Plechtige Uitvaart en Begrafenis
ZATERDAG 15 OCTOBER 193»
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
van
den Hoogeerw. Heer J. M. Hellegers,
Deken van Alphen aan den Rijn
Onder klokgelui is de Deken zijn kerk
binnengegaan.
Geen feestelijk beieren, als van spelende
en juichende kinderen, bij een zilveren pas-
toorsfeest.
Op loodzware wieken streek het donkere
galmen van de doodsklok over de parochie
Alphen.
De geestelijkheid van het Dekenaat en de
geloovigen van Alphen begaven zich ter
kerke om den Deken te zienVoor het altaar.
Geen bloemen en guirlandes hingen er,
ter eere van zijn jnbileum.
De kerk was in zware rouw gedompeld,
de banieren waren met floers omhuld.
In het priesterkoor, temidden van troos
tend kaars-geflonker, lag het stoffelijk
overschot van den goeden, grijzen herder
opgebaard, de kist reeds gesloten en dicht
geschroefd; de stool, het teeken van de
priesterlijke waardigheid, en de zwarte
bonnet erop neergelegd.
De Deken was teruggekeerd, niet om be-
feest, doch om begraven te worden.
Het matte luiden van de klok riep reeds
gistermiddag velen naar het kerk-plein, toen
het stoffelijk overschot vanuit de pastorie
naar de kerk werd gedragen: vóórop het
kruis, de „standaard des konings", ons be
moedigend en vermanend, dat de dood geen
neergang is, doch zegepraal.
De parochiegeestelijkheid, pastoor J. F.
Lips, leden van kerk- en armbestuur, bege
leidden de lijkkist, die onder liturgisch ge
bed voor het hoogaltaar werd neergezet.
De schoolkinderen, al die kinderen, voor
wie de Deken zoo vaderlijk en vriendelijk
bezorgd is geweest, waren de eersten, die
bij de lijkbaar kwamen bidden.
Den geheelen :.~middag bleven de paro
chianen in- en uitgaan, als een vreemde re
ceptie bij den stillen doode.
Toen gisteravond de Metten werden in
gezet, vulde zich het kerkgebouw met deel
nemende parochianen. De menigte zweeg,
terwijl priesters en koor beurtelings de Met
ten zongen. De hartelijke, ontroerde gene
genheid van allen, in géén feestlied ver
tolkt, vouwde zich in breede plooien over
de kleine kist als een zilveren feestge
schenk van groote dankbaarheid.
Agens bij deze plechtigheid was de zeer-
eerw. heer J. G. Onel, pastoor van Roelof-
arendsveen; als diaken fungeerde de wel-
eerw. heeren R. Reynen, rector van het St.
Elisabeth-gesticht te Leiden en J. N. Kos-
sen, kapelaan te Heemstede.
Cantores waren de weleerw. heeren C.
M. Broers en M. van Stee, kapelaans der
parochie.
In het priesterkoor hadden o.m. plaats
genomen de hoogeerw. heeren Mgr. J. J. J.
Noordman, hoofdaalmoezenier, Deken A. H.
M. J. Homulle, uit Leiden, de zeereerw.
heeren rector G. Huibers uit Bodegraven,
Th. W. Loomans, pastoor te Den Hoorn, J.
van Kampenhout, pastoor te Meye en Zeg
veld, A. A. I. van Leipzig, pastoor te Den
Beemster, H. L. J. M. Sondaal rector te
Oegstgeest, P. M. Verhoofdstad, kapelaan
te Leiden, J. G. Rutten, kapelaan te Hille-
gersberg, pater Adelbert van der Putte O.P.
uit Nijmegen en nog vele pastoors en kape
laans uit het Dekenaat.
Wie van de parochianen zich vrij kon ma
ken, begaf zich op dezen morgen ter kerke,
om den overleden herder op christelijke
wijzen de „laatste eer" te betoonen: door
het plechtig offer voor de ruste zijner ziel
méde op te dragen en te bidden aan zijn
graf.
Bij de Lauden was agens de zeereerw.
heer P. J. Aarts, pastoor te Amsterdam,
diaken de weleerw. heer C. M. Klaver, ka
pelaan der parochie, en J. A. Koopmans,
kapelaan te Schiedam; als ceremoniarius
fungeerde de zeereerw. heer J. F. Lips, pas
toor van Hoogmade.
De plechtige H. Mis van Requiem werd
opgedragen door den hoogeerw. heer A. H.
J. M. Homulle, deken van Leiden, geassis
teerd door kapelaan Klaver als diaken en
kapelaan Koopman als sub-diaken.
Op de zij-altaren werden de H. Missen op
gedragen door de weleerw. heeren H. Son
daal en pater A. van der Putte, O. P.
Onder de bijna honderd priesters, die de
plechtigheid bijwoonden, waren Z.D.H
Mgr. H. J. M. Taskin, proost van het Kathe
draal Kapittel, Deken E. P. Rengs uit Alk
maar, Deken J. A. W. Borsboom, uit Noord-
wijk, de zeereerw. heeren Krook en de Vo
gel, beiden rustend pastoor, klasgenooten
van den overledene, pastoor Th. M. Beukers
uit Leiden, de pastoors en vele kapelaans van
het Dekenaat, en aangrenzende gemeen
ten; de zeereerw. paters F. M. Megens, pas
toor te Woerden en M. Broersen, gardiaan
van het Franciscaner-klooster aldaar, de
zeereerw. heer H. W. Agterof, secretaris
van het Bisdom, verscheidene eerw. heeren
uit Alphen geboortig, oud-kapelaans der pa
rochie en vrienden van den overledene.
In de kerk waren o.m. aanwezig de bur
gemeester, de edelachtb. heer P. A. Colijn,
de beide wethouders, de heeren G. M. Hern-
green en W. J. Sprey en de gemeente-secre
taris mr. F. A. Helmstrijd, het kerk- en arm
bestuur en deputaties van alle katholieke
vereenigingen.
Het zangkoor voerde uit de Requiem-mis
van Perosi.
Nadat de H. Mis was opgedragen heeft
Z.D.H. Mgr. H. J. M. Taskin de lijkrede uit
gesproken.
De lijkrede.
Memento praepositorum vestrorum qui
vobis locuti sunt verbum Dei, quorum in-
tuentes exitum conversationis imitamini
fidem.
Bewaart de herinnering aan uwe overhe
den, die u het woord Gods verkondigd heb
ben; houdt voor oogen hoe zij zijn heen
gegaan en volgt hen na in hun geloof.
Hebr. 13, 7.
Deze plechtigheid is een geheel andere
dan die welke wij ons gedacht hadden in
de maand September met den Deken te
vieren bij zijn zilveren jubilé van pastoor
dezer parochie en deken van het district
Alphen. Alle toebereidselen warén ge
maakt: de feestplannen waren, bekend ge
maakt, toen de Deken plotseling op het
ziekbed werd geworpen, en wegens drin
gend noodzakelijk operatief ingrijpen uit
ons midden werd weggevoerd.
Weken lang hebben we gezweefd tus-
schen hoop en vrees en biddend onze han
den opgeheven tot God.
En ja. eindelijk schoot een lichtstraal van
hoop door de duisternis: 1.1. Maandag
kwam er een keerpunt ten goede; en Dins
dag leefde ieder in de meening dat de
ziekte zich voor goed op genezing had in
gesteld.
Doch op 4.en avond van dien dag sloeg
het uur van den Zoon des menschen, dat
niemand toen verwachtte: Jezus kwam en
wenkte zijn trouwen dier ar Hem te vol
gen; zijn ziel steeg op naar God.
En ons bleef alleen zijn stoffelijk omhul
sel.
Bedroefd, eerbiedig hebben wij het neer
gelegd op de baar, het teruggevoerd naar
het huis waar hij 25 jaren gewoond had;
het neergezet hier voor het altaar, om het
aanstonds uit te dragen en bij te zetten
in het priestergraf.
Hoe is alles geheel anders uitgekomen
dan wij ons hadden voorgesteld! In plaats
van een feestelijken intocht een droeve
lijkstoet. Deze kerk niet behangen met
feestguirlanden en bloemfestoenen, maar
in somber donker rouwfloers gehuld. In
plaats van jubelzangen het droevig be
klemmende „Dies irae": in plaats van het
triomfale danklied „Te Deum laudamus"
de smeekende verzuchting „Pie Jesu Domi-
ne: goede Jezus, geef hem de eeuwige
rust".
Ach, hoe onzeker en ij del is het spel van
de plannen der menschen. Gods hand heeft
ze weggevaagd als een spinrag. Hoog bo-
van al dit menschengebeuren staat God, de
Heer van leven en dood, die met vader
lijke wijsheid en goedheid het levenslot
van iederen mensch in handen houdt en
bestiert.
Daarom, hoe hard ook de slag is, die ons
getroffen heeft, wij mogen niet morren, wij
moeten óns onderwerpen: wij moeten Gods
DE LIJKKIST, GEDEKT MET STOOL EN BONNET, VOOR HET HOOGALTAAR
OPGE EAARD.
heiligen aanbiddelijken wil zegenen, hem
moedig, zelfs blij aanvaarden, zooals ook
onze overleden Deken als man van geloof
en godsvertrouwen hem aanvaard heeft.
Voor deze heilzame beschouwing vraag
ik eenige oogenblikken uwe aandacht, en
koos ik als tekstwoorden de vermaning van
den Apostel Paulus tot de Hebreeuwsche
Christenen: „Bewaart de herinnering aan
hen, die u het woord Gods verkondigd heb
ben, houdt voor oogen hoe zij zijn heenge
gaan uit dit leven en weest hunne navol
gers in het geloof".
Inderdaad, deze woorden, die ik tot mijn
verrassing ook op het bidprentje zag afge
drukt, durf ik bij deze droevige plechtig
heid toe te passen op u, parochianen van
den overleden Herder. Bewaart de herinne
ring aan Deken Hellegers, die u het woord
Gods heeft gepredikt; vooral houdt voor
oogen en prent diep in uw geheugen hoe
hij is heengegaan uit dit leven, en volgt
hem na in zijn geloof.
Bewaart de herinnering aan hem, die ge
durende 25 jaren hier op deze plaats u het
woord Gods heeft verkondigd. Van nature
bezat hij de gave van welsprekendheid: en
hij wist deze gave te benutten, om de ge
loofswaarheden en de hieruit voortvloeien
de christelijke plichten in zulk een taal
en vorm te gieten, dat gij gaarne naar hem
luisterdet.
Zonder aanzien des persoons hield hij
aan allen de waarheid voor, als een spie
gel, opdat gij, daarin schouwende, uw
eigen beeld daarmee kondet vergelijken:
r jit verzweeg hij wat hij nuttig of noodig
meende te moeten zeggen met het oog op
uw zieleheil en uw waarachtig geluk.
Bewaart zijn lessen in uw hart en haait
ze nog dikwijls dankbaar op in uw herin
nering, nu de dood zijn mond voor altijd
heeft gesloten. Doch boven alles onthoudt
de les die hij u gegeven heeft bij zijn uit
gang uit dit leven.
Zijn ziekte en zijn sterven onder deze
tragische omstandigheden zijn een krach
tige en indrukwekkende predikatie, die gij
nooit moogt vergeten.
Wij weten het allen, zeer gaarne had hij
zijn zilveren jubilé op luisterrijke wijze
willen vierep; en zijn plotselinge ziekte
was eerst, ook voor hem, een pijnlijke te
leurstelling.
Was dit een trek van eerzucht of ijdel-
heid in hem? Neen, dit zij verre. Hij zocht
den lof der menschen niet. Maar hij voelde
zich een met u, hij hield van u, als een va
der was hij bezorgd voor u; om uwentwille,
om uw geloof en uw godsdienstzin te ver
sterken, om den band tusschen u en de
Kerk, tusschen u en uwe priesters nauwer
aan te halen, daarom heeft hij aan de plan
nen der feestviering zijn goedkeuring wil
len hechten.
Zoo begrijpen wij, dat het ook voor hem
een pijnlijke teleurstelling was, toen het
feest moest worden afgelast.
Maa~ van den beginne af heeft hij dit
offer met den moed des geloofs gebracht,
en aanstonds was hij geheel overgegeven
aan Gods H. Wil.
Meermalen heb ik hem tijdens zijn ziekte
bezocht, en van het eerste bezoek af was
ik gesticht door zijn volkomen gelatenheid
en zijn blijmoedige overgave te midden
van de pijnlijke ongemakken die zijn ziek-
t meebracht.
Toen ik over de feestviering sprak was
zijn antwoord: „God heeft het zoo beschikt:
de glorie van het feest zou niet goed voor
mij geweest zijn". Hij begreep zijn toestand
en de onwaarschijnlijkheid van zijn herstel
volkomen. „Ach, zeide hij, ik ben bereid
te sterven; het leven is mij niets meer.
Mocht God mij nog het leven laten, 't is
mij ook goed; Zijn H. Wil geschiede".
Ziet, dit is de laatste predikatie die uw
pastoor tot u heeft gehouden: in woorden,
maar n meer in daden krachtig, en
waard om nooit vergeten te worden. En ik
vermaan u dringend met de woorden van
den Apostel: Houdt voor oogen hoe hij vin
u is heengegaan, en vc? t hem na in zijn
geloof.
Zoo dikwijls bij het zwaar en moeilijk
hebt, zoo vaak gij zucht onder teleurstel
ling en tegenspoed, denkt dan aan hem,
die, toen hij de feestvreugde verwachtte,
den dood zag verschijnen ,en zich geheel
overgaf aan de bestiering van Gods Voor
zienigheid.
Troost en sterkt u door zijn voorbeeld;
weest zijne navolgers, gelijk hij de navol
ger van Christus was, die ook, toen de dood
Hem kwam besluipen tot den Vader bad:
niet mijn wil geschiede maar de Uwe.
Alles prijsgevend wat hem aan dit leven
bond, zag hij in den dood den overgang tot
het ware leven, waarin de hemelsche vreug
de hem toelachte en de vervulling van alle
wenschen hem toewenkte.
Hij wist in wien hij geloofde, en hij ver
wachtte de kroon, die de Rechtvaardige
Rechter hem zou geven, omdat hij het ge
loof bewaard had, en het al de jaren van
zijn priesterschap had verkondigd. Ja, dit
voorbeeld moet ge voor oogen houden en
er voortdurend aan terugdenken.
Het zal u meer deugd doen dan de her
innering, die ge zoudt hebben gehouden,
indien hij bij u gebleven zou zijn, en met
u zijn feest zoudt gevierd hebben.
Ten slotte wij hebben aan hem een tol
van dankbaarheid te betalen.
Bidden we tot God voor de rust zijner
ziel.
Open, o Heer, voor uwen dienaar Joan
nes de deur des levens: laat uwe engelen
en heiligen hem tegemoet treden en zijn
ziel binnenleiden in de verblijven der
eeuwige vreugde. Amen.
Hierna werd door den Deken van Lei
den de absoute verricht, met dezelfde as
sistentie als bij de H. Mis.
Met groote staatsie werd het stoffelijk
overschot grafwaarts gedragen, begeleid
door de lange reeks van geestelijken, door
het gemeentebestuur en door de vereeni-
gings-afgevaardigden met hun omfloerste
vaandels.
Jongens van de Kruisvaart zorgden bui
ten de kerk voor de afzetting.
Terwijl koor en geestelijkheid troost-
HET STOFFELIJK OVERSCHOT VAN D EN DEKEN WORDT DE KERK BINNEN
GEDRAGEN.
Missie-Zondag 23 Oct.
De taak der achterhoede in ons leger.
Het geldt thans het onmetelijk leger,
waarvan Mgr. Constantini als secretaris
der Propaganda Fide het vorige jaar
sprak:
„De Missionarissen in de wereld vor
men een enkel corps, één onmetelijk le
ger. De oppergeneraal daarvan is de Paus,
die Zijn orders geeft door middel van Zijn
twee H. Congregaties: de Propaganda Fi
de en die der Oostersche Kerk; de bis
schoppen zijn de generaals, die over hun
eigen troepen bevelen en hun gezag uit
oefenen in de verschillende bisdommen en
apostolische vicariaten; de missionarissen
zijn in verschillende rangorde de soldaten,
en de religieusen zijn de ziekenverpleeg
sters. Dit onmetelijk leger is blijvend in
beweging en met de achterhoede in ver
band door middel van een intendance- en
leeftochtdienst, die alles naar het front
stuurt wat noodig is voor het leven en
werken der missionarissen".
Lezer: in die achterhoede behoort
ieder Katholiek thuis met de daad van
zijn steunend gebed en zijn geoffer-
den munt.
Daarom wordt Katholiek Nederland
weer opgeroepen tot die daad, nu de
Missie-Zondag van 23 October nadert.
Het is voor den twaalfden keer dat op
verlangen van onzen „Misiepaus" dien Mis-
Zondag wordt georganiseerd over ge
heel de wereld als een „Dag van gebed en
propaganda voor de Missiën".
Wat wij thans van onze Nederlandsche
geloofsgenooten verhopen? Dat allen zon
der uitzondering zullen meedoen op 23 Oc
tober; niemand onttrekke zich aan 's-Pau-
sen oproep, maar een ieder stelle zich in de
achterhoede om met de geestelijke gave
gebed en de stoffelijke gave van zyn geld
den intendance- en leeftochtsdienst zoo
groot en sterk mogelijk te maken.
In het katholieke geloof erkennen wij
de grootste schat van ons aardsche leven;
de beleving van dat geloof is onze kracht
en de bron van blijvend geluk in alle ver
anderende levensomstanigheden; onze te
vredenheid wordt tot een zekere bevredi
ging, omdat wij ons genadeleven beschou
wen mogen als de gezonde kiem van ons
eindeloos glorieleven.
Ook in de Misiselanden moet dat geloof
als een warmende zon gaan lichten over
de geesten en harten der heidenen.
De Missionarissen wijden er hun beste
krachten aan, rekenend op aller steun. De
naderende Misie-Zondag moet naar 's Pau
sen bedoeling daartoa bijdragen: geheel de
katholieke wereld zal bidden en offeren
voor geheel de heidenwereld.
Katholiek Nederland zal niet achterblij
ven.
Lezer: dank voor het bezit van uw ge
loof zal u doen medewerken. Meer nog zal
de liefde u doen plaats nemen in de steu
nende achterhoede van het groote Missiele-
ger, want de liedfewet kenmerkt ons ka
tholicisme.
„Wij behoeven niet met veel woorden
uit te leggen, hoe verre het afwijkt van de
liefde, waarin wij God en alle menschen
moeten omvatten, indien leden van Chris
tus' schaapstal hoegenaamd geen zorg zou
den hebben voor anderen, die ongelukkig
daar buiten dwalen", zegt ons onze regee-
rende Paus.
Katholieken van Nederland: De Missie-
Zondag van 23 October zij dan uw Missie
dag. Houdt als achtterhoede contact met het
strijdende corps der missionarissen. Boven
het geheel van vóór en achterhoede wap
pert en klappert de banier van Koning
Christus, Wien de strijd geldt en in Wien
wij allen één zijn.
Bidt dan en offert uw gave, opdat de
Paus als oppergeneraal ontvangen zal, al
les wat aan het front noodig is voor het
leven en werken der Missionarissen.
Zoo zien straks in de groeiende eenheid
ook de heidenen op naar Christus' eenige
koningsbanier.
C. C. VAN DIJK,
SI. Michielsgestel, Seminarie.
rijke hymnen zongen, werd de kist ii
het graf neergelaten.
Nadat de geestelijkheid het kerkhof
had® verlaten defileerden de schoolkinde
ren langs het open graf en vervolgens
kwamen de parochianen in dichten drom
om een laatste blik te werpen op het
stoffelijk overschot van den hoogeer
waarden heer Joannes Michael Hellegers,
eens deken en pastoor te Alphen aan den
Rijn.
Leiden
JUBILEA IN HET GROOT.
Huldigingsavond N.Z.H.T.M.-personeel.
Het was gisteravond groot feest in de
Stadsgehoorzaal! Feestfanfares, van
waardeering-getuigende speeches en ge-.
zonde humor wisselden elkander in
bonte volgorde af en zorgden er voor,
dat toen de avond nog maar goed en
wel was begonnen, er een stemming
heerschte, die volkomen beantwoordde
aan het doel, dat voor oogen stond:
huldiging van een groot aantal leden
van het N.Z.H.T.M.-personeel, dat vij-f-
en-twintig of meer dienstjaren heeft.
Het is ongetwijfeld een goede gedachte
geweest om ten einde deze jubilea recht
feestelijk en hartelijk te vieren een jubi
leumfonds op te richten, welk fonds nu
juist tien jaar bestaat. Zoo was het giste
ren al jubilea wat de klok sloeg. Voor wat
het jubileum van het „Jubileumfonds" be
treft kan hier megedeeld worden, dat dit
fonds in de tien jaar van zijn bestaan
vruchtbaar heeft gewerkt en in niet gerin
ge mate heeft bijgedragen tot de algemeene
feestvreugde van het gansche personeel
der N. Z. H. T. M. Niet minder dan 237 ju
bilarissen zijn van 1929 tot en met 1938
„bejubeld", waarvan 221 25 -jarige, 15 40-
jarige en 1 50-jarige. Dit heeft even zoo
veel geschenken heteekent, waarbij nog ge
voegd moet worden een ongeveer gelijk
aantal bloemstukken alsmede zeventien
afscheidsgeschenken. Hiervoor is noodig
geweest de eerbiedwaardige som van meer
dan 14.000, welk bedrag nog vermeer
derd kan worden met de kosten van acht
tien huldigingssamenkomsten, waarvan het
deel van het Jubileumfonds kan vastgesteld
worden op ruim 5000.
Maar keeren wij terug tot onze jubilaris
sen, de wakkere mannen van „De Blauwe",
mede voor gezorgd hebben, dat zoo
wel locale- als interlocale diensten met een
regelmaat als van een klok konden worden
uitgevoerd, uitgezonderd dan het vaak lan
ge wachten voor den onder ons als Leide-
naars „beruchten" overweg. Maar dit ligt
geheel buiten hun schuld. Zij doen en de
den hun best en paren voorkomendheid
aan de meest gewenschte service. Daar
voor verdient op deze plaats het gansche
N.Z.H.T.M.-personeel, maar de jubilaris
sen van heden in het bijzonder, een woord
van hulde en dank.
Tegen acht uur traden de jubileerende
.mannen van de tram" vergezeld van hun
echtgenooten de groote feestzaal binnen
waar een dankbaar en feestelijk gestemd
gezelschap hun onder de klanken van een
feestmarsch geestdriftig verwelkomde.
Als allen de voor hen bestemde plaat
sen hebben ingenomen sprak de voorzit
ter van de huldigingscommissie, de heer A.
van Breda het welkomstwoord uit. In het
bijzonder richtte hij zich tot de directie, de
jubilarissen en de afgevaardigden van vak-
vereenigingen. Het bestuur van het Je-
bileumfonds dankte spr. voor de vele werk
zaamheden, die het in de tien jaar van zijn
bestaan heeft gedaan.
In aansluiting hierop voerde de voorzit
ter van het Jubileumfonds, de heer J.
IJsendijk het wooard, die zich allereerst tot
de jubilarissen wendde en hun geluk-
wenschte met hun jubileum. In het kort
zette spr. nog het doel van het Jubileum
fonds uiteen. Spr. betreurde het, dat nog
enkelen buiten de rij staan van hen, die
nu al vele jaren spontaan daarvan lid zijn.
Een voorname eigenschap van dit fonds is,
dat het de harmonie onder de leden sterk
aankweekt. Namens het bestuur dankte spr.
de directie, den adviseur mr. Immink, den
heer Mulle, de Voorbereidingscommissie,
de beide N. Z. H.-muziekkorpsen en ten
slotte alle leden voor den steun en mede
werking in den loop der tien jaar bewe
zen.
Onder hartelijk applaus betrad de direc
teur der N. Z. H. T. M., ir. W. J. Burgers-
dijk het podium. In een geestig speech je
wekte spr. op trouw te blijven aan de saam-
hoorigheid wardoor Jubileumfonds en
Maatschappij er wel bij varen.
Na dit min of meer officieele gedeelte
werd het doek gehaald voor de „vier" Tho-
len en van Lier, welk gezelschap in een
minimum van tijd een maximum aan ge
zelligheid en humor opdischte. Met een ca
baret-revue „Extra tijding" brachten zij
een aaneenschakeling van vroolijke grap
pen en kostelijke humor. Het duurde dan
ook niet lang of een „leinende en een tot
elk oogenblik bereid zijnde meezingende
zaal" brachten zij tot vol enthousiasme.
Hier gold: met Tholen en van Lier hon
derd procent pleizier.
Een bal met uitstekende jazz-muziek van
„The Blue Rhytm Boys en onder leiding
van den heer W. F. van Wijk bracht diep
na middarenacht het einde aan een welge
slaagde en een in alle opzichten prettig
verloopen feestviering.