De joodsche vluchtelingen
De grenzen zullen binnenkort geheel
gesloten worden
Schiphol wordt Centraal Vliegveld
Het grondonderzoek te Leiderdorp
een tegenvaller
ZAÏERDAG 3 DECEMBER 1938
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 15
Tweede Kamer
Nederland deed meer dan
andere landen
Vergadering van gisteren.
DE BEGROOTING VAN ONDERWIJS.
Voortgezet wordt de behandeling van de
begrooting van onderwijs.
Stemming over de begrooting.
De onderwijsbegrooting in haar geheel
wordt in stemming gebracht.
De heer MOLLER (R.K.) verklaart,
dat zijn fractie, aangezien uit de
schriftelijke stukken de bijna alge-
heele lijdelijkheid van den minister
was gebleken, overtuigd was, dat het
nutteloos was, het overleg met den
minister voort te zetten. Niettemin zou
de fractie in de huidige omstandighe
den om zeer belangrijke redenen haar
stem aan de begrooting niet onthou
den.
De heer ALBARDA (S.D.) verklaart,
dat zijn fractie, evenals verleden jaar, zal
tegenstemmen wegens het niet wijzigen
der leerlingenschaal. Evenwel is deze stem
een afkeuring vcor het h e e 1 e kabinet.
Ook de heer WOUDENBERG (N.S.) legde
zulk een verklaring af.
De begrooting wordt dan goedge
keurd met 61 tegen 30 stemmen. (Tegen
de S.Dde N.S.B., de Comm. en de Chris
ten-Democraten).
HET VLUCHTELINGENVRAAGSTUK.
De interpellatie-Albarda,
Aan de orde is de interpellatie-Albarda
over het vluchtelingenprobleem.
De heer ALBARDA (S.D.) acht niet al
leen den minister van justitie verant
woordelijk en daarom richt spr. zich tot
de regeeriijg, tot den minister van alge-
meene zaken, voorzitter van den minister
raad.
Spreker vatte zijn vragen als volgt sa
men:
1. Is de minister bereid, mede te deelen:
a. Welke regels thans gelden voor de
toelating van vluchtelingen in Nederland?
b. Welke comité's bij de uitvoering van
die regels medewerking verleenen, waar
in de medewerking bestaat en welke be
voegdheden aan die comité's zijn verleend?
2. Hoeveel volwassen vluchtelingen en
hoeveel kinderen zijn sedert 10 November
1.1. in Nederland toegelaten?
3. Heeft de ervaring sedert 10 Novem
ber niet geleerd, dat, als van de vluchte
lingen wordt geëischt, dat zij zekere be
wijsstukken overleggen, de toelating in
vele gevallen aanmerkelijk wordt ver
traagd en dat in vele gevallen de toelating
moet worden geweigerd aan vluchtelingen
die zich van de noodige papieren niet heb
ben kunnen voorzien en die juist de ern
stigste redenen hebben om in Nederland
veiligheid te zoeken?
4. Is het waar, dat Nederlandsche ingeze
tenen in het bewakingsgebied, die aan
vluchtelingen, heimelijk over de grens ge
komen, barmhartigheid bewijzen door hun
tijdelijk voedsel en onderdak te verschaf
fen, zonder daarvan binnen 24 uur kennis
te geven aan de overheid, blootstaan aan
straf en als zij geen Nederlander zijn, aan
uitzetting?
5. Acht de regeering het niet noodig ten
spoedigste in de grensstreek barakken of
andere verblijven gereed te doen maken,
om daar te doen vertoeven de over de
grens gekomen vluchtelingen, tot wier toe
lating nog niet is besloten, tot tijd en wijle
het onderzoek naar de mogelijkheid van
hun toelating of van hun transmigratie is
afgeloopen?
6. Is het waar, dat tot dusver in het al
gemeen slechts zijn toegelaten vreemdelin
gen, van wie het vaststond, dat in Neder
land door particulieren voor hun huisves
ting en levensonderhoud zou worden ge
zorgd? Zoo ja, moet dan niet ten spoedig
ste de regeling worden veranderd, zooda
nig, dat ook vluchtelingen, die in Neder
land niet beschikken over familie en
vrienden, bereid en in staat om de zorg
voor hen op zich te nemen, kunnen wor
den toegelaten om te worden verzorgd en
gehuisvest door comité's, die daartoe de
noodige geldmiddelen bezitten?
7. Welke quarantaine-stations zijn tot
dusver voor de huisvesting van vluchtelin
gen bestemd? Hoeveel vluchtelingen zijn
daarin ondergebracht? Welke verblijfplaat
sen zijn of worden nog verder in gereed
heid gebracht en welk gebruik zal daar
van worden gemaakt?
8. Aan welke eischen moeten Nederlan
ders, die bereid zijn vluchtelingen in hun
gezinnëen op te nemen, voldoen, welke
verplichtingen moeten zij op zich nemen
en op welke wijze zal worden toegezien,
dat zij die verplichtingen nakomen?
9. Indien nog steeds niet met andere sta
ten regelingen zijn getroffen, met dien
verstande, dat belangrijke aantallen vluch
telingen, in Nederland toegelaten, naar an
dere landen kunnen doorreizen, wil de re
geering dan nogmaals met den meesten
ernst bij andere regeeringen inzonder
heid bij die van Groot-Brittannië en van
de Vereenigde Staten van Noord-Amerika
op het treffen van zoodanige regelingen
aandringen?
MINISTER COLIJN zegt, dat er veel
misverstand in het land is over hetgeen
de regeering doet.
Sinds 1933 zijn er 24.000 a 25.000 vreem
delingen binnengekomen, waaronder 13.000
volle Joden. Er zijn er 18.000 gebleven,
o.w. plusminus 8000 Joden.
Nederland doet verreweg het meeste van
alle andere landen. Engeland heeft sinds
1933 15 16.000 personen toegelaten,
waarvan er ook een derde weer vertrok
ken is. Indien wij 300 hadden toegelaten,
zouden wij hetzelfde hebben gedaan. Naar
denzelfden maatstaf hadden er hier 2000
moeten blijven. Geen land heeft zooveel
voor de vluchtelingen gedaan als Neder
land.
Drie redenen zijn er voor een voorzich
tig beleid:
a. de ruime toelating sinds 1933;
b. de geringe vooruitzichten op trans
migratie;
c. de te verwachten aanvragen uit tal van
landen.
Dit alles dwingt tot een keuze. De ver
antwoordelijkheid van de keuze ligt bij de
overheid. Daarom is een straffe regeling
noodig.
De beantwoording van de vragen.
Spr. gaat thans over tot de concrete be
antwoording van de vragen van den inter-
pellant.
a. Algemeene regel. De grens Neder
landDuitschland is in het algemeen voor
vluchtelingen gesloten. Nochtans worden
toegelaten
1) Zij die een vergunning hebben van den
minister van justitie;
2) vluchtelingen, die in een reëel tran
sit ons land doorreizen;
3) uiterste-noodgevallen (in telefonisch
overleg met de partement via bureau grens
bewaking en rijksvreemdelingendienst);
b. 1) comité voor bijzondere Joodsche be
langen te Amsterdam;
2) Protestantsch Hulpcomité voor uitge
wekenen voor ras en geloof te Amsterdam;
3) R. K. comité voor slachtoffers van ge
loofsvervolging te Utrecht;
4) Comité voor hulp aan buitenlandsche
kinderen (geassisteerd door enkele plaat
selijke afdeelingen).
2. Tot nog toe is toestemming tot toelating
verleend voor:
1) ruim 2500 vluchtelingen van ouderen
.eeftijd, opgenomen in gezinnen (de afge-
luopen week alleen werden pl.m. 1000 ver
gunningen verleend);
2) ongeveer 200 vluchtelingen van mid
delbaren leeftijd voor opneming in kam
pement;
3) ruim 200 kinderen meerendeels onder
te brengen in tehuizen.
Verwacht kan worden voor de komende
dagen een snelle toeneming speciaal van het
aantal vergunningen vuor binnenkomst van
kinderen en van in kampementen op te
nemen personen.
Onder de genoemde cijfers zijn niet ge
rekend het niet onbelangrijk aantal vluchte
lingen, z.g. „uiterste noodgevallen", die als
turenplicht kort na het gebeurde in
i uitschland zijn toegelaten, dan wel zijn
binnengekomen na telefonische machtiging
van het departement van justitie.
3. Deze vraag moet op een misverstand
berusten. Zij mist althans feitelijken grond
slag. Er wordt zeker niet ten aanzien van
„uiterste noodgevallen" en ook niet ten aan
zien van gevallen, waarin door den minister
van justitie vergunning tot binnenkomst
wordt verleend, vastgehouden aan den
eisch van het bezit van ie noodige papieren.
In gevallen van binnenkomst voor trans
migratie dienen uiteraard de daartoe noo
dige papieren in orde te zijn.
4. In enkele gevallen zijn de maatregelen
van ontzegging van verblijf in de bewa
kingsgebieden (art. 9 bewakingsvoorschrift)
er. van uitwijzing (waar het vreemdelingen
betrof) toegepast tegen personen, die zich
bezig hielden met het tegen grof geld per
auto of op andere wijze illegaal over de
grens brengen van vluchtelingen. Wegens
het verschaffen van onderdak aan vluch
telingen zonder de krachtens art. 27 van
het vreemdelingenreglement (laatstelijk
gewijzigd bij Kon besluit van 14 October
1938, Staatsblad no. 252) bij huisvesting
^an vreemdelingen verplichte aanmelding
- is voor zoover bekend geen veroordeeling
gewezen, noch tegen een vreemdeling de
maatregel van uitwijzing toegepast.
5. De in deze vraag tiedoelde maatregel,
die geen andere gevolgen zoude hebben
aan dat alsdan een niet meer te beheer-
sohen stroom van vluchtelingen ook uit de
meest verwijderde streken in Duitschland
en uit andere landen ter fine van onder
zoek naar de mogelijkheid van hun toe
lating of van hun transmigratie zich aan de
grens zoude aanmelden, kan van de Neder
landsche regeering, die zich ook in het
stellen van uitzicht bij de vluchtelingen op
verwezenlijking van mogelijke opneming
hier te lande hare verantwoordelijkheid be
wust is, niet worden verwacht.
6. Inderdaad zijn-vele vreemdelingen toe
gelaten, van wie kan worden aangenomen,
dat zij door de hier te lande wonende fami
lieleden kunnen opgenomen en onderhou
den worden. Daarnaast zyn vele verwanten
toegelaten voor wier verzorging de comité's
garant staan. Dit laatste Ls veelal zeker het
geval ten aanzien van de kinderen, die als
regel zelfs geen familie hier te lande heb
ben en van het meerendeel der personen,
die voor plaatsing in kampementen worden
toegelaten. In hoeverre de geldmiddelen
waarover de comité's zullen kunnen blij
ven beschikken, in het bijzonder voor de
verzorging en huisvesting van laatstbe
doelde categorieën toereikend zijn, is een
vraag, die terdege de verantwoordelijkheid
van de regeering in deze mede moet in-
fluenceeren.
7. Momenteel is een quarantainestation
voor vluchtelingen van middelbaren leef
tijd te Rotterdam in gereedheid hetwelk
p?m. 400 vluchtelingen kan bevatten. Voorts
is beschiKbaar een kampement te Hoek
van Holland, plaats biedend aan 300 per
sonen.
Voor kinderen is gereed de quarantaine
inrichting te Amsterdam met 200 plaatsen.
A.s. Vrijdag zijn in Den Haag tot op
neming van kinderen gereed drie land
huizen en een gebouw, plaats biedende aan
ruim 300 kinderen.
Ter verkrijging van verdere ruimte voor
onderbrenging van beide categorieën vluch
telingen wordt met spoed nagegaan van
welke aanbiedingen gebruik kan worden
gemaakt.
Toestemming voor binnenkomst van
vluchtelingen, bestemd voor de quaran
taine-inrichting te Rotterdam, is bereids tot
een niet onbelangrijk aantal verleend.
Kinderen zijn tot een getal van ongeveer
130 in tehuizen ondergebracht. Van beide
groepen worden binnenkort grootere aan
tallen verwacht.
8. Vooropgesteld zij, dat het voldoen aan
eischen en verplichtingen nimmer kan in
houden een recht tot het opnemen van
vluchtelingen, ook wanneer de regeering
ce verantwoording voor verdere toelating
niet meer kan dragen, hetgeen, op de wijze,
waarop toelating reeds is toegestaan, binnen
niet langen tijd het geval zal zijn.
Met deze vooropstelling ligt het voor de
hand, dat Nederlanders, die bereid zijn
vluchtelingen op te nemen redelijke waar
borgen moeten geven dat zij in staat zijn
voor het onderhoud der vluchtelingen voor
onbepaald en tijd op te komen en dat zij
zich zullen gedragen naar de voorschriften,
welke van regeeringswege zijn of zullen
worden gegeven in het belang van de open
bare orde, zedelijkheid en gezondheid.
Vervolgens deelde de Minister mede de
maatregelen in andere landen genomen.
Dit ten antwoord op de vragen van den
interpellant. Nu nog iets ter beantwoording
van de beshouwingen van den interpellant
Spr. constateert met genoegen, dat ook de
interpellant de openstelling der grenzen
niet mogelijk acht.
Na vroeg ir. Albarda „waarom zoo wei
nig?" Is een getal van 1000 per week zoo
weinig? De ergste voorstanders van onbe
perkte toelating denken aan een maximum
van 10.000. Daar zijn wij op die manier met
1000 per week snel aan toe.
De regeering ontvangt aanmoedi-
digingen, maar ook veel waarschuwin
gen uit allerlei levenskring, om niet te
ver te gaan. Wanneer men ongelimiteerd
hier een groot aantal vluchtelingen
binnenlaat, zonder dat de mogelijkheiden
van evacuatie bestaat, zou er in ons
land een anti-semitisme ontstaan, dat
ten nadeele der eigen Joden zou strek
ken.
Andere Kamerleden aan het woord
De heer ALBARDA (S.D.) dringt er op
aan, dat ook zij, die hier geen familie heb
ben om hen op te nemen, zullen worden
toegelaten. Anders komt het neer op be-
voordeeling der meer-gegoeden.
DR. COLIJN: Hoe Krijgt u ze ons land
weer uit mijnheer Albarda?
De heer ALBARDA zegt, dat wij begin
nen moeten met de kinderen op te nemen.
Spr. vraagt de regeerir.g de eischen wat
n inder streng te stellen en de deur op een
kier open te laten.
De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM-
BOURG (N.S.B.) zegt, steeds objectief te
zijn geweest in zijn woorden Toch is hij
voor Jodenhater uitgemaakt. Het percen
tage Joden van ons land is zeer groot. Dit
rr oet lager worden. Of is het de bedoeling
Nederland de spits te laten afbijten tegen
een strijd tegen Duitschland. Spr. keurt het
verbieden van den NederlandDuitschland
voetbalwedstrijd te Rotterdam af. De be
trekkingen met Duitschland worden bedor
ven. De kwestie is intern Duitsch. Spr.
waarschuwt tegen het verband tusschen
Joden en bolsjewieken en tegen het katho
lieke comité van prof. Schmutzer, die lieden
helpt, die wegens zedendelicten zijn ge-
vjucht en dat thans ook de Joden wil hel
pen. De regeering onderzoeke de gesties
'»an dit soort comité's.
Er is een zelfbewust Joodsch volk. Laat
men dit erkennen. Waarom erkennen de
Joden het zelf niet? Het zionistische streven
heeft spr. ook steeds begrepen. Palestina
biedt wel weinig uitzichten. Vanwege den
leider der N.S.B. is aan dr. Colijn een plan
tot de stichting van een Joodsch nationaal
tehuis overhandigd. Dit plan licht spr. na
der toe.
De heer JOEKES (V.D.) gaat den vorigen
spreker stilzwijgend voorbij. Hij is over
tuigd, dat velen verontwaardigd zijn over
de miskenning van de oorzaken van het
leed, dat thans gelenigd moet worden. Elk
woord van verontwaardiging en van pro
test van de N.S.B. tegen hetgeen in Duitsch
land is gebeurd is achterwege gebleven.
Wat de toelating betreft, vraagt spr., wat
de precieze omschrijving is van de groepen,
die hier worden binnengelaten. Spr. noemt
zulke groepen op.
De heer COLIJN: Hoe weet gij toch al
die gevallen?
De heer JOEKES: Omdat wy in Neder
land een pers. hebben.
De heer COLIJN: Dat is in Zevenaar wel
gebleken, hoe die de zaken voorstelt!
De heer JOEKES gaat verder met de op
somming. De getallen, die de minister ge
noemd heeft, zijn niet in overeenstemming
n.et zijn blijkbare tevredenheid.
De MINISTER: Ik ben zelfs zéér tevre
den.
De VOORZITTER verzoekt den heer Rost
van Tonningen, die interrumpeert, zich
daarvan te onthouden, anders zal hy maat
regelen nemen
De heer BIEREMA (Lib.) protesteert
tegen den anti^semietischen inhoud van
het jongste nummer van Volk en Vader
land.
Er is niemand, die den Joden geen natio
naal tehuis toewenscht, maar van het plan
*'an den heer De Marchant begrijpt niemand
iets.
De heer KERSTEN (S.G.) is van deernis
ever het lot der Joden vervuld Hij keurt
de vervolgingen scherp af Spr. hoopt, dat
ce Joden erdoor worden gebracht de knie
voor Christus te buigen. De wijze echter,
waarop de Joden het geloof in den Mes
raas verwerpen, de kapitalen, die zij ver
zamelen, de pers, die zij in handen hebben
en ander optreden, b.v. in de vrijmetselarij,
maakt hun verblijf onder de volken dik
wijls tot een steen des aanstoots. Zou de
ruime toelating van Joden niet leiden tot
verbittering van het volk? De minister
waarschuwt in deze niet ten onrechte.
De thans gevolgde ruime toelating kan
niet doorgaan. De regeering heeft de barm
hartigheid in acht genomen.
De heer VAN GELDEREN (S.D.) be
spreekt de stelling van de N.S B., dat zy de
eenige oplossing van het jodenvraagstuk
aan de hand hebben gedaan. Zij willen den
joden een gebied aanwijzen, de drie Guya
na's. Dit zou de inderhaast overgebracht
kolonisten in een rampzaligen toestand
brengen. Zulk een oord van verschrikkin
gen durft men te vergelijken met de hart
verheffende gebeurtenis van de stichting
van een Joodsch nationaal tehuis.
De heer VAN HOUTEN (C D.) zegt, dat
net cijfer der toegelaten en belangrijk is.
Het cijfer van de toegelaten kinderen valt
hem tegen. In hoofdzaak kan spr. het met
het betoog van den minister eens zyn.
De heer DE VISSER (Comm.) protesteert
tegen het anti-semitisme.
De heer DECKERS (R.K.) had geen be
hoefte aan deze interpellatie na de inlich
tingen van den minister van justitie bij de
justitiebegrooting. De belangen der vluch
telingen zijn welwillend en met spoed be
handeld. Het lot der slachtoffer heeft spre
kers belangstelling. Hoe kan het anders,
daar spr. behoort tot de Kerk, wier kinderen
steeds hier of daar vervolgd zijn. In die
kerkvervolgingen is sinds Nero niets nieuws.
De christenen pasten niet in den Romein-
schen totalitairen staat.
De toenmalige vervolgingen lijken
op die van 1938. Ook toen kwam de
pers niet in beroering zij zwaaide
haar scepter nog niet maar ook
thans schijnen de noodkreten der ver
volgde christenen niet door te dringen
tot de internationale pers.
Spr. is niet ontevreden over het aantal
in Nederland toegelaten vluchtelingen. De
Aan de memorie van antwoord inzake de
begrooting van het Vericeersfonds ontlee-
nen wij:
Pogingen om te komen tot oprichting
van eenN.V. voor het exploiteeren van
autobusdiensten over het geheele land heb
ben geen rsultaat opgeleverd.
De minister was reeds met de directie
overeengekomen omtrent verscherping van
het toezicht op den aard van de lectuur,
welke door den stationsboekhandel ten ver
koop wordt aangeboden. Zoo noodig zal
daarbij overleg worden gepleegd met het
rijksbureau tot bestrijding van den handel
in ontuchtige uitgaven.
Invoering van weekeindretours en van
andere tariefmaatregelen tot stimuleering
van het personenvervoer voor niet-zakelij-
ke doeleinden, is door de nieuwe directie
in studie genomen.
HET CENTRALE VLIEGVELD.
Omtrent de stichting van een Centraal
Vliegveld wordt medegedeeld:
Een nadere raming van de kosten
van een vliegveld bij Leiderdorp le
verde, op grond van een nader onder
zoek, waaruit bleek, dat bijzondere
voorzieningen met betrekking tot de
bodemgesteldheid noodig zouden zijn,
een tegenvaller op. Hierdoor kwam het
financieele aspect van het plan Leider
dorp in vergelijking met dat der sub
sidiaire oplossing, waarbij Schiphol
tot nationale luchthaven zou worden
aangewezen, in nog ongunstiger licht.
Hoofdzaak bij de beslising inzake het
nationale luchtvaartterrein voor het
burgerlijk luchtverkeer is echter uiter
aard de vraag, of het als zoodanig
aan te wijzen terrein inderdaad kan ge
acht worden door voldoende centrale
ligging in de behoefte aan een gemak
kelijk bereikbaar vliegveld voor het
groote internationale verkeer te vol
doen. Toen ten aanzien van dit punt
de regeering van oordeel was, dat
Schiphol aan de in dezen te stellen
eischen zou kunnen voldoen, werden
onderhandelingen geopend met het da
gelij ksch bestuur der gemeente Am
sterdam.
Deze onderhandelingen hebben ge
leid tot het opstellen van een plan,
waarbij Schiphol wordt bestemd tot
nationale luchthaven, welk plan in den
vorm van een wetsontwerp tot deel
neming van het rijk in een N.V., waar
in Schiphol wordt ingebracht, de Ka
mer eerlang zal bereiken.
regeering moet immers op allerlei belan
gen letten.
De heer SMEENK (A.R.) zegt, dat Neder
land niet allen kan opnemen. Selectie moet
worden toegepast en spr. meent, dat Neder
land een goed figuur maakt in vergelijking
met andere landen.
De heer WOUDENBERG (N.S.B.) zegt,
dat de N.S.B. de Jodenvervolgingen wel
heeft afgekeurd. Spr. doet het bij dezen
rog. Deze verklaring is niet afgeperst.
Dr. Colijn in tweede instantie.
Minister COLIJN zegt, dat zijn verwach
ting dat deze interpellatie toejuiching ver
diende, in vervulling is gegaan. Eener-
zijds omdat er verschillende leden het re-
geeringsbeleid hebben toegejuicht, ander
zijds omdat de kritiek niet heel zwaar was.
Ook met het oog op de uitingen in de pers
acht spr. dit een verheugend iets.
Het ligt zeer voor de hand, dat in de
eerste plaats aan Nederlandsche Joden of
aan Nederlandsche ingezetenen faciliteiten
voor hun familieleden worden gegeven. Dit
zijn ook de eersten, voor wie toelating ge
vraagd is. De door de regeering gekozen
volgorde is juist. Spr. meent, dat de gega
digden voor deze eerste groep nu langza
merhand wel binnen zijn.
De tweede groep zal in kampementen
worden ondergebracht. Binnenkort is een
snelle toeneming van die groep te ver
wachten.
Dan is er gesproken over levensgevaar.
Iemand heeft gezegd, dat voor alle Joden
levensgevaar bestaat. Zoo is de zaak
geenszins.
Bij een toelating van 1000 menschen per
week ligt de tijd, dat Nederland zijn deu
ren zal sluiten, niet ver meer af.
Het is een schandaal, de wijze, waarop
het rapport-Drion aan de regeering is toe
gezonden. Er komt geen naam of datum
in voor. Waarom is de commissie niet bij
de regeering gekomen als zij vertrouwe
lijke gegevens had?
Mevrouw DE VRIESBRUINS: De
commissie wilde de interpellatie afwach
ten. Zij is onmiddellijk bereid bij u te ko
men.
De heer SCHOUTEN (A.R.): Het is een
slecht advies geweest, dat aan de commis
sie is gegeven.
De heer COLIJN: Eenzelfde geval is dat
van Eindhoven. Als men klachten heeft
waarom wendt men zich dan niet tot de
regeering?
Spr. heeft den minister van koloniën
doen nagaan, wat met name in Suriname
zou kunnen werden gedaan. Suriname zou
slechts 100 120 menschen kunnen opne
men, mits zij ƒ18 k 20.000 aan kapitaal
meebrengen. Dat is de beteekenis der
Guyana's voor de oplossing van het Jood
sche vraagstuk.
De vergadering wordt te 18.15 uur ver
daagd.
Met betrekking tot de vrakag, hoe de di
rectie van de K. L. M. en deskundigen op
het gebied der burgerlijke luchtvaart zich
de oplossing van dit vraagstuk denken,
moge de minister volstaan met de mededee-
ling, dat de directie der K. L. M. voorstand
ster is gebleven van het oorspronkelijke
plan Leiderdorp, dat dan ook ongetwijfeld
zeer aantrekelijke kanten had. De regee
ring dient deze aangelegenheid echter in
een ruimer verband te bezien en moet,
steunend op de door de deskundigen ge
stelde desiderata, zelfstandig haar weg be
palen bij het dienen van het complex be
langen, dat hier in het spel is.
De verbinding RotterdamSchiphol.
Naar aanleiding van de meening van
sommige leden, dat de keuze van Schiphol
als het eenge vliegveld voor het interna
tionale verkeer volstrekt verwerpelijk zou
zijn, merkt de minister het volgende op.
Weliswaar kleeft aan de bestaande ver
binding van Rotterdam naar Schiphol thans
nog het groote bezwaar, dat daarvan deel
uitmaken de Hoornbrug, de traverse door
Rijswijk en 's-Gravenhage en den weg van
's-Gravenhage naar de Haagsche Schouw,
doch het ligt in het voornemen aan dit
bezwaar zoo spoedig mogelijk tegemoet te
komen door den aanleg van een snelver-
keerweg van den bestaanden rijksweg Rot
terdamDen Haag nabij Ypenburg, langs
de oostzijde van Voorschoten naar den nieu
wen rijksweg by Oegstgeest. Met uitvoe
ring van deze verbinding is een aanvang
gemaakt. Verder ligt het in het voorne
men binnen korten tijd ook een wegvak
aan te leggen, dat van den genoemden
nieuwen rijksweg onder Voorschoten een
rechtstreeksche verbinding zal geven met
den weg van Sassenheim naar Amsterdam
onder Burgerveen. Wanneer dit wegvak zal
zijn tot stand gebracht, zal de afstand van
het centrum van Rotterdam, Hofplein tot
Schiphol niet meer dan ongeveer 63 K.M.
bedragen. Met een snelheid van gemiddeld
75 K.M. per uur, beteekent zulks dus een
tijd van ongeveer 50 minuten. Zoolang dit
wegvak niet gereed is, is de afstand 5 KM.
grooter.
Verwacht mag dus worden, dat het rijks-
wegenplan in iet zeer langen tend b.v. 4 ja
ren, zoover zal zijn voltooid, dat volledig
over een modernen, snellen weg van Rot
terdam naar Schiphol zal worden beschikt.
De meening, dat het binnenlandsch lucht
verkeer door de inrichting van een cen
traal luchtvaartterrein ernstig schade zr i
lijden, deelt de minister niet.