KONINKLIJKE SPORTBEOEFENING. Het geluk ligt in de sneeuw Het nieuwopgerichte 2e regiment huzaren-motorrijders, dat aan het Bossche garnizoen wordt toegevoegd, heeft Woensdag zijn intocht in de garnizoensplaats gehouden In den raadskelder te Den Bosch werden de manschappen van het nieuwopgerichte 2e regiment huzaren-motorrijders door het gemeente bestuur onthaald op erwtensoep met kluif. Burgemeester Van Lanschot ziet toe, hoe de mannen het zich laten smaken Het zoontje en dochtertje van den gemeentesecretaris boden den nieuwen burgemeester van Nijkerk, den heer Z. Bruins Slot, wiens installatie Woensdag plaats vond, bloeman aan De kleine Kroonprins Boudewijn van België geniet te Selva in Noord Italië van de wintersport als gast van zijn oom en tante, Kroonprins Umberto en Kroonprinses Marie José van Italië. De kleine Kroonprins op de ski's Terug van de traditioneele uitreiking van onderscheidingen, welke deze week in Buckingham Palace te Londen door den Engelschen Koning werd verricht De oefenwedstrijd, welke het Ned. Bondselftal Woensdag tegen de Engelsche derdeklasser Watford te Rotterdam speelde, eindigde in een 4 1 overwinning voor de gasten. De Engelsche keeper in actie De wereld-ski-kampioenschappen te Zakopane leverden fraaie prestaties. De Fin Karl Erb is juist gestart op den 1980 meter hoogen Kasprowy FEUILLETON Een Wintersportroman van PETER KRA YENBüHL. (Nadruk verboden). 43) Ik vind het buitengewoon onverstan dig, Dieter, om juis* nu weg te gaan. Het spijt me, Grace, maar ik wil nu eenmaal niet verstandig denken.... Je be doelt zeker, dat ik daar in het Grand Hotel juist nu een goede l ans maak, zelfs bij je moeder, 't Is mogelijk, dat je gelijk hebt, maar dat is het juist, wat me tegen de borst stuit Ach ja, jij bent nu eenmaal Dieter Prausnitz en dat zul je altijd blijven. Maar desondanks vind ik het liefdeloos van ;e ook mij en ons beiden op te geven. Wie wil ik opgeven? Daar is toch geen sprake van, Grace....?! Ach, Dieter, je bent zoo veranderd sinds gisteren. Ik ben nu in jouw oogen zeker maar een heel klein meisje, niet? Je mag het me niet nog moeilijker maken, GraceE. is nu eenmaal iets in me, dat me van hier wegdringt, met alle heftigheid.... Daar kan ik niets tegen doen. Waar ben je van plan heen te gaan, Dieter? Dat weet ik zelf pas als ik op m'n ski's sta. Misschien naar het Engadin en dan huiswaarts, naar het laagland. Pas goed op jezelf, Dieter, wees voor zichtig. Hier, naam het roode snoer van me mee Dank je, Grace. En zou jü zoo lief wil len zijn voor Bollmann te zorgen? Graag, Dieter..-.. Vind je het goed, dat ik het bosch bij Petra's blokhuis voor de armen van St. Valentin laat overschrij ven? Heel goed zelfs, Grace.'t Lijkt me de beste oplossing. Ik blijf hier, Dieter, tot je weg bent. Ik heb geen lust naar beneden in het ho- tel te gaan Grace leunt tegen de vensterbank, Die ter staat dicht bij de deur* Tot ziens, Grace. Ik dank je voor al les. Dag, DieterVergeet ons niet, nee? Grace is moe, oververmoeid zelfs. Het liefste zou ze op haar knieën zijn geval len, maar een plotselinge impuls verdrijft dit gevoel van zwakte. Difter's ten tweede male toegestoken hand geeft haar de kracht den glazen wand tusschen zich en hem te verbreken en him lippen ontmoeten elkan der in een korte, innige kus Kom terug, Dieter, kom spoedig terug....! Dieter komt tot inkeer. Tegen den middag heeft Dieter het Fer- vvalldal achter zich en besluit hij de rest van den dag en den nacht in de Konstan- zerhut door te brengen. Heel lang vertoeft hij daar, diep in gedachten starend naar den veelbezochten pyramidalen, drietandi- gen top van den Patteriol, die zich lang en slank in het midden verheft. Het is een vermoeiende tocht geweest, nu eens door papperige sneeuw, dan weer ov& een harde ijskorst, maar Dieter was met zichzelf alleen en hij bleef dan ook in de hut. Het eenige waarnaar hij ver langde en waaraan hij oprecht behoefte had Reeds vroeg breekt hij den volgenden ochtend op; een roode gloed in het oosten verdrijft de laatste sterren en voorspelt een helderen dag. Volkomen uitgerust als hij is, heeft Dieter thans een genotvollen tocht door het Rasuldal naar het Schaf- buchljoch; 's middags maakt hij een oogen- blik halt bij den overweldigen aanblik van den majestueus omhoog rijzenden Fluchthorn om eindelijk opgewekt en in nerlijk tevreden, in Galtur den dag te be sluiten. De volgende dagen brengen hem over den Fermunt^as voorbij Piz Buin naar Guarda in het Engadin. Uren van zuiver wintergeluk, de vrijheid van een schier on begrensde wereld en een louterende zelfin keer in een eenzame verlatenheid van hel bergland schenkt hem de verre tocht. Die ter voelt zich als opnieuw geboren; hij is den, zijn blik is weer ruim en vrij van voor in die paar dagen een ander mensch gewor- oox'deeL hij heeft weer oog voor de reali teit van het leven. In Guarda beseft Dieter, dat het tijd wordt zijn schreden weer naar laagland te richten. In een kleine herberg vindt hij toevallig een krant uit zijn geboorteplaats; hij leest haar van den eersten tot den laat- sten regel, zelfs de advertenties boezemen hem plotseling levendig belang in. Hij ver langt naar de bewoonde wereld en naar den omgang met menschen. Onweerstaan baar voelt hij zich teruggedrongen naar het volle leven, werken wil hij, zijn her- nieuwe krachten eischen productiviteit en tegenstand, die overwonnen moet worden. De dagelijksche plicht, een levenstaak, waar hij zich geheel aan kon geven, dat is het, waar alles in hem om roept. Maar dan rijst onmiddellijk weer de vraag, die hij zich ook vroeger reeds zoo vaak heeft gesteld: zal er een deur zijn in dat leven, waarnaar hij zoo verlangt, zal hij niet nog langer buiten moeten wachten bij de met prikkeldraad bespannen schut ting der zinneloosheid, die het groote le ger der overtollige arbeidskrachten in zich zelf gevangen houdt Maar neen, in Dieter is veel veranderd en o.m. ook dit: hij wil niet meer wachten tot. men daar binnen genadiglijk de poort voor hem zal openen met. nieuwen moed bezield, herinnert hij zich wat Grace eens tegen hem zei: Wij leven in het niets en moeten uit het niets iets nieuws lee- ren scheppen. Hij overweegt Seilenz' voorbeeld te volgen en een school te stich ten voor werkloozen, welke hun nutteloos leven althans weer eenige reden van be staan, hun wankelende ziel een nieuwen steun zal geven Ja, Grace! Een halve dag brengt Die ter in Guarda door tot hij zichzelf moet er kennen, dat hy zich onweerstaanbaar tot Grace voelt teruggedreven. Hij heeft ook figuurlijk een moeilijk traject achter zich en daarbij zichzelf teruggevonden, zichzelf, maar dat is nog slechts één helft. Te vinden of te veroveren? blijft nog de andere helft: de wereld en de menschen, of juister gezegd: Grace en de rest van de wereld Met kracht echter onderdrukt hij zijn op dit oogenblik nutteloos verlangen naar Grace. In het hem zoo goed bekende nieuwsblad leest hij van het groote inter nationale ski-sprongconcours te Pontresina, dat den volgenden dag zal worden gehou den. Ook bekende ski'ers van zijn land zul len daaraan deelnemen en Dieter hoopt van hen "uit hun eigen belevenissen en ervarin gen te vernemen, wat hem voor zijn ont luikende hoop van nut kan zijn. Aan het geen de kranten berichten heeft hij niet ge noeg, want dat blijft aan den buitenkant van het leven. - Ook in het onschuldige, min of meer af zijdige winterleven te St. Valentin en An- tonswil laat de nieuwe tijd met al zijn ap- en dependenties zich gelden, doch wat daar door de bewogen gemoederen als de grootste wijsheid wordt gedebiteerd, is niet bepaald opwekkend. Er wordt veel ge praat en over het algemeen praat men langs elkaar heen: eenige gasten verliezen zelfs den goeden toon, heftige discussies zijn er het gevolg van en deze en gene kan niet nalaten te agiteeren. Grace en haar Pap verwonderen er zich over hoe ver de gedachten en ideeën van deze menschen bij de werkelijkheid ten achterblijven bijna even ver als in den inflatietijd. Grace is er niet het persoontje naar om zich bij den grooten kring rond den luid spreker te scharen. Zij heeft, om niet al tijd aan Dieter te moeten denken eens in het dorp Antonswil rond gekeken en daar bij geconstateerd, hoe het leven daar zich toch eigenlijk heel anders openbaart dan wanneer men het van de veranda van het Grand Hotel beziet. Ze heeft sich op de hoogte gesteld van den nood, waarin de boeren en veehouders in de streek verkee- ren en ze heeft zich cijfers laten noemen over de heerschende werkloosheid in het district: de groote ijzergieterij op een uur sporen van Antonswil, ligt reeds vier jaar volkomen stil. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5