Het geluk ligt in de sneeuw FEUILLETON Een Wintersportroman van n. PETER KRAYENBÜHL. (Nadruk verboden). 5) Na een oogenblik gaat ze plotseling recht op zitten, neemt Dieter's handen, die ze nauwkeurig bekakt, in de hare en vraagt: En jij? Wat doe jij eigenlijk? Hoe sta jy daarbuiten in die wereld, waar je van daan komt? Ik sta helaas nog lang niet; voorloo- pig krabbel ik nog maar zoo'n beetje mee. Maar ik wil over mezelf vandaag niet spre ken. Er is ook maar weinig van te vertel len en dat weinigje is nog te veel, als ik het zeg Petra staat op. Ik ga nog een korte wandeling maken.Onder die vacht daar is een bedStraks zal ik in de kamer hiernaast wel een slaapplaats voor mezelf gereed maken.... Goeden nacht. Dieter.... Dank je, PetraGoeden nacht Ze geeft' Bolmann, die haar volgen wil, 'n wenk te blijven. Dieter legt zich op de hem aangewezen plaats ter ruste en vrij wel zonder overgang valt hij spoedig in een diepe, droomlooze slaap. Een zeldzame ochtend, Dieter schrikt. Voorzichtig is hij langs den Blauen Wand omhoog geklommen. Plotseling splijt deze vaneen en uit het binnenste van den berg treedt een hooge gestalte naar vo ren in een zilveren wapenrusting en om straald door een groenachtig licht. In de half opgeheven rechterhand houdt de gestalte een klomp aarde, zware, vette, vruchtbare aarde. Met de linkerhand klapt zij het vizier omhoog; door den berg trilt een geluid van een vioolsnaar. Dieter blijft als aan den grond genageld staan; het verbaast hem niet als de zilve- ïen verschijning met een majestueus gebaar de aardklomp met een boog achterwaarts werpt. Het klinkt als een paukenslag. Waarom vraagt Dieter zich af. Diep in hem brandt het verlangen de reden te we ten van dezen merkwaardigen worp in het onbekende. En met deze VTaag ontwaakt hij. Een oogenblik zit hij verbaasd op den rand van het bed, terwijl hij zich de oogen uit wrijft. Slechts langzaam keert hij tot de werkelijkheid terug. Wat is er gebeurd? In zijn gedachten han gen nog vaag een paar herinneringen, die hij krampachtig tracht vast te houden. Raadselachtig, maar toch vol van beteeke- nis lykt hem de droom, die zijn ontwa ken vooraf ging. Door het kleine ruitje blijft Dieter's blik een oogenblik gericht op den Kaizerspitze. die reeds in rooden gloed staat. Dat doet hem denken aan den tijd. Haastig zoekt hij z'n horloge. Acht uur al acht uur pas? In enkele minuten is hij gekleed; dan gaat hij naar buiten om gezicht en armen met sneeuw af te wrijven. Herhaaldelijk echter keeien zijn gedachten terug naar de fantastische verschijning in zijn droom; zóózeer nemen ze hem in beslag, dat ze hem van zijn da den afleiden. Peinzend staat hij voor zich uit zonder iets te zien, tot hij zich einde lijk met een ruk vrij maakt van het fan toom en zich vastberaden in de werkelijk heid werpt. Daar voor hem ligt in al zijn pracht het panorama van een wintersch berglandschap, overgoten door de gouden stralen van de ochtendzon. Hij rekt zich in zijn volle lengte uit en vult z'n longen met 'de zuivere, van vorst doortrokken winterlucht. Het is of de scherpe punten van de Schlehemkamm tot in z'n botten doordringen. De Annenfluh steekt zijn ronde kruin do^r den wazigen ochtendnevel, de Antons- höhe verheft zich dreigend als de vuist var, een reus, onweerstaanbaar lokt daar achter het glinsterende Satanshorn en op den Blauen Wand ligt een rust ademende glans. In het rad beneden hem ontwaart Die ter de huizen van St. Valentin, als tot een vraagteeken gerangschikt. Er glijdt een schaduw over zyn gelaat; dan gaat hij naar de hut terug? Petra? roept hij zachtjes. Geen ant woord. Petra? herhaalt hij nog eens, iets lui der ditmaal, hoewel hi-" reeds weet, dat het tevergeefs is. Ook Bollman's plaats bij de haard is leeg. Dieter vindt zichzelf eenigszins belache lijk. Het is, alsof hij zich verbonden waant met iets, dat er niet is. Hij zoekt zijn spul len bij elkaar, sport zijn rugzak om en gaat naar buiten. Aarzelend en behoedzaam duwt hij de zware deur in het slot met eenigen schroom, alsof hij in deze hut iets belang- rijkers achterlaat dan alleen z'n pijp, dien hij, naar hij pas later bemerkt, heeft ver geten in te pakken. Traag bindt hij zijn ski's onder. Boven op den Annenfluh staat Petra met Bollman aan haar voeten. Beiden zijn stil le getuigen van Dieter's vertek. Met een vastberaden ruk zet hij zich in beweging. In razende vaart gaat het de hel ling af, met een scherpen bocht suist hij langs den rand van het bosch, bij de Rau- penpas kruist hij rakelings een ar met een uitgelaten gezelschap en dan staat hij plot seling voor den smakeloozen voorgevel van Hotel Kaiserhof. Dieter bindt zijn ski's af en laat zich door Friedrich, den portier, aandienen. De ze verdwijnt en keert spoedig terug met meneer Hohrain. Waar blijf je, jongeman? De cursus zou gisteren al beginnen! treedt deze Die ter ietwat onhebbelijk tegemoet en spot tend laat hij er op volgen: -- 't Was zeker nogal gezellig bij die jongedame daar boven? Dieter voelt een felle woede in zich op stijgen; het liefst zou hij den dikken waard tegenover hem een slag in het gezicht heb ben gegeven. Hij laat het echter bij een minachtend gebaar en een wegwerpende handbeweging. De cursus begint vanmiddag om half drie. Waar is m'n kamer? vraagt hij, zeer uit de hoogte. Nou, die schynt het ook naar t hoofd gestegen te zyn. denkt Hohrain. Meneer Prausnitz heeft kamer 27. De portier neemt Dieter's rugzak en gaafc vooruit. U moet ook de meer gevorderden voor uw rekening nemen; Gugelhofer is ziek geworden Ik weet er van, zegt Dieter kort. Komt u zoo gauw mogelijk beneden? Ik wou u aan een paar gasten voorstellen, roep Hohrain hem nog na. In de nuchtere hotelkamer No. 27 laat Dieter zich op den eenigen stoel van het bescheiden meubilair vallen en eenige mi nuten lang staart hij voor zich uit.. Hij voelt hoe de laatste herinneringen aan zyn ontmoeting met Petra langzaam vervagen om plaats te maken voor een heimelijk gevóel van beklemdheid en te leurstelling. Dieter is te eerlijk tegenover zichzelf om niet duidelijk te beseffen, dat hij deze ont moeting als een geschenk dient te beschou wen, dat zich niet voox de tweede maal zal herhalen Hy gaat na«r beneden en vervolgens met Hohrain achter het gebouw. Daar is een geweldige veldslag .-an den gang. Baron Gisrholm vecht wanhopig tegen Brigite Clamor en haar talrijke aanhan gers. De door vele menschen vertrapte sr.eeuw geeft prachtige harde sneeuwbal len; de baron wordt door een waar trom melvuur bestookt en begroet den deus ex machina met een om hulp smeekend Hallo! Dieter, verheugd over deze gunstige af leiding, werpt zich onmiddellijk op de on- gewekte flank van den vyandelijken troep en binnen eenige minuten eindigt de heete stryd in remise. (Wordt vervolgd). Concentratie tijdens de wedstrijden voor dames, om het schaakkampioenschap van Haarlem, welke Maandagavond zijn aangevangen Frankrijk beschermt zijn koloniën Een bataljon Senegaleesche tirailleurs is van Marseille naar Djibouti vertrokken, om de daar gelegerde troepen te versterken. De manschappen gaan scheep - - i_ 4 i Een 9'OOte vrachtwagen romuc .'loan- Ter herdenking van de wederoprichting van het korps defileerde Maandag het lste regiment jag te Orttan het hu'S van een slager, huzaren te Amersfoort voor generaal-majoor A. R. v. d. Bent waarbij de winkelpui verwoest werd De situatie na de botsing De Japansche gezant, Z Exc Itaro Ishii en de Duitsche gezant, Z. Exc. Graaf Julius von Zech von Burkersroda bij het verlaten van het paleis Noordemde te Den Haag na het aanbieden van hun Nieuwjaarswenschen aan H. M. de Koningin De heer D. P. Teenstra, burgemeester der gemeente Wildervank,iso?63-iangen leeftijd te Groningen over leden De traditioneele nieuwjaarsreceptie bij president Lebrun op het fclysèe te Parijs was ook dezen keer druk bezocht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8