CHANTAGE DALADIER VOOR DE FRANSCHE KAMER. FEUILLETON (THE TALLEYRAND MAXIM) door J. S. FLETCHER. 15) Als hij er eenmaal in functie was, zou hij er blijven tot hij zijn schaapjes op het dro ge had. Dan gaan rentenieren en een lollig leventje leiden. Voor je leven geborgen welke, verstandige vent wenscht er nu meer? En toch zat er wel iets in hetgeen die Parrawhite gezegd had. Want er bleef zeker altijd een klein risico over. Het kon toch beter zijn, het testament ineens te ver- koopen, voor zooveel als hij mevrouw Mal- lathorpe maar kan uitknijpen, dan met zijn bui* ergens heen trekken en opnieuw beginnen. Was er niet zoo'n spreekwoord van één vogel in de hand en tien in de lucht. Op een eigenaardige manier werd er aan Pratt's twijfelingen een einde gemaakt. Hij had het midden van de stad weer bereikt, toen hij in de grootste winkelstraat een ken nis ontmoette. Zij maakten even een praatje over koetjes en kalfjes. Terwijl zij daar zoo stonden, hield in hun onmiddel lijke nabijheid een keurige auto stil, een meisje stapte er uit, en ging een winkel binnen. Pratt zag haar na met bewonde ring in zijn oogen, en zijn vriend lachte. „Dat is het goede soort", zei hij lucht hartig. „Als wij er ieder maar eens zoo een hadden." „Wie is zij?" vroeg Pratt. „Wat", riep de ander uit. „Ken je ze niet? Juffrouw Malathorpe." „Kijk, dat wist ik niet", zei Pratt. „Waar achtig niet." Hij wachtte tot Nesta weer verscheen en wegreed, om haar nog eens goed op te ne men. Toen ging hij langzaam terug naar zijn kantoor, zijn besluit stond nu vast. Ri sico of geen risico, hij zou zijn eerste plan ten uitvoer brengen. Wat mevrouw Malla- thorpe ook zou bieden, hij zou vasthouden aan een hechte connectie met Normandale Grange. HOOFDSTUK Vm. Voorwaarden. Onmiddellijk had mevrouw Mallathorpe ingezien, dat de toestand, dien Pratt haar zoo onverwachts had blootgelegd, zeer ern stig was. Het was haar niet moeilijk geval len te gelooven, dat de klerk het bij het rechte einde had, en dat zij en haar kin deren alles zouden moeten teruggeven, als het testament openbaar gemaakt zou wor den. Evenmin bestond er bij haar de min ste twijfel aan het voornemen van Pratt om te profiteeren van zijn ontdekking. Hij was een jongeman, dat begreep zij goed, die vasthoudend van karakter was, en niet nauw van geweten, als hij iets ten eigen voordeele kon uitbuiten. Kortweg, zij zag in, dat zij aan zijn genade was overgele verd. Haar zoon had een slap, willoos ka rakter, niets kon hem schelen, tenzij rust en een goed leven, verder liet hij alles aan zijn moeder over. Zij kon ongestoord haar gaan gaan, indien hij maar kon doen wat hij verkoos. Zij durfde hem niet in ver trouwen te nemen, een zoo groot geheim kon hij niet bewaken, noch er koel van hoofd onder blijven. Evenmin waagde zij het, dit geval aan haar dochter te vertel len. Zoo zwak als,haar broeder was, zoo flink was zij. Het was werkelijk de volle waarheid geweest, die mevrouw Mallathor pe aan Pratt vertelde, toen zij hem zeide dat, als haar dochter op de hoogte van de zaak zou zijn, zij rechtuit naar de twee exe cuteurs zou gaan. Neen, zij moest geheel zelfstandig handelen. En voorloopig kon zij niets anders doen, dan wat Pratt haar voor schreef. Zoolang hij dat ellendige testament in zijn bezit had, kon hij haar dwingen te doen, wat hem beliefde. Met het maken en overdenken van aller lei plannen bracht zij een slapeloozen nacht door. De dag, die daarop volgde, gaf evenmin rust. Steeds nieuwe denkbeelden overwoog zij, verwierp ze en peinsde op an dere, alle liepen zij dood op hetzelfde ob stakelPratt. Van Pratt hing de gehee- le toekomst af. Toen dan de avond viel, was zij van één zaak overtuigd, dat zij een krachtige po ging moest doen om het testament in haar bezit te krijgen en het te vernietigen. Het benoodigde geld zou zij zich gemakkelijk- lcunnen verschaffen. Harold had een on- overwinnelijken afkeer van alles wat geld zaken betrof, en er ook zoo weinig aanleg voor, dat hij het al lang goed vond om het heele beheer van het landgoed en de fabriek aan zijn moeder over te laten. Zij beschikte dus over voldoende fondsen om Pratt af te koopen zonder Harold er in te mengen. Het kwam haar ondenkbaar voor, dat Pratt (hij was toch maar een klerk, die niet meer dan eeri paa- tientjes in de week verdiende), niet voor een groote som gelds zou zwichten. Dat kon niet zijn, en toen zij in het vallen van den avond naar Bar- ford reed, rekende zij er op, bij haar te rugkeer het testament in haar bezit te zul len hebben. Dan zou zij het denzelfden avond nog tot een beetje asch zien verbran den. Mevrouw Malathorpe ging met eenige geheimzinnigheid te werk bij haar bezoek aan Pratt. Zij wendde voor, dat zij in de stad een vriendin ging bezoeken, van wie zij gehoord had, dat zij ziek was. Dan liet zij den wagen stil houden bij het stadhuis, en gaf den chauffeur order haar op een gestelden tijd, op dezelfde plek weer te treffen. Te voet ging zij verder en deed een dikke voile voor haar gelaat. Vervolgens nam zij een taxi en liet zich naar het huis rijden waar Pratt in pension was. Zoodra zij de zitkamer was binnenge gaan vroeg zij: „Is het hier absoluut vei lig, is er geen kans, dat iemand ons beluis tert?" „Onmogelijk, mevrouw", stelde Pratt haar gerust. „Ik ken de lui, ik woon hier al verscheidene jaren. Het is een oud huis met dikke muren en zware deuren. Wij zijn hier even veilig, als gisteravond in uw ca binet." Beleefd plaatste Pratt een stoel bij den haard, en mevrouw Mallatorpe ging zit ten. Dan deed zij haar voile omhoog, en de klerk zag hoe zenuwachtig en onge duldig zij was. „Nu", zei zij met gedempte stem. „Waar is dat testament?" „Een oogenblik", antwoordde Pratt. „U begrijpt, ik kan het niet uit handen geven. Dat moet u me belogen, daar vertrouw ik op, dat u geen poging zult doen het te grij pen. Het komt niet uit mijn handen!" Boos hernam mevrouw Mallathorpe: „Ik ben maar een vrouw, u een sfferke man." „Juist", zeide Pratt. „Maar vrouwen heb ben er een handje van, je zooiets afhandig te maken. U zult dus precies doen wat ik zeg. Houdt uw handen op uw rug. Als ik I u de minste verdachte beweging zie maken, gaat het testament weer terug in mijn kast". Als Pratt haar nu goed geobserveerd had zou hij een blik van gloeienden haat in haar oogen gezien hebben. Het zou hem ge waarschuwd hebben, dat hij met een ge vaarlijke tegenstandster te doen had, die al haar best zou doen, hem om den tuin te leiden en te bedriegen. Maar hij zette juist zijn schemerlamp bij den schoorsteenman tel en zag het niet. „Goed", zeide zij. „Het eenige wat ik verlang, is het te zien en te lezen." Gehoorzaam volgde zij Pratt's bevelen op. Vóór haar staande haalde hij het pa pier te voorschijn, vouwde het open en hield het op een eerbiedigen afstand van haar oogen. Terwijl zij het las, nam hij haar nauwkeurig waar, en hij zag, dat zij doodelijk bleek werd. „Haast u maar niet, lees het gerust twee of driemaal," drong hij aan. „Prent het goed in uw geheugen, mevrouw Mallathorpe". Na korten tijd knikte zij met het hoofd. Pratt deed een stap achteruit, vouwde het document weer toe en legde.het in een ijze ren kistje, dat op tafel stond. Zorgvuldig sloot hij dit af, zette het in een diepe muur kast en keerde zich daarna weer tot zijn bezoekster. „Zooals u ziet, is het hier veilig, me vrouw," zei hij, met een blik die tegelij kertijd zelfbewust en geslepen was. „Maar dat is alleen nog maar voor dezen nacht. Ik heb een paar effecten in een safe bij een van de banken hier in de stad, welke doet er niet toe. Daar gaat het testament morgen ook heen." Hij nam een stoel dicht bij haar, en ging ook zitten. Mevrouw Mallathorpe schud de het hoofd. (Wcrdt vervolgd). Een slachtoffer van den hevigen storm. De 23 meter hooge schoorsteen van een leerlooierij te Dongen moest het tegen den storm afleggen, waarbij het afgebroken gedeelte op het fabrieksgebouw terecht kwam. Persoonlijke onge lukken kwamen niet voor De Pangeran Hangahebi van Jogjakarta en de Pangeran Mario Soer- Daladier, de Fransche minister-president, tijdens zijn rede, welke josoemarno van het Mangkoenegorosche zelfbestuur zijn_ Woensdag hij Dinsdag voor de Fransche Kamer hield en waarin hij de uit Den Haag vertrokken op terugreis naar Indië gebeurtenissen der laatste weken en de houding der Fransche regeering uiteenzette Ook de opgeroepen Fransche lichtingen gaan weer naar huis. Soldaten van de Maginot-linie arriveeren te Parijs De Fransche ministers op hun «bank" tijdens de rede van den premier Daladier voor de Kamer over de conferentie te München en den internationalen toestand Duizenden Inheemsche mannen en vrouwen vertrekken jaarlijks ter bedevaart naar Mekka, waarmede de innigste wensch van den Moham- medaanschen inlander in vervulling gaat. Een kijkje op de drukte bij het inschepen der pelgrims in de haven van Tandjong Priok

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5