DINSDAG 21 FEBRUARI 1939 DE LEWSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DE EERSTE DAG VAN DE BEGROOTING BEGINT. Algemeene beschouwingen door den heer v. Eek geopend. De heer - v. ECK (S.D.A.P.) opent als gewoonlijk de algemeene beschouwingen. Spr. constateert dat de tijden buitenge woon slecht zijn en dat alles gedaan moet worden, wat kan gedaan worden, om den ;icod te lenigen, speciaal van de werkloo zen en van hen, die niet genoeg verdienen kunnen om in hun behoeften te voorzien. De politiek van de raadsleden wordt over het algemeen beheerscht door de economische omstandigheden. Ons gebied is beperkt tot de stad Leiden, maar dat mag ons niet beletten den aandrang uit te oefenen op de regeering ter verbetering van toestanden, die ook elders gelden. In dit verband verdedigt spr. de politiek van petitionneeren. Voorts komt spreker op het deel-, nemen der soc. dem. aai. het dagelij ksch bestuur van de gemeente. Spr. vindt de opmerking, dat de soc. dem. sindsdien zijn omgedraaid, vrij kinderlijk. Hoe kan een partij dezelfde politiek voeren als oppo sitie en als regeeringspartij. Als regeerings- partij kan men niet uitsluitend rekening meer houden met het partijbelang, wat men als oppositie-partij wel kan. Daar bij moet men rekening houden met de veel moeilijker geworden omstandigheden. Wij zijn tevreden met de resultaten, welke onze wethouders in samenwerking met de andere leden van het College van B. en W. hebben bereikt. De taak van den raad moet volgens spr. drieërlei zijn, Spr. noemt nog verschillende bezwaren van het systeem der werkverschaffing, zoo als het werken door personen, die er niet voor geschikt zijn. Slechts wanneer een werk speciaal ten bate van de werkloozen ter hand genomen zou worden, zou spr. geen bezwaar tegen werkverschaffing hebben. Spr. is van meening, dat de bestrijding van de werkloosheid tevens de beste be strijding is van het fascisme. Voorts zegt spr. dat het de taak van den raad moet zijn, op te komen voor de grond wettelijke vrijheidsrt chten. Bij het ver huren van zalen, het benoemen van ambte naren enz. moet men geen rekening hou den met de principieele verschillen. Hierbij verdedigt spr. zijn jaarlijksche motie om het houden van optochten op Zondagnamiddag als regel toe te staan Bij benoemingen mag men niet letten op iemands godsdienstige gezindheid; dat moe+ ook gelden bij com missie-benoemingen. In de commissie van Toezicht voor het Middelbaar Onderwijs zijn met goedvinden van den raad personen van verschillende geestesrichtingen ge kozen. DE VOORZ. zegt, dat de raad de personen gekozen heeft om hun persoon lijke kwaliteiten en niet omwille van hun geestesrichting. De heer v. ECK (S.D.A.P.) ontkent dat. In de Commissie van Toezicht op het gym nasium heeft men echter bezwaar ge maakt tegen een vertegenwoordiging van de Soc. Dem. richting. Toen heette het, dat wij „de politiek" erin wilden halen. Is politiek iets minderwaardigs voor een ge meenteraad? Het spreekt vanzelf, dat de Soc. Dem. raadsfractie de tot standkoming van het socialisme wil bevorderen en daarom streeft de fractie zooveel mogelijk naar de tot standkoming van gemeentelijke instel lingen. In dit verband bepleit spr. invoe ring van medezeggenschap voor het ge meente-personeel en verdedigt hij zijn voorstel om het advies in te winnen van de Alg. Ambtenaren- en Werklieden commissie over de wenschelijkheid en de mogelijkheid van die medezeggenschap. Daarna bepleit spr. het door hem inge diende voorstel in zake de werkzaamheid van de z.g. dienstcommissies, welk voorstel hij nader toelicht. Spr. heeft reeds in 1925 een bepaalden vorm van medezeggenschap-aan-d en-top voorgesteld. B. en W. wachten nog altijd op de concretiseering van deze soort mede zeggenschap, doch dat zal er nooit komen, ■omdat deze niet vast te stellen is. Spr. keert zich vervolgens tegen een al te groot ver schil in salarieering; ambtenaren, die goed ■gehonoreerd worden, behooren niet om bij zondere redenen nog extra beloond te wor den. Spr. komt vervolgens terug op een door den heer Schüller gebezigde uitdrukking, opgenomen in het sectie-verslag en beant woord door B. en W. Het college is boos over de „beschuldiging", dat B. en W. on verschillig zouden staan tegenover de ver traging in den afbouw van het Raadhuis. B. en W. noemen dat een beschuldiging van „ergelijk allooi, waarom zij er niet op in gaan. Namens de fractie protesteert spr. tegen dezen term „allooi", welke'een ze kere minderwaardigheid inhoudt, den raad onwaardig. Ten slotte houdt spreker een phi- lippica tegen het kapitalisme en besluit met een beroep op de Christelijke en de andere partijen tot samenwerking tot heil van de gemeenschap. GEESTELIJKE EN MOREELE HER BEWAPENING IN DE GEMEENTE POLITIEK. De heer W i 1 m e r (R.-K.) heeft zich steeds gehouden aan de grenzen der ge meentelijke politiek. Hij gelooft zich ook thans niet schuldig te maken aan een on geoorloofde grensoverschrijding, indien hij de aandacht vestigt op den oproep van de Koningin tot geestelijke en moreele her bewapening. Ons volk is beu van de exces sen van het partij-wezen, er moet een an dere geest komen in de partijen. Het volk DE BEGROOTINGSDEBATTEN wenscht een staatkundige eenheid boven de bestaande partij-verschillen. Eerlijk heid. vertrouwen en liefde, dat is het de vies van de Koningin, hetwelk spreker ge schilderd zou willen zien in de nieuwe raadszaal. Deze woorden sluiten bestrijding van el kanders afwijkende meening niet uit. Komende tot de gemeentepolitiek, zegt spr. het woord te willen voeren over de houding der S. D. A. P. in verband met het optreden der soc.-democratische wethou ders, bij de indirecte en directe gemeen telijke belastingen, de gemeentelijke steun- verleening en de pogingen tot inperking van de gevolgen der werkloosheid. De S.D.A.P. heeft vroeger steeds geëischt, dat de tarieven omlaag moesten, terwijl zij thans zelfs heeft meegewerkt aan een ver- nooging van de olectriciteitstarieven. Maar vroeger was de S. D. A. P. oppositie-partij, nu is zij bestuurspartij. Dat is een van de excessen der partijen-politiek, welke tegen woordig niet meer worden aanvaard. Spr. waarschuwt daar zoo sterk mogelijk tegen. Willen wij het parlementaire stelsel behou den, dan moet de z.g. oppositie-politiek worden afgeschaft. In 1935 eischte de heer v Eek verlaging der electriciteitstarieven, in 1937 aanvaardde hij zelfs een verhoo ging! De heer v. Eek (S. D. A. P.): De finan ciële toestand was toen ook totaal anders. De heer W ilmer (R.-K.): De toestand was toen even slecht als nu. De heer v. Ec k (S. D. A. P.): Toen had den we nog reserves, die nu zijn opge teerd. De heer W ilmer (R.-K.): Inderdaad, maai het algeheele aspect was toch pre cies hetzelfde. Dé gemeente is gebaat met een zoo weinig mogelijke verzwaring van den belastingdruk en spr. heeft zich ver wonderd over dt meening van een raads lid, dat men niet moet bezuinigen, zoolang het maximum van belastingdruk nog niet is bereikt. Spr. heeft den indruk, dat B en W. meer studie hebben gemaakt van cijfers, dan van den materieelen inhoud van die cijfers. Hij is van meening, dal er nog meer bezuinigd zal moeten worden. De Katholieken hebben hun steun gegeven aan de jongste verhooging van de opcen ten op de personeele belasting, omdat zij geen anderen uitweg zagen. Er is ook in derdaad geen enkel voorstel gedaan om op andere wijze de begrooting sluitend te ma ken. Spreker komt thans op de gemeentelijke steun verleening. De steunbedragen zijn den laatsten tijd verhoogd. Is dat het gevolg van het feit, dat een soc-democraat thans den zetel van wethouder van sociale zaken bekleedt? Spr. heeft waardeering voor diens arbeid, maar de verhooging is het ge volg van de zeer toe te juichen regeerings- maatregelen. De Kath. raadsfractie heeft zich nooit verzet tegen verbetering van het lot der werkloozen, tenzij er maatregelen beraamd werden, waarbij het geld gehaald werd uit de zakken van hen, die het even min konden missen. Spr. denkt hier bijv. aan den schoeiseldienst. Hij betreurt, dat Maatsch. Hulpbetoon de z.g. spaarregeling niet heeft willen aanvaarden. Over de pogingen tot inperking der ge volgen van de werkloosheid, zegt spr., dat ook hij volle waardeering heeft voor maatregelen van gemeentewege tot het' scheppen van nonnale werkgelegenheid en hij spoort aan, op dezen weg voort te gaan. Wat de uitvoering van openbare werken betreft, merkt spr. op, dat er nu niet meer wordt gepresteerd dan toen er nog geen scxdemocratische wethouders waren. De financieele mogelijkheden zijn thans met slechter dan twee of drie jaar geleden, al thans de financieele mogelijkheden van dit oogenblik konden 2 a 3 jaar geleden wor den voorzien. De heer Verweij heeft eens geconstateerd dat het beleid van de soc. democraten niet geleid heeft tot een financieele débacle, zooals voorheen beweerd werd. Dat is niet voorspeld. Albarda heeft voorspeld* dat socialistische wethouders te Leiden een teleurstelling of débacle zouden veroorza ken, omdat zij vroeger gedane voorspiege lingen niet zouden kunnen verwezenlijken. Dat is bewaarheid. Spr. heeft goede verwachtingen van de contactscommissies, die zeer goed werk kunnen verrichten, als zij worden samenge steld door personen, die bekwaam zijn en vier integriteit boven alle verdenking staat. Spr. wil hier opmerken, dat over heidspersonen steeds adviseurs moeten kie zen wier integriteit buiten redelijke ver denking staat; anders loopt hun eigen re putatie gevaar. Wat de kwestie der medezeggenschap be treft, zegt spr. dat er zooveel mogelijk sa menwerking moet zijn tusschen de leiding en het personeel Het voorstel van den heer v. Eek is z.i. af te wijzen, omdat de be grippen daaromtrent nog niet tot rijpheid zijn gekomen. Zoolang het begrip medezeg genschap nog niet concreet is geworden, kan hel inwinnen van advies niet anders lei den dan tot een onvruchtbare discussie. Spr. wijst op de mogelijkheid van een on gedwongen uitwisseling van denkbeelden op net voorgeschreven spreekuur, welke de hoofden van dienst wekelijks aan hun personeel moeten verleenen. Wat het r tüioneeren betreft, herhaalt spr., dat het niet redelijk is, wanneer ge meenteraden gaan adresseern over onder werpen, welke hoogere collegers aangaan, zoodoende wordt de raad een tweede par lement in 't klein. De heer v. Eek heeft aan de andere partijen verweten, dat zij teveel onder invloed van het kapitalisme staan. Het is een bepaal de methode, om in andere pariijen alleen slechts te zien. In de afgeloopen jaren heb ben de rechtsche partijen evenwel in de sociale wetgeving bijv. geweluig veel ge daan om de macht van het kapitalisme in te perken. In de secties heeft spreker er op ge wezen, dat door de politie teveel proces sen-verbaal worden opgemaakt wegens te goeder trouw begane verkeersovertredin gen. De commissaris acht 't aantad proces sen-verbaal daarentegen zelfs te gering. Dat klopt niet, naar 't schijnt, met een vorige bewering, dat ex bij promoties niet gelet wordt op het aantal processen-verbaal, dat dt betrokken agent maakt. Spr. eindigt met de verklaring, dat door de samenwerking tusschen de rechtsche partijen, meermalen getsteund door enkele kleinere partijen, veel is behouden en ver kregen in het belang der gemeente Leiden. PARLEMENTAIRE ARISTOCRATIE. De heer Beekenkamp (A.-R.) ge looft niet, dat men veel winnen zal met te debatteeren over de fouten var het par lementaire stelsel, men moet ze verbete ren, zonder er veel over te praten. Een der fouten is het Tweede Kamertje- spelen in den raad; een andere fout is het verwerpen van voorstellen, omdat ze van de overzijde komen, een derde is het laten zinken van het peil der debatten. Deze drie punten trof spr. in de „Leidsche Cou rant" aan en hij is het daarmee volkomen eens. Er moet op z'n tijd gestreden wor den en beginsel moet tegenover beginsel worden gesteld, maar de debatten dienen op het peil te staan van wat men noemt ..parlementaire aristrocatie". Daarna gaat spr. over tot het maken van enkele opmer kingen over de begrooting. Vooreerst de te late indiening der be grooting; het nadeel daarvan is pas weer gebxekan, toen de verhooging der personee le belasting buiten de begrooting om aan de orde gesteld moest worden. Waarom kan m loeiden niet, wat elders wel moge lijk is? Het antwoord van B. en W. bevre digt spr. niet. Waar een wil is, is een weg. Wat het optreden der soc.-dem. wethouders oetreft, wijst spr. den heer v. Eek erop, dat wanneer de rechterzijde vóór 1935 gevolg had gegeven aan de eischen van de S. D. A. P. toen nog oppositie-partij de fi nancieele positie van Leiden niet minder dan ruineus zou zijn geweest. In 1935 maak te dt S. D. A. P. reclame met het plan v. d. Arbeid, maar de „molen" draait nog altijd niet. Wel is de S. D. A. P. gedraaid. De verdienste van wethouder Verweij is, dat hij rekening gehouden heeft met de fi nancieele mogelijkheden, wat tevens een veroordeeling inhoudt van de demagogie, welke van zekere zijde gevoerd wordt. Wat de overheidsbemoeiing betreft wijst spr. er op, dat die altijd duur moet zijn. Een vorm van bezuiniging ziet spr. in de ■-ïfscnaffing van het gemeentelijk bewaar- schoolonderwijs. Hij zal geen voorstel doen, indien de wethouder van onderwijs deze kwestie in studie wil nemen. Vervolgens komt spr. op de werkloos heidsbestrijding Het blijft hem bevreem den, dat terwijl de werkloosheid achteruit gaat, het steunbedrag blijft stijgen. De maatregelen der regeering die dus toch wel „iets" doet! mogen veel verklaren, zij verklaren niet een uitga ven-stijging met niet minder dan 14 pet. De werkverschaf fing kan het niet zijn, want van de 4301 werkloozen, welke Leiden thans telt, zxjn er slechts 20 werkzaam in werkverschaf fing. Het landelijk gemiddelde is veel hoo- ger en op grond daarvan zouden 1265 Leid sche werkloozen werkzaam moeten zijn. Spr. dringt op meer activiteit aan en ver zoekt de S. D. A. P. haar verzet tegen de werkverschaffing te laten varen. Werken is toch altijd beter dan leegloopen en stem pelen. Dat er ift Leiden zoo weinig geschik te objecten zijn, is een uitvlucht. Spr wijst bijv. op het overwegvraagstuk. Voorts roert spr. de onregelmatigheiden bij de centrale vvtreplaats aan. Van het antwoord van B. en W. zal spr.' houding ten deze afhan gen. Over de door den heer v. Eek bepleite medezeggenschap merkt spr. op, dat de heer v. Eek zijn licht eens moet opsteken in de practijk bij de Arbeiderspers. Wat de voor- steiien-v. Eek inzake de optochten en het verhuren van zalen betreft, zegt spr., dat hij benieuwd is naar de houding van den heer v. Weizen, die tegen 't laatste zal moe ten stemmen als hij de N.S.B. niet wil bin nenhalen. Spr. zegt den heer van Eek zijn medewerking toe bij het opruimen van krotten, zooals de heer Schüller voorstelt. Over de vertraging in de stadhuisbouw maakt spr. de opmerking, dat de heer Schüller een vasthoudend man is, die zich uitslekend heeft georiënteerd over deze vertraging. Hij heeft daarover heel wat te zeggen, doch spi. geeft den heer Schüller der. raad, te denken aan het oude spreek woord, dat de meester zich laat kennen ïoor zelfbeperking. Ten slotte sluit ook spr. zich aan bij den oproep tot geestelijke en moreele her bewapening, waaraan de raad gehoor kan geven door bijv. niet over personen doch slechts over de beginselen te spreken. Dat is een goede stap in de richting van de par lementaire aristocratie. De vergadering wordt verdaagd tot 's avonds 8 uur. AVONDZITTING. DE COMMUNIST AAN HET WOORD. Bij de heropening der zitting is het woord aan den heer v. W e 1 z e n (Comm.), die o.a. verklaard, accoord te gaan met het voorstel-Jongeleen inzake het water van de Zijl. Van verschillende zijde 's aangedrongen op zelfbeperking en op vermijding van die kwesties, welke de algemeene landspolitiek raken. Spr. is het met het laa'ste niet eens. De raad heeft het recht te petitionneeren, al moet men er niet teveel gebruik van maken; overdrijving schaadt. De heer Wilmer heeft beweerd, dat de bevolking beu is van den partijen- strijd. Vliegen afvangerij is een exces, maar overigens mag er gerust strijd zijn over de princiepen. Betreffende de be- drijsftarieven zegt spr., dat deze geregeld moeten worden naar de draagkracht en niet uitsluitend naar de gezinsgrootte. Maar op dit gebied ziet hij de mogelijkheid om tot overeenstemming te komen tus schen de communisten en de Katholieken. (Gelach en geroep: Het begin is er!) Maar san den anderen kant zijn groote verschillen. (Geroep: Hè, wat jammer!). Met de Katholieken verschilt spr. wat be treft de belastingwetgeving. Hij wil belas ting naar draagkracht en geen bezuiniging op sociaal noodzakelijke maatregelen. (Ge roep: dat willen wij ook). Spr. heeft hier o.a. de bezuiniging op de Schoolkindervoe ding cp het oog, welke hij niet kan goed keuren Volgens het rapport van den di recteur van den Geneesk. Dienst grenst de zelfgenoegzaamheid van het bestuur aan het belachelijke. Inzake de werkloozen zorg merkt spr. nog cp, dat deze z.i. volledig rijkszorg zal moeten worden. Naar aanlei ding van een opmerking over het gemis aan vergaderingsvrijheid in Rusland, gaat sor in op den toestand in de Sovjet-Unie. Er heerschen daar andere toestanden dan in de democratische landen (Stemmen: In derdaad!) Spr. gaat met het voorstel-v. Eek inzake het verhuren van gemeentege bouwen aan allen mee, behalve aan de N. S.B., want deze organisatie kan niet naar dezelfde maatstaf als de andere bestaande partii en worden beoordeeld. Hij dient naast de motie-v. Eek een eigen motie in, waarin wordt voorgesteld het verhuren van gemeentegebouwen te verpachten en in de voorwaarden od te nemen, dat geen beperkende b°palin®en t.a.v. de commu nistische partij worden gemaakt. Tenslot te bepaalde spr. zijn houding t.o.v. de in gediende voorstellen. De heer v. Eek heeft voor samenwerking geoleit. Sor. is het daarmede eens, maar dan dient ook de eenheid tusschen de soc.-dem en de com munisten hersteld te worden. DE AESTHETICA BIJ WONINGBOUW. De heer Key (V.D.) is voor een dras tische verlaging der tarieven en belasting heffing naar draagkracht. Spr. wijst ver volgens cp den z.i. leelijken hoek Rapen burgNieuwsteeg. Ook elders, bij nieuwe straten, wordt met aesthetische eischen geen rekening gehouden. Spr. dringt met klem aan, op een andere gedragslijn. Vervolgens wijst spr. op het pokkenge- vaar en het achteruitloopen der inentin gen. Hij geeft verder nog o.m. in overwe ging, om de tramlijn in de Haarlemmer straat te doen verdwijnen. GEEN POLITIEK IN DEN RAAD. De heer W r t z begint met op te mer ken. dat de groote politiek in den gemeen teraad niet thuis hoort. Politiek is een idéé fixe geworden, overal ziet men politiek. In de commissies wordt angstvallig toegezien, dat z'n eigen fractie vertegenwoordigd is. Het stelsel van partijen-politiek moet uit den raad verbannen worden. Wat het slui tend maken der begrooting betreft, dit kon niet anders dan door belastingverhoging; zelfs een soc.-dem. wethouder van finan ciën kon daaraan niet ontkomen. Het cijfer der uitgaven vertoont een angstwekkende neiging tot stijgen. Waar gaan wij heen? Het is dringend noodzake lijk zich te bezinnen op bezuiniging. Even als vorige jaren verzet spr. zich ook ma te gen sommige maatregelen tot sluitend ma ken van de begrooting. Spr. vraagt nadere inlichtingen omtrent de bewering, dat aan den Wassenaarschen weg gronden zijn verkocht voor 6.per M2„ terwijl een bod van 10.is gewei gerd. Ten slotte dringt hij erop aan, dat men goed gesalarieerden ambtenaren niet toe staat er bijbaantjes op na te houden. WERKVERSCHAFFING EN WERKVERRUIMING. De-heer Snel (S.D.A.P.) brengt B. en W. hulde voor hetgeen er verbeterd is in zake het verkeersvraagstuk, speciaal wat betreft den bruggenbouw. Wat betreft het uitvoeren van werken in werkverruiming is spreker echter minder tevreden. Steeds meer wordt overgegaan tot werkverschaf fing. Spr. vraagt, waarom er geen beroep is gedaan op het Werkfonds. Een werk bijv. als het maken van een open zwem inrichting is geen object van werkver schaffing, maar van werkverruiming. De normale arbeidsmarkt wordt door al die werkverschaffingen ontwricht. Het wordt de hoogste tijd, dat daaraan een eind wordt gemaakt. Spr. erkent, dat werken in werkverschaffing altijd nog beter is dan stempelen, maar, dat er nog betere vormen van werkgelegënheid bestaan, dreigt te worden vergeten. Tegenover den heer Beekenkamp zegt spr., dat, als de „molens" van 1935 nog niet draaien, dit de schuld is van de regeering. Vervolgens gaat spr. in op enkele in de sectievergaderingen ge maakte en door B. en W. beantwoorde op merkingen Er is veel critiek geleverd over den gang van zaken bij den afbouw van het stadhuis en deze critiek is niet ongemotiveerd. Door te late aanbestedingen 'heeft het werk prac- tisch 4 maanden stil gestaan. Oorspronke lijk had men gedacht in Juli 1939 klaar te zijn! Men had gerekend, dat bij dezen bouw ongeveer 100 Leidsche arbeiders werk zouden vinden. Het is nooit uitge gaan boven de 50. Door het aanstellen van meer arbeiders had men het tempo belang rijk kunnen opvoeren. Er is bovendien te veel personeel van buiten toegelaten. Spr. dringt derhalve aan op opvrermg van het tempi en op scherp toezicht op de nood zakelijkheid van personeel van buiten de stad. Voorts dringt spr. aan op spoedige re geling van de arbeidsvoorwaarden voor taxi-chauffeurs. B. en W. willen wachten op het verschijnen van de Wet Autover voer Personen. Spr. kan daar genoegen mee nemen, doch dringt aan op het spoe dig cpenen van voorbereidende bespre kingen met de betrokken partijen. Spr. heeft in de secties geklaagd over de stroeve gang van zaken bij den dienst van sociale zaken, waardoor -er onvol doende samenwerking bestaat met Maat schappelijk Hulpbetoon. Spr. vraagt daar voor de aandacht van B. en W. Voorts blijft hij bij zijn meening, dat er geen enkele reden bestaat om de losse trans portarbeiders tweemaal per dag te laten stempelen. De minister kan hiertegen geen bezwaar hebben, als B. an W. verklaren, dat het onnoodig is. EEN TARIEFSVERLAGING MET PERSPECTIEF. De heer Bergers (R.K.) constateert, dat de soc.-dem. wethouders niet aan hun beloften hebben kunnen voldoen. Ook zij hebben van een gulden geen rijksdaalder kunnen maken. De heer v. Eek heeft zijn liefde voor den middenstand betuigd. Spr. hoopt, dat de S.D.A.P die liefde in daden zal toonen, door bij den middenstand te koopen. Van samenwerking met de soc.- dem. zal bij de Katholieken voorloopig nog wel geen sprake zijn. Men moet ech ter zaken van personen weten te onder scheiden Beginselstrijd is heel iets anders dan persoonlijke afkeer. Spr. verklaart zich opnieuw een tegen stander van het houden van optochten op Zondag, die in deze streek zeer hinderlijk zouden zijn voor de Zondagsrust. Spr. bepleit verlaging der slachthuista rieven, waarvan hij belangrijke resultaten verwacht, hetgeen hij met cijfers toelicht. Spr wijst er op, dat de slachtingen steeds minder worden en de invoer van vleesch steeds grooter. Als men de tarie ven voor varkens slachten met de helft vermindert en de invoer van vleesch zou ook met de helft verminderen, dan zou er een meerdere winst zijn van 1700 gld. Daardoor zouden de vleeschprijzen ook verlaagd kunnen worden en zou er meer bedrijvigheid in de stad komen. Als 't zoo doorgaat, krijgt het Slachthuis steeds min der te doen. Spr. waarschuwt met nadruk. De opmerking van dr. Horst over de zelfgenoegzaamheid van het bestuur van Kindervoeding is alles behalve vleiend en geheel onverdiend. SCHOOLKINDERVOEDING ONDER DE VACANTIES. Mevr. Bragg aar-de Does (S.D.A.P.) is niet bevredigd door het antwoord van B. en W. inzake de melkverschaffing op de schelen. Inzake de werkloosheid zegt spr., dat tijdens den sneeuwval in December tallooze werkloozen zich aanmeldden voor het opruimen, hetgeen h.i. bewijst, dat er geen werkschuwheid bestaat. Onze wet houders hebben inderdaad van een gulden geen rijksdaalder kunnen maken, maar wij kunnen toch met voldoening op hun be stuursperiode terug zien. Zoo is bijv. de geest in M. Hulpbetoon geheel gewijzigd, is het overwerken bij soc. zaken afge schaft, is een schoeiseldienst ingesteld, is veel verbeterd in de blindenzorg enz. Er valt nog veel te wenschen, maar wat ge daan kon worden is gedaan. Er is gespro ken over fraude door gesteunde bij M. H., doch dat komt slechts sporadisch voor. Een onbillijkheid acht spr. het, dat ge- steunden, die den leeftijd van 65 jaar be reiken, achteruit gaan in hun steunnorm. Spr. dringt erop aan, dat de gemeente een voorbeeld zal geven en geen bijbaantjes toestaat aan gesalarieerde ambtenaren. In zake de spaarregeling merkt spr. op, dat het voor de gesteunden bij M. H. onmoge lijk is, iets op zij te leggen. Inzake de voorgestelde stopzetting van de schoolkindervoeding gedurende de va- canties zegt spr. aan te nemen, dat de meerderheid van het college dit voorstel niet vcor haar genoegen doet. Zij wijst er evenwel op, dat juist de groote gezinnen door dezen maatregel te lijden zullen heb ben. De vacantie is noodig om de kinde ren geestelijk en lichamelijk te versterken, maar wat blijft daarvan over, als de kin deren onvoldoende gevoed worden. B. en W. zeggen, dat er zooveel kinderen tijdens de vacantie wegblijven, maar voor die an deren, die niet wegblijven, blijkt het toch maar noodig te zijn. Tijdens de kinderver lamming hebben bijna alle ouders dage lijks het portie eten afgehaald. Dr. Horst staat er dan ook absoluut afwijzend tegen over. Zij is het echter niet met hem eens, als hij spreekt van haast belachelijke zelf genoegzaamheid; integendeel zij waardeert de werkzaamheid van het bestuur ten zeerste. In 1932 is de vacantievoeding in gevoerd wegens de slechte tijden; deze tij den zijn allerminst verbeterd en de kans op ondervoeding blijft dus even groot. Spr. vreest, dat men straks zal komen met het voorstel om weer klompen in plaats van schoenen te verstrekken. De heer Eikerbout (AR.) vindt het verklaarbaar, dat aangedrongen wordt op bezuiniging. Zoo werd ook het oog gericht op ae verstrekking van schoenen. Spr. geeft daarop een overzicht van die schoe nen verstrekking en komt tot de conclu sie, dat de schoenenverstrekking niet in het belang van alle kinderen is gebleken. Wat de voedselverstrekking betreft be spreekt hij het verschijnsel, dat er zooveel kinderen, drie kwart, tijdens de vacanties wegblijven. Op grond daarvan kan spr. met het voorstel van B. en W. meegaan. Het verwondert spr., dat er nog geen beslissing is genomen over het open ter rein aan de Heerengracht. Hij dringt op spoed aan met het oog op de werkgelegen heid. Hetzelfde geldt voor de saneering van krotwoningen. Hier moet een beroep gedaan worden op het Werkfonds. Het is thans 11 uur en de heer Eiker bout b' erkt zijn rede af. De vergader'ng wordt geschorst tot Dinsdagmiddag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8