Plechtige Uitvaart en Begrafenis ZATERDAG 15 OCTOBER 193» DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 van den Hoogeerw. Heer J. M. Hellegers, Deken van Alphen aan den Rijn Onder klokgelui is de Deken zijn kerk binnengegaan. Geen feestelijk beieren, als van spelende en juichende kinderen, bij een zilveren pas- toorsfeest. Op loodzware wieken streek het donkere galmen van de doodsklok over de parochie Alphen. De geestelijkheid van het Dekenaat en de geloovigen van Alphen begaven zich ter kerke om den Deken te zienVoor het altaar. Geen bloemen en guirlandes hingen er, ter eere van zijn jnbileum. De kerk was in zware rouw gedompeld, de banieren waren met floers omhuld. In het priesterkoor, temidden van troos tend kaars-geflonker, lag het stoffelijk overschot van den goeden, grijzen herder opgebaard, de kist reeds gesloten en dicht geschroefd; de stool, het teeken van de priesterlijke waardigheid, en de zwarte bonnet erop neergelegd. De Deken was teruggekeerd, niet om be- feest, doch om begraven te worden. Het matte luiden van de klok riep reeds gistermiddag velen naar het kerk-plein, toen het stoffelijk overschot vanuit de pastorie naar de kerk werd gedragen: vóórop het kruis, de „standaard des konings", ons be moedigend en vermanend, dat de dood geen neergang is, doch zegepraal. De parochiegeestelijkheid, pastoor J. F. Lips, leden van kerk- en armbestuur, bege leidden de lijkkist, die onder liturgisch ge bed voor het hoogaltaar werd neergezet. De schoolkinderen, al die kinderen, voor wie de Deken zoo vaderlijk en vriendelijk bezorgd is geweest, waren de eersten, die bij de lijkbaar kwamen bidden. Den geheelen :.~middag bleven de paro chianen in- en uitgaan, als een vreemde re ceptie bij den stillen doode. Toen gisteravond de Metten werden in gezet, vulde zich het kerkgebouw met deel nemende parochianen. De menigte zweeg, terwijl priesters en koor beurtelings de Met ten zongen. De hartelijke, ontroerde gene genheid van allen, in géén feestlied ver tolkt, vouwde zich in breede plooien over de kleine kist als een zilveren feestge schenk van groote dankbaarheid. Agens bij deze plechtigheid was de zeer- eerw. heer J. G. Onel, pastoor van Roelof- arendsveen; als diaken fungeerde de wel- eerw. heeren R. Reynen, rector van het St. Elisabeth-gesticht te Leiden en J. N. Kos- sen, kapelaan te Heemstede. Cantores waren de weleerw. heeren C. M. Broers en M. van Stee, kapelaans der parochie. In het priesterkoor hadden o.m. plaats genomen de hoogeerw. heeren Mgr. J. J. J. Noordman, hoofdaalmoezenier, Deken A. H. M. J. Homulle, uit Leiden, de zeereerw. heeren rector G. Huibers uit Bodegraven, Th. W. Loomans, pastoor te Den Hoorn, J. van Kampenhout, pastoor te Meye en Zeg veld, A. A. I. van Leipzig, pastoor te Den Beemster, H. L. J. M. Sondaal rector te Oegstgeest, P. M. Verhoofdstad, kapelaan te Leiden, J. G. Rutten, kapelaan te Hille- gersberg, pater Adelbert van der Putte O.P. uit Nijmegen en nog vele pastoors en kape laans uit het Dekenaat. Wie van de parochianen zich vrij kon ma ken, begaf zich op dezen morgen ter kerke, om den overleden herder op christelijke wijzen de „laatste eer" te betoonen: door het plechtig offer voor de ruste zijner ziel méde op te dragen en te bidden aan zijn graf. Bij de Lauden was agens de zeereerw. heer P. J. Aarts, pastoor te Amsterdam, diaken de weleerw. heer C. M. Klaver, ka pelaan der parochie, en J. A. Koopmans, kapelaan te Schiedam; als ceremoniarius fungeerde de zeereerw. heer J. F. Lips, pas toor van Hoogmade. De plechtige H. Mis van Requiem werd opgedragen door den hoogeerw. heer A. H. J. M. Homulle, deken van Leiden, geassis teerd door kapelaan Klaver als diaken en kapelaan Koopman als sub-diaken. Op de zij-altaren werden de H. Missen op gedragen door de weleerw. heeren H. Son daal en pater A. van der Putte, O. P. Onder de bijna honderd priesters, die de plechtigheid bijwoonden, waren Z.D.H Mgr. H. J. M. Taskin, proost van het Kathe draal Kapittel, Deken E. P. Rengs uit Alk maar, Deken J. A. W. Borsboom, uit Noord- wijk, de zeereerw. heeren Krook en de Vo gel, beiden rustend pastoor, klasgenooten van den overledene, pastoor Th. M. Beukers uit Leiden, de pastoors en vele kapelaans van het Dekenaat, en aangrenzende gemeen ten; de zeereerw. paters F. M. Megens, pas toor te Woerden en M. Broersen, gardiaan van het Franciscaner-klooster aldaar, de zeereerw. heer H. W. Agterof, secretaris van het Bisdom, verscheidene eerw. heeren uit Alphen geboortig, oud-kapelaans der pa rochie en vrienden van den overledene. In de kerk waren o.m. aanwezig de bur gemeester, de edelachtb. heer P. A. Colijn, de beide wethouders, de heeren G. M. Hern- green en W. J. Sprey en de gemeente-secre taris mr. F. A. Helmstrijd, het kerk- en arm bestuur en deputaties van alle katholieke vereenigingen. Het zangkoor voerde uit de Requiem-mis van Perosi. Nadat de H. Mis was opgedragen heeft Z.D.H. Mgr. H. J. M. Taskin de lijkrede uit gesproken. De lijkrede. Memento praepositorum vestrorum qui vobis locuti sunt verbum Dei, quorum in- tuentes exitum conversationis imitamini fidem. Bewaart de herinnering aan uwe overhe den, die u het woord Gods verkondigd heb ben; houdt voor oogen hoe zij zijn heen gegaan en volgt hen na in hun geloof. Hebr. 13, 7. Deze plechtigheid is een geheel andere dan die welke wij ons gedacht hadden in de maand September met den Deken te vieren bij zijn zilveren jubilé van pastoor dezer parochie en deken van het district Alphen. Alle toebereidselen warén ge maakt: de feestplannen waren, bekend ge maakt, toen de Deken plotseling op het ziekbed werd geworpen, en wegens drin gend noodzakelijk operatief ingrijpen uit ons midden werd weggevoerd. Weken lang hebben we gezweefd tus- schen hoop en vrees en biddend onze han den opgeheven tot God. En ja. eindelijk schoot een lichtstraal van hoop door de duisternis: 1.1. Maandag kwam er een keerpunt ten goede; en Dins dag leefde ieder in de meening dat de ziekte zich voor goed op genezing had in gesteld. Doch op 4.en avond van dien dag sloeg het uur van den Zoon des menschen, dat niemand toen verwachtte: Jezus kwam en wenkte zijn trouwen dier ar Hem te vol gen; zijn ziel steeg op naar God. En ons bleef alleen zijn stoffelijk omhul sel. Bedroefd, eerbiedig hebben wij het neer gelegd op de baar, het teruggevoerd naar het huis waar hij 25 jaren gewoond had; het neergezet hier voor het altaar, om het aanstonds uit te dragen en bij te zetten in het priestergraf. Hoe is alles geheel anders uitgekomen dan wij ons hadden voorgesteld! In plaats van een feestelijken intocht een droeve lijkstoet. Deze kerk niet behangen met feestguirlanden en bloemfestoenen, maar in somber donker rouwfloers gehuld. In plaats van jubelzangen het droevig be klemmende „Dies irae": in plaats van het triomfale danklied „Te Deum laudamus" de smeekende verzuchting „Pie Jesu Domi- ne: goede Jezus, geef hem de eeuwige rust". Ach, hoe onzeker en ij del is het spel van de plannen der menschen. Gods hand heeft ze weggevaagd als een spinrag. Hoog bo- van al dit menschengebeuren staat God, de Heer van leven en dood, die met vader lijke wijsheid en goedheid het levenslot van iederen mensch in handen houdt en bestiert. Daarom, hoe hard ook de slag is, die ons getroffen heeft, wij mogen niet morren, wij moeten óns onderwerpen: wij moeten Gods DE LIJKKIST, GEDEKT MET STOOL EN BONNET, VOOR HET HOOGALTAAR OPGE EAARD. heiligen aanbiddelijken wil zegenen, hem moedig, zelfs blij aanvaarden, zooals ook onze overleden Deken als man van geloof en godsvertrouwen hem aanvaard heeft. Voor deze heilzame beschouwing vraag ik eenige oogenblikken uwe aandacht, en koos ik als tekstwoorden de vermaning van den Apostel Paulus tot de Hebreeuwsche Christenen: „Bewaart de herinnering aan hen, die u het woord Gods verkondigd heb ben, houdt voor oogen hoe zij zijn heenge gaan uit dit leven en weest hunne navol gers in het geloof". Inderdaad, deze woorden, die ik tot mijn verrassing ook op het bidprentje zag afge drukt, durf ik bij deze droevige plechtig heid toe te passen op u, parochianen van den overleden Herder. Bewaart de herinne ring aan Deken Hellegers, die u het woord Gods heeft gepredikt; vooral houdt voor oogen en prent diep in uw geheugen hoe hij is heengegaan uit dit leven, en volgt hem na in zijn geloof. Bewaart de herinnering aan hem, die ge durende 25 jaren hier op deze plaats u het woord Gods heeft verkondigd. Van nature bezat hij de gave van welsprekendheid: en hij wist deze gave te benutten, om de ge loofswaarheden en de hieruit voortvloeien de christelijke plichten in zulk een taal en vorm te gieten, dat gij gaarne naar hem luisterdet. Zonder aanzien des persoons hield hij aan allen de waarheid voor, als een spie gel, opdat gij, daarin schouwende, uw eigen beeld daarmee kondet vergelijken: r jit verzweeg hij wat hij nuttig of noodig meende te moeten zeggen met het oog op uw zieleheil en uw waarachtig geluk. Bewaart zijn lessen in uw hart en haait ze nog dikwijls dankbaar op in uw herin nering, nu de dood zijn mond voor altijd heeft gesloten. Doch boven alles onthoudt de les die hij u gegeven heeft bij zijn uit gang uit dit leven. Zijn ziekte en zijn sterven onder deze tragische omstandigheden zijn een krach tige en indrukwekkende predikatie, die gij nooit moogt vergeten. Wij weten het allen, zeer gaarne had hij zijn zilveren jubilé op luisterrijke wijze willen vierep; en zijn plotselinge ziekte was eerst, ook voor hem, een pijnlijke te leurstelling. Was dit een trek van eerzucht of ijdel- heid in hem? Neen, dit zij verre. Hij zocht den lof der menschen niet. Maar hij voelde zich een met u, hij hield van u, als een va der was hij bezorgd voor u; om uwentwille, om uw geloof en uw godsdienstzin te ver sterken, om den band tusschen u en de Kerk, tusschen u en uwe priesters nauwer aan te halen, daarom heeft hij aan de plan nen der feestviering zijn goedkeuring wil len hechten. Zoo begrijpen wij, dat het ook voor hem een pijnlijke teleurstelling was, toen het feest moest worden afgelast. Maa~ van den beginne af heeft hij dit offer met den moed des geloofs gebracht, en aanstonds was hij geheel overgegeven aan Gods H. Wil. Meermalen heb ik hem tijdens zijn ziekte bezocht, en van het eerste bezoek af was ik gesticht door zijn volkomen gelatenheid en zijn blijmoedige overgave te midden van de pijnlijke ongemakken die zijn ziek- t meebracht. Toen ik over de feestviering sprak was zijn antwoord: „God heeft het zoo beschikt: de glorie van het feest zou niet goed voor mij geweest zijn". Hij begreep zijn toestand en de onwaarschijnlijkheid van zijn herstel volkomen. „Ach, zeide hij, ik ben bereid te sterven; het leven is mij niets meer. Mocht God mij nog het leven laten, 't is mij ook goed; Zijn H. Wil geschiede". Ziet, dit is de laatste predikatie die uw pastoor tot u heeft gehouden: in woorden, maar n meer in daden krachtig, en waard om nooit vergeten te worden. En ik vermaan u dringend met de woorden van den Apostel: Houdt voor oogen hoe hij vin u is heengegaan, en vc? t hem na in zijn geloof. Zoo dikwijls bij het zwaar en moeilijk hebt, zoo vaak gij zucht onder teleurstel ling en tegenspoed, denkt dan aan hem, die, toen hij de feestvreugde verwachtte, den dood zag verschijnen ,en zich geheel overgaf aan de bestiering van Gods Voor zienigheid. Troost en sterkt u door zijn voorbeeld; weest zijne navolgers, gelijk hij de navol ger van Christus was, die ook, toen de dood Hem kwam besluipen tot den Vader bad: niet mijn wil geschiede maar de Uwe. Alles prijsgevend wat hem aan dit leven bond, zag hij in den dood den overgang tot het ware leven, waarin de hemelsche vreug de hem toelachte en de vervulling van alle wenschen hem toewenkte. Hij wist in wien hij geloofde, en hij ver wachtte de kroon, die de Rechtvaardige Rechter hem zou geven, omdat hij het ge loof bewaard had, en het al de jaren van zijn priesterschap had verkondigd. Ja, dit voorbeeld moet ge voor oogen houden en er voortdurend aan terugdenken. Het zal u meer deugd doen dan de her innering, die ge zoudt hebben gehouden, indien hij bij u gebleven zou zijn, en met u zijn feest zoudt gevierd hebben. Ten slotte wij hebben aan hem een tol van dankbaarheid te betalen. Bidden we tot God voor de rust zijner ziel. Open, o Heer, voor uwen dienaar Joan nes de deur des levens: laat uwe engelen en heiligen hem tegemoet treden en zijn ziel binnenleiden in de verblijven der eeuwige vreugde. Amen. Hierna werd door den Deken van Lei den de absoute verricht, met dezelfde as sistentie als bij de H. Mis. Met groote staatsie werd het stoffelijk overschot grafwaarts gedragen, begeleid door de lange reeks van geestelijken, door het gemeentebestuur en door de vereeni- gings-afgevaardigden met hun omfloerste vaandels. Jongens van de Kruisvaart zorgden bui ten de kerk voor de afzetting. Terwijl koor en geestelijkheid troost- HET STOFFELIJK OVERSCHOT VAN D EN DEKEN WORDT DE KERK BINNEN GEDRAGEN. Missie-Zondag 23 Oct. De taak der achterhoede in ons leger. Het geldt thans het onmetelijk leger, waarvan Mgr. Constantini als secretaris der Propaganda Fide het vorige jaar sprak: „De Missionarissen in de wereld vor men een enkel corps, één onmetelijk le ger. De oppergeneraal daarvan is de Paus, die Zijn orders geeft door middel van Zijn twee H. Congregaties: de Propaganda Fi de en die der Oostersche Kerk; de bis schoppen zijn de generaals, die over hun eigen troepen bevelen en hun gezag uit oefenen in de verschillende bisdommen en apostolische vicariaten; de missionarissen zijn in verschillende rangorde de soldaten, en de religieusen zijn de ziekenverpleeg sters. Dit onmetelijk leger is blijvend in beweging en met de achterhoede in ver band door middel van een intendance- en leeftochtdienst, die alles naar het front stuurt wat noodig is voor het leven en werken der missionarissen". Lezer: in die achterhoede behoort ieder Katholiek thuis met de daad van zijn steunend gebed en zijn geoffer- den munt. Daarom wordt Katholiek Nederland weer opgeroepen tot die daad, nu de Missie-Zondag van 23 October nadert. Het is voor den twaalfden keer dat op verlangen van onzen „Misiepaus" dien Mis- Zondag wordt georganiseerd over ge heel de wereld als een „Dag van gebed en propaganda voor de Missiën". Wat wij thans van onze Nederlandsche geloofsgenooten verhopen? Dat allen zon der uitzondering zullen meedoen op 23 Oc tober; niemand onttrekke zich aan 's-Pau- sen oproep, maar een ieder stelle zich in de achterhoede om met de geestelijke gave gebed en de stoffelijke gave van zyn geld den intendance- en leeftochtsdienst zoo groot en sterk mogelijk te maken. In het katholieke geloof erkennen wij de grootste schat van ons aardsche leven; de beleving van dat geloof is onze kracht en de bron van blijvend geluk in alle ver anderende levensomstanigheden; onze te vredenheid wordt tot een zekere bevredi ging, omdat wij ons genadeleven beschou wen mogen als de gezonde kiem van ons eindeloos glorieleven. Ook in de Misiselanden moet dat geloof als een warmende zon gaan lichten over de geesten en harten der heidenen. De Missionarissen wijden er hun beste krachten aan, rekenend op aller steun. De naderende Misie-Zondag moet naar 's Pau sen bedoeling daartoa bijdragen: geheel de katholieke wereld zal bidden en offeren voor geheel de heidenwereld. Katholiek Nederland zal niet achterblij ven. Lezer: dank voor het bezit van uw ge loof zal u doen medewerken. Meer nog zal de liefde u doen plaats nemen in de steu nende achterhoede van het groote Missiele- ger, want de liedfewet kenmerkt ons ka tholicisme. „Wij behoeven niet met veel woorden uit te leggen, hoe verre het afwijkt van de liefde, waarin wij God en alle menschen moeten omvatten, indien leden van Chris tus' schaapstal hoegenaamd geen zorg zou den hebben voor anderen, die ongelukkig daar buiten dwalen", zegt ons onze regee- rende Paus. Katholieken van Nederland: De Missie- Zondag van 23 October zij dan uw Missie dag. Houdt als achtterhoede contact met het strijdende corps der missionarissen. Boven het geheel van vóór en achterhoede wap pert en klappert de banier van Koning Christus, Wien de strijd geldt en in Wien wij allen één zijn. Bidt dan en offert uw gave, opdat de Paus als oppergeneraal ontvangen zal, al les wat aan het front noodig is voor het leven en werken der Missionarissen. Zoo zien straks in de groeiende eenheid ook de heidenen op naar Christus' eenige koningsbanier. C. C. VAN DIJK, SI. Michielsgestel, Seminarie. rijke hymnen zongen, werd de kist ii het graf neergelaten. Nadat de geestelijkheid het kerkhof had® verlaten defileerden de schoolkinde ren langs het open graf en vervolgens kwamen de parochianen in dichten drom om een laatste blik te werpen op het stoffelijk overschot van den hoogeer waarden heer Joannes Michael Hellegers, eens deken en pastoor te Alphen aan den Rijn. Leiden JUBILEA IN HET GROOT. Huldigingsavond N.Z.H.T.M.-personeel. Het was gisteravond groot feest in de Stadsgehoorzaal! Feestfanfares, van waardeering-getuigende speeches en ge-. zonde humor wisselden elkander in bonte volgorde af en zorgden er voor, dat toen de avond nog maar goed en wel was begonnen, er een stemming heerschte, die volkomen beantwoordde aan het doel, dat voor oogen stond: huldiging van een groot aantal leden van het N.Z.H.T.M.-personeel, dat vij-f- en-twintig of meer dienstjaren heeft. Het is ongetwijfeld een goede gedachte geweest om ten einde deze jubilea recht feestelijk en hartelijk te vieren een jubi leumfonds op te richten, welk fonds nu juist tien jaar bestaat. Zoo was het giste ren al jubilea wat de klok sloeg. Voor wat het jubileum van het „Jubileumfonds" be treft kan hier megedeeld worden, dat dit fonds in de tien jaar van zijn bestaan vruchtbaar heeft gewerkt en in niet gerin ge mate heeft bijgedragen tot de algemeene feestvreugde van het gansche personeel der N. Z. H. T. M. Niet minder dan 237 ju bilarissen zijn van 1929 tot en met 1938 „bejubeld", waarvan 221 25 -jarige, 15 40- jarige en 1 50-jarige. Dit heeft even zoo veel geschenken heteekent, waarbij nog ge voegd moet worden een ongeveer gelijk aantal bloemstukken alsmede zeventien afscheidsgeschenken. Hiervoor is noodig geweest de eerbiedwaardige som van meer dan 14.000, welk bedrag nog vermeer derd kan worden met de kosten van acht tien huldigingssamenkomsten, waarvan het deel van het Jubileumfonds kan vastgesteld worden op ruim 5000. Maar keeren wij terug tot onze jubilaris sen, de wakkere mannen van „De Blauwe", mede voor gezorgd hebben, dat zoo wel locale- als interlocale diensten met een regelmaat als van een klok konden worden uitgevoerd, uitgezonderd dan het vaak lan ge wachten voor den onder ons als Leide- naars „beruchten" overweg. Maar dit ligt geheel buiten hun schuld. Zij doen en de den hun best en paren voorkomendheid aan de meest gewenschte service. Daar voor verdient op deze plaats het gansche N.Z.H.T.M.-personeel, maar de jubilaris sen van heden in het bijzonder, een woord van hulde en dank. Tegen acht uur traden de jubileerende .mannen van de tram" vergezeld van hun echtgenooten de groote feestzaal binnen waar een dankbaar en feestelijk gestemd gezelschap hun onder de klanken van een feestmarsch geestdriftig verwelkomde. Als allen de voor hen bestemde plaat sen hebben ingenomen sprak de voorzit ter van de huldigingscommissie, de heer A. van Breda het welkomstwoord uit. In het bijzonder richtte hij zich tot de directie, de jubilarissen en de afgevaardigden van vak- vereenigingen. Het bestuur van het Je- bileumfonds dankte spr. voor de vele werk zaamheden, die het in de tien jaar van zijn bestaan heeft gedaan. In aansluiting hierop voerde de voorzit ter van het Jubileumfonds, de heer J. IJsendijk het wooard, die zich allereerst tot de jubilarissen wendde en hun geluk- wenschte met hun jubileum. In het kort zette spr. nog het doel van het Jubileum fonds uiteen. Spr. betreurde het, dat nog enkelen buiten de rij staan van hen, die nu al vele jaren spontaan daarvan lid zijn. Een voorname eigenschap van dit fonds is, dat het de harmonie onder de leden sterk aankweekt. Namens het bestuur dankte spr. de directie, den adviseur mr. Immink, den heer Mulle, de Voorbereidingscommissie, de beide N. Z. H.-muziekkorpsen en ten slotte alle leden voor den steun en mede werking in den loop der tien jaar bewe zen. Onder hartelijk applaus betrad de direc teur der N. Z. H. T. M., ir. W. J. Burgers- dijk het podium. In een geestig speech je wekte spr. op trouw te blijven aan de saam- hoorigheid wardoor Jubileumfonds en Maatschappij er wel bij varen. Na dit min of meer officieele gedeelte werd het doek gehaald voor de „vier" Tho- len en van Lier, welk gezelschap in een minimum van tijd een maximum aan ge zelligheid en humor opdischte. Met een ca baret-revue „Extra tijding" brachten zij een aaneenschakeling van vroolijke grap pen en kostelijke humor. Het duurde dan ook niet lang of een „leinende en een tot elk oogenblik bereid zijnde meezingende zaal" brachten zij tot vol enthousiasme. Hier gold: met Tholen en van Lier hon derd procent pleizier. Een bal met uitstekende jazz-muziek van „The Blue Rhytm Boys en onder leiding van den heer W. F. van Wijk bracht diep na middarenacht het einde aan een welge slaagde en een in alle opzichten prettig verloopen feestviering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5