Maandenlang speurwerk
eindelijk met succes
bekroond
Over de wandaden der Haagsche
„Peperstrooiers" en hoe zij
in den val liepen
WEEK-END.
LIED VAN DEZEN TIJD
ZATERDAG 11 MAART 1939
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 11
GEMENGDE BERICHTEN
KIND BU AANRIJDING GEDOOD.
Gistermiddag om vijf uur is op den pro
vincialen weg nabij den watermolen van
den polder Roosendaal in Boven Haastrecht
het driejarig dochtertje van den koopman
W. Visser door een autobus aangereden en
vrijwel op slag gedood.
LEEG BENZINEVAT SLOEG UIT
ELKAAR
Smidsknecht op slag dood.
In het rustige visschersdorpje Spaken
burg is gisteren een vreeselijk ongeval ge
beurd waarbij de knecht van den smid
Dekkers, de 19-jarige A. Duyst, is gedood.
Hij moest den bodem uit een beninevat
verwijderen en gebruikte daarbij een
laschapparaat. Hoewel het vat ledig was,
bleken er nog dampen in aanwezig te zijn,
waardoor een ontploffing plaats had.
Duyst stond boven het vat te werken
en kreeg dus de brokstukken midden in
het gelaat, waar een zoo diepe wonde ont
stond, dat de jongeman op slag dood was.
Het hoofd was vreeselijk verminkt. De
heer Dekkers, die in de nabijheid stond
toe te zien, sloeg door de kracht van de
ontploffing tegen den grond en was niet
in staat op te staan.
Er waren zeer spoedig twee genees-
heeren op de plaats van het ongeval aan
wezig, n.l. de doktoren Treffers en Fel-
derhof. Bij den knecht constateerden zij
den dood, terwijl Dekkers spoedig naar zijn
woning vervoerd kon worden. Het ge-
heele dorpje is onder den indruk van het
ongeval, vooral ook omdat het slachtoffer
gunstig bekend stond. Het stoffelijk over
schot is naar de ouderlijke woning ver
voerd. „Tel.'
BRANDGEVAAR VOOR LOGGERS IN DE
HAVEN VAN SCHEVENINGEN.
Baldadigheid van een aantal jongens
heeft gisteren in den vooravond ernstig ge
vaar gebracht voor eenige loggers, welke
gemeerd i_gen in de tweede binnenhaven
te Scheveningen.
Om ongeveer half zes staken een paar
jongens bossen stroo aan, welke in de haven
ronddreven. Op het water lagen eVenwel
olievlekken, welke onmiddellijk vlamvat
ten en het vuur mededeelden aan ronddrij
vend wrakhout. De brand ontstond tusschen
de Sch 120 en de Sch 101, welke toebehoo-
ren aan de reederij A. v. d. Zwan te Sche-
veningerj. De schepen werden aan de boor
den geblakerd, doch voordat het brandge
vaar ernstiger werd slaagde de motorspuit
van het bureau aan de Gevers Deynootweg
ern het vuur te blusschen.
EEN BRUTALE INBRAAK.
Voor ongeveer duizend gulden aan bont
gestolen.
Op buitengewoon brutale wijze hebben
inbrekers te Amsterdam gisternacht hun
slag geslagen in een bontwinkel in de Kin
kerstraat. Naast dezen winkel is een café
gelegen. Hier wisten zij via het belendende
perceel binnen te komen door enkele vloer
luiken open te breken. Via het café bereik
ten de inbrekers de binnenplaats van den
bontwinkel en door het verbreken van een
ruit wisten zij hun doel te bereiken. Met
medeneming van 21 zilvervossen en een
blauwvos verlieten zij langs denzelfden
weg de panden. De waarde van den buit is
ongeveer duizend gulden. Ieder spoor van
de daders ontbreekt tot dusverre.
ETALAGE VAN JUWELIERSZAAK
GEPLUNDERD.
Gisterochtend ontdekte de eigenaar van
een ju weiiers win kei in de Haarlemmer
straat te Amsterdam, dat uit de etalage een
aantal waardevolle polshorloges was gesto
len.
De dader had aan den zijkant, een glas in
lood ruitje vernield, met een ijzerdraad het
kleedje waarop de horles lagen naar voren
gehaald tot hij er via het gat met de hand
bij kon komen en zoo de buit naar buiten
gehaald.
DEENSCHE JUWEELENDIEF TE
ROTTERDAM AANGEHOUDEN.
Eenige dagen geleden is door de politie
te Rotterdam aangehouden een Deen, wiens
houding aanleiding gaf tot vermoedens,
dat hij betrokken zou zijn bij een belang
rijken juweelendiefstal, gepleegd te Kopen
hagen.
De man woonde reeds eenige weken te
Rotterdam en heeft in dien tijd in verschil
lende pensions en hotels gewoond. Het op
vallende was, dat hij in verschillende kleine
bars, o.a. op den Stationsweg en op den
Diergaardesingel» veelvuldig verscheen en
er juweelen toonde, zooals edelsteenen,
broches en armbanden. Aan verschillende
menschen heeft hij deze armbanden, die hij
om de armen droeg, ook getoond en gaf hij
te kennen, dat hij ze graag kwijt wilde.
Hij maakte overal verteringen en heeft
in een bar aan déh Diergaardesingel een
maal een gesprek met Kopenhagen gevoerd,
van 21.met zijn verloofde, zooals hij zei.
In een hotel, waar hij vertoefde, kwam
hij slechts om zijn kamer te betalen en
bleef des nachts altijd weg. Den volgenden
morgen verscheen hij weer, betaalde en
verdween weer. Dit optreden heeft tot na
denken gestemd en de hotelier meende ten
slotte het beste te doen met de politie van
zijn vreemden gast op de hoogte te stellen
Bij eenige bekende firma's heeft hij o.a.
kleeren gekocht. Een Deensche inspecteur
van politie is in verband met het onderzoek
het betreft hier een diefstal sieraden ter
waarde van eenige duizenden guldens
naar Rotterdam gekomen.
KLEINE MISSTAP WERD NOODLOTTIG.
Een reeks misdaden zooals zelden is
voorgekomen.
Eooals reeds gemeld is dank zij het prach
tige en volhardende speurderswerk van den
Justitieelen dienst der Haagsche politie, aan
een reeds misdrijven, die in heel Neder
land opzien baarden, een einde gemaakt. De
juweliers, die eiken avond naar bed gingen,
vreezend, dat zij den volgenden dag niets
meer in hun winkel zouden vinden, kunnen
weer gerust gaan slapen. Veilig opgeborgen
achter grendels, zitten thans op het hoofd
bureau de „Peperstrooiers", de brutale en
oijna geniale inbrekers, die maandenlang
de residentie tot het terrein van hun mis
drijf maakten en wie geen karwei te las
tig was. Een van de arrestanten had een
groot deel van den buit bij zich, voor
20.000 aan goud, juweelen en platina, be
nevens vijf staven goud. Zijn vriendjes zijn
eveneens in bewaring gesteld. De politie
zet het onderzoek voort, doch het is wel
haast zeker, dat de gevaarlijkste heeren bij
de arrestanten zijn. Bij het verhoor zal
spoedig voldoende aan het daglicht komen.
Het zal interessant zijn, te vernemen op
welke wijze dit meesterlijke complot op
even meesterlijke wijze door de Haagsche
politie schaakmat is gezet.
Serie misdaden.
Ontleend aan de „Vooruit" geven wij hier
een overzicht van de serie misdaden, die
de „Peperstrooiers" in den loop van enkele
maanden berucht hebben gemaakt. Het is
ongetwijfeld een complot geweest, zooals
er maar eens in de tien jaar in een land
wordt georganiseerd en de wijze, waarop
de heeren werkten, tartte alle fantasieën.
Zulke brutale roovers treft men gewoon
lijk alleen aan in detectiéve-verhalen en
soms in een Amerikaansche film.
Wü vermelden hier alleen de zaken, die
overal opzien hebben gebaard: in de eerste
plaats de inbraak bij een Haagsch advocaat,
waarbij voor 5000 aan juweelen werden
buiten gemaakt. Dat geschiedde op 23 No
vember van het vorige jaar. Slechts enkele
dagen later in den nacht van 25 op 26
November werd een bezoek gebracht bij
de firma Van Wijk, waar voor ongeveer
12.000 werd weggehaald. De voorkant van
deze oude, bekende zaak was met rolluiken
afgeschermd; doch dit hebben de „Peper-
strooiers" als een hulpmiddel bij het werk
waargenomen. Zij zijn naar alle waarschijn
lijkheid over een van de schuttingen ge
klommen in een zijstraatje, kwamen zoo op
de daken en hebben zich tenslotte laten af
zakken op het plat, achter de juwelierszaak
aan de Lange Poten. Door een lichtraam,
voor welke klauterpartij zij een toevallig
aanwezigen ladder gebruikten, zijn zij in
den horlogewinkel terecht gekomen en
daar konden zij, achter de rolluiken op hun
gemak werken. Zooals opgemerkt, bedroeg
de opbrengst van deze kraak ongeveer
12.000.
Een week later, in den nacht van 1 op 2
December, volgde een derde inbraak, die
echter een geduchte tegenvaller werd voor
de daders. Ditmaal werd de N.V. Juwe-
liersbedrijf Simons op het Plein 9a met een
bezoek „vereerd". Zij kwamen er door een
brandgang en verschaften zich toegang tot
de werkplaatsen. Tusschen den winkel en
dit atelier was echter een gepantserde deur
en hoeveel moeite de Peperstrooiers ook
gedaan hebben om dit beletsel uit den weg
te ruimen, zij slaagden niet en moesten
genoegen nemen met een aantal gouden
armbanden, die in de werkplaats op repara
tie wachtten.
De groote slag
De grootste slag van alle werd echter ge
slagen by „Het Gouden Molentje" aan het
Spui. Het was het moeilijkste karwei, maar
het bracht ook het meeste op, namelijk on
geveer 50.000.Deze inbraak gebeurde
in den nacht van 25 op 26 Januari en ver
breidde een grooten schrik onder de Haag
sche juweliers, omdat de eigenaar van de
zaak, de heer Merkle, van te voren alle
maatregelen had genomen, die logischerwijs
genomen kunnen worden. Kort voordat de
inbraak geschiedde, had hy namelijk nog
een politieman laten komen, vragende of
hy nog zwakke plekken in zijn zaak kon
ontdekken. Het huis zag er uit als „Sing
Sing". Ieder raam was onder tralies bedol
ven. Op aanraden van den politieman wer
den nog eenige verzekeringen aangebracht
en is onder meer een klein raampje, dat al
van tralies was voorzien, extra beveiligd
door een zeer gecompliceerd hangslot.
Toch kwamen de „Peperstrooiers" er in.
Zij klommen met ladders op de daken, ver
richtten halsbrekende toeren in de dak
goten van de zeer ongelijk gebouwde, oude
huizen en kwamen tenslotte voor het
versch getraliede venster. Hoe zij het voor
elkaar kregen misschien zal een van de
peperstrooiers het eens in zijn memoires
opschrijven is een raadsel, doch zij open
den het slot en klommen door het nauwe
poortje binnen. Wat een juweelendief in
zijn zoetste droomen kan genieten, lag bij
„Het Go .''en Molentje" voor het grijpen.
Gouden banden, met brillanten, ringen fon
kelend van juweelen, gouden avondtas-
schen, alles met de prijsjes van f 3500.
3000.— en f 2500.— er bij, konden zij zoo
in de zakken steken. Des morgens merkte
de firmant wat er gebeurd was. Het leek
ongelooflijk, maar het was waar. De winkel
was zoo goed als leeg. Alleen een hoeveel
heid zilveren voorwerpen bleef achter.
Wat ook achterbleef was het kenteeken
van deze inbrekers, een groote hoeveelheid
grijze poeder: peper, dat zij na iedere in-
inbraak rondstrooiden, om zoodoende even-
tueele sporen voor politiehonden, onruik-
baar te maken.
Wij vermelden niet.het ingooien in den
nacht van den 16en Januari van een vitrine
by de firma Van Willigen in de Spuistraat,
waar vijf horloges tot een waarde van on
geveer 130 werden gestolen. Waarschijn
lijk heeft de bende, die groot werk gewend
is, daaraan geen debet gehad.
Nog eens j 10.000.
In den nacht van 3 op 4 Februari volgde
weer een groote kraak. Ditmaal werd de
juwelier Kan in de Spuistraat het kind van
de rekening. Voor f 10.000 aan goud en ju
weelen werden weggehaald. De inbrekers
gingen ditmaal niet naar binnen, doch ver
braken een van de horren voor de etalage.
De Spuistraat is een van de drukste stra
ten uit het Haagsche centrum, doch nie
mand heeft gemerkt, dat het hor van de
etalage was weggehaald en opzij voor de
pui gezet.
Hiermee was de reeks inbraken ten ein
de. Vermoedelijk hebben de „Peperstrooi
ers" wel lont geroken en gemerkt, hoever
de politie ging met haar onderzoek. Of
schoon het publiek meende, dat deze in
brekers-van-groot-formaat nooit door de
Haagsche politie achterhaald zouden wor
den, blijken de heeren zelf toch niet zoo
heel zeker van hun succes te zijn geweest,
want na de inbraak bij Kan gingen ze op
hun lauweren rusten en probeerden de aan
dacht van de politie van zich af te wenden.
Internationaal werk.
Hun groote zorg was het nu, de gestolen
waar van de hand te doen, waarvoor inter
nationale onderhandelingen werden ge
voerd. Deze zware jongens wisten natuur
lijk deksels goed, dat zij niet behoefden te
prob'eeren de spullen bij een anderen Hol-
landschen afnemer te plaatsen, omdat hun
dit noodlottig zou worden. Vandaar de po
gingen om vreemdelingen in de zaak te be
trekken. Een van die relaties, is hun nood
lot geworden.
De Engelschman die half Januari naar
Den Haag kwam om de zaken de bestudee-
ren, is de oorzaak geworden van hun ver
derf. Scotland Yard waarschuwde de Haag
sche politie voor dit individu en aangezien
in die dagen niets over het hoofd werd ge
zien, volgde men de gangen van dezen En-
gelschen mijnheer, hoewel die in een chic
hotel woonde, op den voet. Een omzichtig
gevoerd kort onderhoud tusschen dezen
mijnheer en twee beruchte Haagsche in
brekers, was voldoende voor de Haagsche
recherche om de twee heeren in de gaten
te houden.
Week na week werd dit tweetal gescha
duwd. Nachten kwamen inspecteur Struick
en recherceur Ophuysen niet op bed als zij
de gangen van deze twee en hun vrienden
nagingen. Toen de politie anderhalve maand
bezig was (een tijd waarin sommige kran
ten een krenkende campagne tegen de
Haagsche politie ondernamen) bewezen zij
hun onverzettelijke energie, door ondanks
alles door te gaan en als terriers, maar véél
voorzichtiger, volgden zij de twee kerels, in
de vaste overtuiging, dat dezen vandaag of
morgen een kleine misstap zouden begaan.
Een misstap
En gistermorgen kwam die misstap. Hoe
de politie er achter gekomen is, dat de man
die door de Parkstraat fietste een groot
deel van den buit bij zich had, mogen wy
niet verklappen. Er zijn altijd dingen die
verzwegen moeten worden, maar het was
natuurlijk géén toeval, dat rechercheur Op
huysen en inspecteur Struick, die met een
pet en een roode das vermomd was, óók in
de Parkstraat waren en vergezeld nog wel
van een serie rechercheurs, terwijl bij het
knallen van de schoten uit alle hoeken en
gaten politieagenten in uniform te voor
schijn snelden. Het was voor de politie het
succesvolle happy ending van een ontzag
gelijk en moeilijk stuk werk; de arrestatie
van een der „Peperstrooiers".
Toen men voor f 20.000 aan sieraden op
hem gevonden had, was het niet moeilijk
nummer twee en nummer drie en nog ver
schillende andere vriendjes te arresteeren.
Daarvoor was de politie den heelen mor
gen, in speciaal daartoe gehuurde automo
bielen, onderweg, hier en daar een verdacht
mannetje van zijn huis halende, of uit een
café opduikende.
Zeven beruchte typen gegrepen.
In totaal zijn thans, naar de „Tel." nader
nog meldt, een zevental inbrekers en helers,
allen debet aan de groote inbraken van den
laatsten t jd in Den Haag, op het hoofd-
guldens sparen!
TGaa! van zèlF,
mei- gróót gemak!
Trouw de zegeltjes
bewaren!
Koop 't Persil-producl
en plak!
r Cl. D
bureau van politie aan het Alexanderveld
achter slot en grendel gezet.
Bij de huiszoekingen heeft men nog op tal
van gestolen kostbaarheden de, hand weten
te leggen, w.o. een groote partij zilver,
welke destijds aan dc Statenlaan is gesto
len. De juwelier, de heer Merkle van het
Spui, bij wien voor een bedrag van circa
50.000 is gestolen tijdens de bekende in
braak, is aan het hoofdbureau van politie
geweest om de in beslag genomen juweelen
en andere kostbaarheden te bekijken, ten
einde na te gaan, wat er uit zijn zaak bij
is. De heer Merkle herkende direct zeven
platina armbandhorloges met juweelen als
uit zijn zaak afkomstig. De groote hoeveel
heid brillanten, welke hem werden getoond,
leverde grooter moeilijkheden voor herken
ning. Immers alles is uitgebroken uit het
platina, goud en zilver, waarin zij waren
gevat en dit maakt het voor de juweliers
zeer moeilijk om hun eigendom te herken
nen.
Eveneens was het voor den heer Merkle
niet doenlijk om het goud te identificeeren!
De vier kilo goud, welke op den gearres
teerden inbreker is gevonden, is afkomstig
van gesmolten gouden kasten van horloges,
van gouden ringen en andere gouden voor
werpen. Het is niet meer na te gaan waar
toe het gevonden goud behoord. Wel is nu
reeds komen vast te staan, dat bij de ge
vonden sieraden niet alleen vele gestolen
kostbaarheden van den juwelier Merkle
zyn, maar ook van andere Haagsche juwe
liers en particulieren, waarbij de laatste
maanden is ingebroken. Dit bewijst dat de
Haagsche politie met deze arrestatie, uit
gevoerd onder de z.g. zware jongens der
Haagsche onderwereld, de oplossing heeft
gebracht van de serie inbraken van den
laatsten tijd.
Verschillende der arrestanten hebben
reeds jaren gevangenisstraf opgeknapt we
gens inbraak. De arrestatie van zoovele be
ruchte inbrekers is zoowel door de Haag
sche juweliers als door de assuradeurs, die
de groote schade hadden te betalen, met
vreugde vernomen.
Reeds nu hébben de assuradeurs bespre
kingen gehouden met de besloten juweliers,
om de gestolen waar terug te koopen.
Zoozeer was de schrik er in gebracht by
de Haagsche juweliers, dat er waren die
met de revolver onder hun hoofdkussen
sliepen. Nog onlangs beleefde de heer Merk
le een benauwd avontuur, toen hy midden
in den nacht door zijn vrouw werd wakker
gemaakt met de mededeeling, dat er on
raad boven op het dak was. De heer Merkle
vermoedde, dat opnieuw inbrekers een be
zoek aan zijn zaak wilden brengen en hij
ging naar boven, waarbij hij een paar
revolverschoten door het dak loste. Tot zyn
niet geringe verrassing bleek, dat een aan
tal Haagsche politiemahnen op het dak za
ten, die eveneens gemerkt hadden, dat in
brekers weer een nieuwe poging wilden
wagen, althans zij meenden ook onraad
op het dak bemerkt te hebben en waren
daarop naar boven geklauterd.
MAART.
Hebt u er al even een oogenblik btf stil
gestaan: dat het al weer Maart is? Dat wij
al weer negen mooie dagen krygen? Dat
het allemaal zoo gauw gaat?
Die negen mooie dagen krijgen wij na
tuurlijk. Wij zijn heelemaal van binnen
allemaal lieve, kleine kindertjes, die te
gen beter weten in gelooven aan alle
mooie beloften en voorspellingen, alléén
maar omdat ze mooi zijn. Zoo gelooven wij
aan onze negen mooie Maarsche dagen,
dwars tegen de Maartsche buien in, omdat
wij dan groene bladeren aan de boomen
kunnen fantaseeren en gouden zonnestra
len op onze vensters. Dat is de mooiste ka
raktertrek in iederen mensch. Uitgezonderd
dan die zuurpruimen, die zeggen, dat de
zomer de voorbereiding is tot den winter.
Precies zooals mijn Germaansche en Wo-
dansche vriend Göring leert, dat vredestyd
zwakheid is, dat voor een sterk geslacht
oorlog de normale toestand is en dat
wat wij verweekelijkten van alle andere
rassen vredestyd noemen niets anders is
dan een voorbereiding voor den oorlog. Ik
zie mij dus gedwongen mijn vriend Her
mann met maarschalkstaf en buik en al bij
de zuurpruimen in te deelen.
Ik keer dus terug tot Maart. En ik vree®,
dat u er niet eens aan gedacht hebt, dat het
*al weer Maart is.
En als u nu naar aanleiding van
mijn diepzinnige woorden daar even bij
stilstaat, dan moet u niet zeggen, zooals ik,
dat het toch maar gauw gaat en „waar
blyft die tijd toch", want laten wij eer
lijk zijn, dat is maar heel erge ouwe-man-
ne-praat-op-een-bankie-in-de-zon.
En nog veel minder moet u zeggen: Hoe
bestaat het?
Want dat zegt men tegenwoordig bij al
les, wat dehm!.... menschelijke geest
aan het denken brengt. En dan denkt hij:
Hoe bestaat het?
Maar een feit is, dat ik bij mij zelf heb
overwogen, dat de seizoenen voortijlen en
wegsnellen, dat wij de heele wintersche
kou en vijftien graden vorst al weer verge
ten zijn en al een oogje wagen aan een dun
ner jasje en een knipoogje aan een flanel
len broek.
Dat wat des winters is, ben ik allemaal
al weer vergeten en terwijl ik mij zelf
daarover verbaas ik voelde mij bij die
strenge kou toch hevig verongelijkt en be
dreigd alsof mijn leven op 't spel stond
weet ik deze verbazing niet anders uit te
drukken dan met de krachtige woorden:
Hoe bestaat het!!!
Ook daarover verbaas ik mij Ben ik dan
zulk een kuddedier, dat ik met de collec
tieve verbazing der goegemeente moet
meehollen? Ik die altijd gedacht heb, eige
naar te zijn van een onafhankelijke, zelf
oordeelende, welbewuste, menschelijke
geest. Dat schijnt dan toch niet zoo te zijn.
Hoe bestaat het!!!
Maar in ieder geval is het Maart.
Het zonnetje begint al weer zoo leuk te
schijnen midden tusschen twee venijnige
regenbuitjes.
Het is als een openbaring, dat de winter
voorbij is.
Zoo gauw, zoo ineens!
Hoe bestaat het!!!
Wij stappen van den eenen dag ln den
andere, rustig en zonder nadenken.
Het is een borstrok of een kammizooitje
minder koud.
Goed! Wij realiseeren het ons niet.
En opeens zien wy, dat er een zon be
staat. Warmte en goud en vreugde.
En wij wisten het niet.
Negen mooie dagen!
Hoe bestaat hetlü
DANIEL.
Op *n drogen weg moet uw auto
bij 40 km per uur binnen 16
meter kunnen stoppen. Maar bij
80 km per uur is die remweg
niet 32, maar 64 meter!
NIEUWE GEMEENSCHAP.
Morgen wacht er wéér een speldje
In een grage meisjeshand,
Morgen is er wéér een aanval
Op uw hart en uw verstand.
Morgen is er wéér de boodschap,
Dat er in den zonneschijn
Van wat Maartsche blijde dagen
Arme zonneloozen zyn.
Morgen wil er wéér een duppie
Of een kwartje? Geeft het maar!
Van uw vest of achterbroekzak
Naar een and'ren eigenaar.
Streef dat dubbeltje niet tegen.
Laat dat kwartje rustig gaan,
't Zal uw hart gezonder maken.
Want daar zit een speldje aan.
En dit speldje geeft een prikje
In uw zeer gevoelig hart.
Dat meevoelt met and're vreugden
Dat meelijdt met and're smart.
Slechts één letter is dat speldje
In een vreugdevol verhaal,
Dat een arme straks verteld wordt;
'n Stukje van een zonnestraal.
Herbewapent u, zooals u
Reeds zoo dikwijls is gevraagd,
Herbewapent u, de mensch is
Reeds zoo droef en diep verlaagd.
Herbewapent u met wapens,
En bewapening kost geld;
Geen kanonnen, geen geweren,
En geen bommen, maar een speld!
Naar een andere Gemeenschap,
Naar een nieuwe, streeft men nu;
Morgenochtend aan de kerkdeur
Is de nieuwe daad aan u.
In de prachtigste Gemeenschap
Zullen zelfs nog armen zijn,
Laten wij in die Gemeenschap
Zorgen voor wa* zonneschijn.
TROUBADOUR.