CHANTAGE NA DEN MOORD OP VON RATH. FEUILLETON «THE TALLEYRAND MAXIM) door J. S. FLETCHER. 45) „Maar niet voor zoo'n werkje," zei zijn vrouw. „Geld kan je ook te duur koopen, man. Als je mij maar gezegd had, wat Pratt in het schild voerde, zou ik hem wel eens wat anders verteld hebben. Als ik maar geweten had. Precies op dat oogenblik ging de winkel bel en Pratt stapte naar binnen. Het eer ste, wat hij zag, was Murgatroyd en zijn vrouw in de deur van de achterkamer en hü begreep dadelijk, dat zijn geheim niet langer een geheim was. „Zoo", zei hij tegen den horlogemaker. „Puydale is hier geweest en Eldrick. En wist je goed wat je zeggen moest?" „Ik wou, dat je hier nooit gekomen was," riep jufrouw Murgatroyd woedend uit. „Waarom kom je hier,* om ons arme men- schen nog dieper in de misère te duwen? Tot nu toe zijn we ondanks onze armoede eerlijk gebleven. Jij brengt mijn armen man in de gevangenis. Als hij mij maar al les gezegd had." „Je moest je man nu ook eens iets laten zeggen", zei Pratt brutaal. „Jij veroor zaakt al den last en het lawaai, nu ten minste. Je behoeft zoo'n drukte niet te ma ken. Waar tob je over Murgatroyd?" „Ze gaan naar de lui van de maat schappij," mompelde de horlogemaker. „Dan komt alles uit. Zij weten, dat ik nooit een biljet verkocht heb aan iemand, die Parrons heette. Dat had je moeten beden ken." Pratt begreep, dat de man gelijk had. Hij had nooit verwacht, dat het zoo'n vaart zou loopen, dat de navraag verder zou gaan dan Murgatroyd. En zijn vlugge brein begon dadelijk te werken. „Hoe gaat het, als je iemand passage ver koop?" vroeg hij snel. „Laat eens zien." Murgatroyd nam een boek en wat pa pieren uit een lade. „Ziet u ik vul een for mulier uit dit boek in en dat is het voor- loopig biljet en meteen quitantie. Het blau we doorslagje houd ik zelf. Dan gaat een ander formulier met hetzelfde er op naar de maatschappij en het geld, waar ik mijn commissie afhoud. Als zoo'n boek vol is gaat dat ook naar Liverpool en zij con troleeren het. Dat wist Puydale allemaal. Ik zei, dat ik het blauwtje al weggestuurd had. En nu zullen ze ontdekken, dat het niet waar was." „Leugens", zei juffrouw Murgatroyd nij dig. „En ze komen niet eens van ons." „Wie was die andere vent", vroeg Pratt. „Een detectieve uit Londen, denk ik", antwoordde Murgatroyd. „En hij keek me zoo aan ik denk, dat het een slimme is." „Welken indruk kreeg je", vToeg Pratt weer. „Dat ze de zaak grondig na zullen gaan," zuchtte Murgatroyd. „Dat geloof is vast. V/at moet ik nu doen? Ik zal dat beetje wat ik aan de agentuur verdiende ook nog verliezen." „Absoluut niet", zei Pratt minachtend. „Schrijf onmiddellijk naar Liverpool, dat een persoon die Parrons heette, passage genomen heeft op 24 November j.l. en dat je per abuis vergeten bent hen het for mulier en blauwtje door te zenden. Vul een formulier in en verkreukel het alsof het ergens gelegen had. En sluit het geld er bij in. Hier is honderd gulden." Hij haalde zijn portefeuille te voorschijn. „Je hebt overvloed van tijd als je naar het hoofdpostkantoor gaat en dan ben je klaar. Dan is het alleen maar slordigheid en we vergeten allemaal wel eens wat in zaken. Daar zullen ze niet op letten, als ze het geld maar krijgen". „Nou vergeet u nog wat", zei Murgatroyd. „U vergeet, datd it passagier nooit uit gevaren is. Dat zien ze in de passagierslijs ten." „Wat duivel, dat hindert niet", zei Pratt ongeduldig. „Wij moeten alleen maar be wijzen, dat jij een passage verkocht hebt. Jij dacht natuurlijk, dat hij van hier recht uit naar het station ging, maar hij kan even goed in een riool gevallen zijn één straat verder. Zie je dat niet? Geen enke le detective in heel Londen en Barford sa men kan bewijzen, dat je geen biljet ver kocht hebt aan Parawhite op dien datum. Dat kunnen ze niet. Doe het maar. En als er nog meer van die lui komen, zeg ze, dat je geen informatiebureau bent. Doe wat ik je zeg en je bent er uit. Pratt liep den winkel uit en de stad in, inwendig ziedend en opgewonden. Het scheen, dat die lui er alles op gezet had den om Parrawhite te vinden levend of dood. Blijkbaar hadden ze al de Barford- sche politie in den arm genomen. En on danks zijn verzekeringen aan den horloge maker was Pratt verre van gerust over den uitslag van den volgenden zet. En als hij nu maar zeker wist of dat een Lon- densche detective was en wat hij allemaal al wist. Misschien al heel veel. De duivel zat er achter, meende Pratt. Wist Eldrick ook soms iets? Zat hij al in een weg van detectives en politie? Zou dat ellendige ge valletje van dien Parrawhite hem al schipbreuk doen lijden aan het begin van een schitterende corrière? Hij vervloekte Parawhite, terwijl hij de Peelstraat door snelde. De voorvallen van dien dag hadden Pratt's vrees gewekt. Hij durfde niet naar zijn kamer gaan en sliep in een klein ho telletje. Vroeg stond hy op en had om 8 uur al ontbeten, om half negen was hij op zijn kantoor. In zijn brievenbus vond hij een brief, die er niet per post gekomen was. Het was een zware brief, ou het adres stond alleen: Mijnheer Pratt. Een voorgevoel van naderend onheil greep Pratt aan en haastig scheurde hij den brief open. Er kwam een 'velletje gemeen postpapier uit en een bun deltje bankbiljetten. Zijn woedende blikken verslonden de paar regels in een onvaste, ongeschoolde hand geschreven. „Mijnheer Pratt. Mijn man en ik, wij heb ben uw geld niet noodig. Tot nog toe zijn we eerlijk geweest en willen dit blijven. Daarom gaan we alles aan de politie vertel len. Uw eigen slechtigheid is de oorzaak van alles, u moest geen arme menschen pro- beeren te verleiden met geld. Groetend, Juffrouw Murgatroyd. HOOFDSTUK XXV. Dry Sherry. Pratt verknoeide geen tijd met op juf frouw Murgatroyd te vloeken. Daar zou hij later een overvloed van gelegenheid voor hebben. Od het moment had hij met andere zaken zijn handen vol, meer dan vol zelfs. Hij scheurde den brief in flarden, stak het geld in den eene zak en haalde zijn sleu tels uit een andere. Binnen vijf minuten had hij een verzegeld pakje uit zijn brand kast gehaald en was het kantoor uit, om nooit meer terug te komen, dat begreep hij overduidelijk. Dat stuk was uitgespeeld, nu moest hij kwiek zijn en een ander begin nen. Sinds het bezoek van Eldrick den dag te voren was Pratt op een catastrophe voor bereid geweest. Hij had alles klaar gemaakt voor de vlucht. Maar hij wilde niet met leege handen gaan. Hij had een groote som gelds van mevrouw Malathorpe in zijn be zit en als zij een of twee stukken teekende, kon hij zonder tijdverlies veel meer opne men in Londen. Deze stukken waren geslo ten in het verzegelde pakje. Daar was bo vendien het testament in, den brief dien mevrouw Malalthorpe hem geschreven had den avond voor het ongeluk, dat haar zoons dood veroorzaakte en de volmacht, die zij Pratt daarna gegeven had. Het eenige wat hem te doen stond was naar Normandale Grange te gaan, me vrouw Mallathorpe te sprekenen te verdwijnen. Toen hij de eerste teekenen van den naderenden storm had opgemerkt, had hij dit zorgvuldig uitgedacht, alle an dere plannen moesten op niets uitloopen. Een half uur in Normandale Grange, de reis naar Londen, een paar uur in de city, dan den eersten den besten trein naar het vasteland en daarna verder. Hier, in En geland, was het scheef geloopen, daar kon hij met het meegenomen geld een nieuwe loopbaan beginnen. Wordt varvalttJ De Delftsche Studenten Roeivereeniging „Laga" hield haar jaarlijksche onder linge wedstrijden, waarvan hierboven een snapshot De jeugdige zwemster let van Feggelen heeft Donderdagavond te Amsterdam het op naam van Nida Senff staande wereldrecord 150 yards rugslag verbe terd met 2,1 seconde. De nieuwe kampioene tijdens de huldiging na haar mooie prestatie De viering van het St. Maartenfeest te Venlo had Donderdagavond plaats. De burgemeester, mr. B. Berger, ontsteekt de fakkel voor het vreugdevuur De oude, buiten gebruik gestelde spoorlijn van Leiden naar Oudewe tering wordt omgebouwd tot een nieuwen provincialen verkeersweg. In dezen weg wordt over de Dwarswetering een nieuwe brug gebouwd Dr. ir. M. H. Damme, directeur-generaal der P.T.T., vertrok Donder dag per K.L.M.-vliegtuig met zijn echgenoote van Schiphol naar Indië. Het afscheid. De familieleden van den vermoorden Duitschen ambassade-sec retaris von Rath, bij het verlaten van de kliniek, waarin de diplo maat overleed aan de bekomen verwondingen Na den moord op den Duitschen ambassade-secretaris von Rath te Parijs. De lijkkist met het stoffelijk overschot wordt uit de kliniek naar de ambassade overgebracht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9