3)e £cictoclie (Sou/fccmt
VREUGDE TE ROME.
CHRIS IV>\ v TT 3
CHRIST VS H V\T
O IRIS I VS M l \1
OMM M\LÓ
Het Blad Papier
Ter gelegenheid van de Leidsche studentenfeesten werden De ontploffing op het viaduct in den North Circular Road te Londen. Een foto
Vrijdag feestelijkheden voor ds burgerij georganiseerd. De op de plaats van den aanslag Duidelijk is zichtbaar, welk gedeelte van den
deelnemers aan den Eeuwfeest-hengelwedstrijd op de steenen wand werd weggeslagen
Pieterskerkgracht te Leiden begeven zich naar het terrein
van den strijd
De vreugde op St Pietersplein bij het bekend worden van den uitslag der
Pauskeuze, welke bij de duizenden groot enthousiasme verwekte
De nieuwe Paus, Z. H. Pius XII, in
pontificaal ornaat, begeeft zich naar
de Sixtijnsche kapel, om de hulde der
kardinalen in ontvangst te nemen.
(Telegrafisch overgebrachte foto)
Met den kijker volgden velen de in-
drukwekkendeceremonievanden zegen
„Urbi et Orbi", zooals deze Donder
dag door den nieuwen Paus, Z. H.
Pius XII gegeven werd
Het 6de Regiment Infanterie te Breda viert zijn 125-jarig bestaan. Overste
Bruyns legde Vrijdag een krans op het monument van den oprichter van
dit regiment te Ginneken, baron D. H. Chassée. Overzicht tijdens de
plechtigheid
A
FEUILLETON
door
W. WANIEKL
(Nadruk verboden).
10)
Ik moet die dame spreken, viel Roch
hem driftig in de rede. Wees zoo goed, mij
toegang tot haar te verschaffen.
Gaarne, als er mogelijkheid toe be
staat.
De beambte ging naar de telefoon en bel
de een nummer op.
Tien minuten later wist Roch, dat me-
brouw Visoni bereid was om hem te ont
vangen.
Van de Riva begaf zich de detective naar
de binnenstad en ging door verscheidene
nauwe straatjes den heuvel op, welks kruin
dt schilderachtige citadel draagt. Een
kleine villa verborgen achter een hoogen
muur, was het doel zijner wandeling. Me
vrouw Visoni ontving hem in een soort ka
merjapon, welker felle kleurenpracht Roch
een beetje zenuwachtig maakte.
Niet minder bont was het koeterwaalsch
der dame; een niet bijster melodieus meng
sel van Duitsch, Italiaansch en Slavisch, 't
Kostte Roch niet weinig inspanning, al het
wetenswardige, dat zij ten gehoore bracht,
te verstaan en bijeen te houden.
O! La bellissima signorina! Een Ame-
rikaansche miss, was haar eerste uitval, na
dat zij had toegegeven, Maud Kandrun te
kennen.
Is u met de dame persoonlijk in aan
raking geweest? vroeg Roch vol belang
stelling.
Mèvr. Visoni's ietwat verlept gezicht
straalde van fierheid.
Ik heb haar verpleegd, antwoordde zij
in haar brabbeltaaltje. Zij was zoo vrien
delijk! Maar die afschuwelijk zeeziekte! Ik
heb haar geholpen met mijn excellente me
dicina.
En Roch moest tien minuten lang luiste
ren naar het juiste recept van dat onfeil
baar middel tegen zeeziekte. Toen mevrouw
Visoni hem voor de derde maal verzekerde,
dat het kruidensap tweemaal moest wor
den gefiltreerd en vervolgens op een zacht
vuurtje eenigen tijd verdampen, verstoutte
hij zich haar in de rede te vallen:
Heeft miss Kandrnu u iets uit haar le
ven verteld?
Mevrouw Visoni antwoordde snel en met
rechtmatigen trots:
Alles!
En zonder op een nieuwe vraag van den
verheugden detective te wachten begon zij
te snateren:
De vader en de moeder van de mooie
Maud zijn 15 jaar geleden uit Amerika naar
Baotem gekomen; daar had de vader een
ingenieursbetrekking aangenomen. De ar
me Maud heeft vorig jaar eerst haar moe
der en eenige maanden later ook haar va
der verloren, en toen gevoelde zij zich vree-
selijk ongelukkig, zoo alléén, in die lee-
lijke stad. Op zekeren dag kreeg ze een
brief van haar rijken oom in New York:
Kom naar my, Maud! Maar de lieve, mooie
miss wilde niet, want die oom, een broer
van haar overleden moeder, had sinds lang
in vijandschap met hen geleefd.
Mevrouw Visoni haalde diep adem en
vorschte naar de eerste uitwerking van
haar zielig verhaal.
Ga door, als 't u belieft. Dat was al
les, wat Roch zei.
Mevrouw Visoni was 'n beetje gekrenkt
over dat gebrek aan waardeering en keek"
het venster uit
Miss Kandrun heeft toch maar beslo
ten Batoem te verlaten? vroeg de detective,
om de verstoorde dame aan te moedigen.
Ja, omdat de oom zijn neef uit New
York stuurde, om haar af te halen.
Zeer interessant! riep de detective uit.
(Een heldhaftige poging om mevrouw Vi
soni in goed humeur te brengen). Hoe heet
te die heer?
In het geblankette voorhoofd der dame
vormden zich diepe plooien.
O! die verschrikkelijke naam! Hoe hij
heet ik heb het toch zoo dikwijls ge
hoord!
Roch zocht in zijn notitieboekje.
Heette hij misschien Richard Hen-
decke?
Mevrouw Visoni schudde statig 't hoofd.
Antonio Villazzo?
No italiano, een Duitsch naam.
Fred Meingast?
Dat is de naam! dat is de naam! Een
zeer elegant heer, groot, voornaam. Hij was
zeer lief voor de mooie mis.. Wellicht.
Zij knipte veelzeggend met de oogen
U denkt aan een huwelijk? vroeg Roch
op levendigen toon.
Men kan nooit weten!Of mis
schien de rijke oom?Hij heeft zoo lief
geschreven, zoo érgTiêï daarom ook is
zij vertrokken met den neef.
Wilden beiden naar New-York?
Eerst voor 'n dag naar Weenen, om
verre familie te bezoeken, en dan naar
Hamburg.
Mevrouw Visoni bood Roch verfrisschen-
de bonbons aan, om ook zichzelf voor haar
verdere worstelingen op taalgebied te ster
ken.
Roch offerde zich op en kauwde wanho
pig op een zuurtje; hij had een gloeienden
hekel aan alles wat zuur is! Maar hij moest
tot iederen prijs de dame in 'n goed hu
meur houden.
Kent ge misschien den naam van den
oom te New-York? vroeg hij beleefd.
Die onnoozele vraag maakte mevrouw
Visoni boos.
Ik ben toch gen encyclopedie! Hoe
zou ik al die vreemde namen kunnen ont
houden?
En de namen van de venvan ten te
Weenen, kent u die ook niet, mevrouw?
Ook niet! Dat klinkt als een verwijt.
U kunt toch niet van mij vorderen, dat ik'
alles weet!
Pardon, ik ben waarlijk onbeschei
den. Maar....
Maar iets weet ik toch! riep me
vrouw Visoni triomfantelijk. De mooie miss
werd te Triëst opgewacht. Op den Molo
San Carlo stond een heer, en de neef van
den rijken oom heeft dien heer een groet
toegewuifd en tot Maud gezegd: „Daar staat
uw oom oom Jonathan!"
„We zijn er", dacht Roch.
't Was een verlichting voor hem; met een
weinig geduld zou hij nog wel andere we
tenswaardige dingen uitvisschen.
Stond oom Jonathan heelemaal alléén
op de kade?
U is verschrikkelijk nieuwsgierig,
zuchtte mevrouw Visoni, die zich hield als
of het verhoor haar vermoeide. Neen, niet
alleen: er was een dame bij hem.
Herkent u ze beiden?
Roch hield mevrouw Visoni de foto's van
StrelLer en zijn vtouw voor.
De dame bekeek ze minachtend.
Ja, dat zijn ze; maar dat is werk van
een prulfotograaf!
Zy stond op en haalde een groot album,
dat zij voor Roch op de tafel legde en open
sloeg.
Zóó fotografeer ik! Kunststukjes, niet
waar? Wat een belichting! Welke houdin
gen! Bellissimo!
Roch was slim genoeg om er nog wat bij
te doen. Hij vond natuurlijk de foto's „zeld
zaam mooi" en zij getuigden van „een hoog-
artistieke opvatting" en „buitengewone be
drevenheid."
En de mooie miss Maud, waar is die?
Nog niet opgeplakt;; te druk gehad
met de huishouding.
Maar ze ging reeds een sierlijk kistje ha
len en toonde Roch eenige foto's, groepen
passagiers, altijd met mevrouw Visoni fier
in het midden.
U hebt enkel de platen ingelegd, me
vrouw?
Ja, ze zijn afgeknipt door den Ameri
kaan, den neef van miss Maud.
ZooEn waar is nu die miss?
Er zyn onder deze foto's twee bijzon
der groote, waarop zy alléén voorkomt.
Ik vind ze niet....
En toch is het zoo!
Mevrouw Visoni zocht zelf in den hoop
foto's.
(Wordt vervolgd).