Vandaag begint de Duitsche bezetting van het Sudetenland
Heeft Tsjecho-Slowakye nog
bestaansrecht
ZATERDAG 1 OCTOBER 1938
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 13
Een maand van
spanning
De thans voorloopig geëindigde crisis
begon haar ernstig karakter te vertoonen,
toen op 14 Augustus de Duitsche manoeu
vres aanvingen, waarbij naar gangbare
schattingen meer dan anderhalf millioen
man betrokken zijn. Er kwamen berichten,
dat abnormale maatregelen genomen,
750.000 reservisten opgeroepen, de nor
male diensttijden verlengd en requisities
geschied waren van voedsel, paarden en
motorrijwielen, enz.
Sindsdien heeft de toestand zich als
volgt ontwikkeld:
31 Augustus.
De Tsjechische regeering geeft haar
toestemming tot een stelsel van zelfre-
geering volgens kantons voor de min
derheden.
2 September.
Henlein ontmoet Hitier te Berchtesga-
den.
4 September.
Fransche militaire maatregelen, intrek
king van verloven.
5 September.
De Tsjechoslowaaksche regeering doet
nog verdere concessies. In Frankrijk
worden reservisten opgeroepen tot vol
ledige bezetting van de Maginot-linie.
7 September.
De Sudetenduitschers onderbreken de
onderhandelingen met Praag onder voor
wendsel van ongeregeldheden te Ostrau.
9 September.
De Britsche admiraliteit laat mijnve-
gers, -leggers en torpedobootjagers in
gereedheid brengen.
10 September.
Göring doet in een rede te Neurenberg
een feilen aanval op Praag.
12 September.
Hitler's rede op het congres te Neuren
berg, waar hij de Sudetenduitschers
hulp belooft.
13 September.
Het Sudetenduitsche ultimatum, waar
bij van de Tsjephoslowaaksche regee
ring intrekking van alle bijzondere
maatregelen wordt geëischt. Henlein
ontbindt zijn delegatie voor de onder
handelingen. Italië en Japan scharen
zich achter Duitschland.
14 September.
Chamberlain stelt Hitier voor naar
Duitschland te komen om te trachten-een
vreedzame oplosing te vinden. Mussolini
vraagt een volksstemming voor alle
streken in Tsjechoslowakije met een
minderheid.
15 September.
Chamberlain verneemt te Berchtesga-
den Hitler's eischen. Henlein procla
meert de afscheiding van het Sudeten
land.
16 September.
Chamberlain keert terug en ontbiedt
Runciman en Ashton Gwatkin te Lon
den.
17 September.
Het Britsche kabinet vergadert en be
sluit de Fransche ministers te raadple
gen.
18 September.
Daladier en Bonnet komen te Londen en
stellen met de Engelschen een plan op
tot afstand van de streken met een over
wegend Duitsche bevolking.
19 September.
In Duitschland wordt een vrijcorps van
40.000 Sudetenduitschers opgericht.
Hodzja wijst een volksstemming van de
hand
23 September.
Praag besluit tot mobilisatie en stuurt
zijn troepen naar het Sudetenland.
Chamberlain keert onverrichterzake uit
Godesberg terug. Troepen bewegingen
in Duitschland. Litwinow verklaart, dat
Rusland bereid is Tsjechoslowakije te
helpen.
24 September.
Het blijkt, dat Hitier gedreigd heeft 1
October het Sudetenland te bezetten.
Frankrijk breidt zijn partieele mobilisa
tie uit. Engeland neemt verdere voor
zorgsmaatregelen. België mobiliseert
zijn technische troepen.
25 September.
Daladier en Bonnet begeven zich op
nieuw naar Londen. De Tsjechoslowaak
sche regeering wijst de Duitsche eischen
van de hand.
26 September.
Na overleg met de Fransche ministers
zendt Chamberlain Sir Horace Wilson
met een persoonlijke boodschap naar
Hitler. Roosevelt doet een beroep op
Hitler en Benesj. Hitier spreekt voor
de radio en handhaaft zijn ultimatum
van 1 October. Engeland waarschuwt,
dat Frankrijk gehouden is Tsjechoslo
wakije te hulp te komen en dat Enge
land en Rusland Frankrijk zullen steu
nen.
27 September.
Chamberlain stelt zich garant voor een
snellen afstand van het Sudetenland,
mits geen geweld wordt gebruikt. Wil
son brengt Hitler's antwoord over, dat
nog slechts een kleine kans laat op een
regeling. Te Berlijn loopt het gerucht,
dat Duitschland, als den volgenden dag
om 2 uur geen bevredigend antwoord
uit Praag is binnengekomen, bevel zal
geven tot mobilisatie en den 29en het
20 September.
Praag aanvaardt in principe het En-
gelsch-Fransche voorstel.
21 September.
De Hongaren bepleiten hun zaak bij
Hitler, die verklaart de Hongaarsche en
Poolsche eischen te zullen steunen.
Praag aanvaardt definitief het voorstel,
doch de Duitsche eischen gaan al weer
verder.
22 September.
Chamberlain ontmoet Hitler ten tweeden
male te Godesberg. Hodzja's ministerie
maakt plaats voor een nationale con
centratie onder generaal Sirovy. De
Tsjechische overheid begint het Sude
tenland te ontruimen.
Sudetenland zal binnenrukken. De En-
gelsche vloot wordt gemobiliseerd. Cham
berlain verklaart in een radiorede, dat
Duitschland's houding onredelijk is, en
waarschuwt voor de gevolgen van een
oorlog.
28 September.
Engeland en Frankrijk wenden zich op
nieuw tot Hitler met denkbeelden voor
een vreedzame regeling van het Duitsch-
Tsjechoslowaaksche conflict. Engeland
doet een beroep tot steun op Mussolini.
Roosevelt wendt zich nogmaals tot Hit-
Ier. Hitler noodigt Mussolini, Chamber
lain en Daladier uit tot een bespreking
te München.
29 September.
De vier staatslieden komen te München
tot overeensetmming.
BIJ DE ILLUSTRATIES:
Links boven:
De handelsstad Eger, door de incidenten
over de geheele wereld bekend geworden
en tot voor kort de zetel der Sudeten-
Duitscbe partij.
Rechts boven:
Fraai gezicht op Brünn en de St. Peters-
kirche. In deze stad der gothische kerken
bloeien weef- en metaalindustrie.
In het midden:
Olmütz, het centrum, van Noord-Moravië,
waar ruim 60.000 Duitschers wonen. De
vesting der stad is bproemd.
Links onder:
Boerenwoning uit de omgeving van
Karlsbad. Dit type huizen is kenmerkend
voor Egerland.
Een goede economische toekomst ligt in het
bereik der mogelijkheden
PRAAG, 30 September 1938.
De „Vrede van München" brengt
voor Tsjecho-Slowakye mede, dat
dat het belangrijke grensstroken,
bewoond door meer dan 3 millioen
menschen aan Duitschland zal
moeten afstaan. Verder zullen ook
de Hongaarsche en Poolsche pro
blemen opgelost moeten worden,
wat wellicht tot een nog groote
ren gebiedsafstand zal leiden.
Van verschillende zijden, ook wel
van Tsjechische, wordt nu be
weerd, dat de Tsjechoslowaaksche
republiek na deze amputatie reeds
zuiver economisch geen bestaans
mogelijkheid meer zou hebben. Dit
is echter, naar in onderstaand ar
tikel wordt uiteengezet, geenszins
juist.
Men kan overal de ervaring opdoen, dat
gebieden, die voor een land economisch be
langrijk zijn, in hooger bloei staan dan de
minder belangrijke gebieden. Wanneer nu
het Sudetenduitsche gebied voor de Tsje
chen en Slowaken van overheerschende be-
teekenis ware geweest, zou in deze stre
ken het economisch leven ook in een bij
zonderen bloei hebben moeten staan. Zoo
zou bijvoorbeeld het percentage werkloo-
zen in deze gebieden kleiner geweest moe
ten zijn dan in de zuiver Tsjechoslowaak
sche gebieden.
Maar het tegendeel is het geval. In de
ze gebieden wodt minder- gewerkt dan in
de overige deelen van Tsjecho-Slowakije.
Daaruit is te concludeeren, dat de Sudeten
duitsche gebieden niet zoo'n groote eco
nomische beteekenis hebben, als soms wel
wordt aangenomen. Dit wordt trouwens
door deskundige Tsjechische kringen ook
niet tegengesproken.
Vele industrieën verplaatst.
Overigens hebben de Tsjechen alles ge
daan, wat in hun vermogen lag, om belang
rijke, in het Sudetenduitsche gebied liggen
de fabrieken meer naar het centrum van
het land, dus naar de zuiver Tsjechische en
Slowaaksche gebieden te verplaatsen, zulks
niet in de laatste plaats op grond van stra
tegische overwegingen. Zij zijn daarin ook
voor een groot deel geslaagd. Bovendien la
gen en liggen de belangrijkste fabrieken
der Tsjechische zware industrie in de zui
ver Tsjechische en Slowaaksche gebieden.
Men behoeft hier slechts te herinneren aan
ondernemingen als de Skodafabrieken, die
alleen reeds te Pilsen minstens 30.000 man
van het land belangrijke werkplaatsen be-
in dienst hebben en ook in andere deelen
zitten, aan de bekende machinefabrieken
te Brünn, de Görzfabrieken te Pressburg
en de munitiefabriek Sellier-Bellot.
Ook de belangrijkste land- en bosch-
bouwgebieden liggen in de zuiver Tsjecho
slowaaksche gebieden.
Wanneer men met dit alles rekening
houdt, is niet goed in te zien, weshalve de
Tsjechoslowaaksche republiek door den
afstand van het Sudetenduitsche gebied
haar economische kracht zou moeten ver
liezen.
De economische toekomst.
De economische toekomst van Tsjecho-
Slowakye wordt niet verzekerd door het
verblijven van de Sudetenduitsche gebie
den in het Tsjecho-slowaakschen staatsver
band, maar door geheel iets anders. Want
ook in de laatste maanden heerschte
hoewel de omstreden gebieden nog in
Tsjechisch bezit waren in Tsjecho-Slo
wakije een economische crisis, die overi
gens niet in de laatste plaats een gevolg
was van de politieke onzekerheid. Deze
laatste ongunstige factor zal thans komen
te vervallen en wanneer de Tsjechische re
geering zich bij de feiten neerlegt en wan
neer zij verder een verstandige economi
sche politiek voort, is zelfs een zeer aan
zienlijke opbloei van het economische le
ven in het toekomstige Tsjecho-Slowakije
mogelijk. Naar de Duitschers verklaard
hebben, bestaan er tusschen Tsjecho-Slo
wakije en het Duitsche Rijk geen tegen
stellingen meer, zoodra de Sudetenduitsche
gebieden door de Tsjechen zullen zijn af
gestaan. Dan wordt ook een betere samen
werking op handelsgebied mogelijk en kan
Tsjecho-Slowakije aan Duitschland waren
leveren in vaste hoeveelheden en tegen
vaste prijzen.
Wij zijn er van overtuigd, dat het eco
nomische verkeer tusschen Tsjecho-Slowa
kije en Duitschland zoodanig kan worden
geregeld, dat Praag voor de economische
toekomst van het land niet bezorgd be
hoeft te zijn. Voor deze overtuiging heb
ben wij krachtige argumenten. In de eerste
plaats staat Duitschland reeds thans in den
buitenlandschen handel van Tsjecho-Slo
wakije op de belangrijkste plaats. Het
overige deel van den buitenlandschen han
del der Tsjechen, met Frankrijk en Enge
land b.v., biedt het land economisch geen
voldoend sterken ruggesteun. In de twee
de plaats behoort Oostenrijk thans ook
economisch tot het Groot-Duitsche rijk. In
den tijd voor den wereldoorlog beleefden
Bohemen en Moravië een tijd van econo-
mischen bloei door de omstandigheid, dat
zij deel uitmaakten van de toenmalige
Oostenrijke monarchie. De uiteenspatting
van deze monarchie heeft economisch scha
delijke gevolgen voor Tsjecho-Slowakije
gehad. Nu Oostenrijk tot het Groot-Duit
sche rijk behoort en dit rijk een handels
politiek onder de leuze „vaste waren, vas
te prijzen", voert, is het mogelijk, dat
Tsjecho-Slowakije economisch weer actief
wordt op een veld, waarop het voor den
oorlog tot zoo grooten bloei geraakte.
Uit dit alles blijkt, dat Tsjecho-Slowa-
kije's economische toekomst inderdaad niet
afhangt van een behoud der Sudetenduit
sche gebieden, met den daaraan verbon
den toestand van onrust in Midden-Europa.
Deze toekomst wordt integendeel verze
kerd door den vrede, die men in München
heeft weten te bereiken en die een econo
mische samenwerking met het Duitsche
Rijk zeer zeker mogelijk maakt.