'AME5 RUBRIEK
1
Sportief gebreid manteltje
Mantels met bcncfgarneerirtg
Ons Patronenhoekje
ONZE ÜOEDKOOPE PATRONEN.
Patronen van in deze rubriek voorko
mende genummerde modellen zijn op aan
vraag te verkrijgen by .Het Practisch Mo
deblad' Postbus 36. Den Haag Postreke
ning 203203 De prys der patronen bedraagt
indien niet anders staat aangegeven, t 0 58
Betaling reeds vooruit, in postzegels, per
giro of per postwissel.
Het korte manteltje, dat in geribd patroon
gebreid is leent zich niet alleen voor berg
sport, doch is zeer practisch om bij de be-
sport gedragen te worden, o.a. voor schaat-
senrijdsters zal het zeer geschikt zyn. Het
is gebreid met behulp van een grondpa
troon in geribd patroon van dikke sportwol.
Een dergelijk patroon, hetzij men één recht
één averecht dan wel afwisselend 2 sl. 2 en
aver, breid, heeft het groote voordeel mooi
aan te sluiten. Ter afwisseling kan een
smalle en breede rib verwerkt worden, de
eerste b.v. aan hals, manchetten en boord.
De rits heeft zich een ideale sluiting ge
toond, die meer en meer waardeering vindt
en daarom ook aan dit model wordt toege
past.
Reeds zeer vroeg in het najaar heeft men
op mantels en costumes bont en bontstof
zien dragen. Dit stelt de mogelijkheid open
om costumes van een vorig jaar te moderni-
seeren, zoodat zij een geheel andere wer
king verkrijgen, hetgeen ook voor over
gangsmantels geldt.
Wollen stoffen, doch niet minder fluweel
leenen zich voor de combinatie met bont-
stof, waarvan nevensgaand plaatje een
kraag en mof aangeeft.
Maakt men zelf een costume, dan zullen
er meestal wel lapjes overblijven om een
mof te maken, zooals het model op de
schets, die gecombineerd kan worden als
mof-tasch.
Wanneer wij spreken over bontgarnee-
ringen, dan ruimen wij tevens een plaats
in voor de vele mocie bontstoffen, die
steeds mooier uitgevoerd worden. Bont
•wordt op buitengewoon kwistige wijze toe
gepast en het is voor vele, wellicht voor
driekwart der vrouwen ondoenlijk de kost
bare soorten te dragen. Men heeft echter
ook vele mooie uitvoeringen in konynen
bont, die zeer sterk zijn, vooral indien de
winterhuid geprepareerd is en een of an
dere imitatie geeft. De geweven bontsoor
ten leenen zich inderdaad zéér goed voor
oe meest verschillende doeleinden, alleen
is het verstandig om keus te maken in de
goede kwaliteiten, omdat men dan de kans
weer heeft, dat de geplette of gekrulde
haartjes hun vorm houden. Goedkoope
persianer zal b.v. glad worden, indien men
er regen op krygt, terwijl dito astrakan
gaat pluizen. Bontstofien kan men zelf be
werken, terwijl bont slechts aan den bont
werker toevertrouwd kan worden om een
of ander kleedingstuk of garneering te ma
ken.
De keuze der verschillende bontsoorten is
wel zeer groot en de mogelijkheid om vellen
te verven wordt steeds meer benut. Wie zal
in een glanzend mooie zwart sealmantel
de herkomst van een vroeger grauwe on-
aanzienlyk konennenvelletje herkennen?
Veulen wordt veel als bontmantel ge
dragen en is ook niet zóó kostbaar, waar
door het meer binnen het bereik valt. Deze
bontsoort leent zich evenwel het meest voor
jongere dames en men ziet zoowel zwart,
els donkerder en ree-bruin als zwart-wit
en bruin gevlekt veulen. Het laatste is
zelfs zeer nieuw, doch valt meer op, waarom
het gewenscht is, dat men zich zoo'n
mantei slechts aanschaft, indien men
hem slechts af en te behoeft te dra
gen.
Sedert kort verwerkt men meer
eekhoorn dan vroeger, vooral ook
voor capes evena* moL terwyl men
de eerstgenoemde bontsoort zoo
goed weet te imiteeren, dat zy veel
gelijkt op Nerz.
Marters werden de laatste jaren
weer minder gedragen, doch thans
ziet men er behalve meer forsche
mantelkragen ook losse cols van
Nutria en bibrette zijn zeer ge
schikte garneeringen en worden niet
alleen aan kraag en revers, doch
ook aan de mouwen aangebracht,
soms zelfs ziet men geheele bont
mouwen, dit buidelzakken ofwel
voorpanden. De mogelijkheden om
bont als garneering toe te passen
zijn inderdaad legio en de fantasie
getuigt van eindelooze variaties.
Men ziet, dat de komende winter
maanden zelfs reeds den herfst
1938 in het teeken van bont en
bontstof zullen staan, waardoor het
modebeeld een geheel ander aspect
verkrygt dan wij dit sedert meer
dere jaren gewoon zijn geweest.
De bovenste mantel links geeft
een vlot model aan met geornamen
teerde kraag van persianer of imi
tatie. Rechts een gekleeder model
van prune Zibeline met pas en
opstaande kraag van zwarte bont
stof. De nieuwe vorm van mouw
treedt meer en meer op den voor
grond en werkt zeer elegant. De
groote kraag die men onderaan op den
mantel ziet kan van vossen, doch ook van
'n mooi imitatie langharig bont zijn. Alhoe
wel de pryzen van vossen zeer gedaald zijn,
blijft de prys toch steeds nog zeer hoog, al
thans voor een mooi gekleurde vos van
goede kwaliteit.
Bovenaan links een zeer bescheiden
tontgarneering langs den kraag in den
vorm van smalle banden, die ook langs
de zakkey komen. De beide laatste mo
dellen zijn zeer gekleed en waai het meest
linksche van reebruine ve'oursche laine is
er. kraag en mouwen en buidel zakken
beeft van bever, geeft het rechter model
bieede, doorgaande randen aan voorpan
den aan van bont of bontstof.
Het beste schoonheidsmiddel is:
een gezonde slaap
Altijd hoort men over schoonheidsmid
delen, dieet en gymnastiek spreken, doch
een der eenvoudigste middelen: de slaap,
wordt vergeten. Wij vatten deze in den
regel op als een noodzakelyke pauze tus-
schen twee drukke dagen, doch de betee-
kenis er van moet zijn: een volkomen tot
rust komen.
Wij lacnen thans om den ouderwetschen
regel, die acht uur slaap voorschreef van
tien uur's avonds tot zes uur 's morgens.
Hoevelen onzer gaan om tien uur naar
bed? En men zegt, dat de slaap voor mid
dernacht de schoonheid bevordert. Van
groot belang is het om de kamer zoo don
ker mogelijk te maken, opdat het licht
's morgens niet te vroeg naar binnen komt,,
waardoor de slaap veel minder intensief
wcrdt. De oogen worden van alle orga
nen. het sterkst beïnvloed, want ontel
baar vele beelden zweven hen voorbij ge
durende den dag.
Reeds vroeg moeten kinderen er dan ook
aan wennen om in een donkere kamer te
gaan slapen.
Ook de ooren moeten rust hebben, daar
om moet het slaapvertrek zoo ver moge
lijk van het rumoer op straat verwijderd
zijn. Onverwachte, schelle, harmonische
zoowel als onwelluidende geluiden werken
gedurende den ganschen langen dag op ons
gehoor in, zoodat de nachtelijke rust zoo
veel mogelijk benut moet worden, om de
verslapte zenuwe nieuwen weerstand te
verschaffen.
Rust en nog eens rust moet rondom,
doch ook i n ons zijn. Alle onaangename
gedachten over wat de dag ons gebracht
heeft, moeten niet nogmaals onder de loupe
genomen worden.
Wanneer de wil aanwezig is, kan men
deze gerust uitschakelen.
Van groot belang is ook de nachtklee-
ding, die niet te warm moet zijn en daar
bij gemakkelijk. Het meest practisch zijn
nachthemden, want nu eens is de band
van een pyama te strak aangetrokken, dan
weer is er iets anders, doch ruim en los als
eerstgenoemde nachtkleeding zijn zij niet.
Voor kinderen, die nogal eens woelen is
een hansop het meest-geschikt.
Verder meet men 's avonds vóór het
naar bed gaan niet of slechts zeer wei
nig eten, hetgeen vooral geldt voor hen,
die de eerste jeugd gepasseerd zijn. Een
organisme, dat te sterk in beslag genomen
wordt door de spijsvertering kan niet
volkomen tot rust komen en zwaar slapen
en droomen zijn hiervan het gevolg, ter
wijl ook het hart overmatig tot werken
wordt aangezet.
De beste houding, bij het slapen is om
in even gebogen houding op de rechter
zij te liggen, waardoor de lever niet tegen
het hart drukt.
Tenslotte is het noodig, om het gelaat te
reinigen voor het naar bed gaan, opdat ook
de huidporiën hun functies normaal kun
nen verrichten.
Mijn en dijn in het huwelijk
Het „mijn" moet plaats maken voor „ons".
By het overgroote deel der menschen zal
er geen sprake zijn van mijn en dijn in het
huwelijk. Zij zullen er zelfs niet aan den
ken hiervan een probleem te maken en
vinden het vanzelfsprekend, dat wat de een
toebehoort, ook van den ander is. Zij me
ten de laatste overblijfselen van eigen be
zit niet na en zijn van den aanvang van
het huwelijk af vast besloten niet alleen
alles met elkander te deelen, doch zich
zelfs aan elkanders gewoonten aan te pas
sen.
Waar nu een deel der menschheid het
groote geluk in het huwelijk juist ziet in
die gemeenschap en nimmer denkt aan
mijn en dijn, hebben anderen hier een an
dere meening over. Zij zien in het zich ge
heel en al overgeven een gevaar voor hun
xryheid en bezit en zijn van meening, dat
deze slechts behouden kan worden, in
dien zij geheel vrij over hun eigendom
men, waaruit deze ook mogen bestaan,
kunnen beschikken. Het werkt echter een
zekeren afstand in de hand, waarvan bij
een innig samenleven geen sprake mag
zyn.
Zij, die zoo denken als de laatste cate
gorie zijn veelal menschen, die gewoon zijn
sedert een reeks van jaren op zich zelf te
leven, zoowel werkende vrouwen als man
nen, die niet meer in hun vroegste jeugd
zijn als zij gaan trouwen. Zij behouden
liefst hetgeen zij hebben, doch zien tevens
gaarne, wanneer van verlies sprake mocht
zijn, dat de partner hierin aandeel heeft.
Zij zien er dikwijls tegen op zich door hu-
welyksbanden te binden, indien althans het
verstand den doorslag geeft en de verbin
tenis niet als een gevolg van groote we-
derzijdsche liefde beschouwd kan wor
den.
Verstandshuwelijken vragen veel meer
stuurmanskunst om alle klippen te omzei
len.
Nemen wij als voorbeeld een vrouw, die
jaren lang op eigen beenen heeft gestaan
en door haar werken niet alleen zichzelf,
doch ook gedeltelijk haar ouders heeft on
derhouden en nog een flink bedrag op een
spaarbank heeft staan. Zij is steeds gewend
geweest om over haar inkomen naar eigen
wenschen te beschikken en was aan nie
mand verantwoording schuldig, indien zij
zich iets aanschafte, waar zy wellicht bui
ten had gekund. Dergelijke zelfstandige,
werkende vrouwen stellen zich de moge
lijkheid voor oogen, dat de echtgenoot een
soort tiran en gierigaard zal zyn, die haar
alles even krap tc^deelt. Het vragen van
geld voor persoonlijke uitgaven en kleeding
za. haar moeilijk vallen, terwijl zij het
denkbeeld niet kan verdragen, dat bij het
trouwen in gemeenschap van goederen de
man zijn rechten op haar spaarpenningen
kan doen gelden.
Het zijn niet alleen geldkwesties waar
over verschil van meening in het huwelijk
kan bestaan, doch zelfs over meubelen of
anderszirr ind'.en men hier niet weet te
„geven en te nemen". Men spreekt dan met
nadruk over „mijn" radiotoestel, mijn dit
er mijn dat, zonder er aan te denken, dat
dit „mijn" moet veranderen in „ons". Het
gaat zelfs nog verder, want bij verschil
van meening wordt meermalen gesproken
over: „mijn" dochter of „jouw" zom, het
geen een goede verstandhouding niet be
vordert.
De oudere vrijgezel ziet eveneens tegen
het huwelijk op en denkt, dat zijn even-
tueele echtgenoote beslag op zijn huis en
op zijn vrijheid zal .eggen en hij wellicht
niet meer dan een gast in eigen woning zal
zijn. Hy is bang,, dat zijn huis, volgens de
smaak van zijn vrcuw ingericht hem niet
in alle opzichten zal voldoen, denkt aan
mogelijke meeningsverschillen met schoon
ouders en haalt zich allerlei muizenissen in
het hoofd. Hij maakt zichzelf tevens wijs,
dat zijn vrouw geen belang zal stellen in
zyn liefhebberyen en verzamelingen, ze
wellicht belachelijk zal vinden, en stelt
het zich als een schrikbeeld vóór om de
toekomst met een vrouw te moeten dee
len.
Het gaat hier vooral om huwelyken tus-
schen menschen, die de eerste jeugd reeds
achter den rug hebben en zich aan aller
lei gemakken en een groote mate van vrij
heid gewend hebben cn daardoor min of
meer egoist geworden zijn. Jonge men
schen staan anders tegenover het leven en
gaan vol idealen -"e toekomst tegemoet,
wikken en wegen nie- en sparen veelal
samen 1hun huisje in te richten.
Het mijn en dyn kan dan ook veel
moeilijkheden geven in het huwelijk, te
meer indien twee zeer uiteenloopende ka
rakters elkander niet weten te verstaan of
beiden de k1™ niet verstaan om toe te
geven. Het gaat dan hard tegen hard en in
zulke gevallen is eer breuk onvermijdelijk.
KNUTSELWERKJE
De heer des huizes of de ^oons zijn dik
wijls gaarne in hun vrije uren bezig met
een of ander knutselwerkje. Wie een beetje
handig is kan inderdaad allerlei aardige en
tevens practische gebruiksartikelen ma
ken, waarvan de kosten slechts zeer gering
behoeven te zijn. Indien men ergens op
zolder nog een kist heeft staan, wellicht
kan men deze anders voor een schijntje
koopen, kan een aardig bank tevens
berging voor boeken of kleeren voor
meisjes of speelkamer gemaakt worden.
Men begint binnen- en buitenkant met
cretonne te bekleeden, eventueel kan men
de eerste ook verven, daarna wordt de
deksel met een paar scharnieren vastge
hecht. Bovenop en eventueel tegen den
muur worden cretonne kussen gelegd en
men heeft een aardig en apart meubelstuk,
waarvan het maken met veel tijd en weinig
geld kost.
SUCCESPATROON 2632.
Prijs 0.30 plus 0.05 voor porto en
omzet belasting. Beneden geeft de schets
het uitgeslagen patroon aan, dat er boven
is afgebeeld. Aan de lange, doorloopende
panden is de pas geknipt, terwijl een kraag
van zyden piqué in puntvormige halsuit
snijding is gekozen.
Benoodigde stof 4 M. van 0.90 c.m.
Patronen in de maten 44, 46, 48, 50.
2632
GEKLEEDE MIDDAGJAPON
Succespatroon 3440.
Prijs 30 cent pl. 5 ct. voor
porto en omzetbelasting.
Deze gekleede japon zal vooral mooi zijn
van zwart velours chiffon of naar keuze
een warme kleur rood of groen. De opge
knipte rok heeft een afkleedende taille en
heuplijn, terwijl de ruimte verdeeld wordt
over eenige uitnaadjes, eventueel kan men
deze inhalen en gelijkmatig verdeelen. In
den V-vormigen hals komt een niet te bree
de zijden plissé, terwyl een corsage aardig
werkt bij bijzondere gelegenheden. Drie
kwart lange mouwen. Ben. stof pl.m. 5 M.
van 0.90 cM.
Patronen in de maten 44, 46, 48, 50.
BON
VOOR GOEDKOOPE PATRONEN.
Op te zenden aan „Het Practisch Mode
blad". Postbus 36, Den Haag, giro 203203.
NAAM
STRAAT
Patroon NoMaat
Hierbij ingesloten f aan postzegels.
Indien u tevens het laatste nummer van
Het Practisch Modeblad" wenscht te ont-
vangen ge le"e u 10 cent extra in te slui
ten.
(Postzegels liefst van IV., 3, 5, 10 of
>2y$ cent. «ïocL niet van 6 cent).