Het college van kardinalen I fa— v*i '.-J--.v-'y ry 52 aV?- a». 1-1 -■ y M r- 'V-V i ^ki M* V- HET MISSIE-COLLEGE DER FRANCISCANEN TE KATWIJK DONDERDAG 16 FEBRUARI 1939 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Eenige grepen uit de historie Reeds vroeg in de historie der Kerk wordt melding gemaakt van de Kardinalen als raadgevers van den Paus. Reeds bij het Romeinsche Concilie van Paus Stephanus III in 769 werd gesproken over Kardinaal bisschoppen. Zij stonden aan het hoofd van de bisdommen in de onmiddelijke, omge ving van Rome, de z.g. „suburbicarische" 'bisdommen. Hun taak bestond hierin, af wisselend ieder een week te gaan door brengen bij den Paus in Lateranen, niet om hem te helpen, met zijn werkzaamheden als Bisschop van Rome, maar om hem behulp zaam te zijn bij de leiding der Kerk. Nu ze telen tienmaal zooveel mannen van vele na ties in het college van Kardinalen, maar de helpende buren van destijds hebben hun rang van destijds nog behouden. Het zijn de kardinaal-bisschoppen van Os- tla en Velletri, Porto en St. Rufinus, Sabina, Albano, Palestrina, Frascati. Sinds den tijd van den H. Augustinus heeft de titulair- bisschop van Ostia het recht den Paus tot bisschop te wijden, wanneer hij dit bij zijn keuze nog niet is. Deze Kardinalen residee- ren nu niet meer in hun eigen diocees, maar zij vertoeven in Rome en mogen zon der Pauselijk verlof de stad niet verlaten. Op gelijke wijze is de tweede rang der Kardinalen ontstaan. Van oudsher was Rome ingedeeld in districten, een soort pa rochies, die „tituli" genoemd worden. Ieder hoofd van deze Romeinsche titelkerken was Kardinaal-priester, en is het nu nog. Al leen is de verhouding omgekeerd; wie vroe ger een bepaalde kerk kreeg, werd daar mede tegelijk kardinaal-priester, nu krijgt een nieuwbenoemde kardinaal een titel kerk toegewezen, zonder dat hij daardoor veel rechten of verplichtingen krijgt. De derde groep Kardinalen zijn de Kar dinaal-diakens, die bij de opbloeiende christenheid van Rome moesten zorgen voor verschillende liefdadige instellingen. De priesterwijding is voor de Kardinaal-Dia kens niet strikt noodig, en zij kunnen ook tot Paus worden gekozen. Het aantal Kardinalen is in den loop der eeuwen zeer verschillend geweest. Kort na 1100 waren er meer dan 50, daarna soms 8 Vidal y Barraquer, Spanje: 71 jaar. Goma y Tomas, Spanje: 70 jaar. Faulhaber, Duitschland: 70 jaar. Salotti, Italië; 69 jaar. Kaspar, Tsj.-Slowakije: 69 jaar. Gasparri, Italië; 68 jaar Marchetti-Sel* aggiani, Italië: 60 jaar. Schulte, Duitschland: 68 jaar. Boetto, Italië; 68 jaar. Ascalesi, Italië: 67 jaar. Nasalli-Rocca. Italië: 67 jaar. Mundelein, Ver. Staten: 67 jaar. Dalla Costa, Italië: 67 jaar. Fumasoni-Biondi, Italië: 67 jaar. Tedeschini, Italië: t>6 jaar. Suhard, Frankrijk: 65 jaar. Canali, Italië: 65 jaar. Lavitrano, Italië: 65 jaar. Van Roey, België: 65 jaar. Lapuma, Italië: 65 jaar. Innitzer, Duitschland: 64 jaar. Rossi, Italië: 63 jaar. Marmaggi, Italië: 63 jaar. Fossati, Italië: 63 jaar. Pellegrinetti, Italië: 63 jaar. Pacelli, Italië: 63 jaar. Caccia-Dominioni, Italië: 62 jc^r. Pizzardo, Italië: 62 jaar. Maglione, Italië: 62 jaar. Massimi, Italië: 62 jaar. Tappouni, Syrië: 60 jaar. Copello, Argentinië: 59 jaar. Gerlier, Frankrijk: 59 jaar. Schuster, Italië: 59 jaar. Segura y Saenz, Spanje: 59 jaar. Hlond, Polen: 58 jaar. Leme da Slveira Cintra, Brazilië: 57 jaar. Villeneuve, Canada: 56 jaar. Seredi, Hongarije: 55 jaar. Lienart, Frankrijk: 55 jaar. Tisserant, Frankrijk: 55 jaar. Piazza, Italië: 55 jaar. Gongalves-Cerejeira, Portugal: 51 jaar. __i laatste ceremoniën voor de bijzetting van wijlen Z. H. Paus Pius XI. Het sluiten en verzegelen der in elkaar passende kisten, waarin het stoffelijk overschot rust y f f r - 1 '.'v 'V <v'. i »4 De uitvaart van wijlen Z. H. Paus Pius XI in de St Pieter te Rome. Een overzicht tijdens de laatste plechtigheden bij het stoffelijk overschot van den Heiligen Vader in de Sacramentskapel of 7, in Avignon gemiddeld 20 en volgens de bepalingen van het Concilie van Con- stanz niet meer dan 24. Leo X benoemde echter 31 Kardinalen te gelijk. Sixtus V bepaalde dat er hoogstens 70 Kardinalen konden zijn ter herinnering aan den raad der 70 ouderlingen van Mo- zes. Ook nu nog bestaat een voltallig H. College uit 70 Kardinalen, waarvan 6 Kar dinaal-Bisschoppen, 50 Kardinaal-priesters en 14 Kardinaal-Diakens. Toch is het H. College nooit voltallig, want in de tweede en derde rangorde blij ven altijd enkele zetels vacant, opdat waar dige mannen niet behoeven te wachten tot door den dood van een Kardinaal een zetel vacant is geworden.. Hoe oud zijn de 62 Kardinalen, die het Conclaaf zullen binnen gaan? Granito di Belmonte, Italië: 88 jaa Sbarretti, Italië: 83 jaar. Cattani, Italië: 83 jaar. Baudrillart, Frankrijk: 80 jaar. O'Connell, Ver. Staten: 80 jaar. Bertram, Duitschland: 80 jaar. Sibilia, Italië: 78 jaar. MacRory, Ierland: 78 jaar. Mariani, Italië: 76 jaar. Boggiani, Italië: 76 jaar. Lauri, Italië: 75 jaar. Verdier, Frankrijk: 75 jaar. Verde, Italië: 74 jaar. Hinsley, Engeland: 74 jaar. Dougherty, Ver. Staten: 74 jaar. Mercati, Italië: 73 jaar. Cremonesi, Italië: 73 jaar. Jorio, Italië: 72 jaar. Dolci, Italië: 72 jaar. Nieuw-bouw door Provinciaal ingezegend. De „paardenstal" is verdwenen 1 De taak, die de Benedictijnen twaalf eeuwen geleden in Katwijk op zich na men, hebben de Franciscanen in Katwijk voortgezet. Monniken in zwarte wijde habijten kwamen hier aan den Rijn bijeen, om het Evangelie te verkondigen, en met hetzelf de doel voor oogen zijn paters in bruine, omsnoerde pijen zich hier gaan vestigen. Willibrord en zijn gezellen hebben het woeste land ontgonnen voor Christus en sindsdien brengt het oogsten op zóó rijk, dat, bizonder in de laatste eeuw, de gees telijke vruchten van „St. Wilberts erve" naar andere landen worden geëxporteerd. De Kerk gevoelt niets voor autarchie (in de beteekenis van het economisch Spraakgebruik!). De .Franciscanen even min. Zij hebben in Katwijk een school ge vestigd, waar flinke jongens worden op geleid tot missionarissen, of als wij de commercieele vergelijking nog even mo gen voortzetten tot handelsreizigers van het Christendom. Tweehonderd levenslustige jongens zijn in het vroegere Jezuieten-college aan het Overrijn gehuisvest, om daar in de school van St. Franciscus de eerste vorming te ondergaan van hun roeping tot het apos tel-ambt. Tot voor kort hadden de Franciscanen in Nederland twee missie-colleges: een te Sittard, een te Katwijk. Het eerste werd, uit overwegingen van velerlei aard, opge heven, of beter gezegd, samengesmolten tot het ééne college te Katwijk, dat zich dientengevolge plotseling in een groote aanwas van inwonertal mocht verheugen. De verbouwing. Daar was de oude stichting niet op be rekend. Eenige tamelijk ingrijpende ver bouwingen moesten plaats hebben, die in middels voltooid werden en gisteren op plechtige wijze zijn ingezegend en in ge bruik genomen. De grootste verandering heeft de paar denstal ondergaan. Mgr. van Wycker- slooth, die Jiier een buitenverblijf had, zou der Jezuieten-leerlingen, nog gemakkelijk in de hooge raampjes van de studie-zaal de oude stal hebben teruggevonden, waar eens zijn rossen hinnikten. De jongste ver bouwing heeft echter iedere herinnering aan deze roemruchte bestemming wegge vaagd. De naam zal ongetwijfeld met „pië teit" gehandhaafd blijven, maar de stal raampjes zijn verdwenen. Boven deze paardenstal zijn thans acht ruime, luch tige les-lokalen ingericht vier op de eerste, vier op de tweede verdieping. Een royaal trappenhuis geeft toegang tot de school. Tegelijkertijd is de ontreddering, die zulk een verbouwing toch eenmaal met zich brengt, benut om bij de belendende slaapzalen van de jongens een geriefelijke waschgelegenheid te bouwen. In een ander gedeelte van het gebouw zijn de nu verlaten schoollokalen tot slaap zaal ingericht. Dat is altijd verkieslijker dan schoollokalen tot slaapzalen te maken. Ook daar is een groote verbetering ver kregen door een ingewikkelde kronkeltrap te vervangen door een breede, ruime op gang. Voor het oog der voorbijgangers bestaat de geheele verandering dus vrijwel hierin, dat de stalraampjes tot het verleden be- hooren. Doch inwendig heeft het huis een grondige verandering ondergaan een verandering ten goede. De inwijding. Het het „Veni Creator", door de geheele communauteit in de kapel aangeheven, werd gisterenmiddag de wijdingsplechtig heid ingezet. De Provinciaal, de hoogeerw. pater Pru- dentius van Leusden, heeft daarna de nieuwbouw ingezegend, daarbij geas sisteerd door de zeereerw. paters dr. Isaias Onings, directeur en Walfried Blom, defi- nitor der Orde. Na deze plechtigheid verzamelden allen zich in de aula. Behalve de Provinciaal, de directeur, en de paters en broeders van het college, wa ren tegenwoordig de zeereerw. paters S. Smeets, drs. B. de Goede, E. Tesser, G. Peerdeman uit Leiden, de eerste directeur, pater mr. E. van der Helm, de pastoor van Katwijk, de zeereerw. heer C. J. Hesp, en emeriturf-pastoor Houtman, uit Huize Cal- lao, de architect ir. C. Geenen uit Eind hoven en de aannemer, ir. Van der Werf uit Breda. Een leerlingen-orkesttje, aangevuurd door pater Remedius Deken, speelde een fiksche openingsmarsch. Daarna werd in eenige toespraken de heugelijke gebeur tenis herdacht. De onveranderde bestemming. De eerste, die het woord voerde, was Pa ter dr. Onings. directeur van het college, die zijn blijdschap uitte, dat de voltooiing was vertraagd, want deze minder prettige omstandigheid had tot gelukkig gevolg, dat nu Pater Provinciaal juist terugge keerd van een reis naar Indië in de ge legenheid was de inwijdingsplechtigheid te verrichten en deze belangrijke gebeur tenis bij te wonen. In enkele trekken gaf spr. de historie van het gebouw: de stich ting in 1831 door Mgr. van Wyckerslooth, het tijdperk van Mgr. van Vree, het tijd perk van de Jezuieten, totdat, tien jaar ge leden, de Franciscanen hier een missie college vestigden. Ofschoon in anderen zin, heeft het gebouw zijn bestemming be houden: het rijke katholieke leven mede te deelen aan anderen. Een feit van histo rische beteekenis in de geschiedenis van de provincie der Orde is de samenvoe ging van de beide missie-colleges, waar door de thans uitgevoerde verbouwing noodig werd en Pater Directeur sprak de hoop uit, dat het gebed der Kerk „dat leeraren en leerlingen met Gods zegen werkzaam zullen zijn", in vervulling zou gaan. Toespraak van Pater Provinciaal. Pater Provinciaal nu het woord ne mende achtte het zich een plicht, en wel een aangename plicht, bij deze plech tigheid tegenwoordig te zijn. Deze provincie neemt een voorname plaats in in het Missie-werk. Al is het missiewerk'niet de eerste taak der Orde, toch is de Nederlandsche provincie prac- tisch uitgegroeid tot de eerste missionee- rende Orde van ons vaderland, aan wie het grootste aantal missiegebieden acht in getal zijn toevertrouwd. Na een bezoek aan Engelsch-Indië en Nederlandsch-Indië heeft spr. gezien hoe gering het aantal priesters nog is en welk een groote taak en enorm arbeidsveld de toekomstige missionarissen wacht. Daarom verheugt het spr., dat hier, met behulp van bekwame architecten, een de gelijke en prettige omgeving is gesticht voor de opleiding van jonge missionaris sen. Pater Provinciaal drukte de jongens op 't hart, vooral niet te denken, dat het in 't leven gemakkelijk is; dat zij in de Mis sie met minder kennis toe konden. Dat is niet het geval het tegendeel zelfs. Hoe meer ge weet en uw verstand scherpt, zei- de spr., des te verdienstelijker zult gij u kunnen maken. Het devies der Orde luidt: „In sancti- tate et doctrina In heiligheid en weten schap". Pater Provinciaal wekte zijn jonge toehoorders ook op tot heiligheid. Heiligen zijn geen menschen, die altijd in de kerk zitten, of saaie, droge kerels. Hei ligheid wil zeggen: de deugd aankweeken en de offer-gezindheid. Op zijn visitatie- reis heeft spr. veel gehoord en veel gezien, en zijn diep respect versterkt voor het op offerende leven van den missionaris. Daar om moeten de leerlingen van het college zich gewennen aan het brengen van klei ne offertjes, opdat O. L. Heer hun mooie ideaal nog hooger en meer volkomen zal maken. Dan zal deze dag van groote be teekenis zijn voor den bloei van de mis sies. Nadat Pater Provinciaal zijn bewonde ring had uitgesproken voor den arbeid van Pater Blom en zijn medewerkers, besloot hij zijn toespraak met den wensch, dat op voorspraak van St. Willibrord en van den H. Vader Franciscus dit college honderden echte Franciscaansche missionarissen aan de Missie zal schenken, want dat, heeft Vader Franciscus gezegd, dat zijn eerst de echte, ware Minderbroeders. De bouwer aan het woord. Pater Walfried, die de leiding heeft ge had bij den bouw, verklaarde, dat als hij nu nog voor de taak stond van de „Paar denstal" een moderne school te maken, hij voor deze taak zou terugschrikken. Als hü geen bekwame medewerkers had gehad, zou er van de verbouwing niet veel terecht zijn gekomen. In 't bizonder dankte spr. den architect, den aannemer en vooral ook Broeder Marinus Zijlstra voor hun hulp. Ook dankte spr. alle inwonenden van het huis, die in de afgeloopen maanden gedul dig het ronddwarrelende kalkstof hadden geslikt. Als de jongens, door de ongemak ken van de verbouwing, hebben geleerd zich een beetje te behelpen, zullen zij daarvan, meende spr., in hun later leven geen spijt hebben. Gelukwensch van den eersten directeur. De eerste directeur, pater mr. E. van der Helm, getuigde, dat Katwijk nog altijd trekken blijft. Spr. heeft de voldoening, dat de naam van St. Willibrord aan dit gebouw verbonden is gebleven. Leeraren en leerlingen wenschte spr. toe, dat zij met hartelust in dit verbeterde gebouw zullen arbeiden. Een felicitatie richtte spr. tot Pater Blom. Tegenover Pater Provin ciaal uitte spr. de hoop, dat dit instituut voor de missie veel vruchten zou afwer pen. Met een „Vivat, crescat floreat „Sanc- tus Willibrordus" eindigde pater Van der Helm zijn gelukwensch. Het leerlingen-orkest speelde nu nog een vroolijke marsch, waarna Pater Direc teur dank bracht aan de sprekers en aan de gasten, in 't bizonder aan den Pastoor van Katwijk, voor hun tegenwoordigheid. De plechtige ingebruikneming van den nieuwen vleugel van het Missiehuis „St. Willibrordus" der Paters Franciscanen te Katwijk aan den Rijn had Woensdag plaats. 1. Exterieur van den nieuwbouw. 2. Tijdens de rede van den rector Pater dr. Isaias Onings.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9