EEN KAMERZITTING MET GEVOLGEN.
EEN KORTE DROOM
3)e £eictocHe 6ou/fcomt
Hevige sneeuwstormen vergezelden
koning Winter bij zijn komst in Noord
Amerika en veroorzaakten veel onge
rief. Sneeuwruimen aan boord van een
der in de New Yorksche haven liggende
schepen
De heer J. C. Diepenhorst is met in
gang van 15 December a s. benoemd
tot burgemeester van de gemeente
Oud-Beijerland
V.U.C. behaalde in den te Den Haag gespeelden voetbal
wedstrijd een 4 1 overwinning op D.F.C. Een moment
voor het doel van de bezoekende club
ot. Nicolaas, vergezeld van zijn trouwen knecht, bracht Zaterdag per vliegtuig
een bezoek aan de Aeroclub op Schiphol. Een snapshot na aankomst op
het vliegveld
Een overzicht tijdens de zitting van de Italiaansche Kamer, waar het, na de
rede van minister Ciano (links boven) tot betoogingen kwam, welke aan
leiding gaven tot een Fransch protest te Rome. In het midden onderscheidt
men Mussolini
De bekende Rallye Paper van Worth-Rheden is Zaterdag onder minder
fraaie weersomstandigheden gehouden. Eenige viervoeters worden na aan
komst- op de bestemde plaats uitgeladen
FEUILLETON
door
ANNY VAN PANHUYS.
14)
Als in een droom liep ze langzaam op
den ingenieur toe.
Deze straalde van vreugde en vol ge
dienstigheid schoof hij dadelijk een rteien
stoel voor haar bij.
„Komt u vandaag al zoo vroeg van uw
uitstapje terug?" Verder wist hen niets te
zeggen.
De wonderlijke betoovering, die haar
zoojuist nog gevangen hield, was verbro
ken, het visioen verbleekte.
Heribert von Dettenburg-Weidingen was
immers zoo ver, zoo ver weg; hij zou zich
nog wel nauwelijks meer herinneren, dat
hij haar ooit had ontmoet.
„Ja, ik ben maar gauw omgekeerd, om
dat ik onderweg vreeselijke hoofdpijn
kreeg", beantwoordde ze Heldenberg's
vraag.
„Dan zal ik eens gauw gaan kijken of
ze binnen misschien een of ander tabletje
of poedertje voor u hebben", bood hij aan
en wendde zich al naar het huis.
„Neen, ik dank u, doet u geen moeite",
weerde ze af. „Het gaat nu al veel beter,
en wanneer u me hier onder die schaduw
rijke boomen een beetje gezelschap wilt
houden, dan zal ik al pratend het laatste
rpstje pijn óók wel vergeten."
Dat was meer dari de jonge ingenieur
had durven hopen; stralend haalde hij een
tweeden tuinstoel uit een prieel. En toen
begon hij levendig en onderhoudend over
allerlei te praten, over de Riviera, en hoe
zwaar het hem zou vallen, morgen de bloe-
semkust en de heerlijke blauwe zee te ver
laten.
Marna luisterde geboeid, het was alsof
zij Heribert's stem hoorde. Of ze hem nog
ooit in haar leven zou weerzien? Toen
moest ze weer aan den baron denken, en
een heimelijke rilling ging daar haar heen.
Ze herinnerde zich de donkere verfvlekken
op den glanzenden schedel onder het dun
ne haar, ze dacht aan de ontelbare rim
peltjes op zijn gezicht en zijn met rozig
stof bepoederde wangen.
Het was alsof er spinnen met tallooze
dunne kriebelpooten over haar huid kro
pen, zóó sterk voelde ze den walgenden af
keer. En plotseling ontwaakte in haar een
verlangen om te vluchten, ver, weg zoodat
ze zich niet door hem kon laten overhalen,
met bezwijken zou voor zijn herhaald aan
dringen. Ze wilde hem niet meer zien, den
ouden baron, ze wilde hem nooit terugzien.
Morgen niet, overmorgen niet nooit
meer!
Ze schrikte er voor terug, hem teleur te
stellen met een „neen" en ze huiverde
voor een „ja".
Vluchtig overdacht ze, hoeveel ze hier in
die korte maanden bij het spel had gewon
nen, en hoe ze daardoor nu voor langen
tijd vasten grond onder de voeten had. Ze
was vrij om te doen wat haar goeddacht;
vcorioopig zou ze geen geldzorgen ken
nen.
Die gedachte gaf haar plotseling weer de
verloren veerkracht terug en midden in
een verhaal van den man tegenover haar
wierp ze er tusschen, dat ze morgen even
eens Nice dacht te verlaten en dat Duitsch-
land ook haar doel was. Ze had kennissen
in de buurt van Frankfurt om Main en als
hij het goed vónd, konden ze een stuk sa
men reizen.
Ze zei het zoo rustig en onverschillig,
alsof ze zich die reis. naar Duitschland al
weken geleden had voorgenomen, en toch
was het plan pas een paar seconden gele
den in haar opgekomen. Ze wilde den baron
ontvluchten en den dag van morgen, waar
op ze hem haar antwoord zou moeten ge-
En Frankfurt had ze genoemd, omdat de
woorden haar waren ingevallen, die Heri
bert von Dettenburg eens tot haar gezegd
had: Als uw weg u toevallig langs kasteel
Weidingen bij Frankfurt aan de Main voert,
gaat u dan niet voorbij!
Was het ten slotte niet precies hetzelfde,
waarheen ze nu een kaartje nam? De
hoofdzaak was toch, dat ze buiten het be
reid van den baron kwam.
Helóenberg had haar mededeeling be
antwoord met een lichten uitroep van ver
bazing. Nu waes hij een en al enthousiasme.
„Maar dat zou allerprettigst zijn, freule,
wanneer we nog een stukje samen konden
reizen Ik kan me geen grooter genoegen
voorstellen dan u met al het mogelijke be
hulpzaam te zijn."
Zij glimlachte over zijn geestdrift en
was blij, dat ze dit snelle besluit genomen
had. Dat was de eenvoudigste en vlugste
manier om de banden te verbreken, die
haar in het dagelijksch samenzijn met den
baron onmerkbaar omstrengeld hadden.
De tallooze kleine diensten, die het ga
lante oude heertje haar bewezen had, wa
ren langzamerhand saamgeweven tot een
taaien strop, die „verplichting" heette. Ba
ron Schlück rekende met doodelijke ze
kerheid op haar jawoord, daar twijfelde ze
niet aan; zijn houding van daarstraks sprak
boekdoelen.
Een plotseling vertrek was de beste ma
nier om den Gordiaanschen knoop door te
hakken.
Mevrouw Weimann, de eigenares van de
rozenviJla, was tamelijk ontdaan, dat ze
zoo opeens haar best-betalende pension
gast zou verliezen. Doch daar Marina de
zaak zoo royaal mogelijk regelde en met
een nog meebetaalde voor de volgende
maand, troostte ze zich spoedig.
Den volgenden midag drentelde baron
Schlück wachtend op en neer voor het hek
der rozenvilla aldoor maar op en neer.
Eén van de Berlijnsche dames maakte er
mevrouw Weimann op attent.
„Je zout werkelijk bijna gaan denken,
dat hij de freule nog wil afhalen", voegde
ze er bij
Mevrouw Weimann ging in haar zwarte
tafzijden japon, die ze 's middags placht te
dragen, met afgemeten passen door den
tuin naar het hekje en groette den ouden
heer, met wien ze nu en dan wel eens een
paar woorden had gewisseld. Hij beant
woordde haar groet en merkte daarna
schrtsend op, dat freule Pereny zeker nog
niet klaar was met haar toilet, en zich be
paald erg mooi maakte, daar ze hem zoo
lang liet wachten. De eigenares van het
pensioen kneep haar oogen half dicht. Lie
ve tijd, dat beloofde een buitengewoon in-
tex*essante historie te worden!
„U wacht toch niet in ernst op freule
Pereny, mijnheer von Schück?"
„Ja natuurlijk wacht ik op de freule;
wat is daar voor buitengewoons aan?" ant
woordde het oude heertje ietwat geprki-
keld, want de gelaatsuitdrukking der
vrouw ergerde hem, zonder dat hij eigen
lijk had kunnen zeggen waarom.
„Maar, mijnheer von Schlück, nu wilt u
me toch zeker voor den gek houden
freule Pereny is immers vanmorgen vroeg
al vertrokken."
„Wat zegt u daar?"
Met halfopen mond staarde de baron me
vrouw Weimann aan.
„Ik zei, dat freule Pereny vanmorgen in
alle vroegte vertrokken is", herhaalde de
vrouw en bleef ongeduldig afwachten of
de baron nog verdere vragen zou stellen.
„Heeft de freule een of ander telegram
of ander bericht ontvangen, dat haar aan
leiding gaf tot dat plotselinge vertrek?"
De donkere, pientere oogjes van den
ouden heej hadden al hun tintelenden glans
verloren; dof en moe stonden ze in het ver
welkte gezicht.
De pensionhoudster schudde het hoofd.
„Neen, de freule heeft niets van dien
aard ontvangen en vóó. gistermiddag wist
ik zelf ook nog niets van haar vertrek.
Pas tegen den avond hoorde ik er van; ze
heeft daarna inderhaast ingepakt en van
morgen om zeven uur nam ze afscheid van
mij."
Ze sloeg den baron opmerkzaam gade en
het ontging haar niet, dat ieder woord hem
crof als een slag.
„Heeft freule Perny mischien een bood
schap voor mij achtt -gelaten?"
„Neen, het spijt me mi nheer von Schlück."
„En weet u misschien ook, waar de freu
le heen is gereisd?" vroeg hij met moei-
zaam-beheerschte stem.
Wordt vervolgd.