Rede van den Minister-President
treinen
Nieuwe diesel-electrische
VRIJDAG 11 NOVEMBER 1938
DE LEIDSCHE COURAN1
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Tweede Kamer
Dr. Colijn weerlegt de uitgeoefende
critiek
De positie der Joden
in Italië
Hun rechts bevoegdheid
aanzienlijk beperkt
WIE IS JOOD?
Besluiten van fascistenraad door kabinet
bekrachtigd.
De ministerraad heett kracht van wet
verleend aan de bepalingen van den grooten
fascistischen raad betreffende het Joodsche
ras. Als Joden worden beschouwd Italianen,
die geboren zijn uit een Joodschen vader
en Joodsche moeder, ook wanneer zij niet
den Joodschen godsdienst belijden. Als jood
wordt ook beschouwd het kind van een
Jodin en een onbekenden vader en van
ouders, van wie een van Joodsch ras is, den
Joodschen godsdienst belijdt of ingeschre
ven is in een Joodsche gemeente.
Voorts is aan de gevallen, die door den
grooten raad vastgesteld zijn, toegevoegd
het geval, waarin een van de ouders
Joodsch en de tweede van buitenlandsche
nationaliteit is. Kinderen uit dergelijke
huwelijken worden als Joodsch beschouwd.
Niet als Joodsch wordt beschouwd een
kind van ouders, die de Italiaansche natio
naliteit bezitten, wanneer een der ouders
van Joodsch ras is, als het kind op 1 Octo
ber 1938 tot een anderen dan den Joodschen
godsdienst behoorde.
Wanneer men tot het Joodsche ras be
hoort moet dit aangeteekend worden in de
registers van den burgerlijken stand en in
het bevolkingsregister.
Gemengde huwelijken verboden.
De ministerraad heeft besloten, huwe
lijken te verbieden tusschen Italiaansche
onderdanen van arisch ras met personen
van een ander ras. Huwelijken met perso
ren van buitenlandsche nationaliteit moeten
door het ministerie van binnenlandsche
2aken worden goedgekeurd. Het niet vol
doen aan deze laatste bepaling is strafbaar
met straffen tot 3 maanden gevangenis en
boeten tot 10.00 lire.
Er zal geen vergunning worden verleend
aan personen, die in dienst zijn bij burger
lijk of militair bestuur van den staat, om
te huwen met personen van buitenland
sche nationaliteit. Ook Italianen buiten het
land zijn onderworpen aan deze bepalingen.
Wat Joden niet mogen.
Op grond van de besluiten van den groo
ten fascistischen raad heeft de ministerraad
een wetsontwerp aangenomen, waarin
wordt bepaald, in hoeverre Joden niet
rechts- en handelingsbevoegd zijn.
Joden kunnen geen militairen dienst
doen: zij kunnen geen voogd of curator
over niet-Joodsche kinderen zijn. Zij kun
nen geen eigenaar zijn van ondernemingen,
die voor de defensie werken, of meer dan
honderd menschen in dienst hebben. Zij
kunnen van dergelijke ondernemingen ook
geen directeur, administrateur of commis
saris zijn. Zij mogen geen grond met een
waarde van meer dan 5.000 lire of onroe
rende goederen in steden moet een waarde
van meer dan 20.000 lire bezitten. Een com
missie zal de waarde der onroerende goe
deren, waarvan geen belasting geheven
wordt, vaststellen.
Joden mogen voortaan geen huishoude
lijk personeel van Italiaansch arisch ras in
dienst hebben. Overtreding wordt gestraft
met boeten van 1.000 tot 5.000 lire.
Joodsche ouders kunnen uit de ouderlijke
macht ontzet worden, indien blijkt, dat zij
kinderen, die een anderen godsdienst belij
den en dus als van niet-Joodsch ras be
schouwd worden, een opvoeding geven, die
niet in overeenstemming is met de begin
selen van den godsdienst dier kinderen of
met de nationale gevoelens.
Buitenlandsche Joden hebben niet meer
het recht, zich blijvend te vestigen in het
Italiaansche koninkrijk, in Libye of in de
Italiaansche bezittingen aan de Egeische
Zeè.
Degenen, die daar na den eersten Januari
1919 zijn komen wonen, moeten deze gebie
den binnen drie maanden verlaten.
Dezelfde maatregel zal van toepassing
zijn op buitenlandsche Joden, aan wie na
dien datum de Italiaansche nationaliteit is
verleend.
De Romeinsche correspondent van de
„Msb." seint:
De wetsontwerpen op het Jodendom in
Italië, dié den ministerraad vandaag heeft
goedgekeurd, brengen weinig nieuws en
vallen ongeveer samen met de al in Octo
ber aangekondigde maatregelen.
Op het gebied van het huwelijk volgen
de wetsontwerpen getrouw de richtlijnen
van den grooten raad, wat zeggen wil, dat
men met de protesten, die de „Osservatore
Romano" de vorige maand liet hooren, geen
rekening heeft gehouden.
Verboden blijft het huwelijk tusschen
Arische Italianen en iemand van een ander
ras.
Artikel 6 van het wetsontwerp gaat zelfs
pader op dit teere punt in en bepaalt, dat
de geestelijke, voor wien een huwelijk tus
schen een Ariër en een niet-Ariër gesloten
zou worden, dat huwelijk niet bij den bur
gerlijken stand ter registratie mag indie
nen.
Ter verduidelijking merken we op, dat
de geestelijken hier volgens artikel 5 van
de wet van 27 Mei 1929 practisch als amb
tenaar van den burgerlijken stand fungee-
ren. Voldoende is, dat zij de door hen in
gezegende huwelijken naar den burger
lijken stand doorgeven die ze dan automa
tisch registreert en wettigt.
De bepaling van vandaag legt nu op dit
punt den geestelijken een gewichtige
restrictie op, die noch in de wet van 1929,
noch in het concordaat met den H. Stoel
voorzien was.
Men verwacht, dat de H. Stoel tegen deze
beperking zal protesteeren als zijnde een
verminking het het concordaat.
Bescherming
van de
Joden
Een groot aantal ontwerpen werd Don
derdagmiddag in de Tweede Kamer zon
der debat en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Bij het voorstel betreffende den radio-
omroep in het belang van den vrede, zegt
de heer DE MARCHANT ET D'ANSEM-
BOURG (Nat. Soc.), dat deze materie wel
getuigt van grenzenloos optimisme. Alge
meen is men over en weer bezig, elkaar
door de radio te bestoken. Voortdurend
worden onjuiste berichten uitgezonden.
Waarom een verdrag, dat niemand van
plan is na te komen? Waarom zal Neder
land zulk een bedrag onderteekenen?
De regeering bevordert het begrip, dat
alleen de waarheid resultaat heeft. Slaagt
ze daarin, dan is het verdrag voor haar
overbodig.
De heer ALBARDA (S.D.) constateert,
dat de vorige spreker, zij het voorzichtig,
antisemietische gevoelens propagandeert.
Het overgroote deel van ons volk moet
daarvan niets hebben. Spr. kent een land,
waar veel wordt weggelaten en veel ver
draaid, waar in dagen van spanning het
volk wordt voorgelicht op een wijze, die
met waarheid niets te maken heeft. Keurt
de vorige spreker dit niet af, dan is het
niet aan hem, om de les te lezen.
Het wetsontwerp wordt zonder hoofde
lijke stemming aangenomen. (Tegen de
N. S. B.)
Rijksbegrooting 1939.
De algemeene beschouwingen over de
Rijksbegrooting voor 1939 worden voort
gezet.
De heer BIEREMA (Lib.) behandelt den
bestaansgrond van het kabinet, waardoor
de samenwerking op breede basis moest
vervallen.
Het verheugt spr., dat de minister van
financiën streeft naar een budget dat den
waren toestand weergeeft. Wat betreft het
adres der „negen-mannen", daarin zit een
kern van waarheid, doch het is overdre
ven. Hun beschouwingen hadden aan
waarde gewonnen, als ze concrete aanwij
zingen hadden gegeven.
Spr. betreurt, dat niet een deel der gel
den wordt besteed voor ouderdomsverzor
ging. Dit behoort nog voor te gaan bij de
zorg voor de groote gezinnen. Ten aanzien
van de leerlingenschaal is wel een modus
te vinden.
De heer DREES (S.D.) dringt aan op
verbetering der verhouding van Rijk en
gemeenten.
De heer ir. VOS (S.D.) acht het rap-
port-Westhoff reëeler dan het boek „Het
Werkende Land". Ten deele stemt het
overeen met spr.'s denkbeelden.
De heer VAN HOUTEN (Chr. Dem.)
constateert, dat de politiek dezer regeering
niet anders is dan die der vorige.
Spr. oefent ten slotte critiek op de hou
ding van dr. Colijn vóór de laatste ver
kiezingen, o.m. wat betreft de ouderdoms
voorziening.
MINISTER COLIJN AAN HET WOORD.
De voorzitter van den raad van minis
ters, de minister van Algemeene Zaken,
de heer COLIJN, zal niet ingaan op wat
door een der afgevaardigden is gezegd
over het lot van Tsjecho-Slowakije en
over de politiek eener buitenlandsche mo
gendheid. De regeering behoort ten deze
niet in critiek te treden. Dergelijke ge-
dachtenwisselingen zijn niet bevorderlijk
voor de goede verhoudingen, en men zou
nog eens wat beleven als de regeering er
zich mede zou bemoeien.
Over de gevolgen der devaluatie hand
haaft spr. zijn bekende meening.
Bij bouwwerken handelt Defensie zooals
Financiën en Waterstaat, ten aanzien van
collectieve arbeidscontracten. Het kabinet
heeft geen reden, te doen breken met een
oude gewoonte.
Spr. heeft geenerlei toezegging gedaan
ten opzichte van de zorg van ouden van
dagen.
Altijd heeft spr. de uitgaven voor de
fensie op den voorgrond gesteld. Is deze
voldaan, dan is de ouderdomszorg een der
eerste punten, die op den voorgrond moe
ten komen. Zoo heeft spr. ook tijdens de
verkiezingen gesproken, en niet anders.
Nooit heeft spr. van de N. S. B. gespro
ken als van „onvaderlandslievende schob-
bers".
De heer DE MARCHANT ET D'AN-
SEMBOURGH (N.S.B.): minister Oud.
De heer JOEKES (V.D.) ontkent dit.
MINISTER COLIJN vindt het jammer,
dat nu de heer Oud juist bedankt heeft als
Kamerlid.
Men is in gebreke gebleven, aan te
toonen, dat er meer arbeidscontrac
tanten zy'n dan noodig is. Kan men
dit, dan is de regeering volkomen be
reid te overwegen, dat tegen te gaan.
Hetzelfde geldt in het algemeen voor
de volontairs. Aan een algemeene
loonsverhooging der rijksambtenaren
kan niet worden gedacht.
Verboden vereenigicgen.
Het lidmaatschap eener vereeniging is
niet de eenige maatstaf voor geschiktheid
als ambtenaar. Algemeene vertrouwbaar
heid staat op den voorgrond. De regeering
heeft de plicht, te zorgen dat ze te allen
tijde op de ambtenaren kan rekenen.
Ook de overheid heeft een geweten.
Moet dit wijken voor dat van den enke
ling?
Heeft de regeering zich niet vergist in
de aanwijzing van een paar vereenigin-
gen b.v. van „Kerk en Vrede". Het lid
maatschap is volgens vooraanstaande fi
guren, ook uit die vereeeniging, met over
heidsdienst niet vereenigbaar. De vereeni
ging is verbonden aan de internationale
antimilitaire aansluiting, onder anarchisti-
schen invloed staande. Ook wordt er ac
tie gevoerd voor persoonlijke dienstweige
ring. Gelijksoortige overwegingen gelden
voor andere vereenigingen. De regeering
is bereid, afvoer van de lijst te overwegen,
als de reden om op die lijst te staan is
vervallen.
Wat betreft den Nationalen Jeugdstorm,
daar speelt de heer Van Geelkerken een
rol, en spr. laat zich ook niet wijsmaken,
dat deze niets met de N.S.B. te maken
heeft.
Onze joodsche medeburgers hebben
dezelfde rechten als alle andere staats
burgers. Dit en elk legaal Neder-
landsch kabinet zal zorgen, dat die
rechten worden gehandhaafd.
Het aantal vervolgingen is betrekke
lijk gering, door de bestaande wette
lijke bepalingen. De vraag of wetswij
ziging nietgewenscht is om strenger
op te kunnen treden, is bij den minis
ter van Justitie in overweging.
De Troonrede.
Wat de Troonrede betreft, zou het ver
schil hebben gemaakt als eenige onderweg
zijnde wetsontwerpen daarin waren ge
noemd?
De Echtscheidingswet heeft het dep. van
Justitie verlaten. Aan wijziging der Be
grafeniswet wordt de laatste hand gelegd.
Wat de Zondagsrust betreft, is de regee
ring van oordeel, dat waarschijnlijk niet
aan een nieuwe wet te ontkomen is, doch
dat ze nog eens wil aanzien, wat hier en
daar in den lande met de oude wet te be
reiken is.
In het buitenlandsch beleid moet wor
den gestreefd naar goede verhoudingen
met anderen.
Voor kleine naties blijft collectieve vei
ligheid een begeerenswaardig doel. Praten
er over is echter niet voldoende. De Vol
kenbond heeft het gewenschte niet ge
bracht. De collectieve veiligheid heeft ons
in den steek gelaten,, niet wij haar.
Aan de defensiemaatregelen kan niet
worden getornd. Ze moeten zelfs ver
sneld worden uitgevoerd.
Onze financiën.
Er wordt wel eens te licht over den bud-
getairen toestand gedacht. Hadden we de
adviezen der soc. democraten gevolgd, de
tekorten waren nog grooter. En in het
buitenland staan vele soc. dem. leiders
dichter bij spreker dan bij den heer Albar-
da. Spr. verwijst naar den Belgischen mi
nister Spaak.
Men kan niet ongelimiteerd voor de te
korten leenen.
De heer Albarda heeft gezegd, dat de
heer Colijn den weg der protectie opge
drongen is. Spr. heeft er niets tegen. De
macht der feiten heeft er spr. toe gebracht.
Spr. is nog altijd overtuigd voor vrijhan
del. Als echter de trap in brand staat, laat
spr. zich langs de gootpijp zakken (alge
meen gelach).
In zake samenwerking met Oost-Indië
kan er wellicht iets verder worden ge
gaan. De omstandigheden zijn voor ons
niet gunstig.
We kunnen dus thans niet buiten be
schermende rechten, al zal er selectief te
werk moeten worden gegaan.
Het plan-Westhof.
Spr. hoopt, dat de werkloosheid door de
te nemen maatregelen zal afnemen. Het
plan-Westhof is niet als een doktersre
cept. Het is een basis voor de regeering
voor haar eigen voorstellen. De ontginning
roept nieuwe producten in het leven. Er
is redelijke kans voor blijvende werkgele
genheid.
In het plan-Westhoff zit -ïeer dan in de
zgn. aanzwengeling alleen. In de koop
kracht-theorie heeft spr. nog niet veel ver
trouwen. In hoofdzaak onderscheidt het
plan-Westhoff zich van het Plan van den
Arbeid enz., dat he+ blijvende werkver-
mec ring brengt, die over 't geheel ge-
fin aneierd kan worden.
Met de belangen van defensie en na
tuurschoon zal rekening kunnen worden
gehouden.
Of daarnaast het Werkfor.-3- moet blij
ven bestaan, wordt onderzocht. Voor het
einde van het jaar zal wel geen beslis
sing kunnen worden genomen.
De vraag of het budgetrecht kan worden
ingeschakeld is niet met zekerheid te zeg
gen.
Wel is spr. bereid, te bevorderen, dat
het regeeringsplan op grond van het plan-
Westhoff en het plan wor de werklooze
jeugd aan de Kamer zullen worden me-
deged' alvorens in werking te treden.
Wat kan, zal worden gedaan.
De leerlingenschaal is in het Kabi
net -lang en breed besproken, er is
geen geld, haar te wijzigen zooals men
dat begeert.
Wat de groote gezinnen en de ouden
van dagen aangaat, komt alles hierop
neer: hoe kan ik alles uit de staatskas
halen, waar middenstands, kleine zelf
standigen, onderwijzers en andere in-
tellectueelen om steun aankloppen?
Langzamerhand krijgen we zoo geen
man meer, die niet op krukken loopt.
Is dat de manier om een sterk volk
te houden?
Wat kan, zal worden gedaan, doch
we zullen het land niet aan den af
grond brengen.
Spr. is niet van plan, de absolute grens
te overschrijden. De minister van Finan
ciën thans en die van Onderwijs, K. en
Vijf-wagen stellen
Ir W. Hupkes, een der nieuwe directeu
ren van de Nederlandsche Spoorwegen,
heeft in verband met de nieuwe bestelling
der spoorwegen bij de firma Beijnes en
Werkspoor in een persconferentie mede-
deelingen gedaan over het nieuwe mate
rieel, dat zal worden aangeschaft.
De diesel-electrische treinen hebben vol
komen beantwoord aan de eischen, welke
wij stelden, aldus ir. Hupkes. Hoewel aan
vankelijk met een gemiddelde snelheid
werd gei eden van 100 K.M. bleek dat bij
opvoering van deze snelheid tot 125 K.M.
per uur deze treinen nog steeds volkomen
beantwoordden aan de eischen, waarbij is
komen vast te staan, dat o.a. de motoren
een langeren levensduur beziiten, dan wij
hadden aangenomen.
Aan de hand van de opgedane erva
ringen zullen de nieuwe diesel-electri
sche treinen evenwel bestaan uit vijf
wagen-stellen met een totaallengte
van 190 meter. De driewagen-stellen
waren ongeveer 62 meter lang.
In hoofdzaak zijn de vijf-wagen-stellen
op dezelfde wijze uitgevoerd als de drie
wagen-stellen, zooals stroomlijn, automa
tische koppeling, geheel en al gelaschte rij-
tuigbakken enz. De nieuwe diesel-electri
sche treinen zullen" evenwel 276 zitplaatsen
en 100 staanplaatsen bevatten, hetgeen ver
geleken bij de oudere treinstellen (192
plaatsen) een aanmerkelijke verbetering
beteekent. Bovendien is nu een wagen ge
heel in beslag genomen voor de motoren,
keuken en bagage-tuimte.
Van voren naar achteren bestaat de tïein
uit één wagen met 50 zit- en 30 staanplaat
sen 2e klasse, dan volgt de motorwagen
met keuken en bagage, en vervolgens drie
wagens derde klasse, met 224 zit- en 70
staanplaatsen.
In den wagen 2e klasse, zullen zich twee
coupé's le klasse bevinden, waardoor tege
moet gekomen wordt aan gebruikers van
de eerste klasse. Deze coupé's zullen iets
fijner worden ingericht, o.a. een leeslampje
en vloerkleed. Het is zuiver bedoeld als
een attentie voor onze le klas reizigers. De
Maibach-motoren, die een snelheid kunnen
ontwikkelen van 160 K.M. per uur, bieden
voldoende garantie voor een gemiddelde
snelheid van 125 K.M. op deze wijze wordt
niet het uiterste gevergd van de motoren,
hetgeen ten goede zal komen aan den le
vensduur.
Daar deze treinstellen voornamelijk
dienst zullen doen op de groote lijnen, zoo
als UtrechtGroningen en Maastricht, is
bijzonder veel aandacht besteed aan het
reizigerscomfort. De proefneming in de
nieuwe electrische treinen, waar men een
kop koffie en een broodje geserveerd kan
krijgen, is zoo in de smaak gevallen bij het
publiek dat wij gemeend hebben hieraan
in de diesel-treinen een belangrijke uit
breiding te moeten geven.
In verband hiermede treft men dan
ook in iederen trein, speciaal in den
motorwagen een flinke keuken aan,
waar allerlei gerechten kunnen worden
klaargemaakt en men evenals bij de
Engelsche spoorwegen reeds het geval
is, tijdens de reis op zijn plaats een
warme maaltijd geserveerd kan krijgen.
W. bij zijn begrooting zullen hierop nader
terugkomen.
Ten aanzien van de positie van het kabi
net verklaart spr., dat het geenszins dua
listisch is, zooals de heer Albarda zeide,
ook wat de heeren Kersten en Van Hou
ten zeiden, alsook de heer de Marchant et
d'Ansembourgh, is niet juist.
Homogeniteit in engeren zin ware er
ook niet in een soc.-democratisch kabinet.
De homogeniteit in dit kabinet is zeer be
vredigend.
Vrijheid van godsdienst.
Wie propaganda maken wil tegen de
vrijheid van godsdienst, hier te lande, die
ga daarmede openlijk het land in. Spr. de
batteert hierover in de Kamer niet meer.
Spr. denkt er niet aan, mede te werken
om aan die vrijheid een einde te maken.
De heeren Albarda en de Marchant et
d'Ansembourgh zijn het eens met hun af
keuring over het beleid van dit kabinet.
Doch de een zoekt de Noord- en den ander
de Zuidpool.
De godsdienst heeft op het staatkun
dig leven een beheerschenden invloed.
We zouden wellicht vertwijfelen als
het licht van het Evangelie ook niet
over deze donkere dagen scheen. De
redding is slechts te vinden bij de ge
nade Gods. (Teekenen van instem
ming).
De MINISTER VAN FïNANCIëN, d®
heer DE WILDE, komt heden aan het
woord.
De vergadermg wordt om 5 uur ver
daagd to heden één uur.
alle
Daarvoor zullen zich in de bagageruim
te speciale aanzettafeltjes bevinden die
op 'n gemakkelijke wijze tusschen de
zitplaatsen kunnen worden aangebracht.
Alles wordt dan ook gedaan om de ac-
comodatie te verbeteren.
In de derde-klaswagens hebben wij geen
afzonde*lijke coupé's met een zijgang, zoo
als in de 2e klas wagens durven aanbren
gen. Een onoverkomelijk bezwaar is daar
bij n.l. dat in een dergelijke coupé slechts
vier hoekplaatsen kunnen worden aange
bracht, zoodat zich tusschen twee hoek
plaatsen nog twee zitplaatsen bevinden,
hetgeen in de praktijk niet de aangenaam
ste plaatsen blijken te zijn.
De verwarming geschiedt met verwarm
de lucht. Overwogen werd automatisch
sluitende deuren aan te brengen, zooals
dat het geval is bij de ondergtondsche
spoorwegen. Wij zijn evenwel nog niet
hiertoe overgegaan, omdat wij het Neder
landsche publiek er nog niet rjjp genoeg
voor achten, waardoor men groote moeilijk
heden kan verwachten. Wel zijn de deuren
in deze treinen zoo aangebracht, dat zij
slechts met geringe kosten automatisch
kunnen worden gemaakt.
De nieuwe treinen moeten vóór 15 Mei
1940 gereed zijn. In totaal zijn achttien vijf
wagen-stellen besteld. Bovendien hebben
wij twee reserve-motorwagens besteld,
waarin zich evenwel geen Maibach moto
ren, doch Stork-Ganz-motoren bevinden.
Op deze wijze kunnen wy ook eens een
ander fabrikaat aan de praktijk toetsen.
Zeer geschikt voor vervoer naar
het buitenland.
Als zijn persoonlijke meening gaf ir.
Hupkes te kennen, dat deze nieuwe treinen
bijzonder geschikt zullen zijn voor het bui
tenlandsche vervoer. Hierdoor zal de reis
aanmerkelijk worden bekort.
Met deze treinen zal de reis Amsteradm
Berlijn 6 uur 26 minuten vergen. Thans
met den stoomtrein duurt de reis 8 uuf
45 minuten, dus een besparing liefst van
2 uur 26 minuten.
De reis AmsterdamBazel zal kunnen
worden bekort met 2 uur 26 minuten en
worden teruggebracht op 7 uur 44 minuten
(10 uur 10 minuten). De reis Amsterdam
Parijs zal kunnen worden teruggebracht op
5 uur 26 minuten (6 uur 15 min). Deze
tijdsbesparing is niet zoo groot, in verband
met de bestaande non-stopverbinding
BrusselParijs.
Ir. Hupkes besloot zijn uiteenzetting met
de woorden van prof. Westerdorp, toen de
ze een uiteenzetting hield over de toekomst
der ijzeren wegen: „in Nederland wordt
het reizigersverkeer gemiddeld sneller af
gewikkeld dan in alle andere landen van
de wereld".
FAILLISSEMENTEN
Uitgesproken:
N. Bruins, koopman, thans losse arbeider,
Haarlem, Krommeniedijk 40. Cur.: rnr. J.
G. Bettink.
Opgeheven:
L. de Wekker, Leiden.
C. van Gemeren, A1 p h e n.
J. G. J. van Zeist, Lis se.
Geriefelijk en snel van
gemakken voorzien