Het Blad Papier 3)e Êcid^die @ou/fcant In den tuin der sociëteit .Amicitia" te Leiden werd Dinsdag namens de burgerij een rijtuig aangeboden als geschenk aan het Leidsch Studenten corps bij zijn 100-jarig bestaan Een der twee, en zestig .cellen", zooals deze zijn ingericht voor de kardinalen, die aan het Conclaaf te Rome deel nemen Een tewaterlating, die niet doorging. De voor de Batavierlijn in aan bouw zijnde .Batavier III", welke Dinsdag te Alblasserdam tewater gelaten zou worden, werd op het laatste moment vastgehouden, aan gezien de waterstand in De Noord door den Oostenwind niet hoog genoeg was Het nieuwe Engelsche luchtafweergeschut is deze week officieel ge demonstreerd. Een der batterijen in stelling Talrijke journalisten werden Maandag te Rome in de gelegenheid gesteld, de laatste voorbereidingen voor het Conclaaf in oogenschouw te nemen. De bezichtiging van de Sixtijnsche kapel Men onderscheidt de tronen, die voor de kardinalen zijn opgericht Het pijporgel, dat in het Nederlandsch Paviljoen op de Wereldtentoonstelling te New York geplaatst zal worden, nadert te Zaandam zijn voltooiing !-V Generaal Franco (x) woonde op de reede van Tarragona de revue der Spaansche nationalistische marine- strijdkrachten bij FEUILLETON door W. WANIEK. (Nadruk verboden). 7) En dat niet alleen; hij, de spaarzame, vredelievende man, die met zorg zijn ver mogen beheerde en iedere niet bepaald noodige uitgave rijpelijk overwoog, was nu bereid om elk financieel offer te brengen. Hoe was die kolossale verandering moge lijk? Robert Kronberg werd bevangen door een onaangenaam, beklemmend ge voel. 't Scheen hem toe, dat hij van de hoogte van zijn rustig, veilig leven af gleed naar een donker land vol spookachti ge gedaanten, die hem aanlokten, toeriepen, bespotten, folterden. Het avontuur riep!.... Een koude rilling voer hem door de leden. Was het het mogelijk, dat die stem van het avontuur weerklank vond in zijn ziel?.... Zoo ja, dan.... had hij zich zei ven nooit gekend. Dit alles joeg hem angst en schrik aan. Welk fantoom joeg hy na? Wat sleur de hem met zooveel geweld mee, dat hij schier zonder bezinning handelingen ver richtte, die door zijn koel verstand in gee- nendeele werden goedgekeurd? Medelijden?Nooit had hy bemerkt, dat gevoel in buitensporige mate te bezit ten. Liefde?.... Belachelijk! Hij was geen fantast, geen droomer, die blindelings het een of ander ideaal naliep; en toch had hij de sterke gewaarwording, niet anders te kunnen handelen; toch gevoelde hij, dat zijn tot nu toe kalm en gelukkig leven dreigde neer te ploffen in een baaierd van raadselen en gevaren. En steeds duidelij ker hoorde hij uit dien chaos de smeeking opstijgen: „Red mij., myn leven is in gevaar" Toen hij Karl Roch in een hoek van de groote eetzaal zag, was Lene Barbisch zoo goed als geheel zijn verleden uit zijn ge heugen verdwenen. Vertel; Vertel! Ik brand van ongeduld Roch wierp eerst voorzichtig een blik in het rond en begon toen, bijna fluisterend: Het meisje hebben we niet; dat is waar; daarentegen weten we nu met zeker heid dat het zich nog eergisteravond in het appartement van de Streller's bevond.... Kronberg werd bleek: Zij leeft dus nog! Zij leeft! Dit beschouw ik als zeker. De politie beeft bij de huiszoeking niets verdachts gevonden, maar ik ben beter geslaagd dan zij en heb me daarom ook reeds een tame lijk juiste voorstelling kunnen maken van hetgeen er bij de Streller's is gebeurd. Kronberg trok zijn stoel nog wat dichter by dien van Roch. Deze ging voort: De badkamer zonder venster is de ge vangenis van het meisje geweest. De cana pé, die bij ons bezoek in de eetkamer stond, heeft kort geleden in de badkamer het meis je tot bed gediend. Hoe kunt u dat weten? vroeg Kron berg opgewonden. Het gewone glimlachje van Roch.... Toen ik bij de canapé eenige versche krassen in de verf van den vloer bemerkte, kwam ik onmiddellijk op dat vermoeden. Het meubelstuk moest verschoven zijn. Daar de rest van den vloer met een kar pet was bedekt, struikelde ik met opzet, bij welke manoeuvre ik een stuk van het karpet kon verschuiven, en waarnemen, dat de krassen verder liepen in de rich ting van de badkamer. De smalle deur van die kamer droeg sporen van een lichte, versche beschadiging; men had er de nog al breede canapé niet gemakkelijk door kunnen krijgen.... In de badkamer heeft de canapé tegen den muur aan den rechter kant gestaan; ter hoogte van de canapé had daar 't schilderwerk een weinig ge leden. Door het een of ander toeval kon het op gesloten meisje eergisteravond in de slaap kamer komen. Op het nachttafeltje lag zooals van daag nog een boek. Streller is blijkbaar gewoon, in bed te lezen. Daar de jonge dame ik bedoel Maud Kandrun geen ander papier had, scheurde zij het schutblad uit 't boek, nam een stompje potlood, dat zij juist bij de hand had, schreef snel een paar regels, maakte het venster open en wierp het blaadje papier op straat. Als bewys daarvoor hebt u hier dat pot lood, dat zij, in haar zenuwachtige haast, op den grond liet vallen; omdat het zoo klein was, viel het niet in 't oog, en zoo is het ding mot het veegsel terecht gekomen in de kist, die in de keuken staat en waar uit ik het heb opgevischt. Zoo sprekende haalde Roch een zeer dun er stomp potloodje te voorschijn en leg de het voor Kronberg op de tafel. Kronberg was niet weinig verbaasd. Juist zooaLs u onmiddelijk vermoed hebt, mijnheer Roch: kort en stomp. Hij nam het potlood in de hand; 't was hem als raakte hij iets levends aan, iets van „haar"; in bittere nood hadden haar vingers het stukje potlood omklemd en 't had geholpen om hem de smeekende waar schuwing te zenden. En hy bekeek het lee- lijke, zwartgelakte stompje met teederen, ietwat onnoozelen blik.... Roch sloeg hem glimlachend gade. U is een zonderling mensch, dokter! Kronberg kwam weer tot zichzelf. Waarom? vroeg hij. Door een onnoozel blaadje papier laat u zich heelemaal van streek brengen. Dui zend kreten om hulp dringen uit bedelbrie ven, uit aankondigingen in de bladen, uit de gerechtszaal en op straat tot ons door en wij trekken ons daarvan niets aan en gaan onverschillig onzen weg.... Maar in u leeft en werkt een kreet om hulp als een magische kracht. Ja, ik ken mij-zelven niet meer. Maar, vertel verder. Hebt u 't boek, waaruit men het schutblad heeft gescheurd, gevon den? Neen, dat spreekt vanzelf. Die Strel ler is een geraffineerde schurk. Hij heeft 't boek tijdig laten verdwijnen. Niettegen staande dat weet ik, wat voor een boek het was: het derde deel van een ietwat ver ouderd, uit vijf deelen bestaand botanisch werk van Edward Home, verschenen by Clifford and Son. Maar, hoe is dat mogelijk? Hoe kunt u dat weten? Geen kunststuk! Op de boekenplan ken in de eetkamer stonden het eerste, het tweede en het vijfde deel, en op het nacht tafeltje van Streller lag het vierde. Het derde deel ontbreekt en is heel zeker dat, waaruit de jonge dame het schutblad heeft gescheurd. De voorzichtige Streller heeft het toen verbrand, althans op de een of andere manier onvindbaar gemaakt Het verdere verloop stel ik mij voor als volgt: Door het openen van 't venster werd de aandacht getrokken van van Straller en zijn vrouw, die waarschijnlijk in de eetkamer waren; zy ijlden naar de slaapkamer en trokken het meisje weg van 't venster, dat zy onmiddellijk sloten. Daarbij bleef aan het gordijn dit haar hangen, dat ik bemerkte in een plooi en na tuurlijk heb meegenomen, 't Is van het meisje; dat lijdt geen twijfel Een zijde achtige, glimmende, blonde vrouwenhaar! Kronberg's vingers beefden.... 't Was de eerste groet van haar, die hij moest redden! Ik moet, ik wil. ik zal u vinden! prevelde hy. Roch keek hem bezorgd aan. Dokter, mag ik u een raad geven? Mij? Ja, u.... Trek u onmiddellijk terug uit dit avontuur; het neemt u al te zeer in beslag en u zoudt vreeselijk teleurgesteld kunnen worden. Kronberg werd rood. Neen, nooit!.... Ik kan niet meer.... ik heb nooit liefgehad.... en nu.... Nu houdt u mischien van een hersen schim! Roch sprak koel, zelfs streng, en 't hart van den jongen geleerde sidderde. Ja, het was dwaasheid, louter dwaasheid, krank zinnigenwerk! En toch hy perste de tanden opeen: Vertel verder, mijnheer Roch. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 16