.A*'
Landbouwordening ontdaan van
haar crisis-karakter
DONDERDAG 16 FEBRUARI 1939
DE LEICSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 8
DE MEIJE
Parochleele Jongemannen vereen. „St.
Jan". In hotel „De Halve Maan" verga
derde de St. Jansvereeniging gisteravond.
De opkomst was groot, zodat de vasten
avondviering weer echt gezellig zou wor
den.
De heer W. van der Maat opende met
den chr. groet en na allen welkom gehee-
ten te hebben, sprak hij een dankwoord
tot de tooneelclub der vereeniging, die de
vastenavondviering op Zondag j.l. in alle
opzichten hebben doen slagen. De keurig
verzorgde en uitgebreide notulen werden
door den secretaris voorgelezen en v
de redactie goedgekeurd.
Kapelaan A. van der Voorn sprak hier
na over vastenavondviering, wat de stem
ming er reeds inbracht. Verschillende
vastenavond-versjes, die in diverse plaat
sen in gebruik waren en nog zijn, werden
door spr. naar voren gebracht, wat bij de
leden zeer in den smaak viel. In het kort
werd het schrijven van den Bisschop van
Roermond betreffende de vastenavond
viering gememoreerd, waarna hij besloot
met de leden een prettige vastenavond
toe te wenschen.
Voor de rondvraag bestond geen animo,
waarna men tot circa kwart voor twaalf
gezellig onder elkaar bleef. Hierna werd
deze avond gesloten.
HAZERSWOUDE-RIJNDIJK
Vastenavond-uitvoering. Dinsdag- en
Woensdagavond gaf de R.K. Tooneelver-
eeniging „St. Michaël" voor een stamp
volle zaal een uitvoering in het café van
den heer A J. Boers. Het programma
pastte uitstekend bij den vastenavondtijd.
De beide hoofdnummers waren een en al
klucht en vroolijkheid. De voorzitter open
de met een kort welkomstwoord en gaf
een korte uitleg van het eerste nummer
„Een paard op zolder". Boer Ploeger was
leelijk beetgenomen door den jood Isaac
Meijer. Aller oogen waren vol spanning op
de deur gericht, waar het gewonnen paard
door binnen moest komen. De vroolijkheid
steeg ten top, toen aan het eind van het
lange touw een houten paardje op 't too-
neel verscheen, wat een danige tegenval
ler was voor boer Ploeger. De beide
hoofdrollen werden buitengewoon goed
vertolkt en ook de andere spelers komt
een woord van lof toe voor hun kranig
speL Daarna volgde de pauze, waaronder
een verloting werd gehouden ten bate van
de vereeniging, waarbij een taart werd
gewonnen door mej. Lochtman en een
door mej. J. v. Rooyen, een doos sigaren
door mej. v. Rooyen en een zoutstel door
den heer J. Kompier. Na de pauze werd
voortgegaan met de één-acter „Het Huwe
lijkskantoor van Janus Lijmgraag". Een
stukje vol humor en jolijt. Ook hier komt
een woord van lof toe aan de spelers. De
Firma Hoppezak zorgde voor een keurige
grimeering. En zeker mogen we ook den
regisseur, den heer de la Rivière, niet ver
geten. Nadat door een paar leden nog wat
vastenavond-zotternij verkocht was, zijn
de avonden met een gezellig samenzijn ge
sloten. Een woord van hartelijken dank is
zeker op zijn plaats aan de parochianen
van 't Zwaantje voor hun trouwe opkomst.
Moge het voortaan zoo blijven en „St. Mi
chaël" zal zeker haar best doen om steeds
het beste te bieden.
HOOGMADE
„De Heerlijkheid Hoogmade". Maan
dagavond vind de tweede uitvoering plaats
van de R. K. Harmonievereeniging „De
Heerlijkheid Hoogmade" in de zaal van den
heer Witteman. Er L hard gewerkt door
de leden en het programma ziet er zeer
aantrekkelijk uit, prachtige muziek en
leuke voordrachten, voor „elck wat wils".
Om 7 uur is de zaal dus vol aandachtig luis
terende liefhebbers. Hoe vlotter de afwer
king van het groote programma, hoe beter
de stemming en hoe langer het gezellig
samenzijn, een noodzakelijke 'behoefte voor
al voor de jongelui. Zij, die er vorige keer
zijn geweest, komen beslist weer, want het
was prachtig, maar laten zij nog een ken
nis meebregen, want het wordt weer een
„knaU'-avond.
Zie de advertentie van Zaterdag a.s.!
Goed afgeloopen, of 'n auto die wilde
gaan tuinieren. Woensdagmiddag is een
auto, bestuurd door den grossier in kolo
niale waren, J. C. van R., wonende te Was
senaar, te omstreeks 4.30 uur, door het af-
loopen van het linkerachterwiel, waardoor
de bestuurder eenigszins de macht over het
stuur kwijtraakte, in de bloementuin van
den veehouder C. H. terecht gekomen.
Het wiel vervolgde alleen de tocht en
verdween een eind verder in een aan de
rechterzijde van den weg gelegen sloot.
Eenige oogenblikken daarvoor waren eenige
kinderen ter plaatse op den openbaren weg
aan het spelen geweest, maar hadden zich
verplaatst, zoodat persoonlijke ongevallen
niet voorkwamen. Materieele schade kan
natuurlijk bij 'n dergelijk vooral niet uit
blijven, maar de schade wordt docr ver
zekering gedekt.
Op grooten afstand werd het afloopen van
het wiel vernomen en spoedig was er flinke
belangstelling van personen die in de mee
ning verkeerden dat een tweetal auto's op
elkaar waren ingereden, hetgeen gelukkig
niet waar bleek te zijn.
LEIMUIDEN
GEMEENTERAAD.
De Raad der gemeente Leimuiden kwam
gisteren in openbare vergadering bijeen.
Voorzitter de heer J. A. Bakhuizen, burge
meester der gemeente.
De Raad besluite op voorstel van B. en
W. het voorschot op de vergoeding over
1938 ingevolge art. 101 zesde lid der L.O.-
wet 1920, vast te stellen als volgt: R.-K.
school 192 leerlingen ad 9.per leer
ling is 1728. Bijzondere school met den
Bijbel 90 leerlingen ad ƒ9.per leerling
is 810. Aan schoolgeld werd geind 250.
Het voorschot wordt bepaald op 560.
De voorzitter deelt mede, dat van Ged.
Staten een schrijven is ingekomen, waarbij
de begrooting 1939 met slechts enkele op
merkingen zijn teruggekomen. De opmer
kingen zijn zeer gering en slechts van ad
ministratieven aard. De voorzitter brengt
hulde aan de gemeentesecretarie voor de
nauwkeurige opstelling van de begrooting.
De Raad besluit met algemeene stemmen
aan de gemaakte opmerkingen tegemoet te
komen.
Tot leden van het stembureau worden
voor den tijd van 4 jaren benoemd de hee-
ien J. v. Dam en H. J. Visser en tot plaats
vervangende leden de heeren P. Rietdijk
er H. Heenk, welke heeren hunne benoe
mingen aannemen.
Slootdemping.
De voorzitter brengt dan de dorpssloo-
ten ter sprake. De uitvoerder der werkver
schaffing heeft B. en W. er op gewezen,
dat de sloot vanaf het perceel van de wed.
Stigter tot dat van J. van Haaster zoo smal
is geworden, dat deze beter gedempt kan
worden. Dit zal het verkeer ten goede ko
men en ook de volksgezondheid. In dit
slootgedeelte is heel weinig doorstrooming
en in de zomermaanden verspreidt deze
sloot een zeer onaangename geur. Het dem
pen kan met weinig kosten gespaard gaan
van de af te graven rietlanden komt ma
teriaal in overvloed. De eenige kosten van
de gemeente zijn het vervoer vanaf de
Nieuweweg tot de plaats van demping. De
transportkosten worden geraamd op ƒ300.
De heer Rietdijk vraagt of deze sloot met
het oog op brandgevaar gedempt kan wor
den. De voorzitter zegt, dat de bran draad
een onderzoek heeft ingesteld en dat ge
bleken is, dat tegen demping geen bezwaar
is De Raad besleuit daarna met alge
meene steipmen dat gedeelte van de sloot
te dempen. Daarna sluiting.
IJsclub „Nut en Vermaak". De IJsclub
„Nut en Vermaak" te Leimuiden hield
Dinsdagavond in de groote zaal, van de
wed. J. Sneeboer alhier voor de leden een
feestvergadering ter gelegenheid van het
25-jarig voorzitterschap van den heer J. v.
Rijn. De secretaris de heer J. W. de Ren
opende de vergadering met een woord van
welkom tot de aanwezigen, speciaal tot een
heer J. A. Bakhuizen, eere-voorzitter der
Vereeniging en diens echtgenoote. Hij ver
telde in het kort waarom deze feestverga
dering was belegd. Spr. feliciteerde op har
telijke wijze den heer J. van Rijn met zijn
25-jarig jubileum als voorzitter der ver
eeniging. Hij schetste den voorzitter als de
rechte man op de rechte plaats.
Ook de eere-voorzitter, burgemeester
Bakhuizen sprak den jubilaris op hartelij
ke wijze toe. Spr. memoreerde dat de heer
van Rijn, de eerste Leimuidenaar was,
waarmede hij nog voor zijn benoeming tot
burgemeester, kennis maakte.
De heer van Rijn dankte de beide spre
kers voor de gelukwenschen. Daarna was
het woord aan de tooneelvereeniging „Een
dracht" uit Bodegraven. Door deze ver
eeniging werd opgevoerd het tooneelstuk
„Zonsopgang" gemengd spel in drie bedrij-
door Joh. van Eekelen (regie J. A. Ten
Brink, grim. André de Jong).
Van deze opvoering, die uitstekend ge-
aagd kan worden genoemd, hebben de
aanwezigen genoten, in ademlooze stilte
werd het spel gevolgd en na afloop viel
een daverend applaus den spelers ten deel.
Na de pauze werden eenige vroolijke stuk
jes gegeven, vooral Loetje en Loutje wis
ten de lachlust van de aanwezigen op te
wekken.
Te ruim half een was het officieele ge
deelte van dezen avond afgeloopen, de heer
J W. de Ren dankte den spelers op harte
lijke wijze voor het gebodene. Hij zeide,
dat het op goed geluk met de vereeniging
„Eendracht" was geprobeerd. Dit probee-
ren was een succes geworden, dank zij de
medewerking van „Eendracht" uit Bode
graven noemde spr. dezen avond schitte
rend geslaagd. Spr. wenschte dan ook de
tooneelvereeniging „Eendracht" een tot
weerziens in Leimuiden toe.
Men bleef nog enkele uren bijeen voor
het maken van een dansje.
FAILLISSEMENTEN
Uitgesproken:
Chr. Bekooy, W assenaar, Tulpweg 4.
Cur. Mr. J. van der Veen Vonk Wassenaar.
J. van 't Hoff, slager, Haarlem Gen.
Cronjestraat 92. Cur. Mr. W. de Rijke,
Haarlem.
H. Kloot, zich noemende de schrijvende
H. Kloots, koopman in confectiegoederen,
Haarlem, Kruisweg 4. Cur. Mr. Dr. A. F.
H. Schreurs, Haarlem.
F. B. Meijer, vroeger tabaksbewerker,
thans zonder beroep. Zwanenburg, Olmen
laan 25, Haarlemmermeer. Cur. Mr.
T. A. M. A. van Löben Seis, Haarlem.
J. F. van Nieuwburg, kruidenier, Zwa
nenburg, Zwanenburgerdijk 467, Haar
lemmermeer. Cur. Mr. F. J. Gerritsen,
Haarlem.
B. W. de Graaff Jr., winkelifer in bedden
etc. Haarlem. Gen. Cronjestraat 68. Cur.
Mr. J. Hoog, Haarlem.
0e normale beleefdheid;
Geldt zeker ook voor het
ORGANISATIES GAAN HET WERK
OVERNEMEN.
Oppertoezicht van de regeering blijft
behouden.
Bij de Algemeene Landrukkerij is ver
schenen een rapport betreffende overne
ming der landbouw-crisismaatregelen door
de bedrijfsgenooten.
Nadat in April van het vorig jaar de da
gelijksche besturen der drie centrale land
bouworganisaties (het Kon. Ned. Land-
bouwcomité, dat Kath. Ned. Boeren- en
Tuindersbond en de Christ. Boeren- en
Tuinders bond in Nederland) met den mi
nister van Economische Zaken de wensche-
ljjkheid hadden besproken de maatregelen
voor het landbouwbedrijf meer in handen
te leggen van het bedrijf zelf, is een com
missie gevormd, bestaande uit twee leden
van het college van regeeringscommissaris-
sen (den voorzitter, mr. dr. A. A. van Rhijn,
en den ondervoorzitter, ir. S. L. Louwes)
en twee vertegenwordigers van elk der drie
organisaties dr. T. P. Huisman en de heer
N. H. Blink voor het Landbouwcomité, de
heer H. Ruyter en mr. H. van Haastert voor
de K. N. B. T. B. en de heer Chr. van den
Heuvel en mr. W. Rip voor de C. B. T. B.)
Openlijke bespreking.
Deze commisie heeft na een aantal
besprekingen een rapport opgesteld, dat
aan het college en de dagelij ksche be
sturen der drie centrale landbouwor
ganisaties is voorgelegd. In een ge
meenschappelijke vergadering is daar
op besloten den minister het rapport
aan te bieden met het verzoek dit te
publiceeren, opdat de betrokken groepen
op het gebied van landbouw, handel
en nijverheid zich over de daarin als
proeve neergelegde richtlijnen zullen
kunnen uitspreken.
Het nieuwe principe.
Over de inhoud van het rapport kunnen
wij het volgende mededeelen.
In een uitvoerige inleiding wordt de wen-
schelijkheid betoogd, dat de landbouw-cri-
cismaatregelen door de bedrijfsgenooten
worden overgenomen.' Na een uiteenzetting
dat de landbouw economisch veel kwets
baarder is dan de meeste andere bedrijfs-
trakken, worden de fouten van de huidige
regeling besproken.
Deze regeling, waarbij de overheid
zeer veel van bovenaf vaststelt, moet
op den duur leiden tot verstarring, ver-
ambtelijking en verslapping der ver
antwoordelijkheid van het bedrijfsle
ven. De eenige mogelijkheid om deze
bezwaren tegen te gaan is, dat de over
heid terugtreedt en het georganiseerde
bedrijf op den voorgrond wordt ge
steld.
Wegens het zeer groote aantal bedrijfs
genooten kan de landbouw evenwel niet,
zooals andere bedrijfstakken, tot vrijwil
lige economische samenwerking komen.
Door aan organen, die door het bedrijfs
leven zullen worden gevormd, bepaalde be
voegdheden te geven, zal de landbouw in
staat worden gesteld, de regeling van het
bedrijf zelf in handen te nemen en zijn
economische positie te versterken.
Nieuwe wegen zullen moeten worden in
geslagen. Het zwaartepunt van de voor den
landbouw noodzakelijke maatregelen zal
niet meer moeten berusten bij de overheid,
doch de verantwoordelijkheid en het risico
van het bedrijf zelf moeten worden gelegd.
Het zoeken van nieuwe afzetgebieden
naast rationaliseering van het bedrijf, die
de kostprijs verlaagt, zulen tot de belang
rijkste problemen behooren, waarvoor het
bedrijf zich gesteld zal zien. Voorts zal
moeten worden onderzocht, of nieuwe be
en verwerkingsmethoden 'n oplossing kun
nen brengen, b.v. melkwol, aardappedvlok-
ken, gedroogde bieten. Wel zal de overheid
hierbij van voorlichting moeten dienen om
de technische mogelijkheden van een nieu
we vinding te onderzoeken, maar de ver
breiding daarvan en de verantwoordelijk
heid voor de toepassing moeten bij het be
drijf zelf blijven.
In de naaste toekomst zullen ongetwijfeld
nug talrijke maatregelen van economiscnen
aard voor de landbouw noodig zijn, o.a.
verbouw van producten, die ons land niet
voldoende voortbrengt, te stimuleeren en
de voortbrenging van producten, welke wij
met verlies uitvoeren, te beperken.
Gebondenheid blijft dus noodig, doch deze
zal niet moeten zijn ambtelijk, maar van
wege organen van het bedrijfsleven, niet
centraal, maar gedecentraliseerd.
Op deze wijze zal bij de uitvoering meer
met bijzondere omstandigheden kunnen
worden rekening gehouden, dan wanneer
de uit haar aard strakke lijn der overheid
moet worden gevolgd.
De uitvoering.
Op deze inleiding volgen zeven hoofd
stukken, waarin de grondslagen voor een
regeling door het georganiseerde bedrijf
worden ontvouwd.
Blijkens het eerste hoofdstuk wordt voor
de overneming het huidige systeem van
vreplichting tot aansluiting bij krachtens
een wet aan te wzen bedrijfsorganen aan
bevolen. Dit stelsel heeft het voordeel, dat
daarvoor niet aanstonds een nieuwe wet
telijke basis noodig is, doch gebruik kan
worden gemaakt van de Landbouw-crisis-
wet. Het crisis-organisatie-besluit zal even
wel gewijzigd moeten worden.
Hei volgend hoofdstuk, over de organen,
beschrijft in de eerste plaats de organisa
torische opbouw, welke in groote lijnen ge
lijk zal kunnen zijn aan den opzet van de
huidige landbouw-crisisdienst, n.l. produc
ten-organen voor het geheele land (de
huidige centralen) en provinciale organen,
welke met de uitvoering van onderdeelen
kunnen worden belast (de huidige provin
ciale landbouw-crisis-organisaties en gewes
telijke tarwe-organisaties). Daar het in de
bedoeling ligt, de landbouw-crisis-maatre-
gelen geleidelijk over te dragen zal aan
een centraal-coördineerend orgaan voor-
loopig wel geen behoefte bestaan.
Van de bedrijfsorganen, waarvoor de ver-
eenigingsvorm de voorkeur verdient, zul
len de organisaties der bedrijfsgenooten de
leoen zijn, terwijl de bedrijfsgenooten als
aangeslotenen zullen toetreden. De bestu
ren zullen' door de leden worden benoemd,
doch het rapport acht het raadzaam, dat
.n voorkomende gevallen ook aan de indi-
vidueele bedrijfsgenooten eenige invloed
op den gang van zaken wordt toegekend.
De leden zullen zijn de drie centrale
landbouw-organisaties (andere landbouw
organisaties zijn overigens niet a priori uit
gesloten), en voorts de specifiek technisch -
economische organsaties, welker positie
voor elk geval afzonderlijk zal moeten wor
den bezien. Op welke wijze de organisaties
cp het gebied van handel en nijverheid die
nen te worden ingeschakeld, wordt in het
rapport in het midden gelaten, daar dien
aangaande nog met de betrokken bedrijfs
groepen moet worden overlegd.
Welke plaats aan de landarbeidersbon
den in het organisme móet worden toege
kend, dient evenzeer nog nader te wor
den overwogen. Een paragraaf over de
taak en de bevoegdheden der organen, wel
ke van die der huidige landbouw-crisisin-
stellingen aanmerkelijk zullen verschillen,
omdat de organen grooter zelfstandigheid
zullen genieten, besluit dit hoofdstuk..
Hoofdstuk III is gewijd aan de methode,
welke bij de overneming en vervolgens
jaarlijks dient te worden gevolgd. Aanbe
volen wordt het systeem van richtprijzen
te vervangen dooh een stelsel, waarbij de
cverheid zoodanige voorwaarden schept,
b.v. door heffingen en financieele bijdra
gen, dat het bedrijf door het nemen van
waarop gerichte maatregelen voor zijn pro
ducten een prijs kan bereiken, welke gele
gen is binnen, na overleg tusschen over
heid en bedrijf, vastgestelde ruime prijs-
grenzen. Als zoodanige prijsgrenzen wor
den b.v. in het rapport genoemd voor rog
ge en gerst ƒ7. tot ƒ9.en voor boter
1.20—1.60.
Voor het geval de prijs van het product
onder de benedengrens mocht zakken
hetgeen zich practisch slechts zal voordoen
in onvoorziene omstandigheden, b.v. bij
een buitengewoon groote oogst, plotselin
ge handelspolitieke maatregelen van het
buitenland met ernstige consequenties enz.
zal de overheid maatregelen dienen te
nemen, waardoor de landbouwer voor zijn
product weer een prijs ontvangt, die boven
deze grens ligt. Zou dè prijs van het pro
duct boven de bovengrens stijgen, dan zal
het aan de regeering vrij staan in haar
maatregelen zoodanige wijzingen aan te
brengen, dat de prijs onder de bovengrens
daalt.
Wanneer dit systeem wordt aanvaard,
zal de gang van zaken bij de overneming
der bedrijfsmaatregelen en voorts ieder
jaar aldus zijn, dat de regeering en belang
hebbenden voor elk product besprekingen
zullen voeren over de prijsgrenzen en ver
volgens, wanneer deze zijn vastgesteld,
over de maatregelen, die de regeering moet
nemen om zoodanige voorwaarden te schep
pen, dat het bedrijf een prijs kan bereiken,
welke binnen deze marge is gelegen.
Op deze wijze zal het bedrijf zelf binnen
zekere grenzen het risico en de verant
woordelijkheid voor zijn maatregelen dra
gen en zal aan het bedrijf grootere vrij
heid kunnen worden gelaten.
DE MINISTER HEEFT HET
LAATSTE WOORD.
In een volgend hoofdstuk wordt het al
gemeen vernietigingsrecht van den minis
ter behandeld, dat deze wegens zijn ver
antwoordelijkheid uiteraard niet kan ont-
beeren. Ook zal het om verschillende rede
nen gewenscht zijn, dat de minister op be
langrijke, nauwkeurig omschreven punten
een goedkeuringsrecht zal bezitten.
Inzake de financiën vermeldt hoofdstuk
V, dat de inkomsten der organen zullen be
slaan uit heffingen, in te stellen bij de be
drijfsgenooten en voorts uit bijdragen uit
het Landbouw-crisisfonds, waarin de op
brengst vloeit van de door de overheid
vastgestelde heffingen. De begrooting van
het fonds zal van de huidige niet veel ver
schillen, behoudens, dat onder de uitga
ven in vele gevallen groote subsidieposten
zullen voorkomen. Ook de orgaanen zullen
begrootingen moeten opstellen, welke de
goedkeuring van den minister behoeven.
De financieele controle kan volgens
hoofdstuk VI behandeld, in eersteinstan-
tie aan een door de bedrijfsgenooten op te
richten eigen accountantsdienst of aan par
ticuliere accountantskantoren worden op
gedragen, doch de minister zal door zijn
accountantsdienst supercontrole uitoefenen.
De politieele controle zal evenzeer onder
een zeker oppertoezicht van overheidswege
aan het bedrijf zelf kunnen worden over
gelaten.
Het laatste hoofdstuk behandelt de be
slechting van geschillen. Over de admini
stratieve geschillen zullen provinciale com
missies, samengesteld door het bedrijf, on
der goedkeuring van den minister, in hoog
ste instantie beslissen. Voor de bestraffing
van overtredingen worden onafhankelijke
tuchtrecht-commissie, zooals ook bij de
huidige regeling bestaan, het meest ge
wenscht geacht. De vraag, ten slotte, of de
rechtsgeschillen evenals thans door arbitra
ge, dan wel door den gewonen rechter die
nen te worden beslecht, wordt in het rap
port nog niet definitief beantwoord.
De onthulling van den Grotius-gedenksteen kt de Nederlandsche Kerk te Londen.
Boven: een overzicht tijdens de rede van Lord Macmillan; onder: minister mr.
J. A. N. Patijn temidden der autoriteiten. Naast den minister onderscheidt men
Vord Ha'ik