Het Blad Papier
De laatste hand wordt gelegd aan den
kostbaren ring, dien de nieuwgekozen
Paus zal dragen. Slechts de naam
moet nog gegraveerd worden
H. K. H. Prinses Juliana en Z. IC H. Prins Bernhard behoorden tot de belangstellende toeschouwers tijdens den Zon
dag te Grindelwald gehouden gecostumeerden optocht De Prins filmde menig aardig tafreeltje
Het verblijf van het Prinselijk gezin te Grindelwald. Vol belangstelling volgt
H. K. H. Prinses Beatrix, in den kinderwagen gezeten, alles wat rondom haar gebeurt
De begrafenis der twaalf slachtoffers van het mijnongeluk te Montceau-les-mines in Frankrijk heeft onder
zeer groote belangstelling plaats gehad. Een overzicht tijdens de droeve plechtigheid
In Amsterdam-Noord zijn Maandagavond uitgebreide luchtbeschermings
oefeningen gehouden. De manschappen bij hun arbeid
Het hotel de .Hirschen" te Hondrich in Zwitserland, waar H. M.
de Koningin thans vertoeft
FEUILLETON
door
W. WANIEK.
(Nadruk verboden).
-
Nu hebt u al mijn kamers gezien, zei
Streller, wilt u misschien ook de keuken
en de bergplaatsgen bezichtigen?
In een hoek van de keuken stond een
groote kist, waarin allerlei afval en veeg
sel werden geborgen.
Roch wendde zich tot Streller:
U zult wel goedvinden, dat ik ook de
ze kist onderzoek. Ik zal er alles weer in
doen.
Geneer u niet, mijnheer!
Roch ledigde de kist tot op den bodem en
begon in den rommel, die nu op den vloer
lag, te wielen. Na verloop van eenige mi
nuten had hij ook dat onderzoek ten einde
gebracht; hij wierp alles terug in de kist
en mompelde nog al luid: „Ook hier niets!"
Toen wendde hij zich opnieuw tot Strel
ler en ging voort:
Zoo, ik ben klaar. Wil het ons niet
euvel duiden, dat we u zooveel last heb
ben aangedaan.
Gij behoeft u niet te verontschuldi
gen, mijnheer.
Intusschen was ook de inspecteur gereed
gekomen.
U beschikt toch zeker over een zol
der en een kelder? vroeg hij aan Streller.
Wees zoo goed, ons ook daar heen te bren
gen.
Met genoegen.
Streller nam <ae sleutels en leidde de hee-
ren eerst naar den zolder, waar alles
vruchteloos werd doorsnuffeld, en vervol
gens ïaar den kelder, die heelemaal leeg
was.
Teleurgesteld namen zij afscheid van
Streller en verlieten het huis.
Wel, mijnheer Roch, wat zegt u nu?
begon de inspecteur.
Dat we nifts gevonden hebben, ant
woordde de detective lachend.
Ik had dus gelijk, toen ik de meening
uitdrukte, dat alles maar een grap was.
Ja. dat begin ik nu zelf te gelooven.
U bezit in dergelijke zaken méér ondervin
ding dan ik.
Och, dwalen is mensohelij'k, zei de in
specteur, terwijil hij Roch familiair een tikje
op den schouder gaf.
Roch glimlache en reikte Holding de
hand tot afscheid.
Ik ben u in ieder geval dankbaar voor
de moeite, die u zioh hebt getroost, zei hij
nog.
Ik heb eenvoudig mijn plicht gedaan.
De inspecteur verwijderde zich, stapte
met zijn beambten in de auo en reed weg
Roch keek hem glimlachend na.
Kronberg was zeer ontmoedigd en vroeg
nu den detective:
U wilt dus werkelijk de zaak opge
ven?
Opgeven? Ik denk er niet aan! Eerst
nu beginnen wjj voorgoed.
Maar u hebt immers den inspecteur
gezegd, dat....
Daarvoor had ik hijn redenen; ik zal
u dat later uitleggen. Maar ik heb van dezen
morgen 5 uur af niets meer gegeten, en nu
is het 2 uur geworden. Ik heb verschrikke-
lijken honger. Met uw welnemen zullen wij
samen lunchen; ik zal u dan aan tafel alles
vertellen.
Uitstekend! Met veel genoegen neem
ik uw voorstel aan.
V.
Tijdens de middaguren was in de straten
van Weenen het verkeer zeer druk. De kille
Novemberzon gluurde mistroostig door den
rook en het stof. Dr. Kronberg en Roch lie
ten zich door de koude en de drukte geen
schrik aanjagen en vonden weldra een be
ha gelijk onderkomen in een der beste res
taurants van de stad.
Daar kreeg Kronberg een tikje op den
arm, en een vroolijke stem liet zich hooren:
Schaam u, dokter! Op straat is u blind,
en gisteren hebt u zelfs mijn thee vergeten!
Kronberg bleef staan en keek in het op
geruimd gezicht van een jonge dame, met
wie hij eenige maanden geleden op een
avondpartijtje kennis had gemaakt.
Lene Barbisch was de dochter van den
rector der universiteit; Kronberg had in
haar vroolijk gebabbel veel behagen gevon
den en 't haar ook getoond, want haar aan
gename, muzikale stem babbelde over aller
lei bagatellen en redeneerde zelfs geestig.
Menschen, die zwaar met 't hoofd werken,
houden wel van het type-Lene Barbisch, dat
hun voor een paar uren de slavernij van
den arbeid doet vergeten
Zoo was het ook met Kronberg gegaan,
en de uitnoodiging had hem waarlijk ver
heugd en nu had hij ze doodeenvoudig
vergeten!
Beschaamd stond hij voor de jonge dame,
zoekend naar een passende verontschuldi
ging; maar Lene liet hem zelfs niet aan het
woord komen:
Praatjes helpen niet, dokter. Heb ik
niet een zeer geleerden papa, die een paar
dagen geleden met een bruinen en een
zwarten schoen college wilde gaan geven?
Kronberg moest wel glimlachen.
Dus vergeeft u mij. juffrouw Barbisch?
Daarvoor zijn wij, wrouwen op de we
reld. Ik schenk u vergiffenis; maar nu moet
u mij vergezellen; ik heb eenige boodschap
pen te doen.
Kronberg stond een oogenblk besluite
loos; Roch hielp hem uit de verlegenheid.
Wij kunnen over een half uur elkaar
ontmoeten in het restaurant „Deutsches
Haus"; ik zal daar intusohen dineeren.
Goed, ik kom zeker, antwoordde Kron
berg snel.
Roch nam beleefd den hoed af en liet
Kronberg alleen met 't jonge meisje.
Wie is die heer? was Lene's eerste
vraag.
Een kennis, antwoordde Kronberg ver
strooid.
Hij was inwendig boos over dat inter
mezzo en brandde van verlangen naar
Roch's mededeelingen aangaande zijn ont
dekkingen bij de huiszoeking.
Een kennis? Ja, dat heb ik gezien! zei
Lene ietwat ongeduldig.
Hij heet Karl Rooh.
Welke faculteit?
=- Er zjjn toch menschen genoeg, die niet
op een universiteit zijn gevormd.
Dat klonk nogal nerveus.
Lene keek hem net bijster vriendelijk aan.
U is vandwaag verbazend goed ge
luimd!
Pardon.... ik ben onbeleefd geweest;
maar.
Wat bezwaart u, dokter?
Dat kan ik u nie zoo gemakkelijk ver
tillen: ik heb iets zonderlings beleefd.
Dat u alles doet vergeten!
Ja.
Len'e Barbisch begreep eindelijk, dat haar
gevraag Kronberg onaangenaam was en
plotseling kwam er een gewaarwording van
jaloezie over haar. Dat zonderling iets hield
zeker verband met de een of andere vrouw.
En 't moest geen bagatel zijn geweest, want
dokter Kronberg had zelfs hare uitnoodi
ging vergeten! En hij vond zelfs geen woor
den om zich te verontschuldigen!
Lene bleef bij een handschoenwinkel
st«an en keek op de klok.
U is in ongenade gevallen, dokter, en
moogt uws weegs gaan. Spoed u. anders
k.mt u te laat op uw rendez-vous in het
„Deutsches Haus". Goeden dag.
En zonder Kronberg's repliek af te wach
ten trad zij den winkel binnen en liet hem,
ittwat verbluft, op straat staan.
En plotseling ontwaakte nu Kronberg
uj* zijn fantastische droomen van de laatste
dagen; hij begreep zichzelf niet meer. Een
dv eeper was hij nooit geweest; steeds had
zijn leven den volkomen regelmatigen
loop van een met zorg onderhouden uur-
v.erk gehad. Hij was niet gesteld op ver
rassingen en nu stond hij, de anders zoo
kalme man, in het middelpunt van een
vreemdsoortig avontuur, waarbij het om
Ifen en dood ging; hij stelde vurig belang
in een wezen, dat hij misschien nimmer te
zien zou krijgen, en welks aanblik hem
bittere teleurstelling kon bereiden. Was
hij krankzinnig?
(Wordt vervolgd).