TROEPENPARADE TE BARCELONA. - i Imm Het Blad Papier ®e£cicbcHe6ou4omt Mis* '.|*'v - i De voorbereidingen voor het Conclaaf te Rome De telefoonlijnen, die het gedeelte van het Vaticaan, waar het Conclaaf gehouden zal worden, met de buitenwereld verbinden, worden afgesneden De Delftsche Poort te.Rotterdam gaat verhuizen. Met den afbraak is een aanvang gemaakt Het gevaarte in de steigers Over de hindernis. Een fraai snapshot Qe kunstschilder Arthur Briët is op van paard en berijder tijdens de 72-jarigen leeftijd te Nunspeet over- steeplechase, welke te Newbury (Eng leden is gehouden Bij zijn aankomst op Schiphol werd de Fransche minister van Onderwijs, Jean Zay, Vrijdag verwelkomd door minister prof. dr. Slotemaker de Bruine FEUILLETON door j, W. WANIEK. (Nadruk vérboden). 4- y Wie van die menschen is, naar uw meening, Jonathans Holder? Weer een glimlachje van den detective. Ik heb mij nog geen meening ge vormd, antwoordde nij. Dat zou voorbarig zijn geweest en geenszins bevorderlijk voor een objectieve beoordeeling. De historie met die nicht van Brendel lijkt me zeer verdacht. Opvallend is ze in ieder geval. Dat wil ik u oogenblikkelijk toege ven. Toch geloof ik, dat hij onze man niet is Een uurtje geleden ben ik in zijn winkel geweest en heb er eenige kleinigheden ge kocht. Ik had 't zóó weten aan te leggen, dat ik hemzelf te spreken kreeg, en hij heeft een zeer goeden indruk op mij ge maakt. Trouwens, wij zullen verder zien; ik verwacht reeds morgen een telegram uit Boedapest ovei die nicht. Zou men intusschen in de drie door u genoemde appartementen niet een huis zoeking kunnen doen? Daar we voor het oogenblik geen po sitieve argumenten kunnen aanvoeren, ge loof ik niet, dat de politie daartoe bereid zou zijn .Trouwens, misschien zullen we spoedig méér te weten komen, want als ik me niet vergis, he .-ben wij bezoek van mijn helper Sichel, die ik met de bewaking heb belast. Het scherp gehoor van .den detective had zich niet vergist, want eenige seconden la ter werd er geklopt. Binnen, riep Karl Roch. Een man van vier of vijf en twintig jaar verscheen op de drempel; zijn gezicht was rood van de kou. De detective wees hem een stoel aan, en vroeg: Wel, hoe staan de zaken? Breng je nieuws? Tot mijn spijt, niet veel. Mandler is het zeker niet. Waarom? Collega Lutze heeft zich met zijn be waking belast en is hem naar het koffie huis gevolgd. Daar bleef hij in zijn on middellijke nabijheid. Mandler vertegen woordigt een paar te Leipzig gevestigde firma's, o.a. een groothandel in pelswaren. Lutze deed zich als kooper voor, en be weerde, een flinke partij te willen koopen. Mandler toonde hem eenige stalen, die Lut ze echter afwees als niet geschikt voor hem. Ook op Mandler's aanbod, hem mor gen andere stalen voor te leggen, ging Lut ze niet in, onder voorwendsel, dat hij de artikelen in kwestie dringend noodig had en dus niet kon wachten. Toen werd hij door Mandler uitgenoodigd, mee te gaan naar diens woning, waar hij onmiddellijk andere stalen kon zien. Daamee was Lutze het natuurlijk eens. Hij ging mee naar de Lindenstrasse en wist het zoo aan te leg gen, dat hij geheel het appartement, het bestaat trouwens slechts uit twee ka mers en een keuken, behoorlijk kon zien. Naar hij mij verzekerde kan de per soon, die u wilt opsporen, daar onmogelijk zijn. Goed, dat zullen wij voorloopig aan nemen Wat Streller betreft, ging Sichel voort, die is tegen 4 uur weer uitgegaan. In de Bariahilferstrasse trof hij een man van on geveer 30 jaar, onberispelijk gekleed en met een donkeren baard.... Een toevallige ontmoeting? Weinlich, die hem in 't oog hield, had den indruk, dat zij toevallig was. Beide personen gingen de Mariahilferstrasse ver der in. Weinlich was dicht achter hen, maar kon, daar zij fluisterend spraken, niets bij zonders hooren. Op den hoek van de Neu- baugasse namen zij afscheid van elkaar. Streller ging links de Neubaugasse in, ter wijl de onbekende zijn weg in de Mariahil ferstrasse voortzette. Weinlich besloot, den onbekende te volgen. Dat was verstandig van hem. Zoo kwam hij met dien persoon in de nabijheid van de Babenbergerstrasse. Daar was het vreeselijk druk, want de politie •had een oogenblik tevoren den beruchten zakkenroller Lukeri Toni gearresteerd. Ten gevolge van 't gedrang verloor hij hem uit het oog, en hij kon geen spoor meer van hem ontdekken Dat is erg! Ja; en dat het Weinlich verschrikke lijk speet, behoef ik wel niet te zeggen. Kwart voor zes is Streller w eer naar huis gegaan. Hoe laat heeft dit ontmoeting met den onbekende plaats gehad? 't Was zoo wat 5 uur. Dat is alles, Sichel? Alles.... Kronberg gevoelde zich teleurgesteld. Maakten de opsporingen zoo weinig vorde ringen, dan kon de arme Maud Kandrun al lang uit den weg zijn geruimd vóórdat men met zekerheid iets wist aangaande haar verblijf. 't Was iets zonderlings, iets onverklaar baars, dat hem in de war bracht, angst aan joeg en niettemin tot op zekere hoogte ge lukkig maakte. Een vrouw was plotseling in'zijn levens kring ge,treden, een vrouw, wier liet hij zich met hevigheid aantrok. Zijn verbeel ding, zijn hart, zijn verstand, werkten koortsig en voor zijn geestesoog was een beeld opgerezen - haar beeld? dat voor hem het summum was van al wat schoon en lieflijk was. En dat visioen zag hij zóó sterk, dat hij werd aangegrepen door een onuitsprekelij ke teederheid voor dat blonde schepsel met de donkere oogen, het schepsel zijner droo- ohen, dat met vreeselijken angst de fijne handen naar hem uitstak en om hulp smeekte. Roch scheen te begrijpen, wat er in de ziel van zijn cliënt omging; hij zweeg.... Eerst toen dr. Kronberg zich verward en verlegen met de hand over het voorhoofd streek, zei Roch eenvoudig: Laten wij hopen op morgen... IV. Robert Kronberg was een bekend geleer de, die geen officieel ambt bekleedde. Acht maanden tevoren had hij een biologisch werk van grooten omvang het licht doen zien, dat in de wetenschappelijke wereld groot opzien baarde, en op grond waarvan •hem een professoraat aan een beroemde Duitsche universiteit werd aangeboden. Maar Kronberg bezat een aanzienlijk ver mogen en had geen lust om een gecWlte van zijn persoonlijke vrijheid ten offer te brengen: hij had het eervol aanbod afge wezen en was te Weenen gebleven. Na de groote spannine en de hevige op gewondenheid van den vorige dag gevoel de hij zich 's morgens weer klam genoeg om aan een nieuw werk te arbeiden. Om zeven uur zat hij reeds aan zijn schrijftafel en hij was voldaan, omdat hij er in was geslaagd, een zeer moeilijk vraag stuk, dat hem reeds lang had beziggehou den tot oplosing te brengen. Tegen 11 uur trad zijn bediende de ka mer binnen en overhandigde heb een naam kaartje. Ik had je toch gezegd, dat ik voor nie mand te spreken ben! De vreemde heer zei, dat de zaak van 't allerhoogste gewicht is, verontschuldig de zich de bediende. Kronberg wierp een blik op het kaartje. Karl Roch! Laat dien heer onmiddel lijk binnen. Plotseling was zijn werk vergeten; het lot van het vreemde meisje nam zijn den ken en voelen weer geheel in beslag. Een minuut later stond Karl Roch voor hem: Excuseer, dat ik u stoor bij uw werk, maar de zaak, waarvoor ik kom, duldt geen uitstel. Ik hoop, dat ik dien Jonathan Hol der op het spoor ben. Mocht dat waar zijn! riep Kronberg uit. Dan komen wij misschien nog niet te laat. Waarschijnlijk is Jonathan de z.g. „Streller" op nr. 26. Gisteravond reeds had ik vermoedens tegen hem. Gisteravond reeds? *lgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9