De opvolgers van Petrus
BUITENLAND
De taaie crisis
Het Palestljnsche
probleem
Chamberlain over
de erkenning
van Franco
WOENSDAG 1 MAART 1939
DE LEWSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Dat zijn de Bisschoppen van Rome
HET HUIS
op de
STEENROTS
Op den vooravond van Zijn sterfdag, bij
het Laatste Avondmaal, heeft Christus
hartstochtelijk gebeden om eenheid in zijn
Kerk:
„Heilige Vader, bewaar in Uw naam
hen, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij
één zijn gelijk Wij". (Jo. XVII, 11).
Hij heeft zijn Kerk vergeleken met een
huis gebouwd op de steenrots (Matth. XVI
1819), met één kudde onder een herder
(Jo. X, lö)
Hij heeft Petrus aangesteld tot herder
van die kudde, hij heeft beloofd op Petrus,
op deze steenrots, Zijn Kerk te zullen
bouwen.
En nu stellen wU de simpele vraag:
welke Kerk is op Petrus opgebouwd?
Er is geen ander antwoord dan: de Ka
tholieke Kerk.
Petrus is gestorven, maar het funda
ment. waarop Christus Zijn Kerk bouwt
moest blijven voor alle tijden.
Petrus is gestorven, maar het herder
schap over de kudde moest blijven, zoo
lang er schapen op deze wereld zyn.
Vanaf het allereerste begin zyn er ket
ters en scheurmakers in de Kerk opgetre-
oen; sommige dezer ketterij zooals het
Arianisme hadden enormen invloed en
hebben eeuwen stand gehouden. Men
vindt hun valsche leerstellingen nog
slechts in de geschiedenisboeken
Telkens en telkens doken nieuwe afwij
kingen op van de zuivere leer van het H.
Evangelie. De Kerk, gegrondvest op de
Steenrots, treurt om de schapen, die buiten
de ééne schaapstal zUn geloopen. Christus
heeft gewaarschuwd voor de valsche pro
feten, die „in schaapskleeren rondwande
len, maar in hun hart roofzuchtige wolven
zijn". De wolven zijn gekomen en hebben
de schapen verstrooid.
Temidden van de ongeloofelijkste ver
snippering en verstrooiing, rijst Gods Kerk
op, duidelijk zichtbaar voor ieder, die zien
wil, als het „huis op de Steenrots".
„GU rijt Steenrots, en op deze steen
rots zal ik mijn Kerk bouwen, en de poor
ten der Hel zullen haar niet overweldi
gen".
En Petrus hoedt zijn kudde, hecht in het
Apostolisch geloof.
Op dezen plechtigen en gewichtigen
dag, dat de daartoe aangewezen bisschop
pen en priesters bijeenkomen om een
nieuwen opvolger óp de Stoel van Petrus
te kiezen, voelen wij, Katholieken, sterker
dan anders de band, die ons samenbindt
voelen wij ons innig-dankbaar voor de ge
nade Gods, schapen te mogen zijn van de
ééne schaapstal.
Irenaeus. bisschop van Lyon, die leefde
in de eerste Christen-tUden namelijk in
de tweede eeuw heeft een voortreffe-
lyke aanwijzing gegeven, hoe men de ware
van de valsche leer kan onderscheiden.
Tegen de ketters van zyn tijd, de Gnos
tieken - zoo betoogt hij moet men
zich in laatste instantie niet beroepen op
de H. Schrift, omdat zij een groote menigte
valsche boeken verspreid hebben en de H.
Schrift volgens hun eigen fantasie uitleg
gen, doch op een meer eenvoudiger ge-
loofsregeL x
Men moet vragen, wat de Kerk leert, die
de openbaring van de Apostelen ontvan
gen en trouw bewaard en overgeleverd
heeft, omdat de H. Geest haar bystaat.
Maar hoe weet men, wat de Kerk leert?
Men moet vragen, wat de particuliere
kerken, die de algemeene Kerk vormen,
leeren en meer in 't bUzonder die kerken,
welke door de onafgebroken opvolging
hunner herders tot de Apostelen opklim
men.
Doch omdat het te ver zou voeren al die
kerken te doorloopen, is het voldoende te
onderzoeken, welke de leer is van de
Kerk van Rome „de grootste en de oudste
en aan allen bekend". Als wy wUzen op
haar traditie en geloof, dan weerleggen
wij de ketters. „Want met deze Kerk
moet, om haar hooger gezag iedere kerk,
dat is de geloovigen van alle plaatsen
overeenstemmen, in welke (in verbinding
met welke) altyd door de geloovigen van
alle plaatsen de apostolische overlevering
bewaard is gebleven („Adversus Haere-
ses", 3, 3, 2, samenvatting van dr. J. de
Jong, aartsbisschop van Utrecht, „Hand
boek der Kerkgeschiedenis, dl. I p. 100).
En waaraan ontleent de Kerk van Rome
dan wel haar hooger gezag?
Aan het feit, dal zij de Stoel van Petrus
is, omdat Petrus, daar geleeraard heeft en
daar, evenals zijn Meester, aan het kruis
de marteldood gestorven is.
Dat Petrus niet in Rome zou zyn geweest,
zooals men wel eens beweerd heeft, wordt
tegenwoordig door geen enkel wetenschap
pelijk man nog in twijfel getrokken. Men
had Petrus' verbluf in Rome gaarne tot een
fabeltje gemaakt, maar de vloed van be-
wUzen, dat Petrus wel in de Eeuwige Stad
heeft gewoond en er gestorven is, bleek
zoo groot, dat men van zekere zijde, hoe
wel ongaarne, heeft moeten bekennen, dat
de eeuwen-oude overlevering juist was.
Daarover bestaat geen verschil van mee
ning.
Nog altijd blyft ook het getuigenis waar
van den Protestant Alb. Lipsius, een der
kopstukken van de uiterst vrijzinnige „Tü-
bingsche school": „Heeft de voet van den
prins der Apostelen ooit de eeuwige stad
betreden, dan is deze zeker niet als
eenvoudig reiziger, maar krachtens zyn
apostolische volmacht daarheen gekomen
en zijn marteldood onder Nero vormt dan
slechts het glorierijke einde van zijn
werkzaamheid onder de Romeinen uit
kracht van zUn ambt" (Jahrbücher für
prot. Theologie, Leipzig 1876, S. 562, cit.
bU Potters „Verklaring van den Katechis-
mus"f dl. Ill, p. 31).
Nooit trouwens heeft een andere bis
schop buiten Rome het gewaagd zich als
opvolger van Petrus op te werpen. De in
vloed, welke vanaf de eerste christen
tijden de bisschoppen van Rome in de
Kerk hadden, kan slechts daaruit worden
verklaard, dat zij door de christenheid als
opvolgers werden beschouwd van St. Pe
trus, en zich als zoodanig gedroegen. De
derde opvolger op den stoel van Rome,
Clemens, richtte reeds in het jaar 96 (toen
de Apostel Joannes nog leefde) een zeer
pauselijk schrijven aan de Kerk te Co-
rinthe, een schrijven, dat nog tientallen
jaren daarna iederen Zondag aan de ge
loovigen werd .voorgelezen. Paus Victor,
in de tweede eeuw, greep zeer pauselijk
in, toen de kerken in Klein-Azië zijn voor
schriften omtrent de viering van het
Paaschfeest niet wilden nakomen. De bis
schop van Antiochië in Syrië, de H. Igna
tius, die stierf in het jaar 107, schrUft,
dat de Kerk van Rome aae het hoofd stond
en dat zij „de voorzitster was van den uni-
verseelen liefdebond" een uitdrukking,
die Ignatius meermalen voor de Kerk ge-
bruikt. In geval van oneenigheid beroe
pen de bisschoppen van Oost en West zich
op den Paus, en zelfs de eerste ketters
trachten bij hem rechtvaardiging te vin
den voor hun nieuwe leer, wat hun na
tuurlijk nooit gelukte. In Rome werd de
lijst van de H. Boeken, die tot de H.
Schrift behooren als canon vastgesteld, en
ook deze lyst vond algemeen erkenning.
Het merkwaardigste getuigenis is afkom
stig van een afvallige, Tertullianus (ge
storven na het jaar 222), die een boete
edict van Paus Callixtus bestrijdt en spot
tend schrijft: „De opperpriester, dat is de
bisschop der bisschoppen, heeft gezegd: Ik
vergeef de ontucht en fornicatie aan hen,
die boete gedaan hebben...." Nu, als dat
niet pauselijk klinkt!..,.
Het valt buiten het bestek van een dag-
blrd-artikel alle getuigenissen uit de eer
ste eeuwen over te schrijven; men vindt ze
m ieder handboek van apologie en kerk
geschiedenis.
Uit de gegeven voorbeelden blykt ech
ter reeds overduidelijk, dat, al heeft ook
in de pauselijke macht groei en ontwik
keling plaats gehad tot op onze dagen,
de overtuiging, dat de opvolgers var. Pe
trus, de bisschoppen van Rome, aan het
hoofd der Kerk stonden altijd levend is
geweest.
Voor alle eeuwen was en blijft waar,
hetgeen de groote Kerkvader Hierony-
mus (geboren in 342) schreef: „Het wel
zijn der Kerk vindt zijn steunpunt in de
waardigheid van den oppersten bisschop,
en als aan dezen geen buitengewone en
boven allen uitstekende macht wordt toe
gekend, zullen er in de Kerk zooveel
scheuringen ontstaan als er bisschoppen
zyn (Ad Luciferianos 9, cit. Metz. „Het
Schild", jrg. 7, p. 337).
Het verloop van de kerkgeschiedenis
heeft bewezen, dat het veronachtzamen
van dezen raad de treurigste gevolgen
heeft medegesleept.
BELGIË
SOUDAN BELAST MET VORMING
EENER NIEUWE REGEERING.
De Belgische koning heeft den socialis-
tischen senator Soudan, minister van Bui-
tenlandsche Zaken in het afgetreden kabi
net, belast met de vorming eener nieuwe
regeering.
Senator Soudan heeft reeds langdurige
besprekingen gevoerd met zyn socialisti
sche collega's. Vandaag begint hy zijn be
raadslagingen. Men schryft hem het voor
nemen toe een drieparty en-regeering tp
vormen.
ITALIË
LOONEN WORDEN AANGEPAST.
Op initiatief van Mussolini.
Op initiatief van Mussolini zyn de Ita-
liaansche vakorganisaties by eengeroepen
om de aanpassing der loonen aan den le
vensstandaard te bestudeeren.
BEMOELIJKING VAN JOURNALISTEN.
die zich naar Vaticaanstad begeven.
Charles Roux, de ambassadeur van
Frankrijk by den H. Stoel, heeft door tus-
schenkomst van de secretaris van het Va-
ticaan, de aandacht van het college van
kardinalen gevestigd op de hinderpalen,
welke door de Italiaansche autoriteiten
worden in den weg gelegd aan de vrije
uitoefening van de journalistiek, met
name door het verhinderen aan tal van
buitenlandsche journalisten zich over Ita-
liaansch grondgebied naar Vaticaanstad te
begeven.
De ambassadeur van Frankrijk by den
H. Stoel, heeft ook de aandacht van het
college gevestigd op de moeilykheden op
het gebied van het telefoon- en radiover
keer, waardoor buitenlandsche journalis
ten verhinderd wordt zich vryelyk in
lichtingen te verschaffen.
POLEN
NIEUWE BETOOGINGEN TE WARSCHAU
Duitsche bladen verboden.
Een duizendtal studenten te Warschau
hebben gistermiddag getracht een demon
stratie te houden. De samenscholingen wer
den echter door de politie uiteengejaagd.
De studenten trokken daarna door de stra
ten en uitten vyandige kreten aan het adres
van Beek. Een groep, die de Duitsche am
bassade wilde naderen, werd door een
charge van de bereden politie verspreid.
Verscheidene studenten en voorbijgangers
werden gewond.
Gedurende de laatste dagen zyn verschei
dene kranten der Duitsche minderheid, o.a.
de „Kattowitzer Zeitung" en het „Posener
Tageblatt" in beslag genomen wegens het
publiceeren van een verslag over de anti-
Duitsche betoogingen. Verder is een propa
ganda-brochure, bevattende een opsom
ming van de klachten van Hasbach aan
het adres van de Poolsche autoriteiten, door
den burgemeester van Bydoscz in beslag
genomen met het motief, dat de brochure
onjuiste berichten verspreidde, die de
openbare orde zouden kunnen verstoren.
PALESTINA
DE LONDSCHE CONFERENTIE.
Britsch-Joodsche besprekingen hebben
geen resultaat.
Ook na de informeele bijeenkomst van
de Britsche en Joodsche gedelegeerden van
gistermiddag is in den toestand geen wy-
ziging gekomen. De twee informeele con
ferenties van gisteren en eergisteren hebben
niet geleid tot het gewenschte resultaat,
t.w. een einde te maken aan den stilstand
in de formeele besprekingen, welke ver
oorzaakt is door het besluit der Joden, dat
de voorstellen der Britsche regeering geen
basis vormen voor verdere onderhandelin
gen. Reuter meent te weten, dat de infor
meele besprekingen tussohen de Britsche
en de Joodsche gedelegeerden voor on be
paalden tyd zyn uitgesteld, teneinde de
Britsche delegatie in de gelegenheid te stel
len, na te gaan, of haar voorstellen gewy-
zigd kunnen worden en zoo ja in welk op
zicht.
De houding der PalestUnsche Joden.
Gisteren is een conferentie van de ver
tegenwoordigers van alle Joden in Pa
lestina, behalve de ïevisionisten, byeen ge
komen. Men heeft zich hier krachtig ver
zet tegen het invoeren van een minder
heids-statuut.
In een gisteravond uitgegeven manifest
wordt gezegd, dat de samenwerknig van
de Joden met de Britsche regeering ver-
moedelyk onmogelijk zal worden, wanneer
Engeland zal pogen van Palestina een on-
afhankelyke staat te maken.
Het terrorisme.
In den loop van gisteren is de dood'en-
lijst van eergisterer nog gestegen en het
aantal slachtoffers van de terreur bedraagt
thans 32.
By de Joden hebben het bewustzyn van
hel gevaar en de vrees voor een voor hun
zaak ongunstige politiek tot toenadering
tusschen de extremisten van rechts en
links geleid. De revisionnistische partU
heeft door middel van strooibiljetten en
redevoeringen d earbeiders en de leden
van de arbeidersorganisatie „Histadruth"
opgewekt, gemeene zaak te maken.
Uit vrees voor nieuwe aanslagen hébben
DEBAT IN HET LAGERHUIS.
Antwoord aan Attlee.
In 't Lagerhuis heeft Attleé, de leider der
labour-oppositie gisteren de aangekondig
de motie van wantrouwen in de regeering
ingediend, waarby hij wederom ertiek uit
oefende op het feit, dat Chamberlain het
huis niet eerder in kennis had gesteld van
het besluit tot erkenning van Franco.
De poging van Chamberlain, om zich te
rechtvaardigen was volgens spr. een „weef
sel van halve waarheden, hetgeen erger is
dan leugens."
Chamberlain verklaarde, niet in staat te
zyn, het huis te misleiden of debatten te
ontwyken, zelfs wanneer het onderwerp
de regeering in verlegenheid zou brengen.
De regeering was van meening, dat het
oogenblik gekomen is voor de erkenning
van Franco. Zy wenschte echter in nauwe
overeensteming te blijven met de Fran-
sche regeering en had de toekenning van
de erkenning niet voorbereid, vóór zy er
van overtuigd was, dat de Franschen er
mede accoord gingen.
De Britsche regeering kon omtrent de
Fransche houding geen zekerheid hebben
vóór Vrydag. De definitieve beslissing kon
eerst na Vrydag genomen worden en werd
dus in feite gedurende het weekeinde ge
nomen.
Sprekende over het verwijt, dat de er
kenning een grove inbreuk vormde op het
volkenrecht, zeide Chamberlain: Het is niet
de eerste daad van dien aard. Er zyn pre
cedenten. Spreker citeerde autoriteiten in
het constitutioneele recht, ten bewyze dat
de erkenning gerechtvaardigd is door het
gebruik.
Chamberlain besprak vervolgens den
toestand na den val van Barcelona. Had
Franco toen, ja of neen, een redelyke kans
op een blyvend bewind en superioriteit?
vroeg de premier. Kon de republikeinsche
regeering nog langer beschouwd worden
als de wettige regeering des lands? De ant
woorden op deze vragen zijn nogal eenvou
dig. Kon de republikeinsche regeering be
schikken over een voldoende hoeveelheid
munitie, of zelfs levensmiddelen, om den
stryd gedurende een lange periode of met
een redelijke kans op succes voort te zet
ten?
Niemand kan zeggen, hoeveel van de re
publikeinsche regeering nog over is, of
waar zy gevonden kan worden. De presi
dent, die niet in Spanje vertoeft, is afge
treden. Sommige ministers zijn' in Frank
rijk, sommigen in Spanje. Spr. geloofde,
dat vele vrienden en militaire raadgevers
van Negrin aandrang op hem uitoefenden,
om de vijandelijkheden te staken.
Het is twijfelachtig, of die regeering wel
kan worden beschouwd als een wettige
macht. Het is er verre van, dat de erken
ning een inbreuk vormt op de internatio
nale tradities, het zou een inbreuk daarop
zyn, wanneer de regeering geweigerd had,
Franco te erkennen.
Wat zou men door die weigering gewon
nen hebben? Zou de niet-erkenning de re
publikeinsche regeering aangemoedigd
hebben, den weerstand voort te zetten?
Wanneer dat zoo is, zou zij in strijd zyn
met alle eischen van menschelijkheid. Ieder,
die korteling betrouwbare verslagen ge
hoord heeft over de toestanden in Madrid,
kan zeker niet wenschen, dat die langer
zullen duren dan noodig is.
Het inhouden van de erkenning zou de
republikeinsche regeering of de bevolking
van Madrid niet helpen, maar de Britsche
betrekkingen met de nieuwe Spaansche re
geering verbitteren.
Motie van wantrouwen verworpen.
Het Lagerhuis heeft de door de arbei
derspartij ingediende motie van wantrou
wen met 344 tegen 137 stemmen verworpen.
de autoriteiten te Tel Aviv uit voorzorgs
maatregel wederom vyf revisionnistische
leiders gearresteerd.
MacDonald heef* in het Engelsohe Lager
huis in antwoord op een vraag medege
deeld, dat tusschen 20 December en 20 Fe
bruari in Palestina waren voorgekomen
348 gevallen, waarin uit hinderlaag was ge
schoten, 140 gevallen van sabotage, negen
tien ontvoeringen, 23 rooverijen. Voorts
waren negen landmijnen en 32 bommen tot
ontploffing gebracht. In het geheel werden
in deze periode achttien manschappen der
militaire politie gedood en 39 gewond,
daarenboven 83 burgers gedood en 124 ge
wond.
By deze cUfers zyn niet inbegrepen de
dooden en gewonden, die zyn voorgekomen
by de benden. Hiervan zyn geen cijfers be
kend.
AFRIKA
EEN NIEUWE DUITSCHE PARTIJ.
In Zuid-West-Afrika is een nieuwe party
opgericht, de „Duitsche Afrikaansche par
ty", waarvan het lidmaatschap alleen open
staat voor Duitsohers, die de Britsche na
tionaliteit hebben aangenomen.
Deze partij is een tegenvoeter van de na-
tionaal-socialistische „Deutsche Sudwest-
bund".
Het doel van de partij is de bescherming
van de politieke en cultureele rechten van
de Duitschers in Zuid-West-Afrika en de
bevordering van de goede verstandhouding
tusschen de Duitsohers en de overige groe
pen der bevolking.
Z. Exc minister mr J. A. de Wilde heeft Dinsdag het ziekenhuis .Bronovo" te Den Haag, waar hij ter verpleging was
opgenomen in verband met de bij een auto-ongeval opgeloopen verwondingen, verlaten. De minister neemt afscheid van
de verpleegsters
De kleine Prinsai Beatrix in het middelpun. dei be-
lengstelling tijdens het verblijl van het Prinselijk Genn
te Grindelwald