Het geluk ligt in de sneeuw VOLENDAM IN HET CIRCUS. FEUILLETON Een Wintersportroman van PETER KRAYENBÜHL. "A (Nadruk verboden). 10) Witte aarde, den hemel nabij! Voor den dag, volgende op dien der eer ste les voor de ski-babies, heeft Dieter door middel van aanplakbiljetten demeer ge- Vorderden voor een tocht uitgenoodigd, welke hy vooruit met baron Girsholm heeft besproken. Hü kent de omgeving nog- ie weinig om den ervaren gids, Gugelho- fer, geheel te kunnen vervangen en daar om laat hij zich gaarne door den bekenden baron assisteeren. Het zijn er precies twaalf, die 's morgens jn alle vroegte bijeen komen met het doel bij zonsopgang het Satanshorn te berei ken. Brigitte is de eenige vrouwelijke deel neemster. Dat kan mooi worden, denkt Dieter, die gisteren reeds gelegenheid heeft gehad op de merken, dat Brigitte welis waar over een zekere begaafdheid, maar niet over de minste ski-techniek beschikt; daarentegen schijnt haar zelfvertrouwen veel te groot. Het is nog donker, als de twaalf leden van bet gezelschap elkaar ontmoeten. Zü groeten elkaar slechts kort en ietwat be drukt; de bijna plechtige stemming van den vroegen winterochtend laat geen ruim te voor conventioneel gedoe. In het wes ten verbleeken de laatste sterren en meer en meer teekenen de bergen zich af in het schemerige licht van den nieuwen dag. Dieter wisselt zacht een paar woorden met Girsholm, waarna deze het seint tot vertrek geeft en zich aan het hoofd van den stoet plaatst. Dieter laat de karavaan langs zich heen trekken, bekijkt zijn roen- schen, inspecteert hun uitrusting en sluit ten laatste den stoet. Zwijgend gaat 't bergopwaarts; slechts Brigitte neuriet zacht voor zichzelf een of andere bekende melodie. Het eerste half uur gaat het nog wat moeilijk; menigeen is nog niet geheel over zijn slaap heen, armen en beenen zijn nog wat stijf en het gewenschte contact met ski's en stokken ontbreekt. Spoedig echter is men over het doode punt heen, de lede maten worden losser, de aanvankelijk wat sleepende gang krijgt langzamerhand een levendig rhythme en ook de blik dringt vrijer door tot de verten, die de jonge dag schier onmerkbaar ontvouwt. De langgerekte keten der skiloopers door kruist het hoog gelegen bosch, waar de donkere stammen, dreigend en zwart dicht opeen staan. In de nabijheid van de Rau- penpas maken donkere hooibergen den in druk van reusachtige hoogten, die gebukt gaan onder een zwaren sneeuwlast. Na een marsch van een uur staat de troep op den eersten bergrug van den Blauen Wand en reeds werpt het groeiende licht een vloed van kleuren over het gebergte. Als blokken uit een bouwdoos liggen in de diepte de huizen van St. Valentin. Girsholm richt een vragende blik op Die ter en als deze toestemmend knikt, gaat het in ganzenmarsch weer verder. Na een korte, steile helling volgt een kleine af daling, maar veel genot brengt deze niet, want de zeehondenvellen, welke men bij het klimmen niet kant ontberen, werken belemmerend. Bijna twee uur lang leidt de weg thans door het langgerekte, langzaam stijgende Martener dal, waar onder een brug van sneeuw het water van een beek murmelt. De zon neemt nu steeds in kracht toe, de sneeuwvelden werken verblindend, de een na den ander zet zijn zonnebril op en de stijgende temperatuur brengt enkelen er zelfs toe zich van hun lumperjack te ontdoen. Aan het einde van het doel rijst een stei le bergwand omhoog en nu wedijveren al len in beleefdheid, want thans volgt het moeilijke deel van den tocht en de een laat den ander maar al te gfaag voorgaan. Ook Girsholm heeft plotseling geen haast meer en frommelt wat aan de riemen van zijn ski's. Vastberaden gaat Dieter voor aan. Allons, heeren we zijn immers allen geoefend. Voorwaarts, stamppas met berg- waarts gekeerde latten dan kan er niets gebeuren! De een na den ander sjokt langzaam door de eerste serpentine; na Dieter komt Bri gitte het eerst aan de beurt om te draaieu. Zy volvoert het schier acrobatisch moei lijke kunststuk met angstwekkende licht zinnigheid en doet daardoor den moed der mannelijke deelnemers herleven.... Op het laatste gedeelte wordt de stij ging steeds sterker en meermalen zelfs uiterst onverwacht; de sneeuw is hier hard als ijs. Scherp kanten! waarschuwt Dieter. Slechts met de grootste voorzichtigheid kan men hier dr?aien. Een der deelnemers uit Antonswil raakt inderdaad klem. De man staat als vastge vroren aan den grond en kan niet voor- of achteruit. Het gelukt hem niet den berg- ski te draaien; het zijn seconden, die mi nuten lijken te duren en angstig gluurt hij met een half oog naar den afgrond. Kalm blijven,- ik kom alroept Dieter, die reeds bijna boven is. Snel glijdt hij terug, stopt iets beneden den vastge- loopene en duwt zijn stok in de sneeuw korst om den dalski van den man wat meer weerstand te geven. Eindelijk gelukt het deze zijn bergski dwars op de helling te zetten en zijn dalski by te trekken. Een kwartier later staat de eerste deel nemer boven op den bergrug, spoedig ge- gevolgd door den tweeden. Dieter sluit de rij. Onwillekeurig nemen zij allen hun mut sen en petten af. Niemand waagt het een woord te spreken en slechts weinigen sla gen er in hun aandoening te verbergen. Niemand vermag te gelooven, wat hij toch met eigen oogen aansohouwt: Witte aarde, den hemel nabij! Een zee van kristallen, rijk aan bergtop pen, strekt zich voor hen uit tot aan de ho rizon, waar aarde, sneeuw en hemel in een schitterend licht ineen vloeien. De zacht ruischende wind accentueert slechts het aandachtig zwijgen. Men kan het, schitterend schouwspel urenlang genieten zonder er genoeg van te krijgen. Bijna dreigend is de indruk van deze grandioze ijswereld op de diep getrof fen ziel. Doch was man schwarz auf weiss be- sitzt, kcinn mann getrost nach Hause tra gen, denkt (met Mephisto) eer. der leden van het gezelschap, terwijl hy in de on gerepte sneeuw plaats neemt. Dat verbreekt eindelijk het zwijgen. Al len bespeuren plotseling een geweldigen honger. De van het hotel meegenomen proviandzakken worden te voorschijn ge haald en spoedig ontwikkelt zich een le vendige ruilhandel; nergens ter wereld smaken sinaasappelen beter dan hier, 2800 meter boven den zeespiegel. De zon werpt intusschen fel haar stralen op de onbedekte huid van allen die hier volkomen ongedwongen bijeen zitten. En kelen hebben hun tube crème niet verge ten en wrijven zich daarmee in. Wie ge voelige oogen heeft, legt zijn zakdoek over het gelaat. De meesten echter houden het niet lan ger uit; zy willen zoo ver mogelijk tot bo ven op den top. Zij laten hun ski's bene den in de sneeuw staan. Dieter gaat voor uit; de anderen volgen in het plat getre den spoor. Eenige vooruitstekende rotsen toonen 't granieten gebeente der aarde; zij trekken er omheen en op een klein plateau maakt deze en gene van de gelegenheid gebruik om uit te blazen. Eindelijk, na de laatste style vijftig meter hebben zy den smallen top bereikt, waar men opnieuw van het imposante winterwereld-panorama kan genieten. De verblinde oogen zijn het onafgebro ken turen echter moe; bovendien waait hier de ijzige wind van het hooggeberg te, welke vlijmscherp door alles heen dringt en de brutale verstoorders der een zaamheid al spoedig weer naar omlaag drijft, waar zij in een, tegen den wind be schutte kom van de hun nog gegeven rust genieten Enkelen denken niet geheel zon der vrees aan den terugtocht. (Wordt vervolgd). De Hertog van Windsor beoefent tijdens rijn verblijf een de Riviera het golfspel. De Hertog in actie Mr. C- J. graaf van Randwijck feliciteert overste Bisschoff, commandant van het 1ste half-regiment huzaren te Amersfoort, dat Zaterdag zijn 125-jarig bestaan herdacht Minister-president dr H Colijn tijdens een wandeling te Klosters nabij Davos in Zwitserland, waar onze minister-president momenteel ver toeft 3)e £cid^clve6oii^omt .Cypria" organiseerde Zaterdag en Zondag te Rotterdam een groote pluim vee-tentoonstelling, waar kostbare in zendingen te bewonderen waren Dr. C. A. Lobry van Troostenburg de Bruyn is benoemd tot directeur van het Centraal Instituut voor Materiaal onderzoek Een groot aantal Volendammers was Zondagmiddag naar Amsterdam ge togen, om de circus*voorstelling in het R.A.I.-gebouw bij te wonen, waar het gezelschap zich blijkbaar goed amuseerde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12