Van Schaapherder
Fabrieksdirecteur
DE LEIDSCHE COURANT
CORRESPONDENTIE
Corrie Adema, O.-Wetering.
Ik heb aan je wensch voldaan. En wat ga je
doen, Corrie! Blijf je bij moeder thuis of
ga je verder studeer en? Schrijf me dat eens!
Zie ook eens naar onzen wedstrijd. Daar
komt voor jou ook nog wel een nummer bij.
Dag Corrie!
H. Simmerman. Alphen. Aan uw
wensch wordt voldaan. Wel had ik graag,
dat U me de datums der verjaardagen op
gaf. Ik kan die lange lijsten zoo niet na
gaan. Toch kunnen uw kinderen nog mee
doen aan den wedstrijd. Er is ook nog een
afd. bij voor de grooteren. Zie maar eens
de volgende week. Met hand en groet voor
U allen!
Leo Derksen, Lelden. Dat wa
ren dagen om nooit te vergeten, 's Morgens
gaan visschen; 's middags naar Katwijk,
pootjesbaden en voetballen op 't strand,
ijsco-tjes eten bij het huis-toegaan en dan
met Hemelvaartsdag gefietst naar Scheve
ilingen; op de Pier over de wijde, wijde zee
geblikt; over de Boulevard gekuierd en ge
winkeld; het standbeeld van Koningin Em
ma bewonderd, mij dunKt Leo, dat jij nog
vaak aan die dagen zult terugdenken. Dag
Neefje! Groetjes thuis!
Hans de Kruys, Leiden. Zoo
Hans, heb jij ook eens een briefje geschre
ven! Dat is flink van je. Ik hoop dan ook,
dat het niet het laatste is, temeer niet, om
dat je nog altijd even keurig schrijft als
vroeger, weet je! Dat was een mooi uit
stapje naar Voorschoten en den Deijl. De
Papenlaan is langer dan je denken zoudt,
is wel? Ik heb dien weg ook eens gemaakt
en vond die laan vrijlang. Dag Hans! Zie
ik je op den wedstrijd de volgende week?
Zie eens! De prijzen zijn gewoon-weg schit
terend! Dag vriendje! Groet je ouders van
me!
Gerarda Neder lo ff. Boskoop. Je
verjaardag is ingeboekt Nichtje en denk er
aan dat ik den 16 Oct. in den geest bij je
ben en je dan feliciteer met je verjaring.
Jij 'bent nu zeker in de .vierde klas en je
kunt nu de raadsels van afd. B. oplossen.
Ik zal eens zien of ik je ook bij de andere
Boskoopers zie op den wedstrijd. Dag
Gerarda! Groet je ouders van me.
Nico Schram a, Voorschoten.
Zoo vriendje, had jij me op de Zoeterw.
Singel gezien? Dat trof je! Jammer dat ik
je niet zag, anders had ik eens gehoord, hoe
mijn oud vriendje het maakte. Je verjaar
dag stond reeds ingeboekt. Op 15 October
zou ik jouw naam niet graag vergeten! Dag
jongen! Schrijf eens een langen brief en.,
doe mee en ook je broertjes en zusjes aan
den wedstrijd. Veel groeten aan alle huis-
genooten.
Doornroosje, Noordwijk. Schrijf
jij mij liever onder een schuilnaam? Dat
vind ik best. Waarom ook niet? Maar je
eigenlijke naam moet er altijd bij staan.
Zoo ook bij den a.s. wedstrijd! Onthoud dit
wel. Ik moet toch weten, met wie ik te
doen heb. Het is zeer aangenaam te hooren,
dat je mijn verhaaltje en dat van Cor van
Diest zoo mooi vindt. En de versjes knip
je uit, zeg je! Dat is geen slecht idee! Dag
Nichtje! Wanneer hoor ik weer eens wat?
Hierbij zullen we een punt zetten.
De correspondentie is lang genoeg.
Tot de volgende week!
Wie een brief schrijft, krijgt een ant
woord terug.
Oom Wi m.
Herfst In 't bosch
door Anny van Diest.
Wat schoone tinten, wat bonte
kleurenpracht
Toovert herfst ons voor d' oogen!
En van vreugde opgetogen
Aanschouwen we de kunst die zij
ons bracht.
Kunstig spinrag, ijl rn teer.
Lijkt er op en neer te zweven;
Herfstdraden beven
Door najaarszon gekoesterd, op en neer.
Onder trage menschenvoeten
Ritselt het dorre loover zacht
Langs paden loopt men in gedacht'.
Waar mollen in de aarde wroeten.
'n Eekhoorntje schiet haastig nu voorbij:
't Vlugge dier gaat eikels garen;
Immers hij moet voedsel sparen
Voor 't koude, gure jaargetij!
Klimopranken sling'ren om de bcomen,
Alsof ze schutting willen biên.
Wanneer de blaren hun ontvliën,
Als de herfst is aangekomen.
Attenfie
De volgende week komt de wedstrijd.
De prijzen zijn nog mooier dan van ver
leden jaar. Er is een hoofdprijs bij zoo mooi
en zoo practisch, dat deze prijs alleen aller
dank aan de Directie waard is. Ziet en
overtuigd U! Zegt het Uw klasgenooten!
Doet allen mee! Laat deze kans Uw neus
niet voorbijgaan! Er is voor allen een kans.
Voor leeftijden van 6 tot 13 en ouder. Wij
geven bijna 50 prijzen!
Ik hoop meer dan 500 mijner trouwe
lezers en lezeresjes weer te zien. Zijn er
meer dan 600, dan geef ik niet 3 maar 5
troostprijzen. En dat zijn pracht jongens-
en meisjesboeken.
DE WEDSTRIJD KOMT.
ZIE DE VOLGENDE WEEK.
Oom Wim.
NAAR BUITEN
door
Cor van Diest
XV. Slot
We konden het samen steeds zoo goed
vinden; we zijn nu zoo aan je gehecht ge
raakt, dat niet alleen ik, maai" wij allen je
niet goed kunnen missen. En 't zal ook wel
moeilijk vallen daaraan te wennen. Vooral
voor de anderen; ik kom nu zelf ook voor-
loopig in eeoi andere omgeving, want zoo-
als je weet, ga ik naar een kostschool. Ja,
dat zal ook wel vreemd zijn in het begin;
maar dat went wel gauw, hé!"
,Vind je het prettig?" vroeg Lily
„Ach, ik weet eigenlijk niet goed. Ik ben
nog nooit van huis geweest, zie je; ik ge
loof dat ik wel liever thuis zou blijven!"
„Kom, kom", "meende Lily, „en zoo juist
zei je zelf dat het wel zou wennen en
nu blijf je liever thuis! Hoe zit dat nou?
Je houdt je maar taai, en maakt er maar
gauw vriendinnen; wel dan rolt toch alles
van zelf!"
„Ja, ja," lachte Mien; „maar gelijk heb
je! Ik wil ook niet dat ze me flauw of
kinderachtig vinden. Maar we zijn nu on-
dertusschen een aardig eindje van huis af;
we zullen maar gauw teruggaan! Ze zul
len anders op ons zitten wachten met eten!
Als ik alleen te laat kwam vond ik den
hond in den pot!"
„Wel", lachte Lily, „zouden ze dan niet
op je wachten?"
„Kun je begrijpen!" grapte Mien. Alles
was dan al op, hoor!"
De dag was veel te gauw om naar ieders
zin; 't rijtuigje stond al klaar.
„Nou Lily", sprak juffrouw Dreef eenigs-
zins ontroerd, ,,je komt dan nog eens een
keertje over en laat ons eens weten, hoe
het met je gaat, hé!"
Het meisje beloofde het en met een
hartelijk afscheidswoord werd de rit naar
het station aanvaard. Nog even nam Lily
kleine Eefje op, kuste haar nog eens en was
dan het wagentje ingestapt; nagestaard en
nagewuifd door alle kinderen en juffrouw
Dreef zelf, reden ze weg.
,,'t Zal stil zijn", meende ook Jacob; ze
was toch een hartelijk kind!"
Bij aankomst van den trein stonden
Frits en Coen haar op het station al op te
wachten. Hartelijk werd ze verwelkomd
door haar broertjes, die haar al dadelijk
met alle vragen tegelijk overstelpten.
Lachend sloeg Lily dan ook de handen om
haar ooren en vroeg ze den jongens toch
een beetje medelijden met haar te hebben.
Vlug begaf het gezelschap zich naar de
tram, die hun naar de Riouwstraat bracht.
Maar wat keek Lily verbaasd, toen ze
thuis kwam! Heel het huis was versierd;
overal stonden bloemen en waren slingers
opgehangen. In de vestibule was „Welkom
thuis" aangebracht. In de huiskamer stond
de thee al klaar en een paar reuzentaarten
op tafel. Op de één was in sierlijke letters
geschreven „Van Moeder en de jongens",
op de andere „van Tante Stance".
Hartelijk omhelsde Lily moeder en tante,
en ook de jongens. „Wat was dat aardig!"
vond ze.
Nu kwam ook Leentje binnen en bood
het meisje een mandje met heerlijk fruit
aan. De goede ziel was zoo gelukkig en zoo
blij dat het „kind", zooals ze dat zei, weer
thuis was en dan nog wel zoo „bestig" er
uitzag.
„En nou niet meer ziek worden"; schert
ste Leentje met tranen van blijschap.
„Nee hoor", grapte Lily „daar krijgen ze
mij niet meer voor!"
„En nu een beetje beter voor de jongens
zorgen!" hield Tante de opgewekte stem
ming erin. „Geen boter, die wegwaait!"
„U mpet niet meteen weer plagen, tante
tje, daar beginnen we morgen mee", kaatste
Lily terug.,
Ik maak zelf mijn boterham klaar!"
plaagde Frits.
„Mocht je willen, joggie!" plaagde Lily
terug. „Er wordt aan kleine jongens niets
gevraagd, weet je dat?"
„Maar nu nemen we een gezellig kopje
thee!" besloot moeder.
En daar waren allen het mee eens!
VREDE
door Anton Roels.
Het schijnt de menschen niet gegeven,
Om zonder ruzie lahg te leven,
Al is het dan hun eigen schuld;
Men ziet slechts naar een anders daden
En voelt zich dra met haat geladen,
Maar nooit van eigen werk vervuld.
Het schijnt de menschen niet gegeven,
Om diep tevreden lang te leven,
De mensch is immer ontevree;
Hij zófekt zoo vaak naar vage dingen,
Die and'ren onbewust begingen,
En in zijn hart draagt hij ze mee.
Het schijnt de menschen niet gegeven,
Om diep gelukkig lang te leven;
De mensch verdient geen beter lot;
Hij denkt maar aan zijn eigen voordeel,
Hij velt zoo graag een bitter oordeel,
Hij is te min vervuld van God.
DE VOGELS
door Anton Roels.
XIII.
Zooals we de vorige maal hebben af
gesproken, komen vandaag de gansvogels
aan de beurt.
Het allereerste kenmerk, dat ik jullie
van deze dieren zal noemen, is aan allen
natuurlijk bekend. De gansvogels hebben
zwemvoeten en doordat de pooten ver
naar achteren staan, waggelen ze meer
dan ze loopen. De snavel is zacht en vrij
breed; aan de randen bevinden zich
hoornplaatjes, die zoodanig in elkaar grij
pen, dat ze als een soort zeef kunnen die
nen, wanneer de gans in het water naar
voedsel zoekt. De borst is over het alge
meen breed. De hals is niet lang.
Vanzelfsprekend zijn de gansvogels in
ons lage waterlandje heelemaal „ingebur
gerd". We zullen er dan ook niet over be
hoeven te praten als over zeldzame won
deren. Trouwens deze vogel heeft bij ons
de naam, dat hij dom en eigenwijs is. Hij
heeft evenwel niet altijd in dit kwade
daglicht gestaan. Want bij de ouden was
de gans aan de godin Persephone gewijd
en werd zij ook als offerande gebruikt.
De bezetting van de groote Romeinsche
burcht, het Kapitool, had, naar men zegt,
veel aan de ganzen te danken. Terwijl
de manschappen sliepen, beraamden de
Galliërs een overval. Door het gedruisch
opgeschrikt, begonnen de ganzen, die
blijkbaar deel uitmaakten van de vee
stapel in de onmiddellijke omgeving van
het Kapitool, luidkeels te schreeuwen,
zoodat de suldaten wakker werden en den
overval konden verijdelen. Men begrijpt,
dat de dieren met dankbaarheid bejegend
werden en altijd eerbiedig behandeld
moesten worden!
Tot de orde der gansvogels behooren
de eenden, de zwanen en natuurlijk ook
de ganzen.
Over eenden en ganzen behoef ik eigen
lijk niet te praten; laten we ons bezig hou
den met de zwaan, een der sierlijkste vo
gels, die ik ken. In tegenstelling met zijn
familieleden heeft de zwaan een prach
tige, lange hals. De zwaan is eigenlijk
een trekvogel, maar de soorten, die in
onze streken vertoeven, maken geen lan
ge reizen. Ze verblijven bij voorkeur in
het water; vliegen en loopen doen zij
niet graag. Hoewel het prachtige beesten
zijn, is hun karakter niet altijd even
goedaardig. De gewone zwaan is prachtig
wit, maar in de jeugd is het wit nog wat
grijsachtig getint. Op de snavel zit
een zwarte bult. De wilde soorten
leven hoog in Europa en in het oos
ten van Siberië. In het begin van lente en
herfst trekken zij door Midden-Europa
en verblijven gedurende den winter rond
de Middellandsche Zee. De tamme soor
ten treft men bij ons veelvuldig aan in
vijvers en grachten. Men zegt, dat een
zwaan zeer oud kan worden. Als leeftijds
grens wordt een driehonderd jaar opge
geven.
De zingende zwaan heeft een gele sna
vel, waarop geen bult voorkomt. Hij heeft
een meer ineengedrongen gestalte dan
de voorgaande en ook zijn hals ik dikker
en korter. Hij trekt vroeger uit het zui
den terug naar gematigder streken en
laat, als hij in voedselnood zit, zijn fraaie
stem onophoudelijk hooren. Vooral als
deze vogel in doodsgevaar verkeert klin
ken onafgebroken de weemoedige kreten.
Vandaar dat men op de zegswijze gekomen
is: de zwanenzang van een kunstenaar,
wat dus beduidt, dat een bepaald werk
het laatste van een kunstenaar is ge
weest, omdat de dood hem verder wer
ken heeft belet. Bij de oude Grieken was
de zwaan een heilige vogel, die aan den
god Apollo was gewijd. Men beweerde
dat het dier van dezen de gave om voor
spellingen te doen had gekregen. De zee
varenden zagen in de ontmoeting met een
zwaan immer een gunstig voorteeken.
Ook in de Germaansche fabelleer treedt
herhaaldelijk de zwaan op. Men meende
in deze streken, dat de boschgodinnen en
ook de Walkyren (strijdgodinnen) door
gaans in de gestalte van een zwaan ver
schenen.
Wordt vervolgd.
Wie zijn jarig?
Van 14 tot en met 20 Oct.
Op 14 October:
Gonnie Schouten, Tollenstr. 5.
Betsie Dongelmans, Tuinstraat 16, Alphen.
Albert Godé, Leliestraat 29.
Louis Staats, H. Kerkgr. 3.
Corry Onderwater, Noordbuurt E171,
Zoeterwoude.
Abram Habraken, Molenstraat 27.
Op 15 October.
Mien v. Stijn, Dorpsstr. 93B, Warmond.
Barthe van Kerkhoven, Bergh.str.weg 1.
Voorhout.
Jopie van Leeuwen, B364, Weip. Z'woude.
Nico Schrama, Rijndijk 60. Voorschoten.
Henk Loogman, Heerenweg 73, Leimuiden.
Op 16 October:
Gerarda Nederlof, Rijneveld 31, Boskoop.
Lenie Poelijoe, straat
Op 17 October:
Sina Neuteboom, Transf.hof 1.
Piet van Noort, Voorhout.
Cor van der Hulst, Rijndijk 264, Voor
schoten.
Johan van Schooten, IJmuiderstraat 21,
Noordwijk (B.).
Arie van Hoorn, Langeraar A157.
Op 18 October:
Nico v. d. Meel. Pasteurstraat 40a.
Truus Binken, Hyacinthstraat 17a.
Theo Nagel, Volmolengr. 6.
Jeanne Thorn, Anna van Saksenstr. 3.
Leo Hoogeveen, Hoogmade N.E. B375.
Corrie ter Wiel, Heerenv/eg A71 Warmond.
Theo Nagel, Volmogelgr. 6.
Corrie ter Wiel, Heerenkeg A71 Warmond.
Jaaneke v. Thiel, Hooge Rijndijk 165.
Op 19 October:
Hesje Verdegaal, Noorseweg 381, Nieuw
koop.
Jan Pieterse, Noorden (Z.-H.).
Gerarda v. d. Hulst, Rijndijk 264, Voor
schoten.
Op 20 October:
Mientje Otgaar, Suz. Klinkerstraat 2.
Pierre Frissen, Schelpenk. 60.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zijn of haar naam in deze lijst opge
nomen wil zien, schrijve me minstens 14
dagen vóór den verjaardag. Wie veran
dert van woonplaats, straat of huisnummer,
doe evenzoo.
En nu heb ik nog een speciaal verzoek
tc doen, aan allen, die de school verlaten
en hiervan kennis geven. Denkt er om dan
op te geven, wanneer de verjaardag moet
afgevoerd worden. Ik kan de lijsten van
bijna de 3000 namen niet nasnuffelen. Men
schrijve dus den datum precies, en dan kan
ik zoo den naam doorstrepen.
OOM WIM.
U vraagt
1. Hoe was de voornaam van Lenin, de
eerste Dictator van Rusland?
2. Wie is onze eerste Nederl. Bisschop
geweest?
3. Hoeveel procent Katholieken zijn er
in Europa en in Amerika en in Australië?
4. Ik vond in een verhaaltje het woord
oeros. Wat is dat voor een beest?
5. Hoeveel liter gaan in een okshoofd?
6. Hoe komt men aan 't woord „gymna
sium"?
Wij antwoorden
1. Zijn voornaam was: Oultanov.
2. Sint Willibrord.
3. In Europa 42%; in Amerika 43% en in
Australië 47% en samen 334 millioen op
de heele wereld.
4. Dat is een wild rund.
5. Een okshoofd is een inhoudsmaat.
Wordt gebruikt voor wijn of bier te be
waren. De inhoud is 220 L.
6. Gymnasium is Grieksch en bet. oefen
school, inzonderheid een school voor Mid
delbaar Onderwijs. De leerling van zoo'n
school heet Gymnasiast en de leeraar Gym
nast wat iets anders is dan gymnasticus wat
leeraar in de gymnastieK beteekent.
Wie iets te vrage heeft, vrage.
Oom Wim.
tot
door OOM WIM.
xxxn.
Den volgenden morgen gaat het leven
voort van elaen dag. De knechts gaan naar
hun werk. De meiden gaan karnen. De boer
boerin doen hun gewone rondte en de
twee meiskes liggen nog te droomen, haar
jonge meisjesdroomen, terwijl Rie mis
schien een jonge held of een prins uit een
ver land wondere avonturen laat vertel
len, van kracht en moed en durf. Ik zeg
misschien. Het kan ook zijn dat de jonge
held geen prins is, maar prins of geen prins
held is ie vast. En Jan! Jan gaat daar
heen, met Spits aan zijn zij en de schapen
gaan, als iederen dag, blatend en opdrin
gerig verder, tot waar het grasveld begin
nen zal.
Nog heeft Jan niet gehoord, wat beide
mannen gisteren besproken hebben. Dat
:al hij strakjes uit den mond van den
boer zelf hooren en als meester uit de
tad komt, zal ie even aankomen en hem
piecies dag en uur opgeven, waarop de
lessen gegeven worden.
Het zal zoowat tien uur geweest zijn,
als Spits nagst Jan opspringt en wegrent
in de richting van de boerderij, een zeker
sein, dat de boer in aantocht is.
Zoo Jan, is het hier nog al uit te hou
den, jonge vriend!
Zeker baas! Het is hier, zooals men
dat noemt een „eldorado".
Wat zeg je me daar? Wat is dat voor
een beest?
Dat wil zooveel zeggen als: een he
meltje op aarde, al is de eigenlijke naam,
goudland dat in Zuid-Amerika moest lig
gen maar nooit gevonden is.
Heb je al wat geleerd van morgen?
Mij dunkt, dat zal niet veel zijn, is wel?
Om u de waarheid te zeggen, heb ik
niets gedaan. Ik wou pas beginnen. Ik ben
eens wezen kijken of de Zigeuners nog in
het dal achter ginds dennenboscje lagen.
En?
Ze zijn vertrokken. Er is niets meer
te zien.
Dat wist ik! Ze zijn de grens over
gezet en mogen niet meer in deze land
streek komen.
Fijn baas, dan zijn we van dat ge
spuis verlost.
Dat is zeker fijn en nu kom ik eens
naast je zitten en zal je eens vertellen, wat
je meester en ik besloten hebben.
Jan kan zijn ooren niet gelooven! En
zegt het zijn moeder na: „het is te mooi!
Het is te mooi! Wat zijt u toch allen goed
voor me!
Nu zullen we maar gedudig afwachten,
wat meester voor nieuws uit de stad mee
brengt. Hoe het ook zij: maak je maar over
niets zorg. Je bent vrij, als het moet. Ik zal
me best weten te redden.
Maar baas, dat is tooh heusch te veel.
Wie blijft dan bij mijn schaapjes, als ik
weg ben. Neen, dat kan ik niet en mag
ik niet van u aannemen.
Maar mijn jongen, hoor je dan niet,
dat ik me redden zal. Als jij naar de les
bent, gaat een der andere knechts naar 't
veld en als 't moet Pietje. Zoo zie je wel,
dat ik aan alles gedacht heb, maar kijk nu
eens, wie daar aankomt. Daar komt me zoo
waar onze goeie meester hierheen. Men
zegt niet tevergeefs, als men van iemand
spreekt, ziet men zijn neus reeds.
Zoo beste vrienden, vind ik jullie nu
alle twee zoo vreedzaam bij elkaar. Dat
treft! Zoo vang ik twee vliegen in één
klap!
Wel meester, zegt baas Jansen, na
de begroeting en nadat ook meester zich
in het zachte gras heeft neergevlijd, wat
nieuws brengt u uit de stad mee? Spreekt
u maar gauw, want Jan wordt al ongedul
dig en spitst al beide ooren.
Baas, baas! U doet me beschaamd
worden voor mijn meester!
Stil maar jongen, we kennen elkaar
wel. De baas meent het zoo kwaad niet.
Nu dan! Ik zal Jantjes nieuvrsgierigheid
gauw tevreden stellen.
De zaak is in orde.
De lessen zijn precies, zooals ik zei.
Woensdag en Zaterdagmiddag van 3 tot 6
uur en het lesgeld is iets, dat ik straks
boer Jansen in het oof fluisteren zal
als we samen naar huis kuieren.
In orde meester! Alles is in orde! Jan
krijgt die twee middagen vrijaf en kan dan
leeren, dat de stukken er afvliegen.
Bravo! bravo! zegt meester met ver
heffing van stem! Jouw baas Jan is de
kwaadste nog niet. Ik wou dat ik in mijn
jeugd ook zoo'n goeie baas gehad had,
maar dien vind je of je xindt hem niet.
Vind je hem, wees er dan zuinig mee, zegt
meester en ziet Jan in de oogen en vind
je hem niet, dan sta je voor het feit, waar
ik voor stond.
(Wordt vervolgd).