De „Reiger" op het nest
terug
Het Huisbezoek
der Priesters
De Zuid Afrikaansche vlucht volbracht
LUCHTVAART
Letteren o«i Kunst
KERKNIEUWS
MAANDAG 2 JANUARI 1939
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
n
Wanneer wij op dit punt iets dieper in
gaan, dan bekennen 'wij vooruit, dat we
van dezen uitleg geen „massa-bekeering"
verwachten. Er zijn er helaas meerderen
wier anti-clericalisme geen enkel pardon
aanvaardt. Menschen met een querulanten-
ziel, die zelfs bij overvloed van bewijzen
nóg hardnekkig vasthouden aan hun anti
pathie. Menschen, die, wannee± ze een
priester over straat zien gaan, onmiddellijk
oordeelen dat deze dus aan het „niets doen"
is, uit pure verveling een beëtje gaan wan
delen. Menschen, die critiseeren willen. Nu
schimpen ze, omdat er niet genoeg wordt
gedaan aa huisbezoek, maar wanneer ze
daarover niets zeggen kónden, dan zouden
ze evenzeer reclame maken met de klacht:
of een priester niets anders te doen heeft
dan maar visite's maken.
Zulke zijn er helaas. En ze zijn niet te be-
keeren, omdat ze voor redelijkheid niet vat
baar zijn.
We hopen echter, dat onbevooroordeel-
den een beteren kijk op de zaken krijgen,
en volgens die nieuwe zienswijze hun oor
deel voortaan vellen.
Hiertoe is o.a. noodig: óók een beetje
handigheid, om tusschen de regels door te
lezen. Want we kunnen onmogelijk alle
mogelijke oorzaken gaan opnoemen die het
regelmatig huisbezoek van den priester
kunnen verhinderen. Hij, die met oordeel
deze algemeene uiteenzetting leest, zal moe
ten toegeven, dat, buiten de schuld van den
priester, heel wat feiten en feitjes hem van
z'n huisbezoek afhouden, hoezeer 't hem
zelf ook vaak aan 't hart gaat.
Herhalen we dan nog eens de paradox
van het vorige artikel:
Dat er niet zooveel huisbezoek wordt ge
daan als wenschelijk is, ligt vaak.... aan
de parochianen zelf.
het vorig artikel bij „gewone taak" het
eerste woord spatieerden. We zeiden, dat
de gewone taak van den priester op den
duur geen blijvend beletsel voor huisbe
zoek zal zijn. U hebt zelf al begrepen, dat
't 'm dan zit ir een buitengewone taak.
Welnu, de gevallen die de priester krijgt
op te knappen, geheel onverwachts, geval
len waarvoor hij in de spreekkamer ineens
wordt gèzet, dat bedoelen we hier met
z'n buitengewone taak. En we durven voor
ieder te getuigen, dat voor de mééste stads-
kapelaans hierin de oorzaak schuilt, dat ze
hun huisbezoek niet regelmatig kunnen af
leggen.
L het u wel eens opgevallen, dat een ka
pelaan dié als nieuweling in een parochie
komt, gewoonlijk met ijver aan z'n huisbe
zoek begint? Maar n.' een paar maanden
wordt 't minder en na een jaar (ofschoon
hij niets in ijver verminderde), is ook hij
n den volksmond ingedeeld bij net corps
geestelijken ^an „je ziet ze nooit". Dat ligt
meestal niet aan dien kapedaan. Maar hij
is na enkele maanden wat meer ingebur
gerd. De menschen kénnen hem nu wat
beter, verschillende menschen met wie hij
reeds sprak of bij wie hij thuis kwam, ach
ten nu het ijs gebroken, en.... de bood
schappen komen los.
We willen vcistrekt niet overdrijven:
niet elke familie belt aan de pastorie. De
meesten zelfs nooit. Doch veronderstel, dat
van de 300 gezinnen die w. eiken kapelaan
als „wijk" hebben toegewezen, dat van die
300 gezinnen er 250 nóóit iets aan hem vra
gen, dan heeft hij z'n handen al meer dan
vol aan die 50 overblyvenden. Als deze elk
gemiddeld vier of vijf keer per jaar zijn
hulp inroeepn, dan heeft zoo'n kapelaan
héél wat nog beschikbaren tijd vooi huis
bezoek verloren. Want nogmaals: één
spreekkamer-gesprek kan voor den priester
soms danig veel gevolgen hebben. Niet al
tijd, maar meestal wél. De menschen ko
men nooit vertellen dat ze de 100.000 heb
ben getrokken, maar wél dat ze in nood zit
ten, materieel of spiritueel, en het eerste
verreweg het meest.
Men zou naar aanleiding hiervan kunnen
vragen:
Is dit een onbillijkheid tegenover die 250
andere familiees? Voor hen zoo weinig en
voor die kleine minderheid zooveel? U kunt
't zoo noemen, maar wie verandert daar
iets aan? Het gaat toch niet op, menschen,
met hun vaak diepe en dringende nooden
te laten zitten? W it zou 't voor een indruk
maken als tegen dezen werd gezegd: „Zie
dat je je zelf helpt, want ik moet op huis
bezoek?" Zouden ze dan niet terecht kunnen
r. opperen en antwoorden: „U hebt geen
hart. U kunt me misschien helpen, en u
doet 't niet. U gaat kalmpjes een visite ma
ken". m
Wij begrijpen, dat lezers, die behooren tot
de categorie van bovengenoemde 250, een
beetje nieuwsgierig zijn, wat dan toch we!
die spreekkamer-boodschappen omvatten.
We zullen ze tevreden stellen en met een
vluchtig woord zoo eens verschillende din-
ken noemen. Daaruit zal duidelijk worden,
dat de priester voor zijn menschen nog
zoo'n kwaden vriend niet is, en dat het on
billijk is, hem te gispen om 't eenvoudige
feit, dat hij geen tien lichamen heeft.
De grondfout zit o.i. hierin:
Het volk gaat veel te veel uit van de
overtuiging, dat een parochie-geestelijke,
behalve z'n H. Mis en z'n brevier,^.den hee-
den dag niets heeft te doen. Gevolg: heel
wat families en heel wat menschen op zich,
zien vóór zich de parochie-pastoor, of één
der parochie-kapelaans dien ze wat beter
van nabij kennen. En ze denken onbe
wust, dat gelooven we gaag „die pas
toor, die kapelaan, die daar maar op z'n pas
torie zit niets te doen, die kon me toch
jandorie wel eens 'n handje helpen!" Ze
zien alléén hun eigen zaak, hun eigen nood,
en daartegenover.den pastoor of den ka
pelaan. Wat is er eenvoudiger dan er eens
heen te loopen en om hulp te vragen?
Maar o hemel dat tegelijkertijd vijf
of tien families precies hetzelfde denken,
en ook hetzelfde doen... dat komt nooit in
de gedachte van onze menschen op.
En vandaar de tijdroovery op groote
schaal in de spreekkamers der pastorieën.
Daar worden de meest vaste voornemens
van den priester „om nu vanmiddag toch
zeker huisbezoek te gaan doen", daèr wor
den die voornemens stuk voor stuk den
nek omgedraaid Want de tijd die tem de
spreekkamer kost, telt dubbel. Vooreerst:
de uren die de verschillende gesprekken
zelf in beslag nemen, en ten tweede: de
tijd die hij besteden moet aan alle moge
lijke en onmogelijke boodschappen die hem
tijdens die spreekuren worden opgedragen.
Er zijn menschen die dagenlang allen tijd
en den heelen persoon van den priester op-
eischen om hun nood te lenigen, of om
hun plannen te helpen volvoeren. En soms
terecht! Hij kat. zich onmogelijk van die
menschen afmaken met een „ik heb geen
tijd", want ten eerste gelooven ze dat toch
niet, en ten tweede: er hangt vaak te véél
ven zijn hulp af, zoódat de priester zich niet
verantwoord voelt wanneer hij-niet alles en
alles voor die irenschen heeft geprobeerd.
Ik geef een simpel voorbeeldje ter verdui
delijking: Vrouw is door man verlaten.
Di_ze zit in 't buitenland. Er is groote
huurschuld. De huisbaas heeft den dag van
uitzetting al aepaald. Vooreerst wordt na-
tuvrlijk voor zoo'n vrouw al dadelijk Vin-
ccr.tius, Kinderbescherming (ze heeft meer-
deie kinderen) en Armbestuur in den arm
genomen. Deze schijven draaien niet altijd
onmiddellijk, en de vrouw moet 'n hpis
hebben en eten. Vervolgens ziet men hier
of daar een kamer te krijgen en verzwijgt
in 's hemelsnaam maar, dat de vrouw zoo
veel huurschuld bij haar oude huisbaas ach
terliet. Anders slrngt men immers nnoit'
Trouwens, ze heeft den priester verzocht
om werk voor haar te zoeken, opdat 2e
voortaan wél betalen kan. En dan gaat men
even bij kennissen binnen met vraag: „heb
je hier niet een waschvrouw noodig? Of
heb je geen verstelwerk uit te geven, stop
pen, naaien, enz." Als men na heel wat tijd
en moeite eindelijk één familie daartoe be
reid heeft gevonden, dan moet men er nog
drie of vier bij zien te krijgen, want de
vrouw kan niet leven van één wasch per
week. Men loopt en loopt en als 't dan ein
delijk in orde io en alles is voor elxaar
dan vindt he' goede mensch, dat de „heer
kapelaan" haar zóó goed geholpen heeft, dat
ze voortaan voor elk wissevraschje aan de
deur staat, om haar weer eens met wat an
ders te helpen. Een vaste klant dus, bij de
vele die hij in den loop der jaren al op zijn
dak heeft geladen.
Natuurlijk, zulke gevallen krijgt men niet
eiken dag. Maar eiken zielzorger die dit
leest, zal moeten toegeven, dat gènoemd ge
valletje volstrekt niets bijzenders is, en er
heel wat soortgelijke tijdroovende gebeur
tenissen in hun praktijk voorkomen. (Wij
bedoelen dit „tijdroovende" natuurlijk al
leen maar, als „afbreuk doende aan het
huisbezoek").
De lezer herinnert zich nog, dat we in
HARTELIJKE ONTVANGST
OP SCHIPHOL
VAN HET ZOMERSCHE ZUIDEN NAAR
HET WINTERSCHE NOORDEN.
De Dingaansvlucht van de „Reiger" is
ten einde. Zaterdagmiddag om tien minu-
ten voor vijf is het K. L. M.-vliegtuig, ver
welkomd door talrijke autoriteiten en an
dere belangstellenden, op Sch.pnol neer
gestreken. In zes dagen weiden de passa
giers door de K. L. M.-bemanning van het
zomer-warme Zuid-Afrika naar het win-
tersche Nederland gevoerd. Op Tweeden
Kerstdag vertrokken, op Oudejaarsdag in
het vaderland. Opgetogen waren de ge
sprekken van hen, die deze vlucht mee
hadden mogen maken en uit alles bleek,
dat de Dingaansvlucht in elk opzicht ge
slaagd is. Veel heeft deze vlucht bijgedra
gen tot een nauwer aanhalen van de ban
den tusschen Nederland en het stamver
wante Zuid-Afrika. Maar ook uit toeris
tisch oogpunt is de reis uitnemend ge
slaagd.
De felle tegenwind, welke met een snel
heid van circa 100 K.M. per uur uit Zuid-
Westelijke richting woei, heeft de „Reiger"
op het laatste gedeelte van de reis eenige
uren vertraging bezorgd. Oorspronkelijk
werd het vliegtuig reeds om half drie op
Schiphol verwacht en op dit tijdstip be
vonden zich dan ook vele belangstellen
den in de restauraties van het stationsge
bouw en op het afgezette gedeelte.
In de ochtenduren was evenwel reeds
bekend geworden, dat de aankomst ver
moedelijk eerst om half vier zou plaats
vinden, daar het vliegtuig pas om half
twaalf uit Marseille was vertrokken. Het
duurde echter nog tot kwart voor drie,
voordat de „Reiger" Parijs passeerde. Met
het oog op den tegenwind, besloot gezag
voerder Scholte om in Brussel een tus-
schenlanding uit te voeren, ten einde daar
den benzine-voorraad aan te vullen. En
zoo werd het ten slotte kwart voor vijf,
voordat de lichten van de „Reiger" ge
signaleerd werden.
Het was guur en koud op Schiphol en
felle regenvlagen woeien herhaaldelijk
over de platforms en terrassen.
Opgemerkt werden de minister-president
dr. H. Colijn, minister Slotemaker de
Bruïne, burgemeester dr. W. de Vlugt, dr.
ir. M. H. Damme, de wethouders mr. G.
C. J. D. Kropman en S. R. de Miranda,
generaal Snijders en de directie van de
K. L. M.
Om precies kwart voor vijf kondigde
het geloei van de sirene de komst van de
„Reiger" aan en op het zelfde oogenblik
ontwaarde men de ranke lijnen van het
vliegtuig met op de vleugeltoppen de na-
vigatielichten. Vier minuten later raakten
de wielen van het landingsgesteld den va-
derlandschen bodem. Het laatste licht van
den voorbijen dag, dat nog onder de don
kere regenwolken uit te voorschijn schoot,
legde een zachten *lans over de spontane
verwelkoming, welke nu volgde.
Nauwelijks was het vliegtuig tot stil
stand gekomen, of familieleden en beken
den drongen naar voren; de cabinedeur
ging open en als eerste trad naar buiten
de regeerin csvertegenwoordiger, jhr. Bee-
laerts van Blokland, die onmiddellijk dror
de andere passagiers gevolgd werd. Een
gejuich steeg op, dat nog aanzwol, toen
Scholte en de andere leden van de be
manning, Viruly, Dunk, Pestman en Eg-
genhuizen, zichtbaar werden.
Dr. H. Colijn was de eerste, die jhr. Bee-
laerts van Blokland de hand drukte en
vol belangstelling vroeg hij naar de -'eis,
waarover jhr. Beelaerts vol enthousiasme
zijn eerste indrukken weergaf. Inmiddels
maakten de familieleden zich meester van
de passagiers en wij waren getuige van
spontane begroetingen over en weer.
Aan die eerste begroeting werd echter
spoedig een einde gemaakt, daar in het
stationsgebouw nog een korte officieele
ontvangst wachtte. Alle genoodigden be
gaven zich in het stationsgebouw en in de
ruime benedenzaal was het al spoedig een
groote drukte.
Officieele begroeting.
Staande op de trap, die naar het boven-
restaurant voert, richtte dr. H. Colijn al
lereerst het woord tot jhr. Beelaerts van
Blokland, vice-president van den Raad
van State, die de Nederlandsche regeering
op dezen tocht en bij de viering van den
Di"<raansdag vertegenwoordigd heeft.
Het zal wel niemand verwonderen, al
dus minister Colijn, dat ik mij na deze ge
slaagde vlucht allereerst tot u richt, die
namens de regeering naar het land van
een stamverwant volk ziit gereisd om er
een „message of goodwill" te brengen. Ik
ben dankbaar, dat de banden, die ons bin
den met Zuid-Afrika, opnieuw zijn be
vestigd en in het bijzonder ben ik u dank
baar voor het vervullen van uw taak.
Bij het woord vlagvertoon, zoo vervolg
de spr., denken wij gewoonlijk aan de
marine. Maar ook is vlag ver tooi. mogelijk
door middel van de luchtvaart. Spreker
dankte hiervoor gezagvoerder Scholte en
de overige leden van de bemanning en hij
wenschte den familieleden geluk met het
welslagen van dezen tocht.
Ten slotte richtte dr. Colijn zich tot de
passagiers. Wat ik nu ga zeggen, aldus dr.
Colijn, typeert den echten Hollander....
en ik ben een echte Hollander. Het is te
danken aan de passagiers, dat deze reis
geen geld gekost heeftDe vrucht van
dezen tocht moge zijn, dat de K. L. M. ook
in den verderen loop getuige moge zijn
van steeds grooter exoansie, en dat de
reis van jhr. Beelaerts ten gevolge moge
hebben, dat de banden met Zuid-Afrika
nog meer zullen worden versterkt.
Na de hartelijke verwelkoming van den
minist°r-president. was het woord aan
jhr. Beelaerts. We hebben een zeer bij
zondere reis gehad en kunnen dan ook
niet anders zeggen, dan dat wij dankbaar
zijn voor alles, wat we ervaren hebben.
Slechts enkele indrukken, wilde de re-
geeringsvertegenwoord;ger weergeven en
in de eerste Dlaats wüdde hij woorden aan
de waardige eeuwfeestviering van den
Grooten Trek. Spreker toonde zich in het
bijzonder getroffen door den geest van
ernst, welke bij deze enthousiaste viering
tot uiting was gekomen en welke hem er
van overtuigd bad, dat aan de toekomst
van het Zuid-Af^Uraansche volk niet ge-
twüfeld kan worden.
Niet dan met groote dankbaarheid ge
tuigde spr. ook van de warme ontvangst,
welke hem in Zuid-Afrika ten deel was
gevallen en welke bewees, dat in Zuid-
Afrika een warme vereering bestaat voor
ons land, genaard aan een warme ver
eering voor H. M. de Koningin.
De reis zelf is in alle opzichten voor
spoedig geweest, zoo verklaarde jhr. Bee
laerts en de bemanning van den „Reiger"
heeft door haar groote voorkomendheid
de reis uit toeristisch oogpunt bezien tot
een succes gemaakt. Spreker dankte daar
om alle leden van de bemanning en
wenschte tenslotte allen aanwezigen een
gezegenden Oudejaarsavond.
Als laatste sprak daarna gezagvoerder
Scholte enkele woorden, waarin hy heel
hartelijken dank bracht voor de spontane
ontvangst. „Het was bijna, alsof we in Jo
hannesburg waren", zoo merkte hij op.
Daarna richtte hij zich tot de Zuid-Afri
kaansche studenten, wien hij zeide, dat
allen prettige herinneringen hebben mee
gebracht uit Zuid-Afrika en dat hij hoop
te, dat zij even prettige herinneringen aan
ons land zullen bewaren.
Een spontaan applaus volgde op deze
korte en pittige toespraak en daarna ver
spreidden zich de aanwezigen. De beman
ning, de passagiers, waarvan er velen tus
schen de belangstellenden bekneld waren
geraakt, en hun familieleden begaven zich
naar het bovenrestaurant, om daar de be
houden thuiskomst verder te vieren.
De gezagvoerder over den tocht.
Voordat gezagvoerder Scholte zich bij
zijn familieleden kon voegen, waren wij
in de gelegenheid nog enkele indrukken
over deze interessante reis uit zijn mond
te vernemen.
Scholte toonde zich zeer enthousiast
over de uitstekende vliegvelden, welke
hij langs de geheele. route getroffen had.
Er zijn er thans niet minder dan driehon
derd, welke van behoorlijke afmetingen
en goed gedraineerd zijn.
Ook de radio- en de weerberichten
diensten zijn goed georganiseerd. In het
bijzonder de radio is op deze vluchten een
groot succes geworden. Tot Nairobi toe
had men met radio-Schiphol verbinding
gehad en de verbinding met Bandoeng
was nog langer gehandhaafd gebleven.
Van de luchtvaartmaatschappijen in Afri
ka had men alle medewerking ondervon
den.
Uit toeristisch oogpunt is de vlucht
eveneens een groot succes geworden, daar
een uiterst aantrekkelijke reeks landschap
pen overgevlogen werd. De tocht was vol
afwisseling en de hotels waren heel goed.
In Johannesburg werd de Douglas aan
verschillende luchtvaartautoriteiten gede
monstreerd, en ook de minister voor de
luchtvaart heeft een korte vlucht meege
maakt. Voorts werd een vlucht gemaakt
met ongeveer twaalf man van den techni
sch en staf van de South African Airways.
Het meest getroffen was gezagvoerder
Scholte door de sportieve wijze, waarop
jhr. Beelaerts de geheele reis had meege
maakt en van alles genoten had.
Daarmee eindigde Scholte tevens het
interview, dat hij ons toestond, om zich
bij zijn familieleden, die met verlangen op
hem wachtten, te voegen.
BRITSCH WATERVLIEGTUIG IN
MOEILIJKHEDEN.
Ds Britsche vilegboot „Calypso" welke
van Kaapstad op weg was naar Southamp
ton, was Zaterdagavond genoodzaakt op
14 mijl buiten Aurigny op zee te dalen. Het
Zweedsche petroleumtankschip „Rigel" en
een sleepboot uit Cherbourg, hebben de
vliegboot naar Cherbourg gesleept, waar
«le beide passagiers aan land zijn gegaan.
De bemanning is aan boord gebleven om
te pogen het toestel te herstellen.
DE POSTVLUCHTEN OP NED. INDIE.
De positie der postvliegtuigen was gis
teren:
Uitreis: „Buizerd" te Napels; „Gier" te
Singapore; „Zilverreiger" te Jodphoer.
Thuisreis: „Oehoe" te Rangoon; „Emoe"
te Bagdad.
Het K. L. M.-vliegtuig „Nandoe", dat
gistermiddag op zijn thuisreis uit Indië, te
Schiphol zou landen, werd door de on
gunstige weersomstandigheden gedwongen
in Napels te blijven.
OVERZICHT VAN H^T WEER IN
DECEMBER 1938.
En over het geheele jaar 1938.
Gemiddeld over de vijf hoofdstations
was in December de ochtendtemperatuur
2>< graad beneden normaal. De grootste
afwijkingen kwamen voor op den 13en en
20sten, respectievelijk zes graden boven en
zestien graden beneden normaal, het ge
middelde minimum twee graden beneden
normaal. Het aantal dagen met een mini
mum temperatuur beneden het vriespunt
bedroeg te de Bilt. juist het normale aan
tal. Te de Bilt was op den 19den en den
20sten de maximum temoeratuur beneden
min tien graden. De neerslag was in Noord-
Holalnd, Zuid-Holland, Friesland en Lim
burg normaal tot 10 procent, beneden nor
maal, overigens 10 tot 30 procent bene
den normaal.
Te de Bilt werden 54 uren zonneschijn
waargenomen, tegen 40 uren normaal.
Gémiddeld over het geheele jaar was de
temperatuur 0,6 gr. boven normaal. De
grootste afwijkingen kwamen voor in No
vember en December, resp. 314 graad bo
ven en 2K graad beneden normaal. De
jaarsom van den neerslag was 4 procent
beneden normaal van 705 m.m. De grootste
afwijkingen vertoonden Januari en Maart,
respectievelijk 87 procent boven en 43
procent beneden normaal. Het aantal uren
zonneschijn, gemiddeld over de vijf hoofd
stations, dat normaal 1556 bedraagt, was in
het afgeloopen iaar 31 daar 'bei-eden.
De grooste afwijkingen kwamen voor
in Maart en Juli, respectievelijk 42 uren
boven en 25 uren beneden normaal.
PROF. R. N. ROLAND HOLST
OVERLEDEN.
Na een ziekte, die slechts kort
geduurd heeft, is Zaterdagmiddag
in zijn woning te Bloemendaal
prof. R. N. Roland Holst over
leden.
Met prof. R. N. Roland Holst verliest
Nederland een van zijn grootste en veel-
zjjdigste kunstenaars, wiens naam niet al
leen zal blijven voortleven als die van den
edelen voorvechter der monumentale
kunst, doch die zich tevens een blijvende
naam verworven heeft als schrijver, schil
der en teekenaar.
Prof. Richard Nicolaas Roland Holst was
op 4 December 1868 in Amsterdam geboren.
Van 18871891 volgde hij de academie
en reeds in 1892 begon hij met het ver
vaardigen van lithografieën, waarbij hij
zich een eigen persoonlijke stijl wist te
verwerven, die voor het groote publiek
onder meer tot uitdrukking kwam in een
reeks gelithografeerde aanplakbiljetten
voor opvoeringen van het gezelschap van
Willem Royaards. Velen zullen zich nog
de schoone affiches voor de opvoeringen
van Faust, Gijsbrecht van Aemstel, Luci
fer en Electra herinneren.
In 1918 werd Roland Holst als buiten
gewoon hoogleeraar verbonden aan de
Rijksacademie voor beeldende kunsten, van
welke academie hij van 1926 tot 1934 de
leiding heeft gehad als hoogleeraar-direc
teur.
Van de belangrijke werken die prof. R.
N Roland Holst als monumentaal en de
coratief kunstenaar geschapen heeft, kun
nen o.m. genoemd worden de wandschil
deringen m de Amsterdamsche beurs, in
bet gebouw van den Nederlandschen Dia-
mantbewerkersbond en in het gebouw van
ac Nederlandsche Heidemaatschappij te
Arnhem. De veelzijdigheid van den kunste
naar blijkt o.a. ook wel uit de omvang
rijkheid van zijn oeuvre als glazenier,
waarvan o.m. getuigen de schoone glas
schilderingen in de Domkerk te Utrecht,
de groote ramen in de aula van het Am-
sterdamsch lyceum, de ramen in het post
kantoor te Haarlem, de negen trapramen
in het Amsterdamsctie stadhuis, het boog
venster in het postkantoor van Utrecht
enz. Ook hiermede echter was de belang
stelling en de technische vaardigheid van
Roland Holst niet uitgeput. Hij bleek een
voortreffelijk portrettist, getuige het
schoone portret dat hij maakte van zijn
echtgenoote, de dichteres Henriette Ro
land Holst-Van der Schalk, wel het be
kendste, dat van de dichteres ooit vervaar
digd werd. Hij maakte litho's naar Bra-
bantsche volkstypen, ex-libris, boekban
den, mozaïeken, tempels, enz. enz. Er is
bijna geen genre in de decoratieve kunst,
dat hij niet met meesterhand beoefend
heeft.
Van de verschillende publicaties, die van
de hand van prof. Roland Holst versche
ren zijn, noemen wij, behalve het bellet-
tristische werk „Overpeinzingen van een
bramenzoeker", „Ethische factoren in de
monumentale schilderkunst", „De ont
wikkeling en verwezenlijking der archi
tecturale gedachte in Holland", „Over
vrije en gebonden vormen in de plastische
kunst", zijn twee bundels „Over kunst en
kunstenaars".
PRO ARTE CHRISTIANA.
De Tentoonstelling van „Hedendaag-
sche Religieuze Kurst" zal op Zaterdag
middag 7 Januari a.s. om vier uur in het
Stedelijk Museum te Amsterdam worden
geopend door Z. H. Excellentie Mgr. J. P.
Huibers. Bisschop van Haarlem, in tegen
woordigheid van Z Exc, Prof. Dr. J. R.
Slotemaker de Bruïne.
THERESE NEUMANN
Een schrijven van Dom Odo Staudinger
In een schrijven aan de „Croix" deelt
Dom Staudinger van het Benedictus-col-
lege te Salzburg mede, dat het een grove
dwaling is te meenen, dat Therese Neu
mann geweigerd heeft, zich aan een door
haar bisschop noodzakelijk geacht medisch
onderzoek te onderwerpen.
Het is haar vader, die zulk een onder
zoek weigert toe të staan, respectievelijk
voorwaarden voor zulk een onderzoek
heeft gesteld, welke de geneesheeren wei
geren te aanvaarden.
Therese Neumann zelf, aldus Dom Stau
dinger, is steeds tot het ondergaan van het
door haar bisschop verlangde onderzoek
bereid geweest en is het nog.
Zij heeft op 21 November 1937 schriftelijk
aan de kerkelijke overheid verklaard, dat
zij een nieuw medisch onderzoek aanvaard
de, zelfs zoo zy daartoe uit het vaderlijk
huis zou moeten vluchten. Haar bisschop
heeft haar echter geantwoord, dat zij niets
moest doen tegen den wil van haar vader.
Volgens een particuliere mededeeling
van den pastoor van Konnersreuth, ge
dateerd van 10 December 1938, blijven alle
buitengewone verschijnselen, waargenomen,
bij Therese Neumannt op dezelfde wijze
voortduren.
1
Op 'n droqen weg moet uw auto
bij 40 km per uur binnen 16
meter kunnen stoppen. Maar bij
80 km per uur is die remweg
niet 32. maar 64 meter!