DE VERDUISTERINGSPROEF TE AMSTERDAM. CHANTAGE 3)e ÊcidócHe0oti^omt Donker Amsterdam. Ook de dak raampjes mochten niet vergeten wor den bij de verduisteringsoefeningen, welke de hoofdstad Vrijdagavond mee maakte Koning Leopold van België met zijn zuster, Prinses Marie José bij aankomst te Londen in de auto na het verlaten van het Victoria Station In geheel Palestina zijn de belangrijke gebouwen der steden onder scherpe bewaking gezet. Een post voor een der voornaamste bankgebouwen van Haifa Doordat ook de 15e partij van de match om het wereldkampioenschap dam men, welke Vrijdag te Amsterdam werd gespeeld, in remise eindigde, behield Raichenbach zijn titel. Keiler (rechts) feliciteert den Franschen wereldkampioen Een controlepost in den toren van de Zuiderkerk te Amsterdam tijdens de groote verduisteringsoefeningen van Vrijdagavond In het Kamerlingh Onnes-laboratorium te Leiden heeft de Nederlandsche Vereeniging voor Koel techniek Vrijdag haar 54ste algemeene vergadering gehouden. Prof. W. H. Keesom (links) hield bij deze gelegenheid een voordracht Door den voorzitter der Vereeniging voor Veilig Verkeer te Amsterdam, den heer S. H. van Geuns, zijn Vrijdag aan een aantal chauffeurs diploma's voor veilig rijden uitgereikt FEUILLETON (THE TALLEYRAND MAXIM) door J. S. FLETCHER. 29) Nesta zag hem eerst met groote ongeloo- vigheid aan en toch begon zij te voelen, dat hij zoo al niet de geheele waarheid, toch iets waars mededeelde. En Prattt knikte met hoofd, toen hij haar ongeloo- vige gelaatsuitdrukking zag. „Heusch, zoo is het", zeide hij. „En het was in verband hiermede, dat ik uw moe der kwam spreken op Normandale, op een avond, een paar maanden geleden. Daar heeft u allicht iets van gehoord? Ik ben met uw moeder samen wel een uur in de bibliotheek geweest." „Ja, dat weet ik", antwoordde Nesta. „Heel juist", hernam Pratt. „Wat u waar schijnlijk niet gehoord heeft is, dat uw moe der mij den volgenden dag kwam opzoe ken, werkelijk zij kwam bij mij, op mijn kamer in Barford. Natuurlijk over dezelf de zaak. Ik weet ook, hoe zij kwam, zonder dat iemand haar herkende, met een dich te voile voor. Begint u nu in te zien, me juffrouw Mallathorpe, dat er wel iets ach ter steekt?" „Gaat u maar door met uw.... vertel sel", zeide Nesta. „Dan kom ik tot den dag van uw broe ders ongeval", ging Pratt voort. „Namelijk op een Vrijdag. Wilt u nu vooral goed luis teren naar een serie feiten, die onloochen baar zijn? Ik kan alles stuk voor stuk be wijzen. Op dien Vrijdag, den dag voor uw broers dood, was mevrouw Mallathorpe in het boschje bij Normandale Grange, dat bij het noordelijk einde van het bruggetje ligt Een oude arbeider, een zekere Hos- kins sprak haar aan en maakte haar op merkzaam, dat het bruggetje in een uiterst precairen toestand verkeerde. Het was vol gens zijn idee zelfs gevaarlijk en hij dacht dat het onder een middelmatig gewicht be zwijken zou. Heeft u dit goed begrepen?" „En toen", zei Nesta. „Hoskins", vervolgde Pratt weer, „druk te uw moeder op het hart, dat de brug moest gesloten worden, met een hek afge zet. Hij wees haar een paar plaatsen aan in de leuning aan de eene zijde, die zóó verzakt waren, dat hij, als man van onder vinding, daaraan kon zien, dat de brug let terlijk verrot was. En wat deed mevrouw Mallathorpe? Zij zeide Hoskins alleen, dat zij er naar zou laten kijken. Daarop ging zij naar den timmerwinkel en haalde daar twee korte eindjes ketting en twee hang sloten, waarmee zij de hekjes aan beide zijden afsloot. Wilt u dat goed onthouden, mejuffrouw Mallathorpe?" „Ik zal alles goed onthouden", zeide Nesta. „Weest u maar niet bang, dat ik één woord vergeten zal." „Ik hoor een spottenden toon in uw stem", zeide Pratt, toen hij zich omkeer de, een lade opensloot en er een paar pa pieren uithaalde. „Toch zult u spoedig in zien dat spot totaal overbodig is. Mevrouw Mallathorpe had een vast plan in haar hoofd, toen zij die hekken afsloot. Dat zult u begrijpen als ik verder ga Wilt u mij het genoegen doen, even naar dezen brief te zien? Is dat niet het schrift van uw moeder?" „Ja", gaf Nesta toe, met een opkomend gevoel van vrees. „Dat is haar schrift." „Heel goed", zei Pratt. „Vóórdat ik het u voorlees zal ik u vast zeggen, wat er in staat. Het was een verzoek van me vrouw Mallathorpe aan mij, een verzoek om onschuldig te loopen in wat zij wist, wist, hoort u goed dat een doodelijke val voor mij zou zijn. Het was haar bedoe ling dat ik door die brug zou zakken.'1 HOOFDSTUK XV. Toenadering. Gedurende een lange minuut staarden Nesta en Pratt elkander onbewegelijk aan. Pratt hield nog steeds den brief in de uit gestoken hand, maar Nesta deed geen po ging om hem aan te nemen, zij keek slechts onderzoekend naar hem, totdat ze plotseling de oogen neersloeg, overwonnen door de triompheerende uitdrukking in de zijne. Zij wendde het hoofd af, terwijl het bloed haar naar de wangen joeg en de angst snoerde haar keel dicht. „Dat kan ik niet gelooven", fluisterde zij, „u vergist u, o, u vergist u zeker." „Geen sprake van vergissing", zei Pratt overtuigend. „Ik houd vol, dat uw moeder van plan was mijmij door die rotte brug te laten vallen. Het bewijs is deze brief. Eerst zal ik u vertellen, wanneer ik hem ontving, daarna hem aan u voorlezen. Als u dan nog twijfelt, kunt u hem zelf le zen. Maar ik geef hem niet af. Wat het eerste punt betreft, want dat is van groot gewicht, hij kwam aangeteekend met de eerste post op den Zaterdag, dat uw broer verongelukte. Vrijdag laat in den middag was hij aangeboden aan het postkantoor van Normandale.' En door wie, denkt u?" „Ik.... weet het niet", zei Nesta flauw tjes. Zij voelde zich overweldigd door dit onbarmhartige opstapelen van bewijsmate riaal, het was haar alsof zij reeds als be schuldigde in het beklaagdenbankje stond en luisterde naar den officier van justitie. „Hoe kan ik dat weten? Ik kan niet meer denken." „De kamenier van uw moeder, Esther Mawson, bood hem aan", zei Pratt met dreigenden blik. „In ieder geval hebben wij in haar een waardevol getuige. En dat was een onderdeel van het plan, juist zooals zeker ingesloten voorwerp deel uitmaakte van het complot. Nu zal ik u den brief voorlezen. Denk er goed aan, hy kwam Zaterdagmorgen met de eerste post. Uw moeder schrijft het volgende: „Gaarne zou ik u nogmaals spreken over de zaak, die tusschen ons hangende is. Ook zou ik dat document nog eens willen zien. Kunt u hier komen en het meebrengen met den trein van twee uur Zaterdagmid dag? Omdat ik er op sta, dat aan dit be zoek geen bekendheid wordt gegeven, ver zoek ik u niet naar het huis te komen. Neem het pad dwars door het park tot aan het boschje vlak bij het huis. Mocht u dan iemand tegen komen, dan kunnen zij den ken, dat u een korteren weg naar het dorp neemt. Ik zal op u wachten bij de brug, aan deze zijde. De hekken...." Plotseling zweeg Pratt en keek lang en doordringend naar zijn bezoekster. „Luister goed naar alles wat er nu komt en denk aan alles wat uw moeder eerst al gedaan had, de brief gaat verder: „De hekken van het bruggetje zijn gesloten, maar de ingeslo ten sleutels passen er op. Kom dus zonder m ankeeren en breng het stuk mede. Als ik het nog eens gezien heb, zal ik u iets voorstellen." Pratt wendde zich weer om en nam uit de lade, twee kleine, platte sleuteltjes zoo als die welke passen op de moderne hang sloten. Hij hield ze Nesta voor. „Kijk eens hier", zeide hij zegevierend. „Ik heb ze zui nig bewaard en zal er ook verder goed op passen. Nu, wilt u den brief nog lezen? Niet? Ook goed, dan gaat hij weer terug in de lade, tegelijk met de sleutels. Zoo ziet u", ging hij door, na de lade geslo ten te hebben, „wat een vuil complot uw moeder tegen mij gesbeed had. Het lot, dat haar zoon trof was voor mij bestemd. I k moest mijn nek breken, zooals h ij deed. Niet alleen wilde zij mij voor altijd het zwijgen opleggen, ze wilde, als ik'hulp,- loos neerlag, mij van het stuk berooven, het stuk, dat zij het document noemde en dat zij zoo dolgraag in handen krijgen zou. Om dat te bereiken was zij tot alles in staat, ja zelfs tot een moord. Nu weet u, waarom ik dien Zaterdagmiddag naar Nor mandale Grange ging. Om wille van uvi moeder loog ik tegenover den rechter bi de schouwing, eigenlijk ook om uwentwil Ik ging er heelemaal niet heen om te sol liciteeren naar dat rentmeesterschap, il ging er heen naar aanleiding van dezei brief. Berijpt u goed?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9