DE CARNAVALSFEESTEN INGEZET. 1 Het geluk ligt in de sneeuw 3)e ÊcicbdveGoii^cmt De Carnavalsfeesten te Maastricht zijn Zaterdag ingezet met den intocht van Prins Bertus Nihilanus I s"-e£T iga»--aai-, De plaatselijke derby PS.V. Eindhoven eindigde in een 1—0 overwinning voor de gasten, waarmede Eindhoven haar kans op den kampioenstitel behield. Een spelmoment Eerst thans is men begonnen met het demonteeren der feestverlichting van den Westertoren te Amsterdam, daar dit werk in de wintermaanden teveel gevaar opleverde FEUILLETON Eea Wintersportromae van PETER KRAYENBÜHL, 46) Het loopt alles als gesmeerd, Dieter, neemt mr. Arlen thans weer het woord. Hij heeft nu zijn flegmatieke houding af gelegd en schijnt bepaald enthousiast. We komen juist van het ministerie, waar men ons in principe volledige medewer king heeft toegezegd. Ook daar bleek men zeer ingenomen te zijn met het plan en heefx men het onmiddellijk in studie ge nomen. Gisteren hebben we een en ander uiteengezet en reeds vandaag ontvingen we de schriftelijke toezegging, dat ons, in af wachting van een nadere officieele goed keuring, geen moeilijkheden in den weg zullen worden gelegd. Er zijn nog slechts een paar details, die nader bekeken zullen moeten worden. Ja, voegt Walter Dillmann er trots aan toe, in de schriftelijke bevestiging, die we ontvingen, wordt zelfs gerept van een zeer toe te juichen en evenzoo te waar- deeren onderneming.... Ik heb die passage van buhen geleerd. Dat is werkelijk niet te veel gezegd, meent Dieter. Maar kunt u uw medewer kers zelf uitzoeken? Dat kan ik en dat doe ik dan ook. Men zal er van hoogerhand zijn goedkeuring aan moeten hechten, maar dat gebeurt slechts pro forma. Ik ben er al bij, zegt Walter Dillmann, verheugd. M'n cabine-valscherm he ik voor verdere uitwerking aan de Lutfhansa afge staan en ik ga mee als sportleeraar en vak onderwijzer. En u, mr. Arlen? Ik kan het me eer lijk ge.zegd, nog niet goed voorstellen.... Dat behoeft ook niet, jonge vriend. Mij is het voldoende, dat ik de zaak aan het rollen heb gebracht. Ik trek zoo spoe dig mogelijk weer over het Kanaal.... De jeugd wil onder elkaar zijn En de leiding van 't geheel dan? Die wordt aan Ernst Seilenz toever trouwd, zegt Walter. Hij stamt zelf uit een landbouwersfamilie en heeft boven- die verstand van kolonisatie. Aan hem is dat wel toevertrouwd. En hoe staat het met Brigitte? Die is naar huis om zich van de noo- dige papieren te voorzien.Aan haar zal op het landgoed de zorg over een groot 'oenderperk worden toevertrouwd.... Voor de papieren van Grace kan ik van Londen uit zorgenmerkt mr. Ar len terloops op, maar Die ter begrijpt de wenk niet onmiddellijk. Ja, maar waar zit Grace dart eigen lijk? En waar heeft ze die bewuste papie ren voor noodig? Grace is vanochtend met Gritta en Seilenz vertrokken. Ze werd langzamer hand onuitstaanbaar; ik heb haar op den trein gezet om haar in de gelegenheid te stellen dat zaakje in Pommeren eens van dichtby te bekijken, geeft mr. Arlen laco niek ten antwoord. En die papieren, wel, die heeft ze natuurlijk noodig om te kunnen trouwen, want in die kolonie is uiteraard alleen plaats voor getrouwde menschen. Van die wispelturige vrijgezellen als jij kunnen we er niet gebruiken, Dieter. Aha, nu begrijp ik het, mr. Arlen. Dieter staat met een ruk van zijn stoel op. Mag ik u van harte gelukwenschen, me neer Dillmann? Hij is plotseling doods bleek. Mij, waarom? Walter kijkt mr. Arlen aan en daarna Dieter, maar dan barst hij in een schaterende lach uit, terwijl zijn vuist dreunend op de tafel neerkomt. Heb je ooit zooiets gezien? Jij bent toch een reuze kerel, Dieter, neemt u me niet kwalijk, mr. ArlenOf. nee zeg, Dieter, waar zie je me eigenlijk voor aan? Ik ga even naar den portier om te zien of er nog post voor me is, zegt mr. Arlen, terwijl hij zich haastig verwijdert om Dieter een dwaas figuur te besparen. Zeg eens eerlijk, Walter, wendt Die ter zich tot Dillmann, ik moet in jul lie oogen toch wel een reuze ezel zijn.... Dat is zoo, Dieter, maar men kan dat jou nu eenmaal niet te zwaar aanrekenen.. Au fond ben je zoo'n correcte en patente kerel, dat een zeker tekort aan menschen- kennis en wereldwijsheid je bijna tot eer strekt, druk ik me niet buitengewoon fatsoenlijk uit? Veel te fatsoenlijk Walter, maar ik moet je toegeven, dat die zakelijke sluw heid, waarmee velen zich zoo handig een plaats in de maatschappij weten te ver overen mij steeds een gruwel zal zijn. Die ter staat op om zich bij mr. Arlen, die juist het vertrek weer binnenkomt, te veront schuldigen, maar deze maakt een afweren de beweging. Laat maar, jonge vriend, ik weet er alles van. Maar vertel me nu eindelijk eens of je meedoet en het onderwijs in onze nieuwe kolonie voor je rekening wil ne men? Naatuurlijk, mr. Arlen, heel graag zelfsMaar Grace? Als mijn dachter iets wil, moet ik me er immers bij neerleggen. Dat. is nu een maal niet anders, besluit hij met een zucht. Hier, Dieter, lees het slot van dit epis tel maar eens. Dieter voldoet aan het verzoek. Je Grace begrijpt zeer wel, wat je bedoelt, lieve Pap, maar ik kan nu een maal niet langer overleggen. Ik heb over een en ander nagedacht, natuurlijk, maar het belangrijkste is tot een besluit te ko men. En ik heb besloten Dieter te nemen. Niet, omdat hij een held zou zijn, want dat is hij niet niet omdat hij een geniaal mensch zou zijn, want dat is hij evenmin en niet vanwege zijn deugzadamheid, want ook die eigenschap ontbreekt hem. Nee Pap, ik neem Dieter omdat hij nu eenmaal Die ter is een goede, nette jongen. Geef ons je zegen, lieve Pap en wees goed voor ons 4beiden Als Dieter zich spoedig hierna naar huis wil begeven, neemt mr. Arlen hem nog even terzijde. Dit pakje van meneer Lersner had Grace aan je moeder moeten geven, maar ze heeft het helaas vergeten.... Van Lersner? Ja, van Wiliam Lersner, den gérant van het Grand Hotel. Doe je moeder de groeten, Dieter en zag haar, dat ik haar vanmiddag kom opzoeken. Thuis vindt Dieter een brief van Grace. „Lieve Dieter, het is hier vinnig koud. Kom toch gauw om alles eens te bekijken. Er zal veel gebouwd en vernieuwd moeten worden. Seilenz bekommert zich absoluut niet meer om me; hij heeft zich hals over kop op het werk geworpen, maar zijn hart, dat weet ik, is bij Brigitte. Gritta vindt het heerlijk, dat zij zoo'n belangrijk aan deel heeft in ons wintersprookje. En Boll- mann rent den ganschen dag over de uit gestrekte velden en vangt muizen.. Kom gauw, Dieter. Ik wacht op je. Je Grace." P.S. Ik zal nog heel wat moeten lee- ren. Ik denk een paar weken naar Stettin te gaan om daar een huishoudcursus te vol gen. Hallo, moeder? Waar zit je toch? Hier, lees dat eens.Wat is er aan de hand moeder....? Wat is dat voor een portret? Dieter grijpt naar een kleine foto, die zij tevergeefs tracht te verbergen. Achmaar dat is Lersner. Ken je dien, moeder? Wat beteekent dat? Dat be grijp ik niet.... Je behoeft het ook niet te begrijpen, m'n jongenJa, kijk maar eens goed. Zie je geen enkele gelijkenis.... Die trek om den mond? Dan begrijpt Dieter plotseling, dat ze van zijn vader spreekt. Heeft hij je dan niets gezegd? Nee, ik heb hem er geen gelegenheid voor gegevenEn dat pakketje, moe der? Mag ik ook weten, dat daar in zat? Dat waren onze ringen, jongenvan toen. Wil jij ze hebben? Misschien kan je ze wel gebruiken Ja, moeder, ik kan ze zeker gebrui ken.... Ik dank je, lieve moeder. EINDE. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5