Christus en Zijn eerste Paus
Was Petrus deze benoeming waardig?
ti ezoo,
nu eerst D.E. in de pijp f
DOUWE EGBERTS
BUITENLAND
Hoelang leeft hef
nieuwe kabinet?
De erkenning van
Parijs en Londen
Felle anti-Duitsehe
betooging
ZATERDAG 25 FEBRUARI 1939
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Dat is zoo Vaders vaste gezegde, als hij 's avonds
in „de zorg" gaat zitten. Voor hem is het toppunt van
huiselijkheid, dat rustige uurtje met D.E. in de pijp!
ZcAte, FRIESCHE HEEREN-BAAI EN BAAI-TABAK
Meening
van
Protestanten
Het opperherderschap of, om een
naam te gebruiken, die reeds vele eeuwen
in zwang is gekomen het Pausschap van
den Apostel Petrus wordt door de „anders
denkenden" ontkend, ofschoon voor een on-
bevooroordeelden lezer Christus' eerste
Pauskeuze niet kan worden misverstaan.
Voor een onbevooroordeelden lezer
want terecht schreef Pater Felix Otten in
„Het Schild" (Jrg. 16, p. 47): „Er mag nu
eenmaal geen Paus zijn en daarom is er
ook geen primaat van Petrus".
In een vorig artikel haalden we de drie
klemmende bijbel-teksten aan (Matth. XVI:
13-20, Lucas XXII: 31-38, Joan. XXI: 15-20),
waarop het primaatschap van Petrus is ge
grondvest, onwankelbaar voor alle eeuwen.
Het was nauwelijks noodig, deze teksten
van toelichting te voorzien. Het verwondert
ons altijd, dat deProtestanten, die toch
evenals wij een groote eerbied voor de H.
Schrift hebben, naar hun vooropgezette
meening in de woorden van Christus een
bedoeling leggen, welke in die woorden zélf
niet ligt uitgedrukt niet alleen als het
gaat om het Pausschap van Petrus, maar
b.v. ook bij de instelling van het H .Sacra
ment des Altaars. Wanneer men in het da-
gelijksch leven volgens deze methode te
werk ging, zou ieder gesprek, en zeker
iedere overeenkomst ondoenlijk worden.
„Ik heb dat wel beloofd, maar ik bedoel
de....". Op die manier maakt men het
klinkt wel hard, maar het is toch zoo aan
Christus het spreken onmogelijk.
De V r ij z i n n i g e Protestanten erken
nen grif, dat volgens de vermelde Bijbel
citaten Christus aan Petrus alle bevoegd
heden van het opperherderschap heeft ver
leend doch juich niet te snel! zij be
weren, dat Christus deze woorden nooit of
te nimmer heeft gesproken! Deze teksten
zouden, geheel of grootendeels, later aan
den Bijbel zijn toegevoegd. Het zouden dus
vervalschingen zijn. Nu kan dit wel be
weerd worden men heeft ook beweerd,
dat Christus nooit bestaan heeft! maar
b e w ij z e n is een tweede. En die bewijzen
ontbreken. Van vrijzinnige zijde zijn trou
wens de laatste halve eeuw zooveel losse
veronderstellingen geopperd, die de een na
de ander, moesten wijken voor de weten
schappelijke critiek (dikwijls uit hun eigen
kamp), dat wij ons niet ongerust behoeven
te maken over de nieuwste of over toekom
stige beweringen.
Wij zouden deze vrijzinnige stem dan ook
niet het woord hebben verleend, indien
haar opinie niet keurig bevestigde, dat de
drie genoemde Bijbelteksten duidelijk den
Apostel Petrus stempelen tot opperhoofd
der Kerk.
Dat de andersdenkenden de figuur van
Petrus geheel onwaardig vinden voor zulk
een uitverkiezing, zou ongetwijfeld door
hemzelf worden beaamd. „Ga wag van mij,
Heer, want ik ben een zondig mensch" (Lu
cas V:8).
Maar onjuist, en ook hoogst onlogisch
Is het, uit het feit, dat Petrus meermalen
door den Heiland „op de vingers werd ge
tikt", te concludeeren, dat zijn uitverkie
zing onmogelijk waar kan zijn.
Petrus was een onstuimige, hartelijke na
tuur, die als geen der andere Apostelen zijn
Meester heeft bemind. Hij is tweemaal voor
Hem in 't water gesprongen, en een keer
bijna verdronken; hij, en hij alleen trok zijn
zwaard in de Hof van Olijven om Christus
te verdedigen. Als Christus hem de voeten
wil wasschen, verzet Petrus zich zeer be
slist, maar als de Zaligmaker hem ver
maant, slaat hij tot andere uiterste over:
„Heer, niet alleen mijn voeten, maar ook
mijn handen en mijn hoofd".
De verloochening in het paleis van Pilatus
was een treurig gevolg van zijn heftig voor
nemen, Christus niet in den steek te laten
ofschoon de Zaligmaker hem gewaar
schuwd had.
Toen Christus voor de eerste maal aan de
apostelen mededeelde, dat Hij ging lijden
en sterven, trok Petrus Hem ter zijde en
begon Hem tegen te spreken: „Dat nooit,
Heer, zoo iets zal U niet overkomen". Maar
Hij keerde zich om, en zei tot Petrus: Ga
weg van Mij, satan; ge zijt Mij een erger
nis, want ge zijt niet bedacht op wat God
wil, maar alleen op wat de menschen wil
len (Matth. XVI:22-24).
Het is vooral deze vermaning, die som
mige Protestantsche bijbelverklaarders Pe
trus vreeselijk zwaar aanrekenen
Christus deed dat echter niet, want:
„Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jaco
bus en Joannes, zijn broer alléén met zich
mee en bracht ze op een hoogen berg"
(Matth. XVII:1). Daar vertoonde Hij zich
voor hun oogen in de lichtende schoonheid
zijner goddelijkheid. „Zijn aangezicht schit
terde als de zon en zijn kleederen werden
wit als sneeuw. En zie, vlozes en Elias ver
schenen hun, en spraken met Hem".
Petrus kwam met een voorstel, dat weer
getuigt van zijn onbevangen hartelijkheid:
„Heer, het is ons goed hier te zijn; zoo Gij
wilt, zal ik hier drie tenten opslaan: één
voor U, één voor Mozes en én voor Elias".
Wel verre van Petrus om zijn onstuimige
vriendschap te laken, heeft Christus her
haaldelijk getoond, deze verknochtheid te
apprecieeren. Bij zijn bezoek aan Caphar-
naum kwam Hij in het huis van Petrus en
genas diens schoonmoeder (Matth. VIII: 14,
15), Hij leeraarde in de boot van Petrus
(Lucas V:3)) en zei tot hem: „Vrees niet;
van nu af zult ge menschen vangen" (Luc.
V:10); Hij bezorgt hem op wonderbare wijze
een „stater" om de tempel-belasting te be
talen (Matth. XVII:26), stelt hem aan tot
hoofd en herder van Zijn Kerk (zie teksten
vorig artikel), neemt alleen hem en twee
anderen mede in de Hof van Olijven, be
klaagt zich alleen tegenover Petrus, dat zij
van vermoeienis in slaap gevallen waren:
„Simon, slaapt ge? Kunt ge dan niet één
uur met Mjj waken?" (Marcus XIV:37); na
Zijn verrijzenis verschijnt Christus, van
alle apostelen, het eerst aan Petrus (Lucas
XXIV:34, I Corinthen XV:5) en benoemt
hem tenslotte tot opperhoofd der Kerk
(Joann. XXI:20).
Hiermede is, dunkt ons, wel klaar en dui-
♦delijk aangetoond, dat Petrus ondanks
zijn fouten, die wij „les déiauts de ses qua
lités" zouden kannen noemen, zich in de
bizondere vriendschap en genegenheid van
den Zaligmaker mocht verblijden. Ook de
Apostelen, zonder uitzondering, hebben Pe
trus de vereering gegeven, die hem als
Herder der kudde toekwam.
Wij meenden echter goed te doen, alvo
rens hem te schetsen temidden van de
„broeders", Petrus te laten zien als de bi
zondere vriend van Christus, die hem en
kele male moest berispen, doch niettemin
dezen heerlijk-voortvarenden, nederigen en
hartelijken man aanstelde tot Zijn eersten
Plaatsbekleeder.
Op een „getuigenis-avond", onlangs in
de Marekerk te I e i d e n, zeide ds. Bos,
Ned. Herv. predikant: „Zou Jezus nu wer
kelijk dezen man even te voren verleend
hebben het primaat over de geheele Kerk
op aarde en tevens aan allen die zijn op
volgers zouden heeten? Dat is toch al te
dwaas" (p. 97). Het verslag van dezt getui
genis-avonden, onder den gezamenlijken
titel „Protestantsch getuigenis inzake
Roomsche dwaling", kwam te laat in ons
bezit, om nog in dit artikel besproken te
kunnen worden. Wij komen er echter op
terug.
Buitenlandsche Berichten
MOGALL TERECHTGESTELD.
Mogall, die ter dood veroordeeld was
wegens ontvoering van Skeegie Cash, is
gisteren te Raiford (Florida) terechtge
steld.
BOM ONTPLOFT IN VRACHTAUTO.
Te Aberdeen is gisteren een bom ont
ploft, welke gelegd was in een vracht
auto, onder de zitplaats van den bestuur
der. De chauffeur werd uit den wagen ge
slingerd, doch niettegenstaande het ge
heele voorgedeelte van de auto vernield
werd, liep hij slechts lichte verwondin
gen op.
NOORDERLICHT.
Gisteravond is gedurende verscheidene
uren in Engeland het Noorderlicht waar
genomen. Te Londen kon men tengevolge
van de bewolking eerst laat van dit prach
tige schouwspel genieten.
EEN NIEUWE DALAI LAMA TE
VERWACHTEN?
De Chineesche minister-president, dr.
Koeng, heeft in den politieken volksraad
aangekondigd, dat de veertiende Dalai
Lama binnenkort bekend zal zijn. Men
heeft vastgesteld, dat op het oogenblik
van overlijden van den dertienden Dalai
Lama twee jongens geboren zijn, van wie
een op bevel, der Chineesche regeering
uit de provincie Kokonor naar Lahsa ge
bracht is. Daar zal tusschen beide jon
gens het lot geworpen worden, onder toe
zicht van generaal Woe-Tsjoeng-Hsin,
voorzitter van de commissie voor Tibet,
en den regent van Tibet, Jechen Hoe-
toetsjoe, „den levenden Boeddha".
BELGIË
IN IEDER GEVAL TOT 28 FEBRUARI.
De stemming uitgesteld.
De Belgische Kamer heeft gistermiddag
de beraadslagingen voortgezet over de re-
geeringsverklaring. De heer Spaak, de
gewezen premier, maakte een toespeling
op de bedoeling van de regeering, de sa
larissen en pensioenen van de staatsamb
tenaren met 5 pet. te verminderen, door
de regeering te vragen geen deflatiepoli-
ties te voeren. De socialistische partij zou
dan het regeeringsprogram kunnen steu
nen en haar medewerking voortzetten.
In zijn antwoord verklaarde Pierlot, dat
de korting op 1 April zou moeten ingaan.
Indien de toestand beter is dan wij ge-
lou\ en, zullen wij direct de noodige maat
regelen nemen. Pierlot sprak de hoop uit,
op de medewerking der socialisten te mo
gen rekenen. De zitting werd hierna ge
schorst om de fracties gelegenheid te ge
ven tot onderlinge besprekingen.
De socialistische Kamergroep heeft be
sloten, bij de stemming over de motie van
verti ouwen in de regeering tegen te
stemme.
De Kamer heeft daarop besloten, met
109 tegen 47 stemmen, om de stemming
over di- regeeringsverklaring van het ka
binet-Pierlot uit te stellen tot 28 Februari.
Ook dc socialisten keurden deze verda
ging goed.
Wanneer de socialisten bij hun besluit
blijven en de liberalen, die reeds eerder
bekend hebben gemaakt tegen deze re-
geeïing te zijn, ook tegen het kabinet
stemmen, is de val van de regeering-Pier-
lot zeker.
DUITSCHLAND
GOEBBELS PREEKT DE PASSIE.
„Wat willen de democratieën eigenlijk".
Onder het opschrift: „Oorlog in zicht?"
publiceert rijksminister dr. Goebbels in de
Zaterdagseditie van den „Voelkischen
Beobachter" een artikel, waarin hij zijn
meening uiteenzet over de in zekere dee-
len van het buitenland tegen Duitschland
gevoerde campagne.
Wie in deze dagen, zoo schrijft hij, de
buitenlandsche leugen- en opruierspers
doorbladert, zou gemakkelijk op de ge
dachte komen, dat Europa aan den rand
van een nieuwen" wereldoorlog staat.
Wat willen de democratieën eigenlijk?
Zij zijn niet ingegaan op de vredesaan-
biedingen van Hitier, noch verwaardigen
zij zich te discuteeren over de door hem
gestelde bewapeningseischen. De proble
men, die opgelost moesten worden, zijn
opgelost, omdat de innerlijke dynamiek
der Europeesche situatie dat eischte.
De democratieën verklaren, dat haar
volkeren ontzaglijke nationale offers op
zich moeten nemen om haar bewapening
in orde te brengen, opdat zij zich niet ver
der de inbreuken der autoritaire staten
behoeven te laten welgevallen.
Men is dus klaarblijkelijk besloten, de
autoritaire staten op een geschikt lijkend
oogenblik neer te slaan, wanneer die be
wapeningen nog een beteekenis moeten
hebben.
Zelfs het atheistische, aan kerk en re
ligie vijandige, bolsjewisme, zoo beweert
Goebbels verder, gaat broederlijk samen
met de Katholieke Kerk, alleen omdat het
in haar een vijand gelooft te kunnen zien
van de autoritaire staten.
De achter deze opruiing zittende man
nen zijn ons wel bekend. Zij moeten ge
zocht worden in tie kringen van het in
ternationale jodendom, de internationale
vrijmetselarij en het internationale mar
xisme.
FRANKRIJK
Daladier moliveert
zijn besluit
MAANDAG ERKENNING DE JURE
Engeland doet hetzelfde
Herriot heeft gisteren in de Fransche
Kamer, in zijn functie van voorzitter, de
kwestie van de bepaling van een datum
voor de behandeling van de reeds gemelde
interpellatie van de groep der „Fransch-
Spaansche Vriendschap" aan de orde ge
steld.
Minister-president Daladier verzocht
uitstel der behandeling, waarvoor hij de
kwestie van vertrouwen stelde.
„Ik zal", aldus de premier, „den interpel-
lanten duidelijk antwoorden".
Ik ben inderdaad voornemens den
ministerraad Maandag voor te stellen
de regeering van Franco de jure te
erkennen.
Wie gelooft, dat het linksche leger nog
langer dan enkele weken tegenstand zal
kunnen bieden, heeft een andere meening
dan Azana zelf!"
Voortgaande gaf Daladier uitdrukking
aan het medeleven van geheel Frankrijk
met de situatie, waarin president Azana
verkeert. „Azana", aldus spr., „was reeds
lang van meening, dat de strijd hopeloos
was. Hij raadde de regeering van Negrin
aan vrede met generaal Franco te sluiten".
Engeland heeft besloten de volgende
week het bewind van Franco te erken
nen. Wij zullen dus, dank zij de samen
werking met Groot-Brittannië, een po
litiek van edelmoedigheid kunnen voe
ren en waken voor het behoud van de
onafhandelijkheid van Spanje.
Wij ebben groote belangen in Spanje en
mede met het oog op de internationale
ontwikkeling en in het belang van onze
nationale veiligheid moeten wij een ver
tegenwoordiger bij generaal Franco heb
ben"
Het voorstel de interpellatie uit te stel
len, werd vervolgens met 323 tegen 261
stemmen aangenomen waarna de zitting
tot Dinsdag werd verdaagd.
Azana treedt tegelijk met erkenning af
In Spaansche republikeinsche kringen te
Parijs wordt verklaard, dat op den dag,
waarop de Fransche en d Britsche re
geering zullen overgaan tot de erkenning
van de regeering te Burgos, president
Azana zal vertrekken.
Voorts werd gemeld, dat de Mexicaan-
sche regeering generaal Miaja zou hebben
doen weten, dat hij, ingeval hij gedwongen
zou zijn het Spaansche gebied te verlaten,
in Mexico als „eeregast" zou worden ont
vangen.
Dit bericht wordt evenwel van officieele
zijde tegengesproken.
Sabelgerinkel
De „Daily Telegraph" verneemt van
zijn correspondent te Perpignan, dat gene
raal Franco 100.000 man in het veld zal
brengen voor het nieuwe offensief.
De vier Italiaansche divisies zijn daar
onder begrepen. Deze troepenmacht zal
beschikken over 900 vliegtuigen en de Ita
lianen alleen zouden reeds door 150 tanks
gesteund worden.
POLEN
STUDENTEN FULMINEEREN IN POSEN
De studentenorganisaties in Posen heb
ben gistermiddag felle betoogingen tegen
Duitschland gehouden, waarbij zij een re
solutie aannamen, waarin de sluiting ge-
eischt wordt van die Duitsche scholen in
Polen, wier aantal uitgaat boven dat van
de Poolsche scholen in Duitschland.
Een tweede resolutie verklaart, dat de
studenten vastbesloten zijn om met hun
eigen middelen den toegang te ontzeggen
aan de Duitsche studenten tot de universi
teit van Posen.
Zij zullen alle particuliere betrekkingen
met hen verbreken en verklaren, dat zij
niet meer „satisfaktinofaehig" zijn, d.w.z.
dat met hen niet meer geduelleerd mag
worden.
Deze anti-Duitsche studentenbetogin
gen, die de sympathie der bevolking had
den, hebben een ongewoon karakter ge
dragen. Zij duurden verscheidene uren in
verscheidene deelen der stad. Sedert 1936
waren geen anti-Duitsche betoogingen van
dezen omvang voorgekomen. Studenten
van alle partijen van rechts, van het na
tionale kamp van links, hebben er aan
deelgenomen. Heftige kreten werden geuit
tegen de politiek van toenadering tot
Duitschland, zelfs keerde men zich tegen
Beek persoonlijk.
Een student sprak een redevoering uit,
waarin hij o.m zeide: „Duitschland begint
weer een roofzuchtige politiek te voeren.
De schooljeugd is bereid het uniform aan
te trekken en geheel haar plicht te doen'.
Voor de Duitsche ambassade werd ge
schreeuwd: „Weg met Duitschland, weg
met Hitier, weg met de Duitsche hegemo
nie over Europa". Een groep van 500 be-
toogers trok vervolgens naar het gebouw
van den inspecteur-generaal van het le
ger, de woning van maarschalk Smigly
Rydz, schreeuwende: „Vicemaarschalk,
maarschalk, leidt ons naar Dantzig".
De Poolsche bladen hebben strenge in
structies gekregen niets te publiceeren
over de betoogingen, sommige edities zijn
in beslag genomen. Ook de Duitsche krin
gen te Warschau toonen zich zeer gereser
veerd.
Tijdens de studentenbetogingen in Po
sen zijn Duitsche winkels vernield. Twee
Poolsche Duitschers zouden volgens Duit
sche bron gewond zijn.
De aanleiding lag in Dantzig.
De aanleidende oorzaak van deze relle
tjes moet blijkbaar gezocht worden in de
uitsluiting van Poolsche studenten van de
polytechnischeschool te Dantzig.
He agentschap Pat meldt hierover het
volgende:
„Na een conflict tusschen de Poolsche en
de Duitsche studenten aan de polytechni
sche school in een café in de Vrije Stad
hebben de Poolsche studenten een protest-
meeting belegd. Duitsche studenten, die
van meening waren, dat de aan het einde
der meeting aangenomen resoluties van
beleedigenden aard waren, hebben de
Poolsche studenten uit de polytechnische
scnool gedreven. De Poolsche studenten-
vereeniging heeft bij den rector een pro
test ingediend. De commissaris generaal
van Polen te Dantzig heeft geprotesteerd
bij den Dantzi^schen Senaat, waarbij hij
eischte, dat de persoonlijke bescherming
der Poolsche studenten door de Dantzig-
sche autoriteiten zou worden verzekerd. De
Dantzigsche Senaat heeft van zijn kant ge
protesteerd tegen de resoluties, die door
de Poolsche studenten waren aangenomen.
HET BEZOEK VAN GRAAF CIANO.
Polen neutraal tegenover Fransch-
Italiaansch conflict?
Uit het feit, dat Gayda en veertien an
dere Italiaansche journalisten den Ita-
liaanschen minister van buitenlandsche za
ken, graaf Ciano, op zijn bezoek aan Polen
vergezellen, blijkt, dat men in Italië veel
belangstelling heeft voor deze reis. In wel
ingelichte kringen verklaart men, dat de
besprekingen van algemeenen aard zullen
zijn, men vermoedt echter sterk, dat Ciano
graag de meening van Beek wil weten
over de Italiaansche aanspraken ten aan
zien van Frankrijk. Naar verluidt zou hij
zelfs de steun van Italië aanbieden voor
de koloniale aanspraken van Polen in ruil
voor de neutraliteit van Polen jegens de
Italiaansche aanspraken. Het schijnt even
wel, dat Beek niet voornemens is de poli
tiek van de „as" te steunen.
Uitgebreide maatregelen zulen worden
genomen voor de persoonlijke veiligheid
van graaf Ciano. Zijn auto zal worden om
ringd door een cordon van motorpolitie. In
verband met de studenten-betoogingen van
gisteren zal de bewaking nog verscherpt
werden.
Havas voegt hieraan toe, dat men ln
Poolsche kringen den indruk wil vermij
den, dat Polen de „as"-politiek zou steu
nen. Men verklaart, dat de reis van graaf
Ciano een antwoord is op de reis van Beek
naar Rome, aan den vooravond van de
Anschluss en dat de vriendschap tusschen
Polen en Italië zeer oud is en dat het be
zoek, in het kader van de bilaterale betrek
kingen tusschen beide landen, tegen nie
mand is gericht. Wat betreft de betrekkin
gen tusschen Frankrijk en Italië wijst men
erop, dat Polen,, dat bevriend is met Ita
lië, de bondgenoot van Frankrijk i^ en
strikt neutraal blijft. Polen hoopt, dat men
niet zijn toevlucht tot geweld zal nemen.
Men herinnert eraan, dat minister Beek
onlangs heeft verklaard, dat de Middel-
landsche Zee ver van Polen verwijderd is
en dit land niet direct aangaat.