ik keer dus terug tot Maart. En ik vree®, dat u er niet eens aan gedacht hebt, dat het *al weer Maart is. En als u nu naar aanleiding van mijn diepzinnige woorden daar even bij stilstaat, dan moet u niet zeggen, zooals ik, dat het toch maar gauw gaat en „waar blyft die tijd toch", want laten wij eer lijk zijn, dat is maar heel erge ouwe-man- ne-praat-op-een-bankie-in-de-zon. En nog veel minder moet u zeggen: Hoe bestaat het? Want dat zegt men tegenwoordig bij al les, wat dehm!.... menschelijke geest aan het denken brengt. En dan denkt hij: Hoe bestaat het? Maar een feit is, dat ik bij mij zelf heb overwogen, dat de seizoenen voortijlen en wegsnellen, dat wij de heele wintersche kou en vijftien graden vorst al weer verge ten zijn en al een oogje wagen aan een dun ner jasje en een knipoogje aan een flanel len broek. Dat wat des winters is, ben ik allemaal al weer vergeten en terwijl ik mij zelf daarover verbaas ik voelde mij bij die strenge kou toch hevig verongelijkt en be dreigd alsof mijn leven op 't spel stond weet ik deze verbazing niet anders uit te drukken dan met de krachtige woorden: Hoe bestaat het!!! Ook daarover verbaas ik mij Ben ik dan zulk een kuddedier, dat ik met de collec tieve verbazing der goegemeente moet meehollen? Ik die altijd gedacht heb, eige naar te zijn van een onafhankelijke, zelf oordeelende, welbewuste, menschelijke geest. Dat schijnt dan toch niet zoo te zijn. Hoe bestaat het!!! Maar in ieder geval is het Maart. Het zonnetje begint al weer zoo leuk te schijnen midden tusschen twee venijnige regenbuitjes. Het is als een openbaring, dat de winter voorbij is. Zoo gauw, zoo ineens! Hoe bestaat het!!! Wij stappen van den eenen dag ln den andere, rustig en zonder nadenken. Het is een borstrok of een kammizooitje minder koud. Goed! Wij realiseeren het ons niet. En opeens zien wy, dat er een zon be staat. Warmte en goud en vreugde. En wij wisten het niet. Negen mooie dagen! Hoe bestaat hetlü DANIEL. Op *n drogen weg moet uw auto bij 40 km per uur binnen 16 meter kunnen stoppen. Maar bij 80 km per uur is die remweg niet 32, maar 64 meter! NIEUWE GEMEENSCHAP. Morgen wacht er wéér een speldje In een grage meisjeshand, Morgen is er wéér een aanval Op uw hart en uw verstand. Morgen is er wéér de boodschap, Dat er in den zonneschijn Van wat Maartsche blijde dagen Arme zonneloozen zyn. Morgen wil er wéér een duppie Of een kwartje? Geeft het maar! Van uw vest of achterbroekzak Naar een and'ren eigenaar. Streef dat dubbeltje niet tegen. Laat dat kwartje rustig gaan, 't Zal uw hart gezonder maken. Want daar zit een speldje aan. En dit speldje geeft een prikje In uw zeer gevoelig hart. Dat meevoelt met and're vreugden Dat meelijdt met and're smart. Slechts één letter is dat speldje In een vreugdevol verhaal, Dat een arme straks verteld wordt; 'n Stukje van een zonnestraal. Herbewapent u, zooals u Reeds zoo dikwijls is gevraagd, Herbewapent u, de mensch is Reeds zoo droef en diep verlaagd. Herbewapent u met wapens, En bewapening kost geld; Geen kanonnen, geen geweren, En geen bommen, maar een speld! Naar een andere Gemeenschap, Naar een nieuwe, streeft men nu; Morgenochtend aan de kerkdeur Is de nieuwe daad aan u. In de prachtigste Gemeenschap Zullen zelfs nog armen zijn, Laten wij in die Gemeenschap Zorgen voor wa* zonneschijn. TROUBADOUR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 11