MAANDAG 17 OCTOBER 1938 30ste Jaargang No. 9160 SDe Êcki^eh^Sou^oiit Telefoon: Administratie 935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN g£ Indien gij den vrede wilt „Wij moeten onze defensie in elke rich ting ophouwen, om de opperste opoffering van oorlog te vermijden". Aldus de Engelsche oud-minister Eden. En wij mogen de overtuiging hebben, dat hij 't zóó bedoelt; dat hij werkelijk zoo sterk mogelijk wil bewapenen, aan de be wapening zeer veel geld wil opofferen, „om de opperste opoffering van oorlog te ver mijden". En wij mogen ook de overtuiging hebben, dat in deze opvatting waarheid ligt, dat zoolang er niet is een internationale ontwapening de zwakheid van de eene partij tegenover de andere het oorlogsge vaar vergroot. Velen hebben, zeer begrijpelijk, als uit den tijd beschouwd het gezegde uit de oudheid: „Si vis pacem, para bellum" („In dien gij den vrede wilt, bereid u dan voor op den oorlog"), maar 't wordt ons allen toch nu wel duidelijk, dat 't niet heelemaal uit den tijd schijnt te zijn! Vanzelfsprekend zit er aan al die bewape ningen héél veel zwarts en sombers vast; óók gevaren voor den vrede.Maar wie zal durven verdedigen de stelling, dat, als een land zich aan de bewapening onttrekt, integenstellingmetanderen, dat land daardoor de vredes-kansen vergroot? Indien gij den vrede wilt, bereid u dan voor op den oorlog.Mogen de volken tot wijsheid komen, zoodat de vrede verzekerd wordt niet door oorlogsvoorbereiding, maar doordat „eerlijkheid, vertrouwen en liefde richtsnoer worden tusschen personen en volken", naar de woorden van onze zoo oprecht geëerbiedigde Koningin. V Verlangen naar den vrede Onder de volken is een overheerschende stemming, die geen oorlog wil; is een drin gend verlangen naar vrede vrede, ge grond op recht. De hoopvolle, ja, de heerlijke les, die is gelegen in dat, wat zich gedurende de laat ste weken en dag-1 vóór de conferentie te München heeft afgespeeld, is: de volken zien in, dat de onrechtvaardigheden ook zelfs in een oorlog, die rechtvaardig zou zijndat de gruwelijkheden, de bar- baarschheden van een modernen oor log moeten worden vermeden; dat een moderne oorlog een ontzettende ramp is, óók voor den overwinnaar. Dat inzicht is h- die dagen duidelijk ge bleken uit de in alle landen overheerschende stemming; uit den jubel rondom al dege nen, die den dreigenden oorlog trachtten te voorkomen De volken willen geen oorlog; de volken willen vrede, gegrond op recht. Als de leiders der volken behooren tot de beste en niet tot de slechtste uit het volk, dan kunnen zij den vrede den waren vrede, die gegrond is op recht verzeke ren. En, als de leiders door verlangen naar den waren vrede inderdaad worden bezield en gedreven, dan zal verwezenlijkt kunnen worden en verwezenlijkt worden de wensch van den Paus van Rome, de internationale ontwapening. Dan zal internationale ont wapening, vermindering van bewapening of althans geen verdere voortzetting van de bewapening in de plaats treden van de hui dige razernij, waardoor het eene volk het andere dwingt of dringt, om zichzelf te ver armen en uit te putten voor maar steeds geweldiger en omvangrijker bewapening, terwijl het eene land zich omheint met een verdediging, alsof het andere, naburige land niet is bewoond door mede-menschen, maar door een massa hoogst gevaarlijke roofdie renMoge de wereld van die razernij der huidige bewapening worden verlost! V Wie kunnen de wereld redden Wie hebben den dreigenden wereld-oor log, die een wereld-vernietiging zou zijn geworden, voorkomen? Wie kunnen voor de wereld in de toe komst verkrijgen een vrede, gegrond op recht? Om een antwoord op deze vraag te geven, nemen wij hier over een beschouwing van fr. E. B. in de laatste aflevering van de „Nieuwe Eeuw". „Ik wilde gaarne een „onthulling" doen betreffende de historische dagen van span ning in de laatste week van September. Het geviel n.l., dat wij dien bewusten Dins dagavond zaten op een plekje zoo rustig, als u zich geen tweede kunt denken. Wij brachten dien avond door in een echt mid- deleeuwsch kaste .1 met zware ronde hoek torens, en wij gelooven niet te veel te zeg gen, als wij beweren, dat in deze en derge lijke kasteelen in die gedenkwaardige dagen en nachten de vrede is bevochten op de barmhartigheid Gods. Hier is in die uren geworsteld met God, zooals Jacob eens orstelde met den Gods gezant te Bethel: „Ik laat u niet gaan, voor Gij mij gezegd hebt". Want die antieke grimmige burcht, vrij eenzaam gelegen in de vlakte tusschen twee groote rivieren, herbergt een communiteit van slotzusters. Om elf uur gingen we door de ietwat unheimlich holle gang met een brandend kaarsje aan naar onze slaapka mer. Om even voor twaalf werd de vol maakte stilte in deze vredesburcht verbro ken door het klokje op den toren, en boven in de kapel begonnen ze met de Metten. Niet licht zal ik dit uur vergeten, in het diepste van die volkomen eenzaamheid doorgebracht, toen er buiten al heel wat jon gens (en moeders vooral) van mobilisatie droomden en hierbinnen de zusters gemo biliseerd waren in dienst van den waren vrede. Toen daar buiten ver weg staatslie den het hoofd dreigden te verliezen en rus teloos confereerden, ruischte boven mijn hoofd in het koor der zusters het bruidslied van de Kerk, Christus den Koning des Vre- des toegezongen. Misschien waren die goede zusters zich het gevaar van het oogenblik nauwelijks bewust. Misschien stonden er enkelen van hen te vechten tegen slaap en verstrooid heid, en zeker dachten die ministers en ge zanten te Berlijn, Parijs en Londen wei nig aan oude kasteelen met nonnen van een middeleeuwsch kloosterorde daarin. „De toekomst is in Gods hand, en God is niet doof voor de gebeden van zoovelen", zei de H. Vader. Er was du? toch een vorst, die daar wel aan dacht. In zoo'n nacht wakker liggend krijg je eenig besef van de weergalooze waarde van het gebed en van de boete der contem platieven. In zoo'n nacht krijg je weer hoop en ver trouwen na die inderdaad vreeswekkende rede van den schijnbaar almachtigen dic tator en na die zeer sombere woorden van den edelen Chamberlain. Zouden de nacht daarop de heeren te München er ook aan gedacht hebben, dat er een zwaard van Damocles boven hun hoofd was opgeheven en dat de vuist, die het vasthield, werd bedwongen door het gebed van duizenden en duizenden over de heele wereldom niet toe te slaan? Dien nacht waren het de Metten van den H. Wenceslaus, den patroon van Praag, en den nacht daarop waren het die van den H. Aartsengel Michaël, den patroon van Duitschland. Wij waren Chamberlain dankbaar en te- terecht; wij waren O. L. Heer dankbaar en dat Was nog beter, maar wij mogen bij on zen dank niet vergeten die ontelbare stille boeters en bidders over de heele wereld, die dag en nacht gemobiliseerd zijn, die een tegenwici ,r en tegen de duizenden mitrailleurs, tankj en vliegtuigen, waar mee heel Europa tot de tanden gewapend is, die 's werelds loop en historie mede ten goede keerden". WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN DE AAP. De Avondpost schrijft: Gisteren hebben wij een weinig den spot gedreven met de bombarie, in het dagblad der N.S.B. gemaakt over het initiatief-ont werp tot afschaffing der rijwiel- en wij ziging der motor-belasting. Over het voorstel lezen wij in „Volk en Vaderland", het fascistische weekblad: „Wordt het ontwerp wegge werkt: 964, dan zal iedere fiet ser met zijn plaatje, ieder werker die zijn auto niet kan missen, maar er door de belastingen wordt af gedrukt dan zal het volk, dat vecht om vrijheid, arbeid en brood, oordeelen". In deze lichtelijk-ondoordachte woorden komt de aap uit de mouw. Het is om de fietsers, nog eerlijker ge zegd, het is om de kiezers te doen. „Het volk" zegt het blad „zal oor deelen", precies hetzelfde volk, dat, als de N.S.B. de leiding kreeg, niet meer oordee len mag. De stellig impopulaire rijwielbelasting moet de N.S.B. een zetje geven; het vol gend voorjaar zijn er weer verkiezingen. „Vrijheid, arbeid brood' hangen blijk baar van de fietsplaatjes af. Waarlijk, het aapje is aardig uit de mouw gesprongen! De R. K. Universiteit jubileert De R.-K. Universiteit te Nijmegen bestaat vandaag vijftien jaar. Op plechtige wijze werd dit derde lustrum gevierd. Vanmorgens heeft Z. H. Exc. Mgr. dr. J. de Jong, aartsbischop van Utrecht, een Pontificale H. Mis opgedragen. Bij de Pontificale H. Mis waren o.a. aan wezig Mgr. A. Diepen, de leden van het cu ratorium, de garnizoenscommandant, luit.- kol. T. J. Reeser, de commandant der kolo niale reserve, overste Slagter, vertegen woordigers van het gemeentebestuur en tal van vertegenwoordigers van geestelijke or den en burgerlijke autoriteiten. Na de plechtigheid werd de lofzang „Te Deum" aangeheven. Vanmiddag werd een plechtige academi sche zitting gehouden, in welke de aarts bisschop de genoodigden heeft toegespro ken en de rector-magnificus, prof. dr. De- siderius Franses O.F.M. de lustrumrede heeft gehouden. LUSTRUMREDE. Na een inleiding over den geest van St. Franciscus en onzen tijd kwam de rector op zijn onderwerp: de strijdende Kerk op aarde. De gemeenschap van allen, die tot het mystieke Lichaam van Christus be hoorden, wordt verdeeld in: de strijdende Kerk op aarde, de lijdende kerk in het va gevuur, de zegevierende Kerk in den he mel. Maar is de Kerk op aarde inderdaad overal de strijdende en niet veeleer in som mige landen de lijdende Kerk? Is zij in den loop der eeuwen altijd de strijdende Kerk geweest en niet veeleer eeuwenlang de lijdende en dan weer de triomfeeren de? Spr. gaat dit dan uitvoeriger na in de geschiedenis der eerste zes eeuwen, zijn eigen vakgebied (oude kerkgeschiedenis, patrologie en dogmageschiedenis). Zeker heeft de Kerk in die eerste eeuwen ontzaglijk veel geleden. De martelaren toonden zich echter tevens strijders, door hun moedig getuigenis voor de waarheid van hun godsdienst en door hun onwrik bare standvastigheid onder de gruwelijk ste folteringen. Dit werd geïllustreerd door de geschiedenis van Ignatius van Antiochie en de kleine Sinte Agnes. Strijders waren ook de apologeten, voor al een Tertullianus, die zoo striemend aan de Romeinsche rechters hun onlogische en onrechtvaardige rechtspleging tegenover de Christenen verweet. Strijders waren de geloofsverkondigers, die op vreedzame wijze, ondanks alle te genstand en moeilijkheden steeds meer terrein wisten te veroveren voor het rijk van Koning Christus. Met keizer Konstantijn kwam de bevrij ding na drie eeuwen vervolging en ver drukking. Werd het toen niet de triomfee- rende in plaats van de strijdende Kerk? Dat zal aanstonds blijken. Maar nog een maal zou het heidendom probeeren, het verloren terrein te herwinnen. Julianus, neef van Konstantijn, heeft na diens zo nen den troon bestegen. Hij had gestudeerd aan de universiteit van Athene tezamen met Basilius en Gregorius van Nazianze, de latere kerkleeraren. Maar Julianus is uit het Christendom teruggevallen in het heidendom. Juliaan de afvallige wil aan het Romeinsche rijk zijn oude grootheid wedergeven. Daarom: terug naar den dienst der goden, die Hellas en Rome groot hebben gemaakt. Kerken worden gesloten. Het onderwijs moet voortaan worden ge geven in streng heidenschen geest. De hei- densche godendienst moet weer staatsgods dienst worden. Zoo moet de traditie her steld, de band met het glorieus verleden van Hellas en Rome. Want.... die band was verbroken door den rasvreemden gods dienst van een gekruisigden jood uit Gali- lea. Zoo zag het, zoo wilde het Julianus de afvallige. Maar nergens hebben we gevon den, dat de Christenen toen zouden hebben uitgejubeld: „Heil Julianus". Gregorius van Nazianze vermaande de Christenen het onrecht geduld te verdra gen. De geschiedenis had toch bewezen, dat de kerkvervolgens spoedig een rampzalig einde vonden. God wacht ook wel eens lan ger met zijn straffen. Maar Gregorius heeft hier gelijk gekregen, want Juliaan stierf heel spoedig, na nauwelijks drie jaar te hebben geregeerd. Doch ook dan wordt het geen triomfee- rende Kerk. Voortdurend heeft men in de volgende eeuwen te strijden tegen tal van dwalingen en tegen het machtsmisbruik van keizers, die de dwaling begunstigen. De groote strijders voor de waarheid en de rechten der Kerk zijn dan de Kerkva ders. Als voorbeelden kiest spr. Ambro- sius en Augustinus. Ambrosius stamt uit een oud adellijk Romeinsch geslacht. Vóór zijn bisschopskeuze was hij hoog keizerlijk ambtenaar. „Zoo'n man kende en erkende meer dan anderen de beteekenis van het keizerschap, de macht en de rechten van den keizer. Hij was volkomen loyaal. Maar, als hij overtuigd is, dat de rechten van God en zijn Kerk Vorden geschonden, dan verzet hij zich met alle macht, dan weet hij van geen wijken". En even krachtig als hij zijn vriend, den katholieken keizer Theodosius, en dwingt hem tot openlijke boete. Augustinus is de denker, de God-zoeker. Nog na zijn bekeering verklaart hij: „God en de ziel wil ik kennen. Niets meer? Neen, niets anders". Daar alleen komt het op aan. En als hij dan teruggekeerd is in zijn vaderstad Tagaste, dan vormt hij een soort kloostergemeenschap. En dan zou hij zijn verder leven willen doorbrengen in afzon dering, in voortdurende overweging van God, en de ziel, en de eeuwigheid. Maar God roept hem in het voorste legioen. En als het moet kan Augustinus ook strijden. En hij strijdt voor de waarheid tegen elke dwaling in tientallen breed opgezette wer ken, in honderden brieven en preeken. Zoo toonde zich de Kerk der eerste eeuwen op verschillende wijze als de strij dende Kerk van Christus. Spr. besloot met een oproep, vooral tot de studenten, om zich ware leden te too- nen van de strijdende Kerk, door te getui gen voor de waarheid van den Godsdienst en op te komen voor de katholieke begin selen en te leven volgens het geloof. Juist aan de eigen katholieke universiteit heb ben zij de gelegenheid, zich alzijdig te vor men tot menschen van overtuiging, tot leekenapostelen, tot strijders voor God en zijn heilige Kerk, maar ook: voor vader land en vorstenhuis. „Die belangen vallen samen. Ware strijders voor de eer en de rechten van God zijn ook goede, solidair voelende vaderlanders en trouwe aanhangers van Haar, die openlijk steeds God er kent en op zijn schutse steunt". Spr. sloot: „Vertrouwend op den steun van den God van sterkte, op de eeuwige wijsheid en de oneindige liefde gaan wij een nieuwe periode tegemoet". BINNENLAND KATHOLIEKE FILMACTIE. U heeft Zaterdagavond de „Lichtba kens" van den bekenden radiopriester Henri de Greeve beluisterd? En u zijt overtuigd geworden, dat ook u, als mensch van dezen tijd, verplicht zijt mee te wer ken aan de oplossing van het moderne probleem van de goede film? De aange wezen weg daartoe is u aan te sluiten bij de door het Hoogwaardig Nederlandsch Episcopaat ingestelde Katholieke Film- Actie. Schrijf nog heden een briefkaart naar het Centraal Bureau van deK.F.A. te Den Bosch met de vermelding: Ik wensch lid te worden van de „Werk voor de Goede Film" en u ontvangt nadere inlichtingen. „Het „Werk voor de Goede Film" is de door den Paus warm aanbevolen Stichting, welke tot doel heeft alle principieele strijders vóór de goede en tegen de slech te film in één organisatie te vereenigen, opdat zóó door de georganiseerde vraag naar de goede füm het aanbod ook van zelf zal komen. De bedoeling is, dat alle principieele voorstanders van de goede film zich als lid laten inschrijven, dus niet enkel het hoofd van het gezin maar alle volwassen gezinsleden. Zóó zal het door Paus en Bisschoppen gewilde Legioen van strij ders voor de goede film gevormd worden. Het adres van het „Werk voor de Goe de Film" is: Centraal Bureau K. F. A., Nieuwstraat 24, Den Bosch. KARL KAUTSKY OVERLEDEN Hedenochtend is te Amsterdam overleden de vroegere Oostenrijksche econoom en po liticus Karl Kautsky, die reeds eenige we ken ernstig ziek was. Karl Kautsky is juist gisteren 84 jaar geworden. Karl. Johann Kautsky werd op 16 October 1854 te Praag geboren. Van 1874 tot 1878 studeerde hij te Weenen geschiedenis en wijsbegeerte, waarna hij zich twee jaar la ter te Zürich als schrijver vestigde. Hier verbleef hij hoofdzakelijk om stu dies te schrijven over het wetenschappelijke en practisch socialisme. In 1833 richtte hij de socialistische revue „Die Neue Zeit" op, welke te Stuttgart ver scheen en door Kautsky enkele jaren te Londen en later te Berlijn werd geredi geerd. Karl Kautsky heeft zich vooral als vurig volgeling van Karl. Marx, met wien hij per soonlijk bevriend was, en Friedrich Engels, naam verworven. Reeds als student sloot hij zich bij de sociaal-democratie aan. Hij kantte zich scherp tegen het revisionisme van Bern stein. Na den wereldoorlog, in 1919, werd Kautsky als Duitsch staatssecretaris be last met een onderzoek naar de oorzaken van den wereldoorlog. Vele bekende werken verschenen van zijn hand. Bij de opkomst van het nationaal-socialis- me in 1931 verliet Karl Kautsky de Duit- sche hoofdstad om zich te Weenen te vesti gen. De aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland in Maart van dit jaar was oor zaak, dat Kautsky ook Weenen vaarwel zegde. Hij vertrok voor enkele dagen naar Praag, vanwaar hij zich naar Nederland begaf en zich te Amsterdam vestigde. Kautsky heeft de socialistische lectuur met een groot aantal wetenschappelijke werken verrijkt. Te Weenen begon hij aan zijn gedenk schriften te werken, welke arbeid hij te Amsterdam voortzette. Dit nummer beslaat uil vier bladen. mT=m- VOORNAAMSTE NIEUWS Bullen-and De vier mogendheden hebben op het beroep van Hongarije partijen naar de conferentie taf el terug verwezen. (2de blad). Gemeenteraadsverkiezingen in België. (2de blad). Een waarschuwing van Churchill tegen het gevaar der dictaturen. (2de blad). Polen kan slechts op zichzelf rekenen, zegt Poolsch minister. (2de blad. In Zuid-China zou een cholera-epidemie heerschen. (2de blad). Binnenland Overleden is de zeereerw. heer pastoor J. Filbry te Hillegersberg (2e blad). Lustrum-viering R.K. Universiteit te Nij megen (1ste blad). Vandaag is de ARKA in Den Haag bijeen gekomen (le blad). Te Amsterdam is de bekende Oostenrijk sche socialist Karl Kautsky overleden (le blad). Zilveren jubileum van Dekkerswald (le blad). Sporl en Wedstrijden VOETBAL: In de IVCB-competitie wis ten Lisse en Blauw-Zwart te winnen, DOSR speelde geluk tegen Leonidas; nederlagen voor SJC, Teylingen, VVL en VGP. De strijd om de leiding in de eerste klasse DHVB tusschen DOCOS en AVV duurt voort. In den KNVB is de grootste ver rassing, dat Ajax door DOS werd geklopt. UVS en ASC wonnen, Lugdunum speel de gelijk. (4e blad.). HOCHEY: In het vierlanden toumooi te Amsterdam speelden Nederland en Duitsch land in de finale gelijk. (4e blad.). ATHLETIEK: De Fin Nikkanen vestigde een nieuw wereldrecord speerwerpen met een worp van 78.80 M. (4e blad.). DAMMEN: Raichenbach won de elfde partij, de twaalfde werd weer remise. (3e blad.). Z.K.H. PRINS BERNHARD WOONT LUSTRUMVIERING DER PADVINDERS VEREENIGING NEDERLAND BIJ. Op zeer feestelijke wijze vierde de Pad- vindersvereeniging Nederland Zaterdag in een algemeene ledenbijeenkomst in het ge bouw der A.M.V.J. te Amsterdam haar eerste lustrum, een lustrumviering, die bij zondere luister werd bijgezet door de aan wezigheid van Z.K.H. Prins Bernhard, Ko ninklijk Commissaris der Nederlandsche padvinders. Even over 8 uur verscheen Z.K.H. Prins Bernhard, de Koninklijke Commissaris der Nederlandsche padvinders, aan het gebouw, waar hij ontvangen werd door raad van bestuur der P.V.N. en hunne gasten, met wie Z.K.H. zich eenig en tijd in een zijver trek onderhield. Om kwart over 8 trad Z.K.H., gevolgd door dit gezelschap de groote zaal binnen, die zich inmiddels gevux-d had met een 300- tal leiders, leidsters en voortrekkers, be nevens leden van plaatselijke besturen der P.V.N. De Prins, die gekleed was in pad vindersuniform, werd begroet met het pad vinderslied „Hoort, zegt het voort", dat staande door alle aanwezigen met volle borst werd gezongen. De voorzitter der P.V.N., ingenieur C. Beets, hield allereerst een korte feestrede. Met groote voldoening getuigde spr. van de vriendschappelijke en padvinderlijke ver houding, welke nu reeds lang tusschen de hoofdleiders van de P.V.N. met die der andere Nederlandsche padvindersvereeni- gingen bestaat. Spr. eindigde met een woord van warme erkentelijkheid aan Z.K.H. Prins Bernhard die als Koninklijk Commissaris der Neder landsche padvinders op dezen feestavond jongens en leiders der P.V.N. de eer en de vreugde van zijne tegenwoordigheid schonk. Nadat de voorzitter onder daverend ap plaus van zijn vele jeugdige toehoorders zijn hooggestemde herdenkingsrede had be ëindigd, werd een zeer welvoorzien pro gramma afgewerkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1