Het geluk ligt in de sneeuw 3)e £eictocHe 0ou/fca/n£ Twee favorieten van de Zesdaagsche te Brussel. De Nederlandsche renners Slaats en Pellenaars inhun cabine Frankrijk versterkt zijn koloniën. De aankomst van nieuwe troepenafdeelingen in Djibouti ter aanvulling van het garnizoen. De troepen op weg door de stad lengevo.ge wan de geneimzmnige expiosie in de electriciteitscentrale te Southwark, een der voorsteden wan Londen, werd groote ver woesting aangericht. Van de omliggende gebouwen bleef geen ruit heel Zeeuwsche belangstelling tijdens de installatie van den nieuwen burgemeester var 's Heer Abtskerke. den heer I A. de Moor, welke Dinsdag plaats vond De overstrooming in den polder te Haskerdijken bij Heerenveen ver oorzaakt veel ongerief aan de bewoners. Roeibootjes vormen thans een uitstekend communicatiemiddel Twee slachtoffers zijn te betreuren bij het ernstig auto-ongeluk, dat Dinsdag middag op den verkeersweg Den Bosch Tilburg onder de gemeente Haaren gebeurde. De vernielde auto op de plaats van het ongeval Op 20 Januari wordt de nieuwe vleugel van het Academie- ?ebouw te Leiden plechtig ingewijd. Het interieur van de iuratorenkamer, waarvan de kostbare betimmering en be schildering tientallen jaren achter een met linnen bespannen latwerk verborgen waren FEUILLETON Een Wintersportroman van PETER KRAYENBüHL. (Nadruk verboden). 18) Zwijgend beklimmen zij den berg. On geveer 30 meter onder den spitsen top bin den zij hun ski's af om voor een korte rust in de sneeuw plaats te nemen. Weet je, Grace begint Dieter aarze lend, als zij een poosje zwijgend naast el kaar hebben gezeten, terwijl jij giste renavond met je moeder ruzie maakte, voel de ik mij ook niet bepaald opgewekt. Je bent een domme jongen, Dieter. Over zooiets kun je toch slechts lachen In zekeren zin, Grace, misschien wei... Maar het was toch ook weer een aanlei ding voor me eens na te gaan wat ik in de wereld beteeken. Niets dan een arme slobber. En wat zou dat dan nog, Dieter? Dan ben je slechts een van de duizenden en in goed gezelschap. Ik ben heelemaal niet in gezelschap, Grace. Als je dat denkt, vergis je je deer lijk.... Ik sta moederziel alleen. Het had maa.r weinig gescheeld, of ik was er gis teren vandoor gegaan.... 't Was niet om uit te houden. Je bent een mispunt, Dieter; zoo met een ga ik er vandoor. Sinds wanneer maakt geld den mensch gelukkig? Gelukkig niet, maar wel vrij en on vrij ben je helaas, als je niets bezit Dat is een stupide opvatting van vrij heid, Dieter, eerlijk gezegd, schaam ik me voor je! Dank je, Grace, je hebt gelijk, maar alweer gedeeltelijk. Ik kan nu eenmaal mijn school niet oprichten, als het geld me er voor ontbreekt. Jij kunt dat niet begrijpen, omdat je nooit arm geweest bent. Ik begin bijna te gelooven, dat je je zelf uit louter ijdelheid je ongunstigen financieelen toestand als een soort ver dienste aanrekent. Overigens kan ik je wel meedeelen, dat ik nooit langer op de zak van m'n vader heb geleefd dan strikt noodzakelijk was. Precies zoo, als jij ten opzichte van je moeder. Het is niet zoozeer van belang, of men het geld gebruikt; 't is al voldoende te weten, dat het er is. En jij kunt een voudig niet weten, hoe een mensch zich voelt als het er niet is Je schijnt per se gelijk te willen heb ben, Dieter. Maar wees voorzichtig: met zulk discuteeren graaf je een kloof tus- schen ons en je isoleert je zelf nog meer dan je het al bent, namelijk ook van mij, ot meer nog van ons, begrijp je dat Dieter knikt. Je bent een verstandige vrouw, Grace, kom.... we gaan naar be neden. De wind zal me die vervelende ge dachten wel uit het hoofd blazen. Grace staat nog niet goed en wel op haar latten, als Dieter reeds in razende vaart de helling afsuist. Pas op. Dieter, die sneeuwneus daar rechtsroept Grace zoo hard zij kan met haar beide handen aan den mond. Angst grijpt haar aan, maar nog is haar waarschuwende kreet niet geheel wegge storven, als Dieter reeds na ettelijke prach tig uitgevoerde, maar riskante Chrisliania- zwenkingen op het stroombed tot staan is gekomen en Grace een vroolijken jodel- groet toezendt.... Beneden ontdoet hij zijn eigen ski's en die van Grace van de zeehondenvellen. Daar zij nog een goed uur den tijd heb ben, besluiten zij niet direct naar Antons- wil te gaan, maar een omweg langs den Langen Finger te maken. Zij hebben nau welijks eenige meters afgelegd, als Grace hale commandeert. Hoor je niets? Ik hoor jou, Grace en dat is me ge- •noeg Zeur niet boy.... Hoor je werkelijk niets? Ja, wat moet ik dan hooren? Je staat als aan den grond genageld. Daar bromt iets, luister..,, net een vliegmachine! Ik hoor werkelijk niets, Grace..., Nou, dan vergis ik me zeker.... Maar na een paar seconden blijft Die ter plotseling staan. Ja, nu hoor ik het ookDaar moet een of ander vliegtuig rondcirkelen. Ze staren tevergeefs omhoog. De lucht is zoo wazig, dat er geen vijftig meter hoogte zicht is. Hoor je wel, daar is het weer. nu heel dichtbij Wat moet die hier uitvoeren? Hij kan hier toch nergens landen! Misschien is hij de richting kwijt.... Het brommen van de motor wordt dui delijker en komt steeds meer naderbij. Vooruit. Grace, daar naar beneden. Ik geloof, dat men onze hulp noodig heeft....! Grace en Dieter hebben dezen ochtend reeds een en ander gepresteerd en hun beenspieren zijn dan ook bereids lichtelijk stijf. Zij letten er echter niet op en schui ven hun ski's met hernieuwde kracht zoo snel mogelijk "over de sneeuw. DaarEén oogenblik staan zij beiden ais verlamd van schrik: een oorverdoovend gebrom en gr atel van motoren, dan een hevige knal, een gedreun, duizendvoudig weerkaatst. Links houden, Grace, dat was boven op de „Steinigen Halde"! Walter komt uit de lucht vallen. Pas op, Grace, niet te dicht bij! We komen hier toch te iaat.... De volgende seconde schijnt Dieter in het gelijk te zullen stellen een korte serie hevige explosies vindt haar einde in een vijf meter hooge, blauwe steek vlam. Als Dieter en Grace de plaats des onheils bereikt hebben, is het vuur reeds bijna uitgewoed. Een paar kleine vlam metjes lekken nog speels langs het hou ten geraamte van de draagvlakken; de zware gummibanden van het landings gestel zijn reeds lang verbrand en ver spreiden een ondragelijken stank. Rond het smeulende wrak is de sneeuw tot vuil-geel water versmolten. Kijk toch eens, Dieter, daar ligt iemandDat moet de piloot zijnzegt Grace, terwijl ze naar rechts wijst Bei den rennen zij naar de plek, waar een gedeelte van een arm boven de sneeuw uitsteekt. Misschien is hij ear nog bijtds uitge sprongen! Met hun handen graven zij de sneeuw om den man weg, waardoor althans het I lichaam vrij komt te ligen. He' dunkt hun niet raadzaam den verongelukte op te tillen, daar het geenszins tot de on mogelijkheden behoort, dat een zijner le dematen gebroken is. Voorzichtig neemt Grace den naar voren geschoven valhelm weg en bekijkt het sympathieke gelaat van den iongen man; het merkwaardig vierkanten voorhoofd, waarover een blon de haarlok hangt en de volle wangen, waartusschen de smalle neus met een vermetelen boog naar voren springt. De kleine mond met de smalle lippen daar om, en de scherpe, maar niet brutale kin, verraden een sterken wil.... Hij leeft, Grace, zegt Dieter als re sultaat van een vluchtig en uiteraard di lettantistisch onderzoek naar den toestand van den verongelukte. Er schijnt niets ge broken te zijn. Ik zal zijn gezicht met sneeuw afwrij venstelt Grace voor. En ik riskeer een beetje kunstmatige ademhaling Beiden doen hun werk en inderdaad vernemen zij na enkele minuten tot hun voldoening een zacht gekreun. Het bewust zijn schijnt terug te keeren, de man strekt zijn ledematen en uit zijn dien liggende, blauwe oogen glijdt zijn blik als van vèr verbaasd en zelfs eenigszins angstig over het gelaat van de naar hem toegebogen Grace. Hebt u pijn? Zij moet de vraag, die hij niet direct schijnt te begrijpen, herhalen, maar dan wendt hij het hoofd naar den rechter schouder. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5