De „Reiger" op het nest terug Het Huisbezoek der Priesters De Zuid Afrikaansche vlucht volbracht LUCHTVAART Letteren o«i Kunst KERKNIEUWS MAANDAG 2 JANUARI 1939 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 n Wanneer wij op dit punt iets dieper in gaan, dan bekennen 'wij vooruit, dat we van dezen uitleg geen „massa-bekeering" verwachten. Er zijn er helaas meerderen wier anti-clericalisme geen enkel pardon aanvaardt. Menschen met een querulanten- ziel, die zelfs bij overvloed van bewijzen nóg hardnekkig vasthouden aan hun anti pathie. Menschen, die, wannee± ze een priester over straat zien gaan, onmiddellijk oordeelen dat deze dus aan het „niets doen" is, uit pure verveling een beëtje gaan wan delen. Menschen, die critiseeren willen. Nu schimpen ze, omdat er niet genoeg wordt gedaan aa huisbezoek, maar wanneer ze daarover niets zeggen kónden, dan zouden ze evenzeer reclame maken met de klacht: of een priester niets anders te doen heeft dan maar visite's maken. Zulke zijn er helaas. En ze zijn niet te be- keeren, omdat ze voor redelijkheid niet vat baar zijn. We hopen echter, dat onbevooroordeel- den een beteren kijk op de zaken krijgen, en volgens die nieuwe zienswijze hun oor deel voortaan vellen. Hiertoe is o.a. noodig: óók een beetje handigheid, om tusschen de regels door te lezen. Want we kunnen onmogelijk alle mogelijke oorzaken gaan opnoemen die het regelmatig huisbezoek van den priester kunnen verhinderen. Hij, die met oordeel deze algemeene uiteenzetting leest, zal moe ten toegeven, dat, buiten de schuld van den priester, heel wat feiten en feitjes hem van z'n huisbezoek afhouden, hoezeer 't hem zelf ook vaak aan 't hart gaat. Herhalen we dan nog eens de paradox van het vorige artikel: Dat er niet zooveel huisbezoek wordt ge daan als wenschelijk is, ligt vaak.... aan de parochianen zelf. het vorig artikel bij „gewone taak" het eerste woord spatieerden. We zeiden, dat de gewone taak van den priester op den duur geen blijvend beletsel voor huisbe zoek zal zijn. U hebt zelf al begrepen, dat 't 'm dan zit ir een buitengewone taak. Welnu, de gevallen die de priester krijgt op te knappen, geheel onverwachts, geval len waarvoor hij in de spreekkamer ineens wordt gèzet, dat bedoelen we hier met z'n buitengewone taak. En we durven voor ieder te getuigen, dat voor de mééste stads- kapelaans hierin de oorzaak schuilt, dat ze hun huisbezoek niet regelmatig kunnen af leggen. L het u wel eens opgevallen, dat een ka pelaan dié als nieuweling in een parochie komt, gewoonlijk met ijver aan z'n huisbe zoek begint? Maar n.' een paar maanden wordt 't minder en na een jaar (ofschoon hij niets in ijver verminderde), is ook hij n den volksmond ingedeeld bij net corps geestelijken ^an „je ziet ze nooit". Dat ligt meestal niet aan dien kapedaan. Maar hij is na enkele maanden wat meer ingebur gerd. De menschen kénnen hem nu wat beter, verschillende menschen met wie hij reeds sprak of bij wie hij thuis kwam, ach ten nu het ijs gebroken, en.... de bood schappen komen los. We willen vcistrekt niet overdrijven: niet elke familie belt aan de pastorie. De meesten zelfs nooit. Doch veronderstel, dat van de 300 gezinnen die w. eiken kapelaan als „wijk" hebben toegewezen, dat van die 300 gezinnen er 250 nóóit iets aan hem vra gen, dan heeft hij z'n handen al meer dan vol aan die 50 overblyvenden. Als deze elk gemiddeld vier of vijf keer per jaar zijn hulp inroeepn, dan heeft zoo'n kapelaan héél wat nog beschikbaren tijd vooi huis bezoek verloren. Want nogmaals: één spreekkamer-gesprek kan voor den priester soms danig veel gevolgen hebben. Niet al tijd, maar meestal wél. De menschen ko men nooit vertellen dat ze de 100.000 heb ben getrokken, maar wél dat ze in nood zit ten, materieel of spiritueel, en het eerste verreweg het meest. Men zou naar aanleiding hiervan kunnen vragen: Is dit een onbillijkheid tegenover die 250 andere familiees? Voor hen zoo weinig en voor die kleine minderheid zooveel? U kunt 't zoo noemen, maar wie verandert daar iets aan? Het gaat toch niet op, menschen, met hun vaak diepe en dringende nooden te laten zitten? W it zou 't voor een indruk maken als tegen dezen werd gezegd: „Zie dat je je zelf helpt, want ik moet op huis bezoek?" Zouden ze dan niet terecht kunnen r. opperen en antwoorden: „U hebt geen hart. U kunt me misschien helpen, en u doet 't niet. U gaat kalmpjes een visite ma ken". m Wij begrijpen, dat lezers, die behooren tot de categorie van bovengenoemde 250, een beetje nieuwsgierig zijn, wat dan toch we! die spreekkamer-boodschappen omvatten. We zullen ze tevreden stellen en met een vluchtig woord zoo eens verschillende din- ken noemen. Daaruit zal duidelijk worden, dat de priester voor zijn menschen nog zoo'n kwaden vriend niet is, en dat het on billijk is, hem te gispen om 't eenvoudige feit, dat hij geen tien lichamen heeft. De grondfout zit o.i. hierin: Het volk gaat veel te veel uit van de overtuiging, dat een parochie-geestelijke, behalve z'n H. Mis en z'n brevier,^.den hee- den dag niets heeft te doen. Gevolg: heel wat families en heel wat menschen op zich, zien vóór zich de parochie-pastoor, of één der parochie-kapelaans dien ze wat beter van nabij kennen. En ze denken onbe wust, dat gelooven we gaag „die pas toor, die kapelaan, die daar maar op z'n pas torie zit niets te doen, die kon me toch jandorie wel eens 'n handje helpen!" Ze zien alléén hun eigen zaak, hun eigen nood, en daartegenover.den pastoor of den ka pelaan. Wat is er eenvoudiger dan er eens heen te loopen en om hulp te vragen? Maar o hemel dat tegelijkertijd vijf of tien families precies hetzelfde denken, en ook hetzelfde doen... dat komt nooit in de gedachte van onze menschen op. En vandaar de tijdroovery op groote schaal in de spreekkamers der pastorieën. Daar worden de meest vaste voornemens van den priester „om nu vanmiddag toch zeker huisbezoek te gaan doen", daèr wor den die voornemens stuk voor stuk den nek omgedraaid Want de tijd die tem de spreekkamer kost, telt dubbel. Vooreerst: de uren die de verschillende gesprekken zelf in beslag nemen, en ten tweede: de tijd die hij besteden moet aan alle moge lijke en onmogelijke boodschappen die hem tijdens die spreekuren worden opgedragen. Er zijn menschen die dagenlang allen tijd en den heelen persoon van den priester op- eischen om hun nood te lenigen, of om hun plannen te helpen volvoeren. En soms terecht! Hij kat. zich onmogelijk van die menschen afmaken met een „ik heb geen tijd", want ten eerste gelooven ze dat toch niet, en ten tweede: er hangt vaak te véél ven zijn hulp af, zoódat de priester zich niet verantwoord voelt wanneer hij-niet alles en alles voor die irenschen heeft geprobeerd. Ik geef een simpel voorbeeldje ter verdui delijking: Vrouw is door man verlaten. Di_ze zit in 't buitenland. Er is groote huurschuld. De huisbaas heeft den dag van uitzetting al aepaald. Vooreerst wordt na- tuvrlijk voor zoo'n vrouw al dadelijk Vin- ccr.tius, Kinderbescherming (ze heeft meer- deie kinderen) en Armbestuur in den arm genomen. Deze schijven draaien niet altijd onmiddellijk, en de vrouw moet 'n hpis hebben en eten. Vervolgens ziet men hier of daar een kamer te krijgen en verzwijgt in 's hemelsnaam maar, dat de vrouw zoo veel huurschuld bij haar oude huisbaas ach terliet. Anders slrngt men immers nnoit' Trouwens, ze heeft den priester verzocht om werk voor haar te zoeken, opdat 2e voortaan wél betalen kan. En dan gaat men even bij kennissen binnen met vraag: „heb je hier niet een waschvrouw noodig? Of heb je geen verstelwerk uit te geven, stop pen, naaien, enz." Als men na heel wat tijd en moeite eindelijk één familie daartoe be reid heeft gevonden, dan moet men er nog drie of vier bij zien te krijgen, want de vrouw kan niet leven van één wasch per week. Men loopt en loopt en als 't dan ein delijk in orde io en alles is voor elxaar dan vindt he' goede mensch, dat de „heer kapelaan" haar zóó goed geholpen heeft, dat ze voortaan voor elk wissevraschje aan de deur staat, om haar weer eens met wat an ders te helpen. Een vaste klant dus, bij de vele die hij in den loop der jaren al op zijn dak heeft geladen. Natuurlijk, zulke gevallen krijgt men niet eiken dag. Maar eiken zielzorger die dit leest, zal moeten toegeven, dat gènoemd ge valletje volstrekt niets bijzenders is, en er heel wat soortgelijke tijdroovende gebeur tenissen in hun praktijk voorkomen. (Wij bedoelen dit „tijdroovende" natuurlijk al leen maar, als „afbreuk doende aan het huisbezoek"). De lezer herinnert zich nog, dat we in HARTELIJKE ONTVANGST OP SCHIPHOL VAN HET ZOMERSCHE ZUIDEN NAAR HET WINTERSCHE NOORDEN. De Dingaansvlucht van de „Reiger" is ten einde. Zaterdagmiddag om tien minu- ten voor vijf is het K. L. M.-vliegtuig, ver welkomd door talrijke autoriteiten en an dere belangstellenden, op Sch.pnol neer gestreken. In zes dagen weiden de passa giers door de K. L. M.-bemanning van het zomer-warme Zuid-Afrika naar het win- tersche Nederland gevoerd. Op Tweeden Kerstdag vertrokken, op Oudejaarsdag in het vaderland. Opgetogen waren de ge sprekken van hen, die deze vlucht mee hadden mogen maken en uit alles bleek, dat de Dingaansvlucht in elk opzicht ge slaagd is. Veel heeft deze vlucht bijgedra gen tot een nauwer aanhalen van de ban den tusschen Nederland en het stamver wante Zuid-Afrika. Maar ook uit toeris tisch oogpunt is de reis uitnemend ge slaagd. De felle tegenwind, welke met een snel heid van circa 100 K.M. per uur uit Zuid- Westelijke richting woei, heeft de „Reiger" op het laatste gedeelte van de reis eenige uren vertraging bezorgd. Oorspronkelijk werd het vliegtuig reeds om half drie op Schiphol verwacht en op dit tijdstip be vonden zich dan ook vele belangstellen den in de restauraties van het stationsge bouw en op het afgezette gedeelte. In de ochtenduren was evenwel reeds bekend geworden, dat de aankomst ver moedelijk eerst om half vier zou plaats vinden, daar het vliegtuig pas om half twaalf uit Marseille was vertrokken. Het duurde echter nog tot kwart voor drie, voordat de „Reiger" Parijs passeerde. Met het oog op den tegenwind, besloot gezag voerder Scholte om in Brussel een tus- schenlanding uit te voeren, ten einde daar den benzine-voorraad aan te vullen. En zoo werd het ten slotte kwart voor vijf, voordat de lichten van de „Reiger" ge signaleerd werden. Het was guur en koud op Schiphol en felle regenvlagen woeien herhaaldelijk over de platforms en terrassen. Opgemerkt werden de minister-president dr. H. Colijn, minister Slotemaker de Bruïne, burgemeester dr. W. de Vlugt, dr. ir. M. H. Damme, de wethouders mr. G. C. J. D. Kropman en S. R. de Miranda, generaal Snijders en de directie van de K. L. M. Om precies kwart voor vijf kondigde het geloei van de sirene de komst van de „Reiger" aan en op het zelfde oogenblik ontwaarde men de ranke lijnen van het vliegtuig met op de vleugeltoppen de na- vigatielichten. Vier minuten later raakten de wielen van het landingsgesteld den va- derlandschen bodem. Het laatste licht van den voorbijen dag, dat nog onder de don kere regenwolken uit te voorschijn schoot, legde een zachten *lans over de spontane verwelkoming, welke nu volgde. Nauwelijks was het vliegtuig tot stil stand gekomen, of familieleden en beken den drongen naar voren; de cabinedeur ging open en als eerste trad naar buiten de regeerin csvertegenwoordiger, jhr. Bee- laerts van Blokland, die onmiddellijk dror de andere passagiers gevolgd werd. Een gejuich steeg op, dat nog aanzwol, toen Scholte en de andere leden van de be manning, Viruly, Dunk, Pestman en Eg- genhuizen, zichtbaar werden. Dr. H. Colijn was de eerste, die jhr. Bee- laerts van Blokland de hand drukte en vol belangstelling vroeg hij naar de -'eis, waarover jhr. Beelaerts vol enthousiasme zijn eerste indrukken weergaf. Inmiddels maakten de familieleden zich meester van de passagiers en wij waren getuige van spontane begroetingen over en weer. Aan die eerste begroeting werd echter spoedig een einde gemaakt, daar in het stationsgebouw nog een korte officieele ontvangst wachtte. Alle genoodigden be gaven zich in het stationsgebouw en in de ruime benedenzaal was het al spoedig een groote drukte. Officieele begroeting. Staande op de trap, die naar het boven- restaurant voert, richtte dr. H. Colijn al lereerst het woord tot jhr. Beelaerts van Blokland, vice-president van den Raad van State, die de Nederlandsche regeering op dezen tocht en bij de viering van den Di"<raansdag vertegenwoordigd heeft. Het zal wel niemand verwonderen, al dus minister Colijn, dat ik mij na deze ge slaagde vlucht allereerst tot u richt, die namens de regeering naar het land van een stamverwant volk ziit gereisd om er een „message of goodwill" te brengen. Ik ben dankbaar, dat de banden, die ons bin den met Zuid-Afrika, opnieuw zijn be vestigd en in het bijzonder ben ik u dank baar voor het vervullen van uw taak. Bij het woord vlagvertoon, zoo vervolg de spr., denken wij gewoonlijk aan de marine. Maar ook is vlag ver tooi. mogelijk door middel van de luchtvaart. Spreker dankte hiervoor gezagvoerder Scholte en de overige leden van de bemanning en hij wenschte den familieleden geluk met het welslagen van dezen tocht. Ten slotte richtte dr. Colijn zich tot de passagiers. Wat ik nu ga zeggen, aldus dr. Colijn, typeert den echten Hollander.... en ik ben een echte Hollander. Het is te danken aan de passagiers, dat deze reis geen geld gekost heeftDe vrucht van dezen tocht moge zijn, dat de K. L. M. ook in den verderen loop getuige moge zijn van steeds grooter exoansie, en dat de reis van jhr. Beelaerts ten gevolge moge hebben, dat de banden met Zuid-Afrika nog meer zullen worden versterkt. Na de hartelijke verwelkoming van den minist°r-president. was het woord aan jhr. Beelaerts. We hebben een zeer bij zondere reis gehad en kunnen dan ook niet anders zeggen, dan dat wij dankbaar zijn voor alles, wat we ervaren hebben. Slechts enkele indrukken, wilde de re- geeringsvertegenwoord;ger weergeven en in de eerste Dlaats wüdde hij woorden aan de waardige eeuwfeestviering van den Grooten Trek. Spreker toonde zich in het bijzonder getroffen door den geest van ernst, welke bij deze enthousiaste viering tot uiting was gekomen en welke hem er van overtuigd bad, dat aan de toekomst van het Zuid-Af^Uraansche volk niet ge- twüfeld kan worden. Niet dan met groote dankbaarheid ge tuigde spr. ook van de warme ontvangst, welke hem in Zuid-Afrika ten deel was gevallen en welke bewees, dat in Zuid- Afrika een warme vereering bestaat voor ons land, genaard aan een warme ver eering voor H. M. de Koningin. De reis zelf is in alle opzichten voor spoedig geweest, zoo verklaarde jhr. Bee laerts en de bemanning van den „Reiger" heeft door haar groote voorkomendheid de reis uit toeristisch oogpunt bezien tot een succes gemaakt. Spreker dankte daar om alle leden van de bemanning en wenschte tenslotte allen aanwezigen een gezegenden Oudejaarsavond. Als laatste sprak daarna gezagvoerder Scholte enkele woorden, waarin hy heel hartelijken dank bracht voor de spontane ontvangst. „Het was bijna, alsof we in Jo hannesburg waren", zoo merkte hij op. Daarna richtte hij zich tot de Zuid-Afri kaansche studenten, wien hij zeide, dat allen prettige herinneringen hebben mee gebracht uit Zuid-Afrika en dat hij hoop te, dat zij even prettige herinneringen aan ons land zullen bewaren. Een spontaan applaus volgde op deze korte en pittige toespraak en daarna ver spreidden zich de aanwezigen. De beman ning, de passagiers, waarvan er velen tus schen de belangstellenden bekneld waren geraakt, en hun familieleden begaven zich naar het bovenrestaurant, om daar de be houden thuiskomst verder te vieren. De gezagvoerder over den tocht. Voordat gezagvoerder Scholte zich bij zijn familieleden kon voegen, waren wij in de gelegenheid nog enkele indrukken over deze interessante reis uit zijn mond te vernemen. Scholte toonde zich zeer enthousiast over de uitstekende vliegvelden, welke hij langs de geheele. route getroffen had. Er zijn er thans niet minder dan driehon derd, welke van behoorlijke afmetingen en goed gedraineerd zijn. Ook de radio- en de weerberichten diensten zijn goed georganiseerd. In het bijzonder de radio is op deze vluchten een groot succes geworden. Tot Nairobi toe had men met radio-Schiphol verbinding gehad en de verbinding met Bandoeng was nog langer gehandhaafd gebleven. Van de luchtvaartmaatschappijen in Afri ka had men alle medewerking ondervon den. Uit toeristisch oogpunt is de vlucht eveneens een groot succes geworden, daar een uiterst aantrekkelijke reeks landschap pen overgevlogen werd. De tocht was vol afwisseling en de hotels waren heel goed. In Johannesburg werd de Douglas aan verschillende luchtvaartautoriteiten gede monstreerd, en ook de minister voor de luchtvaart heeft een korte vlucht meege maakt. Voorts werd een vlucht gemaakt met ongeveer twaalf man van den techni sch en staf van de South African Airways. Het meest getroffen was gezagvoerder Scholte door de sportieve wijze, waarop jhr. Beelaerts de geheele reis had meege maakt en van alles genoten had. Daarmee eindigde Scholte tevens het interview, dat hij ons toestond, om zich bij zijn familieleden, die met verlangen op hem wachtten, te voegen. BRITSCH WATERVLIEGTUIG IN MOEILIJKHEDEN. Ds Britsche vilegboot „Calypso" welke van Kaapstad op weg was naar Southamp ton, was Zaterdagavond genoodzaakt op 14 mijl buiten Aurigny op zee te dalen. Het Zweedsche petroleumtankschip „Rigel" en een sleepboot uit Cherbourg, hebben de vliegboot naar Cherbourg gesleept, waar «le beide passagiers aan land zijn gegaan. De bemanning is aan boord gebleven om te pogen het toestel te herstellen. DE POSTVLUCHTEN OP NED. INDIE. De positie der postvliegtuigen was gis teren: Uitreis: „Buizerd" te Napels; „Gier" te Singapore; „Zilverreiger" te Jodphoer. Thuisreis: „Oehoe" te Rangoon; „Emoe" te Bagdad. Het K. L. M.-vliegtuig „Nandoe", dat gistermiddag op zijn thuisreis uit Indië, te Schiphol zou landen, werd door de on gunstige weersomstandigheden gedwongen in Napels te blijven. OVERZICHT VAN H^T WEER IN DECEMBER 1938. En over het geheele jaar 1938. Gemiddeld over de vijf hoofdstations was in December de ochtendtemperatuur 2>< graad beneden normaal. De grootste afwijkingen kwamen voor op den 13en en 20sten, respectievelijk zes graden boven en zestien graden beneden normaal, het ge middelde minimum twee graden beneden normaal. Het aantal dagen met een mini mum temperatuur beneden het vriespunt bedroeg te de Bilt. juist het normale aan tal. Te de Bilt was op den 19den en den 20sten de maximum temoeratuur beneden min tien graden. De neerslag was in Noord- Holalnd, Zuid-Holland, Friesland en Lim burg normaal tot 10 procent, beneden nor maal, overigens 10 tot 30 procent bene den normaal. Te de Bilt werden 54 uren zonneschijn waargenomen, tegen 40 uren normaal. Gémiddeld over het geheele jaar was de temperatuur 0,6 gr. boven normaal. De grootste afwijkingen kwamen voor in No vember en December, resp. 314 graad bo ven en 2K graad beneden normaal. De jaarsom van den neerslag was 4 procent beneden normaal van 705 m.m. De grootste afwijkingen vertoonden Januari en Maart, respectievelijk 87 procent boven en 43 procent beneden normaal. Het aantal uren zonneschijn, gemiddeld over de vijf hoofd stations, dat normaal 1556 bedraagt, was in het afgeloopen iaar 31 daar 'bei-eden. De grooste afwijkingen kwamen voor in Maart en Juli, respectievelijk 42 uren boven en 25 uren beneden normaal. PROF. R. N. ROLAND HOLST OVERLEDEN. Na een ziekte, die slechts kort geduurd heeft, is Zaterdagmiddag in zijn woning te Bloemendaal prof. R. N. Roland Holst over leden. Met prof. R. N. Roland Holst verliest Nederland een van zijn grootste en veel- zjjdigste kunstenaars, wiens naam niet al leen zal blijven voortleven als die van den edelen voorvechter der monumentale kunst, doch die zich tevens een blijvende naam verworven heeft als schrijver, schil der en teekenaar. Prof. Richard Nicolaas Roland Holst was op 4 December 1868 in Amsterdam geboren. Van 18871891 volgde hij de academie en reeds in 1892 begon hij met het ver vaardigen van lithografieën, waarbij hij zich een eigen persoonlijke stijl wist te verwerven, die voor het groote publiek onder meer tot uitdrukking kwam in een reeks gelithografeerde aanplakbiljetten voor opvoeringen van het gezelschap van Willem Royaards. Velen zullen zich nog de schoone affiches voor de opvoeringen van Faust, Gijsbrecht van Aemstel, Luci fer en Electra herinneren. In 1918 werd Roland Holst als buiten gewoon hoogleeraar verbonden aan de Rijksacademie voor beeldende kunsten, van welke academie hij van 1926 tot 1934 de leiding heeft gehad als hoogleeraar-direc teur. Van de belangrijke werken die prof. R. N Roland Holst als monumentaal en de coratief kunstenaar geschapen heeft, kun nen o.m. genoemd worden de wandschil deringen m de Amsterdamsche beurs, in bet gebouw van den Nederlandschen Dia- mantbewerkersbond en in het gebouw van ac Nederlandsche Heidemaatschappij te Arnhem. De veelzijdigheid van den kunste naar blijkt o.a. ook wel uit de omvang rijkheid van zijn oeuvre als glazenier, waarvan o.m. getuigen de schoone glas schilderingen in de Domkerk te Utrecht, de groote ramen in de aula van het Am- sterdamsch lyceum, de ramen in het post kantoor te Haarlem, de negen trapramen in het Amsterdamsctie stadhuis, het boog venster in het postkantoor van Utrecht enz. Ook hiermede echter was de belang stelling en de technische vaardigheid van Roland Holst niet uitgeput. Hij bleek een voortreffelijk portrettist, getuige het schoone portret dat hij maakte van zijn echtgenoote, de dichteres Henriette Ro land Holst-Van der Schalk, wel het be kendste, dat van de dichteres ooit vervaar digd werd. Hij maakte litho's naar Bra- bantsche volkstypen, ex-libris, boekban den, mozaïeken, tempels, enz. enz. Er is bijna geen genre in de decoratieve kunst, dat hij niet met meesterhand beoefend heeft. Van de verschillende publicaties, die van de hand van prof. Roland Holst versche ren zijn, noemen wij, behalve het bellet- tristische werk „Overpeinzingen van een bramenzoeker", „Ethische factoren in de monumentale schilderkunst", „De ont wikkeling en verwezenlijking der archi tecturale gedachte in Holland", „Over vrije en gebonden vormen in de plastische kunst", zijn twee bundels „Over kunst en kunstenaars". PRO ARTE CHRISTIANA. De Tentoonstelling van „Hedendaag- sche Religieuze Kurst" zal op Zaterdag middag 7 Januari a.s. om vier uur in het Stedelijk Museum te Amsterdam worden geopend door Z. H. Excellentie Mgr. J. P. Huibers. Bisschop van Haarlem, in tegen woordigheid van Z Exc, Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruïne. THERESE NEUMANN Een schrijven van Dom Odo Staudinger In een schrijven aan de „Croix" deelt Dom Staudinger van het Benedictus-col- lege te Salzburg mede, dat het een grove dwaling is te meenen, dat Therese Neu mann geweigerd heeft, zich aan een door haar bisschop noodzakelijk geacht medisch onderzoek te onderwerpen. Het is haar vader, die zulk een onder zoek weigert toe të staan, respectievelijk voorwaarden voor zulk een onderzoek heeft gesteld, welke de geneesheeren wei geren te aanvaarden. Therese Neumann zelf, aldus Dom Stau dinger, is steeds tot het ondergaan van het door haar bisschop verlangde onderzoek bereid geweest en is het nog. Zij heeft op 21 November 1937 schriftelijk aan de kerkelijke overheid verklaard, dat zij een nieuw medisch onderzoek aanvaard de, zelfs zoo zy daartoe uit het vaderlijk huis zou moeten vluchten. Haar bisschop heeft haar echter geantwoord, dat zij niets moest doen tegen den wil van haar vader. Volgens een particuliere mededeeling van den pastoor van Konnersreuth, ge dateerd van 10 December 1938, blijven alle buitengewone verschijnselen, waargenomen, bij Therese Neumannt op dezelfde wijze voortduren. 1 Op 'n droqen weg moet uw auto bij 40 km per uur binnen 16 meter kunnen stoppen. Maar bij 80 km per uur is die remweg niet 32. maar 64 meter!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5