FRANSCH-DUITSCHE VRIENDSCHAP. EEN KORTE DROOM De ernstige auto-botsing te Rijswijk eischte Woensdag één doode. Wat er van de wagens overbleef Twee Parijsche autobussen kwamen in het Bois de Vincennes met elkaar in botsing, waarbij verschillende slachtoffers te betreuren zijn. De situatie na het ongeluk Historische oogenblikken voor de verhouding tusschen Frankrijk De eerste autostrada in Limburg wordt aangelegd tusschen Heerlen en Duitschland. - Rond de onderteekenmg der wederzijdsche en Geleen. De 30 meter breede aarden baan wordt onder toezicht verklaring. Boven: de mondelinge toelichting; midden: de hand van de Ned, Heide Maatschappij door werkloozen aangelegd druk tusschen Von Ribbentrop en Bonnet; onder: het geteekende document De leerlingen aan de Haagsche Academie voor Beeldende Kunsten krijgen in den Dierentuin onderricht in het teekenen naar levende modellen FEUILLETON door ANNY VAN 'PANHUYS. 17) Niet eens een kort briefje had ze van hem gekregen en toch was er bij hun afscheid in Triest zulk een warme glans in zijn oogen geweest. Den volgenden morgen, toen de kleine pendule op den schoorsteenmantel elf uur wees, werd er op de deur van haar zitka mer geklopt. Weer het kamermeisje, dacht ze, en on verschillig riep ze: „Binnen!" Het was een kellner, die haar op een klein zilveren blaadje een visitekaartje aan bood. Een blijde schrik voer haar door de le den. Daar ze hier in deze vreemde stad geen mensch kende, kon de bezoeker im mers niemand anders zijn dan de prins. Juist, zijn naam stond op het kaartje. De kellner bleef een oogen blik in eer biedig zwijgen staan, toen vroeg hij, of hij Zijn Hoogheid hierheen mocht brengen. Marina wierp een vluggen, onderzoeken den blik in het rond. Het met grijs velours bekleede ameublement maakte een uitste kenden indruk; de kleine hotel-zitkamer zag er waarlijk niet ongezellig uit. Ze knikte toestemmend en toen de kell ner weg was, glipte ze bliksemsnel de aan grenzende slaapkamer binnen en ging voor den grooten toiletspiegel staan. Met haar roode lippen glimlachte ze tegen haar spie gelbeeld; haar oogen leken kostbare edel- 6teenen. Haar japon, de eerste die ze des tijds in Monte Carlo van haar winst aan de speeltafel had gekocht, had precies dezelf de groene kleur; ze herinnerde zich hoe baron Schlück haar had geraden, een ja pon te kiezen bij haar oogen. Smaragd groen fluweelEn beur haren schenen uit puur goud gesponnen. Binnen twee minuten was ze alweer in den salon terug en had ze de tusschendeur achter zich dichtgetrokken. Juist was ze in een der stoelen gaan zitten met een boek op haar knieën, toen er weer geklopt werd. Langs den kellner, die een diepe buiging maakte, trad een rijzige, slanke mannen- gestalte over den drempel en Marina zag het ernstige gebruinde gezicht, waarnaar ze de laatste dagen zoo koortsig had ver langd. Ze stak hem glimlachend de hand toe en verzocht hem plaats te nemen. Hij ging in 'n stoel tegenover haar zitten en zag haar daarbij met onverholen bewondering aan. „Neemt u me niet kwalijk, freule, wan neer m'n woorden u misschien een afge zaagde vleierij lijken, maar: me dunkt dat u nóg mooier is geworden sedert we elkaar in Triëst ontmoetten. Marina dronk die woorden in als de be dwelmende geur van een bloem en een blij glimlachje speelde om haar mond en bracht den man in verrukking. „Ik zou natuurlijk onmiddellijk na ont vangst van uw briefje naar u toegekomen zyn", ging hij op verontschuldigenden toon voort, „maar het ongeluk wilde, dat ik toe- valig een paar dagen in Berlijn was en ik kreeg uw schrijven nagezonden. Het spreekt vanzelf, dat ik toen met den eersten trein vertrokken ben om me hier tot uw beschik king te stellen, voor het geval ik u met iets van dienst zou kunnen zijn." „Ik wilde u enkel maar terugzien, prins", zei ze rustig en haar oogen keken met een eigenaardige uitdrukking in de zijne. De man ging met een rukje wat rechter op zitten. Opgepast, Heribert, klonk dat daar niet bijna als een liefdesverklaring? O, het moest wel heerlijk zijn, het mooie gravinnetje eens in de armen te sluiten, van heel dichtbij in haar glanzende oogen te zien en haar roode lippen zachtjes te kussen. Maar dat kon je en dat mocht je niet doen, al lokten die oogen en die mond ook nog zoo zeer wanneer je dat deed, moest je je meteen als haar verloofde be schouwen. Zoo gaf hij dan haastig het gesprek een andere wending, praatte druk en levendig over alle mogelijke dingen het was alsof hij tusschen haar en zichzelf een muur van woorden wilde optrekken, die hem moest beschermen tegen ondoordachte impul sen. De kellner kwam nogmaals aan de deur kloppen en weer hield hy Mama het zil veren blaadje voor. Aarzelend greep ze naar het kleine kaart je, dat daarop lag. Er moest een vergissing in het spel zijn, want wie zou haar hier in de stad, waar ze niemand kende, een bezoek willen brengen? „Prinses Alexandra von Dettenburg-Wei- dingen", las ze langzaam en met een vra- genden blik, alsof ze hem om opheldering wilde verzoeken, hield ze den prins het kaartje voor. „Dat is mijn' tante Alex, de zuster van mijn vader en de huisv-ouw op Weidingen, maar wat haar er toe beweegt, hier te ko men, begrijp ik eerlijk gezegd, evenmin als u." Marina verzocht den kellner, de dame naar boven te geleiden en bleef evenals de prins staan tot de bezoekster binnentrad. Een kleine, heel kleine dame, in wirwar van fluweel, bor.t en struisveeren, glipte piet trippelpasjes over den drempel.. Da delijk daarna gonsde haar levendig gepraat in Marina's ooren. „Ik vind het alleraardigst, kennis met u te maken, freule. Mijn neef heeft me des tijds, toen hij uit Triest terugkwam, zulke enthousiaste beschrijvingen van u gegeven. O, ik heb een groote voorliefde voor oude Hongaarsche families. Mijn neef vertelde me vanmorgen vroeg hij kwam pas gis teravond heel laat uit Berlijn terug dal u momenteel in Frankfurt logeerde en dat hij van plan was, u een bezoek te bren gen. Hij wilde mij niet meenemen, dus liet ik doodeenvoudig den wagen voorkomen en terwijl hij met den trein naar Frankfurt stoomde, reed ik er met de auto heen en daar ben ik nu!" Ze hief haar fijn, witbepoederd muisjes gezichtje naar den prins op en glimlachte ondeugend. „Ik wil óók wel eens graag iets moois zien, vooral als ik dan bovendien nog kans heb, allerlei interessante bijzonderheden te hooren. Uw familie heeft toch zeker óók een belangwekkende geschiedenis, niet, freule?" Met levendige handbewegingen keerde z« zich nu tot Marina en de tallooze kot>)« en «taartjes van haar ouderwetsche n«r* bo» fladderden om haar heen als op- kleine roofdieren. Marina, die tot dusver de beweeglijke, klaln* lama niet in de rede had durven yilWn arKoof nu een leunstoel voor haar bij vmH» h zich onmiddellijk liet neer zakken. „O ja", Marina leunde tegen de tafel, ter wijl ze antwoord gaf, en in haar oogen glom een klein spotvlammetje: „Mijn bet overgrootvader was een van de trouwste hovelingen van Maria Theresia; hij reis de in opdracht van de keizerin naar haar dochter Marie Antoinette en iaren later na den dood van Maria Thereisia, nog eens zonder opdracht; bij die gelegenheid ont snapte hij slechts met de grootste moeite aan de guillotine." „Maar lieve tante", „alleraardigst" is Alexandra verrukt. „Maar lieve tante", „alleraardigst" is dunkt me toch niet het juiste woord!" „Nu goed, dan „kostelijk" of wat je maar v;ilt, de hoofdzaak is toch het interessante feit. Denk toch eens aan wat prachtig, dat de betovergrootvader van freule Pereny bij na op het schavot kwam." Ze wreef zich vergenoeg in de kleine handjes, met de dunne zijden handschoe nen. „Weet u freule, u moet me toch werke lijk eens gauw op Weidingen komen opzoe ken en me dan alles vertellen wat u nog aan interessante bijzonderheden over uw familie weet. De spotvlammetjes in Marina's oogen flakkerden helcer op. De oude prinses amu seerde haar, en irriteerde haar ook een klein beetje. Het liefst had ze gezegd: „Zeker, hoog heid, ik weet nog een massa interessants over mijn voorvaderen; alleen waren dat g'^en graven Pereny, maar heetten ze Tol- dy, en mijn grootvader was een arme mars kramer en vader portier in een armzalige huurkazerne in de voorstad Maar ze glimlachte haar meest betoove- rend gravinnen-lachje. Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 8