BINNENLAND
FAILLISSEMENTEN
Uw Handteekening
Het beleid der Regeering
VRIJDAG 27 JANUARI 1939
DE LE^SCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
NED. R. K. MIDDENSTANDSBOND
Prijsvraag tekst Bondslied.
De Ned. R. K. Middenstandsbond heeft
een prijsvraag uitgeschreven, niet als laat
ste datum van inzending 31 Maart 1939.
Gevraagd wordt een gedicht te schrij
ven van maximaal 24 regels, dat eventueel
zou kunnen dienen als tekst voor een te
com poneeren Bondslied van den Ned. R. K.
Middenstandsbond.
De inzendingen zullen werden beoordeeld
door een Jury bcrtaande uit de heeren Dr.
A. A. Olierook pr. te Amsterdam, J. A.
Koops te Venlo en Mr. F. J. H. Bach te
Den Haag.
Er wordt beschikbaar gesteld een prijs
van 75.— voor een gedicht, dat als bonds
lied in aanmerking zal kunnen komen; daar
naast zullen twee troostprijzen van resp.
25.en 20.worden uitgeloofd.
Nadere gegevens in Jen vorm van een
prospectus alr.mede andere gewenschte in
lichtingen worden door het Bureau van de
Ned. R. K. Middenslandsbond, Maurits-
kade 23, Den Haag, op schriftelijke aan
vraag gaarne toegezonden.
BESTRIJDING DER JEUGDWERK
LOOSHEID.
Vervanging meisjes door jongens?
Naar het „Hbld." verneemt, stelt de Ar
beidsinspectie thans op last van den minis
ter voor Sociale Zaken een onderzoek in,
of en in hoeverre het mogelijk is op fabrie
ken en werkplaatsen meisjes van 14 a 18
jaar door jongens te doen vervangen. Op
grond van de resultaten van dit onderzoek
zal dan worden nagegaan of er voldoende
kansen zijn om op deze wijze de werkloos
heid onder de mannelijke jeugd te bestrij
den en eventueel ook meer meisjes voor
huishoudelijke doeleinden beschikbaar te
krijgen.
F. N. Z. NOTEERING VOOR FRIESCHE
KAASSOORTEN.
De F. N. Z.-noteering voor Friescfie
kaassoorten is heden te Leeuwarden als
volgt vastgesteld (in centen per kg.):
Goudsche 20 plus 1820 cent, idem 40
plus 33—34 cent, idem volvet 44—45 cent,
Edammer 20 plus 1920 cent, Edammer
43 plus 3334 cent, broodkaas 10 plus 33
34 cent, Leidsche 20 plus 2021 cent.
Stemming kalm.
BOTERHEFFING ONGEWIJZIGD
Het bedrag van de heffing en de steun-
uitkeering op boter, is behoudens tusschen-
tijdsche wijziging, voor de week van 26
Januari tot 2 Februari vastgesteld op 60
cent per K.G.
AANGEBRACHTE BIGGENMERKEN
Van bevoegde zijde vernemen wij, dat
in de week van 9 tot 14 Januari 1939 zijn
aangebracht 52.212 biggenmerken( tegen
over 40.451 in de overeenkomstige periode
van het jaar 1938.
TIJDELIJK BACON-TEKORT IN
ENGELAND.
Totaal extra-contingent van 762.000 kilo.
Ter voorziening in een tijdelijk tekort,
ontstaan door kleinere leveringen uit het
binnenland en uit Canada, zal Engeland
een extra-baconcor.lingent ter gróótte van
15.000 cwl. (d.i. 762 ton) toelaten uit Ier
land en sommige Europeesche landen.
Of Nederland, welks maandcontingent
rond 2200 ton bruto bedraagt, een aandeel
zal krijgen in dit extra-contingent, is nog
niet bekend, doch zeker is, dat wy even
tueel zullen kunnen leveren, dit in tegen
stelling tot 1937, toen wij een extra-contin
gent moesten laten passeeren, omdat we
niet genoeg'bacon varkens in ons land had
den.
Wij herinneren er aan, dat als gevolg van
de Engelsche invoerbeperking onze export
van bacon naar dat land, welke tot 1933
steeds om de 50 millioen kilo schommelde,
in de laatste vijf jaren is gedaald tot de
helft.
STERFTE AAN MOND- EN KLAUWZEER.
Het aantal sterfgevallen ten gevolge van
het mond- en klauwzeer heeft in de week
15 t/m 21 Januari 1939 bedragen: 31 run
deren, 29 kalveren en 26 varkens en oiggen.
Sedert de week 1926 September 1937,
zijn aan mond- en klauwzeer bezweken:
6007 runderen, 6697 kalveren, 4813 varkens
en biggen, 386 schapen en 85 geiten.
R.-K. BOND VOOR SLECHTHOORENDEN
Te Utrecht is opgericht een landelijke
R.-K. Bond voor Slechthoorenden „St Li-
duina", die de goedkeuring van het Hoog
waardig Episcopaat, op haar statuten heeft
verkregen. Het secretariaat is gevestigd,
bij mej. Nell vr.n Sc'naijk, Cnopinstraat 19,
Utrecht, waar verder alle inlichtingen zyn
te verkrijgen.
L
CONCURRENTIEMETHODES VAN EEN
TWEETAL GROOTONDERNEMINGEN.
Een vertoog van den Ned. R. K. Midden
standsbond aan den Minister van
Economische Zaken.
De toenemende moeilijkheden, die de
middenstandsbedrijven ondervinden uit
de concurrentiemethoden, welke door groot
ondernemingen worden toegepast, hebben
het Hoofdbestuur van den Ned. R. K. Mid
denstandsbond aanleiding gegeven de aan
dacht van den Minister van Economische
Zaken voor deze aangelegenheid te vra
gen. Het is uiteraard bekend, dat de po
sitie van het kleinbedrijf geenszins roos
kleurig mag worden genoemd. De achter
ons liggende economische moeilijkheden
hebben niet alleen verschillendee onderne
mingen in dit bedrijf tot den ondergang
gebracht, maar practisch het financieeie
weerstandsvermogen van nagenoeg alle
kleinondernemingen gebroken. Dit heeft
tot gevolg, dat ae kleinondernemmg thans
meer dan ooit gevoelig is voor optreden,
dat de reeds moeilijke concurrentie-om-
standigheden totaal ontwricht.
Een dergelijk ontwrichtend optreden
meent de N. R. K. M. te moeten zien in
de concurrentiemethoden, welke thans
worden toegepast met name door de N V.
Bat'a en de N.V. Unox.
Door de N.V. Bata, welker uitbreiding
in den schoenhandel blijkbaar nog niet
voldoende wordt gevonden, is thans ook
het terrein van de schoenreparalie betre
den op een wijze, welke naar het gevoe
len van den N. R. K. M. niet meer onder
behoorlijke concurrentie kan worden ge-
rexend. Deze onderneming is er in 's-Her-
togenbosch toe overgegaan, schoenrepara
tie gedurende enkele weken te verrichten
tegen halven prijs. Voor herstelwerk wer
den dan bedragen in rekening gebracht,
die zoo laag zijn, dat het voor geen zelf
standigen schoenhersieller nog mogelijk
is een Deslaan in zijn bedrijf te behouden.
Het is duidelijk, welke de gevolgen van
deze concurrentiemethoden voor de klei
ne zelfstandige schoenhsrstellers moeten
zijn, en weike gevoelens het optreden van
deze buitenlanosche onderneming in den
betrokken kring en ver daarbuiten moet
teweegbrengen.
Van anaeren, maar in zijn gevolgen
niet minder ontwrichtenden aard, zijn de
concurrentiemeihoden van het Unox-
vleeschwarenbedrijf. Deze onderneming
poogt o.a. hare producten te plaatsen in
net slagersbearijf op het platteland. Lukt
het echter niet om de slagers in een be
paald gebied tot afnemers te krijgen, dan
wordt eenvoudig economische dwang toes-
gepast. Men plaatst dan de vleescnwaren
in kruidenierswinicels of dergelijxe, in de
onmiddellijke omgeving van de betreffen
de slagers, en zorgt zoo noodig voor de
piaatsmg van vieeschsnijmachines aldaar.
Op deze wijze wordt de plattelandsslager
tot afnémen gedwongen, uit vrees voor
erger.
Hierbij speelt uiteraard de toestand ten
platteelande een rol, dat hier, in tegenstel
ling tot de steden, de vleeschwaren nog
bijna uitsluitend in de slagerij worden
verkocht. De N.V. Unox bevordert op
deze wijze de voor den middenstand in
het algemeen zoo gevaarlijke verdoeze
ling van branchegrenzen, maar vooral is te
laken de dwang, welke deze methode van
zakenooen inhoudt.
Het is uiteraard bekend, dat den Mi
nister vooralsnog weinig formeelee midde
len ter beschikking staan om tegen deze
gesignaleerde feiten op te treden. Toch
meende de Ned. R. K. Middenstandsbond
goed te doen, deze feiten onder de aan
dacht van den Minister te brengen, om
dat daaruit blijkt, hoe de moeilijkheden
van het kleinbedrijf, instede van te ver
minderen, nog steeds groeien, en welk
streven naar beheersching en overwoeeke-
ring van het kleinbedrijf bij verschillen
de grootondernemingen aanwezig is.
o
R.-K. POLITIEBOND „ST. MICHAEL"
BESTAAT 25 JAAR.
Groote offervaardigheid der leden.
Bij gelegenheid van het zilveren jubi
leum van de R.-K. Politiebond „St. Mi-
chaël" bevat de „Roomsch Katholieke Po-
litie-ambtenaar", het officieel orgaan van
den Bond die thans meer dan 2230 leden
telt, enkele zeer merkwaardige statistische
gegevens, waaruit de goede geest en groo
te offervaardigheid blijkt, die er in deze
landelijke organisatie leeft. Het Steun
fonds dat in 1921 werd opgericht, keerde in
totaal uit een bedrag van 13818.50, het
Overlijdensfonds ƒ3.250. Voor Bijzondere
Nooden werd.6758.50 geofferd. Ten be
hoeve van de Politievakschool in 's-Her-
togenbosch werd 11.850 bijeengebracht.
Dat ook de geestelijke belangen goed be
hartigd werden blijkt wel uit het feit, dat
door den Bond voor het Retraitewerk een
bedrag van byna 34 duizend gulden werd
besteed. Bovendien werd in de kerk van
den eersten Bondsadviseur pastoor Mersel
te Rotterdam een altaar van St. Michaël
opgericht, waarvoor ƒ4000 werd besteed
uit vrijwillige bijdragen. Aan dit altaar
wordt elk jaar op den Patroonsdag een H.
Mis voor de leden opgedragen. In 1931
werd een Priesterstudiefonds gesticht waar
voor de leden eveneens vrijwillig hun bij
dragen storten: in vier jaar werd niet min
der dan 20824.39 geofferd. In totaal
brachten de leden van Sint Michaël uit
vrijwillige bijdragen een kapitaal bijeen
van 99164.03 ten behoeve van goede wer
ken. Dit getuigt onget^'-jfeld van een zeer
groote offervaardigdheidszin en mag bij
dit zilveren jubileum niet onvermeld
blijven.
De viering van het zilveren jubileum
zal op 29 Januari op zeer eenvoudige wijze
piaals hebben. De Bondsadviseur pastoor
Goossens te Nuenen zal dien dag in zijn
parochiekerk H. Mis van dankbaarheid
opdragen, waarbij het volledige hoofdbe
stuur tegenwoordig zal zijn, terwijl de
eigenlijke herdenking zal geschieden bij
gelegenheid van het Congres dat dit jaar
in 's-Hertogenbosch zal worden gehou
den.
WAARSCHUWING TEGEN EEN
CREDIETBANK.
De commissaris van politie te Arnhem
geeft belanghebbenden in overweging, al
vorens in relatie te treden met de te Arn
hem gevestigde wederkeerige maatschap
pij Nationale Credietbank Arnhem, zich
om inlichtingen tot hem te wenden.
Deze maatschappij is ten nauwste ver
want aan de Nationale Onderlinge Finan
ciering Maatschappij „Natomy", te Arn:
hem, ten aanzien van welke maatschappij
de commissaris van politie te Arnhem be
langhebbenden bij herhaalde malen ge
plaatst bericht, eveneens in overweging
gaf, geen relaties aan te gaan, alvorens bij
hem inlichtingen te hebben ingewonnen.
GOUDA KRIJGT EEN TUNNEL
Verbetering van de toegang tot de stad uit
het Noorden.
Reeds langer dan een'kwart eeuw is uit
gezien naar een verbetering van de toe
gang de Noord-zijde van Gouda.
Toen de plannen van rijk en provincie
tot het aanleggen van groote verkeers
wegen vastere vorm aannamen, heeft het
vorige college van burgemeester en wet
houders het maken van een tunnel in
studie genomen en volgden de eerste be
sprekingen. Deze besprekingen hebben ten
slotte geleid tot overeenstemming over de
bouw van een tunnel onder de spoorlijn
door.
Op 7 Februari om 14 uur zal de aanbe
steding van het werk plaats hebben in het
gebouw van de N.S. te Utrecht.
Hoewel de spoorwegen dit werk aanbe
steden, zal Gemeenteweken van Gouda
toch de leiding bij de uitvoering hebben, in
overleg met de N.S.
Een der eerste werkzaamheden voor den
aannemer zal bestaan in het omhoog bren
gen van de spoorbaan. Al het heiwerk bin
nen een afstand van drie meter van de
spoorbaan zal des nachts worden verricht.
De tunnel krijgt een gedeelte voor net
auto-snelverkeer met een doorgangshoogte
van 4.05 meter en een breedte van 6.80, in
begrepen de schampkanten. Links en rechts
banen voor langzaam verkeer, drie meter
hoog en 4.50 meter en 4 meter breed, inbe
grepen de troittoirs voor de voetgangers
resp. 1.50 en 1 meter breed. Het over-
dexte gedeelte van de geheele tunnl be
draagt 19 meter, dat der spoorbaan 10
meter.
Het werk moet uiterlijk twaalf maanden
na ae gunning, dus 1 Maart 1940 geheel
gereed worden opgeleverd. De begrooting
Deoraagt 363.000. Het rijk draagt J 125.000
en de provincie 75.000 bij in de kosten.
De tewerk te stellen arbeiders moeten via
de arbeidsbeurs uit Gouda betrokken naar
vrije keuze van den aannemer. De arbei
ders moeten minstens drie maanden werk
loos en minstens twee jaar ononderbroken
in de gemeente Gouda gevestigd zijn. Er
mogen vijftien procent jeugdige arbeiders
worden tewerkgesteld.
„Vooruit".
Uitgesproken:
Petrus van Benten. groentenhandelaar,
Amsterdam, Argonautenstraat 1 hs. Cur.:
mi. J. D. J. Scheltinga, Keizersgracht 697,
Amsterdam
Wilhelm Joseph Wulfers, machinist
groote vaart, Amsterdam, van Speykstraat
135 hs. Cur.: mr. E. Reinhold, P. C. Hooft-
straat 18, Amsterdam.
C. S van 't Oesten, caféhouder, Am
sterdam. Andreas Bonnstraat 2. Cur.: mr.
A. H. A. J. Drost, Prinsengracht 790, Am
sterdam.
Opgeheven:
L. Offers. Voorburg.
J. Putter, Haarlem.
H. Sysenaar Sr., Hillegom.
H Sysenaar Jr., Hillegom.
Het Katkolick Comité van Actie
„Voor God" schrijft ons:
Ge hebt misschien Uw naam opgeschre
ven ten bewijze, dat ge protesteert tegen
bepaalde misdaden bedreven tegen Kerk
en geloovigen. Heeft hier Uw naam
werkelijk iets te zeggen, is Uw hand
teekening werkelijk de vertegenwoordig
ster van iemand, die zelf diep geloovig,
en met een hart, dat brandt voor de zaak
van God en Kerk, spontaan zijn gerecht
vaardigde verontwaardiging uit over wat
een mede-geloovigc, ccn mede-katholiek
om Christus' Wille wordt aangedaan
Zoo niet, dan is Uw handteekening toch
niet meer geweest dan ccn doodc krabbel.
Alleen de 'cvendc, diepe getuigenis van
een overtuiging heeft Iets Ie zeggen tot
hem, die die overtuiging mist.
De feiten dwingen tot
protectie
VRIJHANDELAAR NAAR
OVERTUIGING
In de afdeelingen der Eerste Kamer zijn
over de protectionnistische koers van het
kabinet-Colijn opmerkingen gemaakt, die
de regeering in haar heden verschenen me
morie van antwoord nopens de rijksbegroo-
ting voor 1939 niet met stilzwijgen voor
bijgaat.
Nog altijd is minister Colijn, zoo lezen
wij, een overtuigd vrijhandelaar, maar hij
is dat niet in dien verwoeden zin, dat, ter
wijl anderen onze goederen van hun mark
ten weren, wij daarentegen de hunne on
belemmerd op onze markt zouden moeten
toelaten.
De vraag, hoe zich in dit rampzalige we-
relddrijven het best te verdedigen; zoo ver
volgt de memorie, is er zuiver een van
practijk. Bij veranderingen, die beperkt
zijn in tijd, verdient het stelsel van contin-
genteeringen de voorkeur. Heeft men daar
entegen te doen met verschijnselen, die van
blij venden aard zijn, dan verdient bescher
ming der eigen markt door middel van een
tarief de voorkeur, hoewel ook dan de con-
tingenteeringen niet geheel gemist kunnen
worden. Reeds in 1935 was dr. Colijn tot de
overtuiging gekomen, dat, met het oog op
de verstarring door de contingenteering,
het vraagstuk tarief of contingenteering na
der moest worden bezien. Dit punt maakte
ook eenige malen een onderwerp van be
spreking in den raad van ministers uit.
Toen de minister-president in 1937 op
nieuw geroepen werd een kabinet te for-
meeren, heeft hij in zijn program ,dat op
dit punt ongewijzigd aanvaard werd, o.a.
opgenomen, dat de Nedetrlandsche handels
politiek tot verweer of tot het afdwingen
van concessies over alle wapenen moest
kunnen beschikken, die voor dat doel doel
treffend geacht konden worden.
In dat program werd ook gewaagd van
tariefsverhoogingen en voorts werd be
paald, dat de handelspolitiek in haar fun-
damenteele vraagstukken zou worden be
handeld in een ministerieele commissie, be
staande uit de ministers van Buitenlandsche
Zaken, van Economische Zaken, van Finan
ciën en van Koloniën, onder leiding van
den voorzitter van den ministerraad.
Minister Colijn wenscht niet gerekend te
worden tot hen, voor wie de onsterfelijke
figuur door Cervantes in 't leven geroepen
het, levensvoorbeeld is. Op dit terreir re
kent hij zich te behooren tot de realisten.
Overigens zal wel blijken, zoo besluit de
memorie op dit punt, dat de bestempeling
van de handelspolitieke koers van het ka
binet als „px'otectionnistisch' niet van over
drijving vrij te pleiten is.
De weerkracht van ons
land
Met het oordeel van eenige leden, dat
het gebeurde met Tsjecho-Slowakije de
veiligheid van de kleine Staten heeft
verminderd, kan de regeering in zoo
verre instemmen, dat daardoor eens te
meer is gebleken, dat kleine staten, in
geval van nood, niet hebben te rekenen
op de hulp van groote mogendheden,
wanneer niet de levensbelangen van
die mogendheden door een aanval op
een kleinen staat zoo ernstig in gevaar
worden gebracht, dat zij zich genoopt
gevoelen tot eigen behoud in te
grijpen. Gelet op de strategische positie
van ons land, mag worden aangenomen,
dat in een West-Europeesche conflict,
waarin Nederland zou worden betrok
ken, zoodanige belangen van groote
mogendheden in het geding zullen zijn,
dat Nederland niet alleen zal staan. Dat
geldt mutatis mutandis evenzeer voor
het Nederlandsche overzeesche gebied.
Wel zal er op moeten worden gerekend,
dat de Nederlandsche weermacht in staat
moet zijn althans aanvankelijk met eigen
kracht een aanval van welke zijde dan ook
te kunnen weerstaan; dit blijft het onge
wijzigd standpunt van de regeering. Het
oordeel, dat door onze weermacht weinig
of niets voor onze eigen beveiliging kan
worden bereikt, kan geenszins worden ge
deeld. Ook de meening, dat de voor defen
sie uitgetrokken bedragen, op welk peil
ook gesteld, steeds willekeurig blijven, moet
de regeering als onjuist afwijken, daar
deze bedragen bestemd zijn ter versterking
van de in groote trekken reeds sedert jaren
bestaande en duidelijk omschreven organi
satie der weermacht. Onder de huidige om
standigheden is het zeker niet mogelijk de
gelden, wenschelijk voor andere overheids
uitgaven, te verkijgen door bezuiniging
op de defensie-uitgaven te land of ter zee.
De regeering blijft van meening, dat bij
de bepaling van de mate van het gevaar
voor onze veiligheid het aanhouden van een
goudvoorraad hier te lande van weinig be-
teekenis is.
In verband met het hierboven opge
merkte zal het duidelijk zijn, dat de re
geering zich met de door verscheidene le
den gemaakte opmerkingen over de pre
ventieve werking der weermacht kan ver
eenigen en zeer zeker met de opvatting, dat
leger en vloot primaire punten van over
heidszorg z:jn en bezuiniging daarop zeer
groote gevaren zou meebrengen.
Geen „plan"- maar
„rapport"-Westhoff
Regeering ziet groot belang In uitbreiding
van cultuurgronden.
De regeering heeft de grondbeginselen
van het rapport-Westhoff aanvaard. Men
doet echter goed n'et te spreken van een
Plan"-Westhoff, aldus de memorie van
antwoord aan de Eerste Kamer nopens de
rijksbegrooting voor 1939. Het woord
Plan" werpt gedachten aan staatkundige
problemen op en een absolute eenheid. Het
rapport schuift echter gedachten naar vo
ren, die, voor wat de groote lijnen betreft,
docr de regeering zijn aanvaard. De verwe
zenlijking van de in het rapport neerge
legde denkbeelden zal groote oppervlakten
nieuwe cultuurgrond doen ontstaan, waar
door de landbouwproductie wordt ver
groot.
De uitvoering dier denkbeelden is ech-
1er op een geheel ander doel gericht, dan
dat, hetwelk de huidige landbouwcrisis
maatregelen beoogon. Zij heeft o.m. de
strekking door de vermeerdering van het
bezit aan cultuurgrond op de economische
positie van ons land voor altijd grooten in
vloed uit te oefenen. Geleidelijk zal worden
voorzien in het gebrek aan cultuurgrond
oat zich door de toenemende bevolking
van het platteland meer en meer open
baart. Dit zal ongetwijfeld een voor den
bi ter gunstigen invloed op de pacht- en
koopprijzen uitoefenen. Daar de bewerking
der nieuwe gronden de productie zal doen
sty gen, zullen, zoolang het gebrek aan
evenwicht tusschen productie en afzet van
landbouwproducten voortduurt, richting
gevende maatregelen op dit gebied moeten
blijven bestaan. Zeer veel zal in dit op
zicht afhangen van de ons omringende lan
den en van de ontwikkeling van de alge-
meenen economischen toe"tand.
Dat zich groote moeilijkheden zullen
voordoen verheelt de regeering zich aller
minst. Hierbij zal bijvoorbeeld kunnen
worden overwogen meer akkerbouwpro
ducten hier te lande te verbouwen. Prijs-
tceslagen zullen dan echter noodig zijn,
die bij verminderde import niet meer, zoo
als thans, geheel uit de inkomsten der mo-
r.opolitieheffing kunnen worden bestreden.
Pe regeering vertrouwt echter, dat derge
lijke moeilijkheden overwonnen zullen
worden. Zij streeft er bovendien voortdu-
rtnd naar het noodige te doen om de
werkgelegenheid in de groote centra even
eens zooveel mogelijk te doen toenemen.
Maximum aantal vluch
telingen bereikt.
Alleen nog toelating in zeer bijzondere
omstandigheden.
De regeering acht, na het groote aan
tal gevallen, waarin sinds 7 Novem
ber 1938 toestemming is verleend tot
toelating van vluchtelingen (de 7000
zijn reeds overschreden), verdere toe
lating van groote aantallen vluchtelin
gen niet verantwoord. Slechts in zeer
bijzondere omstandigheden kan nog toe
stemming worden verleend.
Het bovenstaande ontleenen wij aan de
Memorie van Antwoord aan de Eerste Ka
mer nopens de Rijksbegrooting voor 1939.
Wij ontleenen daaraan voorts, dat de toe
lating van bloedverwanten niet alleen be
perkt is geworden tot ouders en schoon
ouders. Ook vele, met name bejaarde, an
dere familieleden zijn voor onderbrenging
in gezinnen toegelaten, terwijl aan ver
scheidene honderdtallen familieleden van
verdere graad, meerendeels van middel
bare leeftijd, voor opneming in kampemen
ten toestemming tot binnenkomst is ver
leend.
Aan toelating van vrienden van Neder
landsche ingezetenen kan, ook indien waar
burgen worden gegeven, dat zy niet ten
laste van de Nederlandsche gemeenschap
zullen komen (uitzonderingsgevallen daar
gelaten) niet worden gedacht. De toela
ting van familieleden zou daardoor in ge
vaar komen.
Wat de toelating van transmigranten be
treft, is voorzichtigheid geboden. Zoolang
niet bepaaldelijk toestemming voor binnen
komst in een derde land is verleend, is het
meestal zeer moeilijk de juiste emigratie
kansen te beoordeelen. Door duizenden
Duitsche Joden is emigratie aangevraagd.
In dergelijke gevallen zal slechts onder bij
zondere omstandigheden na een nauwkeu
rig onderzoek toestemming voor voorloo-
pig verblijf in ons land worden verleend.
Cpneming van trasmigranten (doorreizen-
den) tot een eenigszins belangrijk aantal in
kampementen is uitgesloten.