Polen volgt het Duitsche voorbeeld Warschau dreigt Praag met geweld BUITENLAND De strijd in het verre Oosten Praag in rouw Verschillende meeningen over het resultaat van München Met Dampo geen verkoudheid bij groot en klein i£3T" f M££" E3 T5JECHG-5LDWAKÜE ZATERDAG 1 OCTOBER 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. DE INCIDENTEN VAN SILEZISCH CIESZYN. Uit Cieszyn wordt aan het Poolsche Tele graaf Agentschap gemeld, dat bij het sta tion Bogumin Poolsche arbeiders met hand granaten gewapend een Tsjechische muni- tietrein hebben aangevallen. Eén der wa gons is ontploft. Bij de gevechten van eergisteren zijn in totaal zestiel dooden gevallen. 'Ten einde een tegenstand van de Polen te fnuiken zijn de Polen, die onder de wapenen zijn geroepen, naar het Sudetenland vervoerd, zegt Warschau. De jongste bloedige botsingen in Sile- zisch Cieszyn hebben de verontwaardiging van de Poolsche pers gewekt. De „Gezeta Polska" schrijft op zijn eerste pagina: „Door beslissing van de bevolking zelf zal Sile- zisch Cieszyn tot Polen terugkeer en". Het zelfde blad schrijft ook „De grenspalen bij Olza moeten met geweld omver geworpen worden". BETOOGINGEN IN DE STRATEN VAN WARSCHAU. In de straten en op de pleinen van War schau zijn gisteravond groote betoogingen gehouden. De toespraken, die door luid sprekers gevolgd konden worden, zijn in ondubbelzinnige taal gesteld. Gezegd wordt, dat het Poolsche geduld ten einde is. Slechts enkele dagen, of zelfs uren mag het nog duren tot de vlaggen waaien boven Pool sche steden en dorpen in het Olsagebied. De Praagsche regeering moet begrijpen, nat het Poolsche gebied óf wel vrijwillig aan Polen moet worden teruggegeven, ofwel dat Polen zich zooals in het Poolsche volkslied gezegd wordt, datgene met ge weld terughalen zal wat het door geweld is ontrukt. De laatste berichten uit Teschen melden, dat er thans niet meer afzonderlijke gevech ten in het Olsagebied geleverd worden, maar dat men thans te doen heeft met een opstand van de geheele Poolsche volksgroep in Tsjechoslowakije. Deze opstand begint vandaag. Hij zal den weg voor den zege vierenden intocht der Poolsche troepen voorbereiden. iOOZE NOTA'S. Praag tracht de Poolsche eischen te bagatelliseeren. Officieel wordt medegedeeld: Het Tsjechische antwoord op de Poolsche nota van 27 dezer was, in strijd met offi- cieele mededeelingen, die herhaalde malen gedaan zijn en afkomstig waren van de hoogste Tsjechische autoriteiten, niet over handigd in den avond van 29 September, noch gistermorgen. Eerst gistermiddag om 1 uur heeft men den Poolschen gezant te Praag een nota overhandigd, die onmiddellijk per vlieg tuig naar Warschau is verzonden. Het ver bazingwekkende en met het oog op den ernst van den toestand onverwachte feit doet zich voor, dat de nota helaas beperkt is tot algemeenheden, waarmede de Tsjechische regeering klaarblijkelijk tracht de dingen sleepende te houden en een uit voering der voorafgaande verklaringen te ontwijken. Het is betreurenswaardig, dat bij een probleem van zóó wijde strekking de kalme actie der Poolsche regeering zichtbaar uitgebuit is door Praag om de duidelijk en categorisch gestelde Poolsche eischen te bagatelliseeren. Deze onverwachte reactie van de Tsjechi sche regeering heeft de Poolsche regeering doen besluiten onmiddellijk te antwoorden en op duidelijke nauwkeurige wijze de uit voering te eischen van de gewettigde en gefundeerde Poolsche eischen ten aanzien van Silezisch Teschen. De verantwoorde lijkheid voor het uitblijven eener regeling zal uitsluitend bij de Praagsche regeering berusten. De Poolsche nota is met een speciaal vliegtuig verzonden, dat om 22 uur 97 gis teravond te Praag is aangekomen. De nota zal terstond aan de Tsjechische regeering worden overhandigd. VAN HET VATICAAN DANKBAARHEID VOOR DE WOORDEN VAN Z. H. DEN PAUS. Smart deed zijn stem trillen. Uit alle deelen der wereld zijn op het Vaticaan telegrammen en brieven ontvan gen, waarin Z. H. de Paus wordt gedankt voor de vredesboodschap, welke hij heeft uitgesproken en waarin wordt gezegd, dat de afzenders zich vereenigen met het ge bed van den H. Vader. Uit het feit, dat de stem van Z. H. tijdens de radio-uitzending dikwijls moeilijk te verstaan was, heeft men opgemaakt, dat de zondheidstoestand van den H. Vader plot seling achteruitgaande was. In werkelijk heid was het evenwel de groote smart, wel ke de H. Vader ondervonden heeft in de laatste dagen van groeiend oorlogsgevaar. VOLKENBOND SCHEIDING TUSSCHEN HANDVEST EN VREDESVERDRAGEN. De Volkenbondsvergadering heeft giste ren met algemeene stemmen het rapport aangenomen, waarin de scheiding wordt aanbevolen tusschen het Volkenbonds handvest en de Vredesverdragen. Dit heeft ten doel de vergemakkelijking van het toe treden van buiten den bond staande staten tot den Volkenbond. DE KWESTIE DER SPAANSCHE VRIJWILLIGERS. De Volkenbondsraad heeft op verzoek van de Spaansche regeering een uit de vertegenwoordigers van Frankrijk, Enge land en Iran bestaande commissie belast met het benoemen van een internationale commissie voor het controleeren der te rugtrekking van de buitenlandsche vrij willigers, die in het regeeringsleger heb ben gestereden. De 103e zitting van den Volkenbonds raad werd daarop gesloten. DE STRIJD OM MENGHSIEN. Van Chineesche zijde wordt medege deeld, dat voor den vierden keer sedert het uitbreken van de vijandelijkheden Mengh- sien, een strategisch punt aan den Noorde lijken oever van de Gele Rivier ten Westen van Honan, door de Chineezen is heroverd. De Japansche troepen leden groote verlie zen. Ook Koetantsjen en Tsjoengjisjien ten Noorden van Menghsien werden door de Chineezen hernomen. De Japansche troe pen zijn naar het Noorden gevlucht en bij Tsji Joean en Fengmenkau wordt nog hef tig gestreden. De Chineezen geven toe, dat Tiensjiats- jeng aan de Jangste, op 90 mijl ten Oosten van Hankau, is gevallen na een verbitter den strijd, die twee weken heeft geduurd. „Overmacht dwong ons" SYROVY DEELDE HET BESLUIT AAN HET VOLK MEDE. De Tsjechische ministerraad is om tien uur gisterochtend op het slot van Benesj bijeengekomen om de voorstellen der Con- ferentie-van-Vier te Muenchen te bestu- deeren. De ministerraad was om twee uur gister middag ten einde en zijn 'besluit werd on middellijk aan de Duitsche regeering mede gedeeld. Gistermiddag te vijf uur heeft de Tsjecho- SJowaaksche minister-president, generaal Syrovy, een radiorede gehouden tot de be volking van Tsjecho-Slo wakije. Hij zeide hierin o.a., dat hij een man is, die gehoor zaamt aan de discipline en de eenheid, waaruit een sterk leger is opgebouwd. Zijn vrienden hebben hun leven geofferd voor het land, als soldaat en minister-president moest hij er evenwel op verdacht zijn het leven van allen te sparen. Als legerleider was hij zich be wust, dat men stond tegenover een macht, welke grooter was dan de eigen en hij moest dienovereen komstig handelen. Het was zijn plicht het land te redden. De voor ouders, die dit testament hebben nagelaten, hebben een harder lot geduld. De minister-president verklaarde verder, dat hij alles heeft afgewogen en hij is tot de overtuiging gekomen, dat de gekozen weg de eenig juiste is. De vertegenwoordi gers van de vier mogendheden, welke te Muenchen bijeen waren, hebben verzocht nieuwe grenzen te aanvaarden. Hij stond voor een alternatief: ófwel een wanhopige verdediging met opoffering van een geheel ge slacht, ongerekend nog de vrouwen en kinderen, ófwel het aannemen van voorwaarden, welke eenig zijn in de geschiedenis. Tsjecho-Slo- wakije werd aan zijn lot overge laten. Het is alleen gebleven, alle buren waren gewapend en de toestand was gelijk aan die van een belegerd kasteel, omringd door een overweldigende meerderheid. Het is plicht het land te laten bestaan om niet verzwakt te wor den en zich te kunnen herstellen. De minister-president dankte vervolgens het leger, dat door zijn paraatheid het leven van het land heeft gered. Het is niet ont- eerend de raad van vrienden te aanvaarden en te buigen voor overweldigers. Vervolgens deed de minister-president een beroep op het geheele land om kalm en eensgezind te blijven. „Het leger", zoo ging hij voort, „zal on zen staat blijven verdedigen'". Deze staat zal gezond zijn. Met hulp van u allen zullen we dit bereiken, wij rekenen op u, hebt gen verrtouwen in ons". Na deze rede van den minister-president volgde een oproep van den opperbevelheb ber van het leger Krejci. Een ontelbare menigte luisterde in de straten naar de beide oproepen. Vervolgens werden vaderlandslievende betoogingen ge organiseerd. ROUW IN PRAAG. Alle schouwburgvoorstellingen en con certen zijn voor gisteravond afgelast. De café's waren gesloten. Den provinciesteden is aangeraden dezelfde maatregelen te nemen. 't Is opvallend, hoe verschillend is de vi sie, de kijk op de diplomatieke onderhan delingen van de laatste weken. Allen zijn eenstemmig in dankbaarheid, dat Europa is bespaard de zooals de „Maasbode" het terecht noemt gruwel der verwoesting en „algeheele vernieti ging". Maar allen zijn niet eenstemmig in hun meening over wat er zich in de laatste we ken heeft afgespeeld. Wij willen een greep doen in de pers beschouwingen. Daar zijn er, die meenen, dat Hitier het nooit tot een oorlog zou hebben laten ko- „IN GEEN GEVAL TOT EEN BREUK". Zoo b.v. de (A.-R.) „Rotterdammer", die schrijft: „Mussolini heeft bij het" zakenverloop der laatste dagen de groote glansrol ge speeld, en zich den lauwerkrans der pu blieke opinie verworven. Wij gelooven, dat in geenen deele vaststaat, of deze eer den man volledig toekomt. De houding van den Duce, tijdens de spannende uren, welke Europa had te doorleven, gaf in menig op zicht te denken. Wij wezen er reeds eerder op, dat hij met woorden, ter ondersteu ning van Duitschland's eischen, zeer pa raat was, doch dat hij in het geheel geen enkele maatregel had genomen op militair gebied, zoodat er gerechte twijfel kon over blijven, of bij hem wel de vaste overtui ging bestond, dat hij deze woorden ver moedelijk ook waar zou moeten maken. Een en ander heeft doen vermoeden, dat tusschen Duce en Führer de onderlinge af spraak bestond, het loven en bieden welis waar tot het alleruiterste op te voeren, doch het in geen geval tot een breuk te la ten komen." „DE VREDE AAN EEN DRAAD GEHANGEN". Daartegenover zijn anderen van meening, dat, als Mussolini niet op het laatste oogen- blik tusschen beide was gekomen, Hitier ze ker dan strijd zou zijn begonnen. Zoo schrijft b.v. de „Utrechtsche Courant" o.rn.: „Chamberlain heeft het er niet bij ver teld (in zijn bekende rede), maar latere berichten laten dienaangaande toch geen twijfel over, dat 66 divisies en 3000 vliegtui gen gereed stonden om zich des Woensdag middags twee uur op Tesjcho-Slowakije te stortenTwee uur voor het slaan van dit fatale uur kwam echter Rome aan den draad in het berghuis van Berchtesgaden: Mussolini wenscht den Führer te spreken. Waarlijk, toen heeft de vrede aan een draad gehangen! En hij is er door gered ook." „IETS ANGSTWEKKENDS OVERGEBLEVEN". De „Nieuwe Rott. Courant" constateert: „Er is voor ons iets ontgstwekkends over gebleven uit de methoden, waarmede Duitschland in dit geschil is opgetreden." En het blad besluit zijn verdere beschou wing: „De Tsjecho-Slodaaksche regeering heeft zich heden vereenigd met wat de groote heeren te Munchen onder elkaar hadden uitgemaakt, na zooveel mogelijk met de be langen van haar land naast die van den Europeeschen vrede te hebben rekening ge houden. Vooral de verdere houding van Duitschland tegenover Tsjecho-Slo wakije, dat in geografisch opzicht nu meer dan ooit door het Duitsche rijk omklemd wordt en van zijn gebergtegrens beroofd is, zal een toetssteen worden voor de toekomstige Duitsche politiek. Een woord van hulde voor de waardige houding van de Tsjech< Slowaaksche regeering in de laatste weke mag hier niet ontbreken. En tot slot weer een: Leve Chambei lain!" „DE TOEKOMST KAN NU BETER WORDEN". Deze optimistischen kijk op de toekom; die wij gaarne wilen deelen heeft h< „Vaderland". Maar het blad voele mede met de smft der Tsjechen: „Bij alle vreugde over het behoud vn den vrede, bij alle vreugde over het f<t, dat men er voor de eerste maal in geslasd is een uiterst moeilijke verdragsherzien.g met territoriale bepalingen door te voen, bij alle bewondering voor hen, die de da ging van een oorlog hebben weten af :e wenden, zal menigeen onder ons stellig tk meevoelen met de smart der Tsjechen. Want vele Tsjechen zullen ongetwijfd van droefenis en bitterheid vervuld zh. Maar er is ook no& een woord, dat e Praagsche regearing onmiddellijk na e aanneming van het Engelsch-Fransce voorstel tot het heele volk sprak: een niev leven begint! Er is in de geschiedenis zoo iets als ei natuurlijke genade, die de volken geluklg maakt als ze, niets meer willen dan vt hun aard en hun levensomstandighedi toelaten. De Tsjechische leiders hebtn misschien een machts-visie gedroomd, <e boven de mogelijkheden uitging. Door ei ijverige Volkensbondspolitiek hebben ij daar trachten te redden wat er nog te Ti- den was, maar de goede samenwerking nt hun eigen „minderheden" en met hun buT- staten, waar zij ongetwijfeld oprecht na streefden, bleef in hun verbeelding txh altijd gegrond op het machtssysteem \n 1918." En het blad vergelijkt de situatie, waan de Tsjechen verkeeren met .die van de b- derlanders in 1830: „Het zal-ongetwijfeld eenigen tijd dun, alvorens de Tsjechen zich van het verleen af en geheel naar het nieuwe leven leu nen wenden. De situatie voor hen is, bi- nen zekere perken, te vergelijken met ce, waarin Nederland zich bevond in 1830 ia den opstand der Belgen. De Londensue conferentie ontnam toen ook aan de b- derlandsche regeering de eervolle taak m het nieuwe Europa van na 1815 tegen en aanval van een herlevend Fransch impe:a- lisme te verdedigen en de Belgische opstn- delingen kregen hun recht. Mannen als Thorbecke en als Groen van Prinstererde beste Nederlanders van dien tijd, voélen zich diep gewond in hun rechtsgevoe er in hun nationalen trots. Maar al heel goe dig toonden zij zich bereid de nieuwe iua- tie te erkennen, als grondslag voor ee be tere verstandhouding tusschen Nooij en Zuid, mede door de bemiddeling vq de Vlaamsche beweging en van de zelitan- digheidspolitiek (correspondentie tuslhen Koning Wilem II en Koning Leopoldl in 1848)". „DE WIL TOT DEN ARBEID VOOR JEN WAARACHTIGE VREDE". De socialistische pers moraliseert: „Een vrede-door-geweld, of een vede- door-toegeven-aan-het-geweld, kan looit een duurzame oplosing brengen. Op ons geslacht rust de plicht, de vredekoor- recht op te bouwen; laat de spotter* hun spot luchten; laat de wankelmoedige ter zijde staan; omdat wij de oorlog niel wil len, moeten wij de vrede verzekeren. Er is een aanwijzing, dat deze taal niet onuitvoerbaar is met deze opmeking willen wij besluiten op den dag, dal zoo veel tegenstrijdige gevoelens en overvegin- gen ons bestormen: in alle staten, ó)k in de dictatuurstaten, is dezer dagen jeble- want elke verkoudheid geneest er vlug en radicaal mede. Pot 50 cent, Groote doos 30 cent. Bij Apothekers en Drogisten grens van de 50 fdurrschf bevolking) i h O n ken, dat de groote massa der volken de oorlog niet wil. Deze factor heeft zich la ten gelden, en iedere regeering heeft hier mede rekening moeten houden, óók de dic tator. Het is thans zaak, deze, deels nega tieve, kracht de afschuw van het oorlogs geweld om te smeden tot een positieve kracht: de wil tot den arbeid voor een waarachtige vrede." DE WINST. Wij besluiten met het slot van een be schouwing in de „Maasbode", met welke gedachte wij ons graag vereenigen: „Wat wij in elk geval als een winst be schouwen is, dat de staatslieden, en op de allereerste plaats Chamberlain, den mo- reelen moed opgebracht hebben om over alle overwegingen van prestige heente stappen, en alleen het groote doel: liet be houd van den vrede voor oogen te hóu den. Er is ditmaal geen voldongen feit ge steld; er is beraad en overleg geweest; en het resultaat is, dat de wapenen blijven rus ten. Dat is een precedent van hooge be- teekenis, vooral als in de toekomst die fou ten vermeden worden, welke nu de ontwik keling der crisis in de hand hebben ge werkt. Naast innigen dank aan God past een gebed, dat Hij den staatslieden daartoe licht en kracht geve."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 6