De strijd in het verre Oosten GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG 24 JANUARI 1939 DE LEIOSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Naar het Chineesche persbureau meldt, hebben 15 Japansche vliegtuigen dertig bommen laten vallen op de stad Weinan, 75 kilometer ten oosten van Sian. Dertig burgers zijn daardoor om het leven geko men of gewond. Vertegenwoordigers van de Amerikaan- sche methodistische zending, van andere Amerikaansche zendingsgenootschappen en van Amerikaansche en Britsche bewoners van Koeling hebben de Amerikaansche Ambassade te Tsjoenking medegedeeld, dat de Japansche luchtmacht schade heeft aan gericht aan Britschen en Amerikaanschen eigendom. De zendingsgenootschappen te Tsjoen king hebben den Volkenbond een tele gram gestuurd, waarin geprotesteerd wordt tegen den luchtaanval op de burgerbevol king van deze 6tad door de Japanneezen ondernomen. CHINEEZEN MELDEN OVERWINNING. De Chineesche pers maakt melding van een groote overwinning der Chineesche troepen bij Tsingkiangpoe, in het Noorden van Kiangsoe. Negenhonderd Japanneezen moeten daar gesneuveld zijn. UITNOODIGING AAN CHAMBERLAIN OF HALIFAX? Zij moeten worden opgevoed. De Kokumin Sjimbun van vandaag ver wacht, dat Arita aan Chamberlain of Hali fax de uitnoodiging zal doen toekomen een bezoek te brengen aan Oost-Azië, ten ein de „hen op te voeden tot een juist begrip van den toestand". Bnltenlandsche Berichten GEREDDEN VAN DE CAVALIER TE NEW YORK. De tien geredde inzittenden van de vlieg- boot Cavalier zijn met het tankschip Esso Eaytown te New York aangekomen. Een lid van de bemanning van de tankboot verklaarde, dat de drenkelingen in de die pe duisternis een liedje hadden gezongen, teneinde het voor de reddingboot van de Fsso Bay Town gemakkelijker te maken, hen te vinden. EFFECTENDIEFSTAL IN HET SEMINARIE VAN ST. SULPICE. Gisteren werd in het seminarie van St. Sulpice een belangrijke diefstal gepleegd. Er werd voor een waarde van een millioen fiancs aan Fransche en buit^'^ndsche ef fecten ontvreemd. TAL VAN SCHEPEN TENGEVOLGE VAN STORM IN MOEILIJKHEDEN. Tengevolge van den zwaren storm, die reeds 24 uur lang op den Atlantischen Oceaan woedt, zijn talrijke schepen in moeilijkheden. Twee sleepbooten hebben bijstand verleend aan het Britsche vracht schip Melrose Abbey, dat op de rotsen van het eiland Ronde dreigde te loopen. Zij hebben eveneens hulp verleend aan het Grieksche s.s. Avra, dat tengevolge van averij aan het roer nabij Ouessant hulpe loos ronddreef. Voorts zijn noodseinen op gevangen van het op de Iersche ze varen de Chileensche s.s. Acongua en van de op den Atlantischen Oceaan varende Griek sche s.s. Turkia en Stamos, het Deensche sji Svenp en het Britsche s^. BramhilL BRAND IN BRITSCH VRACHTSCHIP. Een der ernstigste branden in de ge schiedenis van de haven van Brooklyn woedt sinds gisteren den geheelen dag aan boord van het te New York liggende Brit sche vrachtschip Silverash. Honderden brandweerlieden stellen al les in het werk om het schip te doen zin ken voor het vuur de lading bereikt en het doodelijk cyaangas ontsnapt. Zij hakken gaten in den scheepswand juist boven de waterlijn, terwijl anderen water in de leege ruimen spuiten, vijf brandweerlieden zijn reeds gewond, en een hunner zelfss ernstig. KOUDE EN STORM IN DE OOSTELUKE STATEN. In de Oostelijke staten in Amerika is het zeer koud en woeden hevige stormen. Er zijn reeds zes personen om het leven gekomen. Op de wegen naar het Noorden, welke bedekt zijn met sneeuw, doen zich vele verkeersongelukken voor. Te New York vriest het ten minste 13 graden. Op Mount Washington (bij Boston) is de temperatuur gedaald tot 37 graden. De wind heeft een snelheid van 190 K.M. per uur. De in de havens van Nieuw Engeland aankomende schepen zyn met ijs bedekt. INGEWIKKELDE NIEUWE BLECTRICITEITSTARIEVEN. EEN JAAR OP PROEF. DE GEMEENTELIJKE SCHOEISELDIENST. VOOR- DEELEN AAN EENEN KANT TEN KOSTE VAN ANDEREN, DIE BE NADEELD WORDEN. ELECTRICITEITSTARIEVEN. 16o. Voorstel tot het wijzigen van de Eïectriciteitsverordening tevens prae-ad- vies op het voorstel van de heeren van der Tas en Tobé en op de adressen van de Leidsche Middenstands-Centrale inzake verlaging van de electriciteitstarieven voor middenstandsbedrijven. De heer Tobé (R.K.) dankt B. en W. voor dit voorstel, doch spreker is niet ge heel tevreden. Door het aldaar manoeu vreeren met verschillende tarieven heeft de nieuwe regeling veel van zijn aantrek kingskracht verloren. Deze regeling is on overzichtelijk en onbegrijpelijk voor het publiek. Het persbericht van de lichtfa brieken acht spreker allesbehalve geluk kig. Spr. vraagt zich af, welke reden ge leid heeft tot de nieuwe berekening van het vast recht, zoowel voor winkel- als huistarief. Hoe is het mogelijk dat er een winstderving von 30.000 wordt berekend, terwijl men nog niet weet, welke uitwer king dit tarief kan hebben. De heer Eikerbout (A.R.) valt ook al over de berekening van de verliespost van 30.000. Hoe komt de directie der Licht fabrieken daar toch aan? Zij weet blijk baar de oppervlakte van alle huizen in Leiden! Spr. heeft een paar steekproeven genomen en komt tot de conclusie, dat het nieuwe oppervlakte-tarietf niet goedkoo- per is dan het oude lichtpunten tarief, in tegendeel. Misschien zijn de winkels goed- kooper uit, spr. kan dat niet beoordeelen, maar dat gaat dan ten koste van de anderè verbruikers. Spr. verklaart zich dan ook te genstander van het nieuwe woonhuistarief. De heer de Reede (C.H.) constateert, dat de particuliere verbruikers de lasten moeten opvangen. Spr. zou een dergelijke politiek betreuren; en hij vraagt de toezeg ging, dat de directie der Lichtfabrieken serieus zal zoeken naar het wegwerken van deze onbillijkheid. De heer v. Eek (S.D.A.P.). zegt, dat het voornaamste doel dar nieuwe regeling is: het tegemoetkomen aan de belangen der winkeliers; en hij betreurt het, dat deze verlaging niet voor allen kan worden be reikt. Tegen het woonhuistarief heeft spr. bezwaren, al zal hij daarom niet tegen stemmen. Het voornaamste bezwaar ziet spr. hierin, dat men niet zuinig kan zijn, ook al wil men dat. Sommigen zijn ver plicht om ruim behuisd te zijn en tevens om zuinig te zijn. Een jaar lang zullen bei de systemen (oppervlakte- en lichtpunten- tarief) naast elkander blijven bestaan. Wij hebben dus een jaar den tijd om te zien hoe het loopt en daarom zal spr. thans niet tegen stemmen. Hij behoudt zich evenwel zijn houding voor als de proef niet bevre digend slaagt. De heer v. d. Tas (A.R.) gelooft niet, dat de particuliere verbruikers het gelag zul len moeten betalen voor de korting der winkeliers. De werking van het winkel tarief staat z.i. nog niet vast. Bovendien meent spr. dat men niet teveel moet zien naar individueele particulieren belangen, men moet een tarief in zijn geheel bezien. Spr. keurt het we! goed, dat men een proef van een jaar neemt, maar hij raadt aan niet teveel veranderingen aan te bren gen. De heer Hessin g (S.D.A.P.) meent, dat de voorgestelde rem van 0.50 bij overgang op het spertarief onnoodig is. De nieuwe meter is al rem genoeg. De heer Manders (R.K.) ziet als het groote voordeel van het nieuwe oppervlak te tarief, dat men niet meer hoeft te zien op een lichtpuntje meer of minder. Het nadeel ervan ziet hij in de extra belasting voor de groote gezinnen. De heer v. Wel zen (C.P.) heeft steeds een tariefheffing naar financieele draag kracht verdedigd. Dat zou technisch onuit voerbaar zijn, maar deze wijziging is een even diep ingrijpende maatregel. Spr. zal zijn oordeel opschorten tot na beëindiging van de proef van een jaar. De v o o r z. geeft toe. dat de nieuwe re geling niet zóó overzichtelijk is, doch van den anderen kant is zij ook niet zóó onbe grijpelijk als is voorgesteld. De ingewik keldheid der tarieven heeft haar reden. Een eenvoudig tarief zou óf de winst der I ichtfabrieken aanzienlijk doen dalen óf vele onbillijkheden in 't leven roepen. In het gebruik van eJectriciteit zijn nu een maal groote schommelingen en dat brengt ak direct complicaties mee; bovendien zijn de verbruikers niet gelijkwaardig. Men zegt nu, dat de korting voor de winkeliers gaat ten koste van de particulieren. De directie heeft de korting voor de winke- L'ers geraamd op circa 30.000, doch wilde daarmede niet zeggen, dat dit bedrag ge legd moest worden op de particulieren. Het bedrijf kan dit verlies dit jaar wel dra gen en men verwacht, dat het 't volgend jaar zal worden opgevangen door grooter verbruik, gestimuleerd door het nieuwe tarief. De bedoeling van het oppervlaktetarief is niet om meer geld uit het woonhuistarief te slaan, doch men is hiertoe besloten om dat men dit tarief principieel het meest juiste vond. Wie voor zich heeft uitgere kend, dat het nieuwe tarief niet voordee- liger voor hem is, behoeft er niet toe over te gaan. Stemmen: Voor één jaar! Jawel, maar als blijkt, dat de meesten er geen voordeel in zien, zal de regeling moeten worden herzien. Het is niet te ver wonderen, als de nieuwe regeling in be paalde gevallen ongunstig werkt. De heer Eikerbout heeft bijv. abnormale gevallen aangehaald. De heer Hessing heeft zich verzet tegen de extra heffing van O.'öO, bij dubbele telmeter, doch dat vindt z'n reden in de duurdere administratie. Tegen over den heer Manders zegt spr., dat de kwestie der groote gezinnen bij de voorge stelde wijziging als zoodanig geen rol speelt. De heer v. Eek (S.D.A.P.) wijst erop, dat waarschijnlijk een groot deel der be volking niet van tarief veranderen zal. Blijft het oude tarief gelden, als men geen verandering aanvraagt? De v o o r z. bevestigt dat. De heer v. Eek (S.D.A.P.): Is het niet beter, dat de Lichtfabrieken de bevolking stimuleert om het nieuwe tarief toe te passen? De voorz.: Dat gebeurt ook. De heer H a s s i n g (S.D.A.P.) dient een amendement is, om de verhooging van 0.50 bij overgang op het spertarief af te schaffen. De heer Eikerbout (A.R.) meent, dat de groote gezinnen wel degelijk iets te maken hebben met het nieuwe tarief. Groo- tere gezinnen hebben grootere huizen noo- dig. De heer Groeneveld (S.D.A.P.) vraagt, of het niet wenschelijk zou zijn, dat ook ongevraagd inlichtingen aan de ver bruikers worden verschaft De voorz. kan hierop geen toezegging deen. De heer Tobé (R.K.) meent, bij de be handeling der artikelen, dat een dubbel tarief niet meer noodig is. Wat het woon huistarief betreft, meent spr. dat dit on billijk werkt t. o. v. gezinnen met kinde ren. Daarin zit iets scheefs, want de een- reidsprijs wordt tot op zekere hoogte ver hoogd naarmate men een groot huis noo dig heeft. Spr. zal geen voorstel doen, doch vraagt deze kwestie onder het oog tt zien. Bij de berekening van de buiten verlichting stelt spr. een redactie-wijziging voor. De voorz. antwoordt, dat de Heide Mij. ia uitgenoodigd, omdat het college de overtuiging had, dat deze Mij. bijzonder be trouwbaar is voor dit werk, dat niet ge makkelijk is, vooral wat betreft het drai- neeren. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) zegt, dat er nu eenmaal verschil van meening bestaat over het systeem van werkverschaf fing. Een debat daarover kan later bij de begrooting worden gehouden. Op normale voorwaarden zou in elk geval dit werk niet tot uitvoering zijn gekomen. De heer Beekenkamp antwoordt spr. dat uitsluitend technische bezwaren de oorzaak van de vertraging zijn geweest. De heer W i 1 m e r (R.K.) meent, dat de voorz. tever is gegaan door te beweren, dat de particuliere aannemers zich niet zouden kunnen meten met de Heide Mij. Spr. raadt de heer Tobé aan een voorstel in te dienen, om alsnog de particuliere aan nemers in de gelegenheid te stellen mee te doen. De heer Knibbe (A.R.) steunt deze gedachte. Vertraging verwacht spr. niet, vant de Heide Mij. moet ook nog uitgenoo digd worden om een offerte te maken. De heer Jongeleen (S D.A.P.) vraagt, wat de bedoeling is. Als het werk wordt uitbesteed, is er geen enkele reden om het werk in werkverschaffing te laten uitvoe- De heer Tobé (R.K.) zegt, dat de Heide Mij. niet inschrijft, maar eenvoudig haar voorwaarden bekend maakt. Spr. dient het voorstel in, om alsnog een inschrijving te openen voor particuliere aannemers. De voorz. wijst er nog eens op, dat dit een werk is, dat niet dagelijks voorkomt, maar waarvan de Heide Mij. een bijzon dere ervaring heeft. Het voorstel-Tobé zal belangrijke vertraging brengen, omdat men een bestek moet gaan maken enz. Wethouder Wilbrink (C.H.) staat in 't algemeen op hetzelfde standpunt als de heeren Wilmer en Tobé. Met de Heide Mij. hebben wij ook niet altijd de meest gunstige ervaringen opgedaan. Toch heeft spr. overwegende bezwaren tegen het voor stel-Tobé, omdat de onderhandelingen dan weer opnieuw gaan beginnen. Aan dit werk zijn bovendien groote risico's ver bonden. velen aan den rand van de behoeftigheid leven. Er komt thans een aanvullend voorstel van B. en W. om de gedupeerde schoen makers schadeloos te stellen. Het is de vraag of het bedrag toereikend zal zijn. Bovendien zal het zeer moeilijk zijn dat geld op de juiste wijze te distribueeren. In zekeren zin is het nieuwe voorstel van B. en W. een correctie, maar deze correc tie zal weer nieuwe correcties noodzakelijk maken. Steeds zullen er nieuwe catego rieën schoenmakers schadeloos gesteld moe ten worden, totdat ten slotte een radicale correctie alle schoenmakers in gemeente dienst zou moeten nemen. Spr. constateert, dat als allen van dezen dienst gebruik zullen gaan maken, zelfs het gemiddelde van 6 paar schoenen per gezin zal moeten dalen. Het Ingek. Stuk geeft een minder vlei- enden indruk van Maatsch. Hulpbetoon alsof dit college opeens van gedachten zou zijn veranderd. De bedoelde zwaai is ver oorzaakt doordat bij de tweede beslissing twee leden meer aanwezig waien, die de balans aan de andere zijde deden overslaan. De heer Knibbe (A.R.) beschouwt dezen schoeiseldienst als een overheidsbe drijf, als nieuwe vorm van steunverlee- ning. Spr. becijfert, dat als alle onder steunden van dezen dienst gebruik hadden gemaakt, gemiddeld 2 schoenreparaties per gezin en per jaar zouden hebben plaats ge had. Het is dus onjuist te zeggen, dat door dezen dienst „de" werkloozen geholpen worden met goedkoope schoenreparaties. De voordeelen worden schandelijk overdreven. Gelukkig achten vele werkloozen zich nog te hoog om hun eigen schoenmaker te du peeren en naar een overheidsbedrijf te loopen. Spr. vestigt er de aandacht op, dat vele gesteunde schoenmakers door dezen dienst in groote verleiding worden gebracht. Het doet spr. genoegen, dat deze wethou der zooveel gevoelt voor het werken voor den steun, maar spr. kan er geen genoegen mee nemen, dat het geld van deze onder steuning wordt afgetroggeld van andere arme menschen. De voordeelen (geringe) wegen niet op tegen de nadeelen van dit dure overheidsbedrijf. Dat de socialisten daarover enthousiast zijn, ligt in hun lijn, maar deze dienst ligt niet in de lijn van De heer Eikerbout (A.Ijt.) zegt, dat nu het nieuwe woonhuistarief na een jaar toch weer op de helling komt, hij geen re den meer heeft om tegen te stemmen. Het voorstel-Tobé inzake berekening buiten-verlichting wordt door B. en W. overgenomen. De voorz. ontraad thet voorstel-Hes- sing, waarop deze zijn voorstel terug neemt. De voorz. zegt de heer Tobé toe, dat de kwestie der groote gezinnen onder de oogen zal worden gezien. Bij de behandeling van het winkeltarief stelt de heer Tobé (R.K.) een paar re dactie-wijzigingen voor waardoor de rege ling begrijpelijker wordt en omschreven wordt, wat onder etalage mag worden ver staan. De voorz. zegt, dat B. en W. zich daar mede vereenigen kunnen. De heer Tobé (R.K.) geeft nog in over weging om het goedkoope sper-tarief te laten ingaan na winkelsluitingstijd (thans na 11 uur 's avonds). De heer v. Eek (S.D.A.P.) heeft be zwaar tegen het overnemen van de voor- slellen-Tobé. De raad kan ze niet beoor deelen. De voorz.: Er is geen twijfel aan, of deze voorstellen geven alleen een nauw keuriger uiting aan de oorspronkelijke be doeling. Ze zijn samengesteld na overleg tusschen de directie der Lichtfabrieken en den voorstellers. De heer v. Eek (S.D.A.P.). stelt voor om de beslissing over deze voorstellen aan te houden tot de avondvergadering. Het voorstel wordt aangenomen met 18 tegen 16 stemmen. De heer Tobé (R.K.) vraagt of men ook bij deze regeling nimmer meer zal behoeven te betalen, dan bij toepassing van het enkel tarief. De voorz. zegt toe, dit met de directie te bespreken. Aanleg sport- en speelvelden, 17o. Voorstel: a. tot het beschikbaar stellen van gel den ten behoeve van den aanleg in werk verschaffing van een complex sportvelden nabij den Leidschen Hout; 'o. tot het beschikoaarstellen van gelden ten behoeve van den aanleg van verbin dingsstraten langs dat sportterrein; c. om het verzoek van de Leidsche Stu denten Scherm- en Gymnastiek Vereeni- ging „Arena Studiosorum" inzake het aan leggen van een sintelbaan, als afgedaan te beschouwen. De heer Tobé (R.K.) vraagt, waarom B. en W. geen particuliere aannemers hebben gevraagd. De heer v. Eek (S.D.A.P.) proeft een bitteren bijsmaak, omdat dit werk geschie den zal in werkverschaffing en wel tegen een loon van 38 cent. Er is nu eenmaal een besluit genomen, maar, als spr. er nog vrij tegenover stond, zou hij tegen dit voor stel stemmen. De heer Beekenkamp (A.R.) vraagt zich af, of het lange uitblijven van dit voorstel wellicht verband heeft gehouden met het verzet tegen het werkverschaf fingssysteem. De heer v. Weizen (C.P.) spreekt zich uit tegen den werkverschaffingsvorm. De heer Wilmer (R.K.) zegt, dat stem ming over het voorstel-Tobé op dit moment een verkeerden indruk zou maken. Hij geeft den heer Tobé in overweging zijn voorstel in te trekken. Spr. onderstreept de verklaring van den wethouder, dat hij een voorstander is van het inschakelen oer particuliere aannemers. De voorz.: Wij zijn geen verstokte te genstanders van aanbessteding. De heer Tobé trekt zijn voorstel in. Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st. aanvaard. (De heer v. Weizen verklaart tegen te zyn). De zitting wordt vervolgens verdaagd tot 's avonds 8 uur. AVONDZITTING. Na heropening der zitting geeft de voorz. allereerst opheldering van de door den heer Knibbe gesignaleerde fout in de notulen. Daarna worden de notulen goedgekeurd. Voorts wordt opnieuw de kwestie der electriciteitstarieven aan de orde gesteld en met name de voorstellen-Tobé. Nadat de heer v. Eek (S.D.A.P.) eenige inlichtingen had gevraagd, worden de voorstellen z. h. s. aanvaard en daarmede tie geheele voorgestelde regeling goedge keurd. DE SCHOEISELDIENST. 18o. Voorstel: a. tot het toekennen van een extra-sub sidie voor het jaar 1939 aan de Gemeente lijke Commissie voor Maatschappelijk Hulp betoon ten behoeve van de voortzetting van de proef met den schoeiseldienst op den bestaanden voet; b. tot het boven het sub a bedoelde be drag toekennen aan die commissie van een extra-subsidie ten behoeve van het geven van eenige uitbreiding aan den schoeisel- dienst; c. tot het vaststellen van den desbe- treffenden begrootingsstaat. De nadeelen grooter dan de voordeelen. De heer Wilmer (R.K.) herhaalt, wat hij verleden jaar heeft gezegd bij het voor stellen van den schoeiseldienst. Na een jaar proef blijft spr. bij zijn meening, dat de voordeelen van dezen schoeiseldienst niet opwegen tegen de nadeelen. Voordee len zijn er inderdaad voor de werkloozen en voor de door M.H. ondersteunde schoen makers. De laatsten kunnen door arbeid 10% meer krijgen dan hun steunbedrag, Het voordeel van de werkloozen is, dat zij gemiddeld 6 paar schoenen per ge zin goedkooper laten repareeren, wat neerkomt op een voordeel van 9 ct. per gezin en per week. Het nadeel, dat daar tegenover staat, is dat vele tot nu toe niet- werklooze schoenmakers een groot deel van hun inkomsten kwijt raken. Men onder steunt een bepaalde categorie behoeftigen door het weg te halen bij anderen, die het vaak ook arm hebben. Er is ingekomen een adres van de Mid denstandscentrale. Indien spr. dit voorstel bestrijdt, doet hij dat niet om den Midden stand te helpen, maar om de belangen te verdedigen van de schoenmakers, van wie de politiek van de Vestigingswet. In de Kamer stemmen de socialisten vóór de Vestigingswet, maar in Leiden torpedeeren zij de voordeelen van de Vestigingswet. Waarom overigens ophouden met den schoeiseldienst, waarom geen slagers- dienst, etc. Het is alles valsch sentiment en schoone schijn. Om één gulden voordeel aan enkele gesteunde schoenmakers te be zorgen, moet men eerst zes' gulden ont trekken aan de niet-gesteunden. Dat blijkt uit de statistiek van de gehouden enquête. De meerderheid van B. en W. wil nu 1000.beschikbaar stellen om de meest gedupeerde schoenmakers schadeloos te stellen. Maar daardoor schept men weer nieuwe nadeelen en moeilijkheden. De dis tributie van die 1000.stuit op zeer groote moeilijkheden. Z.i. gaat M.H. haar wettelijke bevoegdheid te buiten als zij uitvoering geeft aan een dergelijk raads besluit. Verminderde sympathie voor het voorstel. De heer v, d. Kwaak (C.H.) zal zijn stem aan dit voorstel geven, hoewel niet met zooveel genoegen als verleden jaar. Voor hem wegen de voordeelen wel op tegen de nadeelen, welke gedeeltelijk wor den opgevangen door het aanvullende voor stel. De schade is niet zoo groot. Mevr. Braggaar-de Does (S.D.A.P.) erkent, dat er eenige schade is geleden door de invoering van den schoeiseldienst. Spr. begrijpt niet, waarom men zoo schich tig is voor overheidsbedrijf als steunvorm. De regeering levert toch ook soep, vet enz. H.i. wagen de voordeelen op tegen de na deelen. Er zijn 9000 paar schoenen gerepareerd in het afgeloopen jaar, tegen een geringen prijs. Dat beteekent toch heel wat voor de werkloozen. Ruim 20 menschen zijn in staat gesteld om zelf door arbeid in hun onderhoud te voorzien. Spr. verwijst naar den Haag, daar is ook een schoeiseldienst en werkt tot aller tevredenheid. Zij geeft toe, dat deze vorm van ondersteuning niet daadkrachtig is, maar het beteekent toch wel iets. Dat de dienst in strijd zou zijn met de politiek van de Vestigingswet kan spr. niet inzien; hier wordt immers geen aanwas van schoenmakers aangekweekt. Dat er zooveel schoenreparaties aan de niet-gesteunde schoenmakers worden ont trokken als de heer Knibbe het voorstelt, kan spr. moeilijk aannemen, omdat er ge middeld 180 paar schoenen per week zijn aangeboden, terwijl er ngeveer 200 schoen makers in Leiden zijn. De heer Snel (S.D.A.P.) brengt dank aan B. en W. voor dit voorstel. Het is een stuk sociale zorg van groote beteekenis. Uit het feit, dat een schoenmakersver- eeniging geweigerd heeft adhesie te betui gen aan het adres van de Middenstands- centrale, leidt spr. af, dat de schade niet zoo groot, kan zijn. Het doel van de Ves tigingswet kan niet geweest zijn, bestaan de bedrijven door de crisis te laten ver dwijnen. Men overdrijft als men de schade die er ongetwijfeld is zóó groot voor stelt, dat men daarmee het verdwijnen van den schoeiseldienst wil motiveeren. Spr. wijst erop, dat dit voorstel door de drie vak organisaties met instemming is ontvangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 6