VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1938 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 14 VERSTERKING VAN 'S LANDS WEERBAARHEID. VOOR 1938 WORDT 24,5 MILLIOEN MEER GEVRAAGD. Boven hetgeen volgens de reeds bestaan de aanbouwplannen aan nieuw materiaal voor de zeemacht beschikbaar zal komen, scht de regeering, voornamelijk tot 'be scherming van de handelsvloot in oorlogs tijd, een versterking van de lichte strijd krachten der marine noodzakelijk. In ver band daarmee en mede ten behoeve van de vloot in Ned.-Indië wordt bij de begrooting van Defensie voorgesteld over te gaan tot den bouw van: 19 motortorpedobooten (waarvan 8 voor Indië) 22 torpedowatervliegtuigen (12 voor In dië) 6 convoyeurs, tevens mijnenvegers 1 kanonneerboot 1 tankschip, voor Indië bestemd. Met den bouw en uitrusting van dit ma terieel zal rond f 20 millioen gemoeid zijn, waarvan op deze begrooting een eerste ter mijn van 10.8 millioen is uitgetrokken. Voorts de vijfde kruiser, die zal dienen tot vervanging van Hr. Ms. „Java", reeds in het aanstaande jaar op stapel worden gezet in plaats van in 1942, zooals het aan vankelijk opgestelde aanbouwschema aan gaf. Ten slotte is een post uitgetrokken voor den bouw van zes groote zeeverkenners. Wat de landmacht aangaat wordt mede gedeeld, dat zal worden overgegaan tot de vorming van vier, in plaats van twee regi menten motorartillerie. In het belang van de grensbeveiliging zullen drie nieuwe compagnieën motordienst worden opge richt. Tevens is de aanleg van meer mili taire vliegvelden, dan aanvankelijk in het voornemen lag, noodzakelijk. Een bedrag van vier ton wordt aange vraagd voor de 'bewapening van enkele handelsschepen. In 1939 en volgende jaren zullen de dienstplichtigen van drie lichtingen, niet bestemd voor de grensbeveiliging, voor her halingsoefeningen in werkelijken dienst worden opgeroepen. Het eindcijfer van de begrooting is 24,5 millioen hooger, dan dat van 1938. TWAALF MILLIOEN MEER VOOR SOCIALE ZAKEN. DE SPAARREGELING. Staatscommissie zal moeten adviseeren over financiering dèr invaliditeits- en ouderdomsverzekering. VOOR DISTRIBUTIE AAN WERK- LOOZEN: 5 MILLIOEN. Aan de toelichting op de begrooting van Sociale Zaken is het. volgende ontleend: Het totaal van de in vergelijking met de begrooting voor 1938 aangebrachte verhoogingen bedraagt 14.269.386. De verminderingen bedragen in totaal 2.256.995, zoodat het eindcijfer voor 1939 hooger is 12.012.391. Onder de verhoogingen komen de vol gende posten voor: verhooging van den kapitaaldienst voor aankoop van gronden ten behoeve van de werkverschaffing 1.675.000; verhooging der bijdragen aan het inva- liditeits- en ouderdomsfonds 8.350.000; verhooging kosten ten behoeve van het jeugdwerk 1.800.000. Het bedrag der verminderingen bestaat o.m. uit de volgende posten: vermindering van de uitgaven voor de dsitributie van levensmiddelen 1.200.000; vermindering van de bijdragen in de kosten van verstrekking van kleeding, schoeisel, beddegoed e.d. aan ondersteun de en te werk gestelde werkloozen 800.000. Aan een staatscommissie zal opdracht worden gegeven, te adviseeren omtrent de wenschelijkheid van het brengen van wijziging in de thans geldende regeling van de financiering der invaliditeits- en ouderdomsverzekering, in het bijzonder voor zoover de staat bij deze financiering is betrokken. In de begrooting van het dienstjaar 1938 waren de gelden voor de onderscheidene vormen van bestrijding der werkloosheid onder de jeugd en het cursuswerk over vier artikelen verdeeld. De ervaring heeft geleerd, dat deze vormen zoo ineen vloeien, dat het beter is, hen in één ar tikel samen te trekken. In tegenstelling met hetgeen in 1938 is geschied, zal geen beroep meer worden gedaan op het Werkfonds, in verband waarmee het be drag, dat voor 1938 in totaal beschikbaar was gesteld 3.150.000) thans in zijn ge heel op deze begrooting voorkomt. •Voor wat betreft de voorgenomen ver hooging van het in 1939 te besteden be drag ter zake van de bestrijding der werkloosheid onder de jeugd, wordt ver wezen naar hetgeen te dien aanzien voor komt in de nota betreffende den toestand van 's Rijks financiën. In bovenvermeld bedrag ad 3.150.000 zijn niet begrepen de uitgaven voor het wederopnemen van arbeiders in het be drijfsleven. Hiervoor wordt in een afzon derlijke post een bedrag ad 50.000 ge raamd. De uitgaven voor „bijdragen in de spaarregeling voor de aanschaffing van kleeding, schoeisel, dekking enz.", waar voor voor 1938 800.000 was uitgetrokken op het artikel voor den z.g. „B-steun", zijn thans in een afzonderlijk artikel op genomen. Het aantal spaarders neemt regel matig toe. Gelet op het huidige aantal spaarders, wordt geraamd, dat over 1939 ongeveer 80 pet. van het aantal in zorg zijnde arbeiders, dat aan de spaarregeling zou kunnen deelne-* men, inderdaad zal sparen. Op grond van deze raming is voor 1939 een be drag van 950.000 uitgetrokken. Voor de kosten van de levensmiddelen distributie is voor 1939 geraamd 5.500.000 Opgemerkt wordt, dat in dit totaal-be drag geen kosten zijn opgenomen ter za ke van een eventueele productie van blik- vleesch. Indien en voor zoover de gedu rende het jaar 1938 geproduceerde voor raad blikvleesch onvoldoende mocht blij ken voor distributie ook gedurende het jaar 1939, zullen de gelden, benoodigd voor het vervaardigen van blikvleesch gedurende het jaar 1939, suppletoir ten laste van dit dienstjaar worden aange vraagd. Uitgetrokken is 'n bedrag van ƒ2.600.000 voor de distributie van 6500 ton marga rine aan werkloozen en armlastigen. Voorts 1.600.000 voor de distributie van 4000 ton bak- en braadvet, 75.000 voor de distributie van pl.m. 350.000 K.G. ver- sche, gebakken en gerookte zeevisch, 200.000 voor de distributie van het be- noodigde jaarkwantum groenten in blik, 175.000 voor de distributie van het be- noodigde jaarkwantum tomatensoep in blik en 200.000 voor de distributie van ruim 10.000.000 K.G. versche groenten. CONJUNCTUUR BELEMMERT OPHEFFING CRISISMAATREGELEN. Het is voor het oogenblik inet mogelijk andere dan eenige vage aanduidingen te geven over de te verwachten omvang der crisismaatregelen in 1939, schrijft minister Steenberghe in de memorie van toelichting op de begrooting voor het Landbouwcrisis- fonds voor 1939. De marktprijzen van de crisisproducten zijn nog allerminst gestabiliseerd en de toe komst blijft nog vele onzekerheden bieden. Het verloop der prijzen in het begin van dit jaar geeft reden# tot teleurstelling. Daardoor was het niet mogelijk de crisis- lasten te verminderen, zooals .in 1937 het geval is geweest. Door de prijsdaling van tal van produc ten in den laatsten tijd zullen de crisismaat regelen voorloopig nog niet kunnen worden opgeheven. Integendeel zulen heffingsver- hoogingen en wederinvoering van steun maatregelen noodig zijn, indien de neer gaande beweging in de prijzen aanhoudt. De minister van Economische Zaken blijft er naar streven de verschillende re gelingen door de bedrijfsgenooten zelve, over te nemen. Voor akkerbouw en veehouderij is ƒ39.712.000 uitgetrokken voor melk en zui vel 50.225.000, voor groenten-, fruit- en sierteelt 14.254.000, voor visscherij 1.293.000, pluimveehouderij ƒ11.320.000 en turf ƒ391.000. De minister heeft voor steun ten behoeVe van verbouwers van rogge een bedrag van zes millioen gulden uitgetrokken, voor ver bouwers van peulvruchten 1.375.000, te betalen in 1939 en 1940, voor verbouwers van fijne zaden 190.000. Een bedrag van ƒ3.500.000 is op de be grooting gebracht voor steun consumptie aardappelen, die niet voor de binnenland- sche markt zijn verkocht, te betalen in 1939 en 1940. De uitkeeringen ten behoeve van de teelt en bewerking van vlas, eveneens te betalen in 1939 en 1940, worden geraamd op 1.500.000, idem voor cichorei 20.000. Voor verbouwers van suikerbieten trekt de minister een bedrag van 11.750.000 uit, waarbij nog ƒ400.000 komt voor geëxpor teerde overzeesche suiker. De uitkeeringen in verband met den uit voer van boter ten behoeve van de melk veehouders bedragen volgens de begroo ting ƒ30.240.000, voor kaas ƒ11.070.000 en voor melkproducten 8.270.000. Een bedrag van twaalf millioen gulden acht de minis ter noodig voor uitkeeringen aan telers van fruit- en warmoezerijgewassen. De uit keeringen bij den uitvoer van crisisproduc ten ten behoeve van pluimveehouders wor den geraamd op 10.175.000. HANDHAVEN VAN TIJDELIJKE BELASTINGEN. Verlenging met drie jaar voorgesteld. De minister van Financiën heeft thans ingediend het in de Millioenen-nota aan gekondigde wetsontwerp in zake verlen ging van een aantal heffingen. De strekking van het wetsontwerp is, den duur van de werking van een aantal be lastingen, welke slechts tot 1 Januari 1939 of tot 1 Mei 1939 zouden worden geheven, met 3 jaren te verlengen. P.T.T.-BEDRIJF REKENT OP 8 1/2 MILLIOEN WINST. In de begrooting van het staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie voor 1939 is, evenals in die voor het jaar 1938, een winst geraamd van 8.500.000. ONDERZEEBOOT-MI JNENLEGGER. Onder het schelle gefluit van de schepen in de Rotterdamsche haven is de „O. 19", de eerste Nederlandsche onderzeeboot/ mijnenelgger, gistermiddag om enkele mi nuten over vier van de werf van Wilten- Fijenoord te water gegleden. NIEUWE LIJST VAN VOOR AMBTENAREN VERBODEN VEREENIGINGEN. Dr. H. Colijn heeft, als voorzitter van den Raad van Ministers, een nieuwe lijst van voor ambtenaren, verboden vereenigingen vastgesteld. In het desbetreffende staatsblad wordt verklaard, dat de hierna onder de rubrie ken A, B, C en D vermelde vereenigingen om de doeleinden, die zij nastreven of de middelen, die zij aanwenden, de behoorlijke vervulling door den ambtenaar in 's rijks dienst van zijn plicht als ambtenaar kun nen in gevaar brengen of schaden: A. de Communistische Partij Neder land (C.P.N.); de groep Internationale Com munisten (G.I.C.), de werkgroep van Ra den-Communisten en de werkgroep van Revolutionnaire Arbeiders, de Revolution- nair Socialistische Arbeiders Partij (R.S.A. P.); de Leninistische jeugdgarde, het Na tionaal Arbeids Secretariaat (N.A.S.) met aangesloten vakgroepen, het Internationaal Solidariteits Fonds (I.S.F.), de Vereeni gingen voor Volksontwikkeling (V.V.V.O.) en de Vereenigingen voor Socialistische Ontwikkeling (V.V.S.O.); de Groep van Bolsjewiki-Leninisten en de Jonge Bolsje- wiki-Leninisten; de Bond van Revolution- nair Socialisten (B.R.S.) en het Onafhanke lijk Socialistisch Jeugdverbond (O.S.J.V.); de Landelijke Bond van plaatselijke ver eenigingen van overheids- en semi-over- heidspersoneel; de Synthetische Orde; de Socialistische Liga van Anti-Oorlogs Strij ders (S.L.A.O.S.); de Vrij denkers vereeni- ging „De Dageraad"; de Vrije Jeugd Orga nisatie; de Perhimpunan Indonesia; alle an archistische groepen, waaronder de groepen rond „De Arbeider", de groepen rond „De Vrije Socialist", de Vereeniging van So ciaal-Anarchistische Actie (S.A.A.), de Vereeniging Anarchistische Uitgeverij (V.A. U.), de Bond van Anarcho-Socialisten (B.A. S.), het Nederlandsch Syndicalistisch Vak verbond (N.S.V.), de Syndicalistische Vrou wenbeweging (S.V.B.), de Landelijke Jeugd raad met aangesloten organisaties, het Fonds voor Internationale Solidariteit, de Federatie van Anarchisten in Nederland (FAN), de Internationale Anti-Militair'is- tische Aaneensluiting (I.A.M.A.), het Inter nationaal Anti-Militairistisch Bureau (I.A. M.B.), de Internationale Anti-Militairisti- sche Vereeniging (I.A.M.V.) en het Comi+é van Actie Dienstweigeringsmanifest „Mobi- liseeren". B. de Nationaal-Socialistische Beweging (N.S.B.), de Nationaal-Socialistische Ne derlandsche Arbeiders Partij (groep Kruyt), de Nationaal-Socialistische Nederlandsche Arbeiders Partij (grqep Van Rappard), het Nederlandsche Volksfascisme „Zwart Front", de Nederlandsche Volkspartij (N. V.P.); C. de z.g.n. mantel-organisaties van een der bovenvermelde organisaties, waarbij onder mantel-organisaties zijn te verstaan: organisaties van welke hoewel wordt voorgegeven, dat zij boven de staatkundi ge partijen staan en zich met uitschakeling van politieke oogmerken, bepalen tot het nastreven van sociale, cultureele of huma- nitairë doeleinden ofwel de beoefening van lichaamsontwikkeling en sport moet worden aangenomen b.v. omdat de lei ding geheel of overwegend in handen is van leden van een bepaalde politieke groep dat zij in werkelijkheid zijn opgericht of in stand worden gehouden met het doel om middellijk en op bedekte wijze de oog merken van die groep te bevorderen met name door niet tot die groep behoorende personen binnen haar bereik te brengen; in dezen zin kunnen als communistische mantel-organisaties worden aangemerkt on der andere: De Vereeniging voor Cultuur, Ontwikke ling en Ontspanning (V.C.O.O.) en andere plaatselijke jeugdvereenigingen met over eenkomstig doel onder diverse namen als Tempo, Raak, Fit, Voorwaarts enz., de Ver eeniging van Vrienden van de Sowjet-Unie (V.V.S.U.), de Centrale voor Volkscultuur en aangesloten vereenigingen, de Neder landsche Roode Hulp (N.R.H.), het We reld Vrouwen Comité tegen Oorlog en Fas-, cisme (afd. Ned.), De Studen ten vereeniging voor Vrijheid en Cultuur, de Bond van Kunstenaars ter Verdediging van Kultu- rele Rechten (B.K.V.K.), enz.; en als Nationaal-Socialistische mantel- organisatieties, onder andere: de Nationale Jeugd Storm, de Nederlandsche Werkne mers Vereeniging met aangesloten vak- en ontspanningsgroepen, de Nationale Reisver- eeniging, enz. D. Kerk en Vrede, Algemeen Nederland sche Vrouwen Vredesbond, de Internatio nale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid, sectie Nederland, Jongeren Vredes Actie (J.V.A.), Algemeene Nederlandsche Vredes Actie (A.N.V.A.), Katholieke Jongeren Vre des Actie (K.J.V.A.), Nederlandsche Sectie van de „War Resisters International", Vrienden van India. Een en ander gelet op artikel 97b, twee de lid van het algemeen rijksambtenaren reglement, art. 68b, tweede lid van het algemeen reglement rijks hoogere burger scholen, art. 69b, tweede lid van het alge meen reglement rijks kweekscholen, art. 67b, tweede lid van het ambtenarenregle ment rijksleerscholen en rijks lagere scho- eln en art. 90, tweede lid van het algemeen ambtenarenreglement Staten-Generaal. Hierbij is ingetrokken de beschikking van 5 April 1934, no. 220, Kab. M.R., betref fende uitvoering van art. 97b, tweede lid van het algemeen rijksambtenarenregle ment, art. 68b, tweede lid van het algemeen reglement rijks hoogere burgerscholen, art. 69b, tweede lid van het ambtenarenregle ment rijkskweekscholen en rijksnormaal lessen en art. 67b, tweede lid van het alge meen reglement rijksleerscholen en rijks- lagere scholen, alsmede zijn beschikking van 15 October 1936, Kab. M.R., no. 373 I. Tweede Kamer De vergadering van gisteren De voorzitter heeft het parlementaire jaar geopend met een rede, die wij giste ren in haar geheel hebben opgenomen. Na deze rede werden commissies samen gesteld. De Voorzitter^ benoemt in de commissie voor Buitenlanasche Zaken de heeren de Geer, Albarda, Bongaerts, Schouten, Bie- rema en Joekes. In de commissie voor Indische Zaken de heeren Rutgers van Rozenburg, Jie- kes, van Poll, Stokvis, van Lidth de Jeude, Meyeringk en Bajetto. Voorts wordt besloten tot het wederom instellen van commissiën resp. voor: a. privaat- en strafrecht; b. belastingen; c. openbare werken, verkeers- en Water staatsaangelegenheden; d. overleg met de regeering inzake handelspolitieke aange legenheden. Vervolgens worden de vyf af deelingen der Kamer bij loting samengesteld. Benoemd zijn in de commissie voor de rijksuitgaven de heeren Oud, Wijnkoop, IJzerman, Tilanus, Teulings, Wendelaar en Wagenaar. In de yaste commissie voor privaat- en strafrecht mevr. Bakker—Nort, mevr. MackayKatz, de heeren Truyen, Terp stra, Donker, v. d. Goes van Naters, van Maarseveen. In de vaste commissie voor de belastin gen de heeren de Geer, v. d. Tempel, Su- ring, v. d. Heuvel, Teulings, Schilthuis en Wagenaar. In de vaste commissie voor overleg met de regeering inzake handelspolitieke aan gelegenheden de heeren Schouten, Bak ker, Ebels, Bierema, Kortenhorst, v. d. Putt, van Gelderen. In de commissie voor de verzoekschrif ten de heeren Drees, Terpstra, Schilthuis, Krol en Bajetto. Bij stemming werden gekozen: in de huishoudelijke commissie de heeren Drees en Smeenk (beiden aftredend); van de gemengde commissie voor de stenografie de heeren Tilanus, Bongaerts en Joekes, allen aftredend; van de commissie van beroep voor de ambtenaren der stenogra fische inrichting de heeren v. d. Tempel, Terpstra en Wendelaar, allen aftredend. Aan de orde is het bepalen van den tijd tot het doen van vragen, overeen komstig art. 116 reglement van orde, aan de regeering. Als zoodanig wordt we derom voorgesteld: de Vrijdag des mid dags 3.45 uur. De vergadering wordt geschorst. De Ka mer gaat in de afdeelingen voor het be noemen van voorzitters en tweede-voor zitters der afdeelingen. Na heropening der vergadering wordt medegedeeld dat benoemd zijn tot voor zitters der afdeelingen de heeren Schou ten, Oud, Deckers, de Geer en Albarda, tot tweede voorzitters de heeren Biere ma. Bongaerts, Tilanus. Drees en Smeenk. Verschillende wetsontwerpen worden naar vaste commissiën of naar de afdee lingen verzonden, welke Dinsdag 4 Octo ber bijeenkomen. De vergadering wordt te 3 uur ver daagd. Fersle Kamer De vergadering van gisteren ADRES VAN ANTWOORD OP DE TROONREDE Aan de orde was gistermorgen het ont- werp-adres van antwoord op de Troonrede, dat wij reeds hebben gepubliceerd. De VOORZITTER opende de beraad- slaging over de algemeene strekking. De heer VAN VESSEM (N.S.B.) zegt dat ook de nat. socialistische fractie het wenschelijk en noodzakelijk acht, de Troon rede met een adres te beantwoorden. Dit ontwerp echter is slechts schijnbaar een antwoord, het gaat uit van de fictie dat de Troonrede een persoonlijk douoment is van de Koningin, terwijl juist de ministers er de lijnen van hun bewind in hebben uit gestippeld. Uit betamelijkheid jegens de Koningin hebben we dit te bedenken. In de pers trouwens is de Troonrede sterk ge- critiseerd. We mogen het stuk niet beschou wen als een uiting van Hare Majesteit. We zien dus in dit staatsstuk aldus spr. de lijnen der politiek van de regee ring uitgestippeld. Er is groote ongerustheid in den lande gewekt. Spr. herinnert aan de uitlating van het lid der R.K. Staatspartij, den heer De Bruyn, die t.a.v. de werkeloosheid in de Troonrede het verlossende woord ge sproken wilde zien. Dit woord is niet ge sproken. Staat ons nu de dictatuur van de R.K. Staatspartij in samenwerking met de sociaal-democratie te wachten? Het is geen toeval dat Dinsdagavond voor de Katholieke Radio-Omroep de Joodsche rabbijn De Hondt gesproken heeft over de dictatuur van Joseph in Egypte? De VOORZITTER: Vindt U dat dit veel te maken heeft met de Troonrede? De heer VAN VESSEM vervolgt dat als gevolg van die dictatuur al het vee, land en koren was opgekocht door Joseph, ter wijl de Pharao De VOORZITTER: En nu is het uit met Joseph en met Egypte. (Applaus). De heer VAN VESSEM hoopt dat het niet het begin is. Spr. waarschuwt voor een dictatuur van bepalde politieke par tijen. Spr. stelt voor, dat men zal overgaan tot het benoemen van een nieuwe commissie voor het opstellen van een ander adres van antwoord op de Troonrede. De heer KRANENBURG (V.D.) heeft met verbazing de rede van den heer Van Vessem aangehoord. Volgens art 55 der grondwet is de Kroon onschendbaar en zijn de ministers verantwoordelijk. De Troonrede is een uiting van deze ministers, en men kan er over in discussie treden. De heer Van Vessem had gisteren in de afdeelingen moeten spreken. Het is ver keerd, dit nu rauwelijks te doen afge scheiden nog van den inhoud dier rede. Het voorstel is volkomen ongemotiveerd. De heer VAN LANSCHOT (R.K.) gaat thans op den zakelijken inhoud der rede van den heer Van Vessem niet in; dat zou inopportuun zijn, we ontmoeten elkaar* later wel. Spr. is het eens met den heer- Kranenburg. Bovendien behooren poli-< tieke beschouwingen in de Tweede Kameï vooraf te gaan. De heer VAN VESSEM wil de Troonrede juist opnieuw in de afdeelingen brengen om daar een politiek debat voor te berei den. De Kamer vereenigt zich vervolgens z.h.st. met de algemeene strekking. Evenzoo met de eerste alinea. Bij de tweede zegt de heer VAN VES SEM (N.S.B.dat in dit antwoord onvol ledig wordt beantwoord hetgeen er in de Troonrede is gezegd over de betrekkingen tot andere mogendheden. De N.S.B. heeft altijd gevreesd, dat Ne derland niet een genoeg zelfstandige poli tiek zou voeren. De verklaring van den minister van Bui- tenlandsche Zaken te Genève laat minder aan duidelijkheid te wenschen over dan gewoonlijk het geval is. Spr. citeert uit die verklaring. Wat ligt nu, in verband met de Troon rede, meer voor de hand dan dat de Ka mer onderstreept, wat de regeering ver klaart over de zelfstandigheidspolitiek der regeering. Spr. stelt namens zijn fractie voor, ach ter de woorden „tot de andere mogendhe den" in punt 2 in te lasschen: „de bevesti ging en versterking der politiek van zelf standigheid". De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C.H.) heeft hier geen bezwaar tegen. De heer KRANENBURG (V.D.) zegt dat, wat de heer Van Vessem wil, reeds in het geheele antwoord ligt opgenomen. De heer VAN ASCH VAN WIJK (A.R.) merkt op dat de commissie van redactie een algemeene formule heeft gezocht en gevonden en het amendement ontraadt. De heer DE ZEEUW (S.D.) zegt, dat het antwoord slechts een weerslag is op de Troonrede, die niet in haar geheel als 't ware herhaald wordt. Het aannemen van dit amendement opent de mogelijkheid van andere amendementen. De heer VAN CITTERS (A.R.) verklaart dat oök de desbetreffende passage in de Troonrede algemeene voldoening heeft ge wekt. Het worde in deze Kamer uitge drukt, hoe dankbaar het volk is dat on danks de moeilijkheden de goede betrek kingen met andere mogendheden bleven bewaard. De heer VAN VESSEM (wien door de Kamer toegestaan wordt, voor de derde maal het woord te voeren) zegt dat de woorden betreffende de zelfstandigheid niet vallen onder onder die algemeene passage. De Heer WOLTJER (A.R.) heeft in de afdeelingen voorgesteld, een dergelijke pas sus op te nemen, is dus vóór het amende ment. Het amendement van Vessem wordt ver worpen met 26 tegen 17 stemmen (voor N.S.B., de antirev., van de R.K. de heeren Michiels van Kessenich, Kropman, van Sasse van Ysselt en Fleskens, en van de Christ. Hist, de heeren de Zwaan, de Sa- vornin Lohman en Kolff, en de heer van Rappard, (Lib.). De alinea's 2 en 3 worden z.h.st. aange nomen. De heer VAN VESSEM (N.S.B. verzoekt aanteekening, te zijn tegen alinea 4, we gens de houding der soc. democraten, wel ke alinea luidt. Met voldoening vernam de Kamer, dat leger en vloot, zoomede de ambtenaren in burgerlijken dienst in het geheele Koninkrijk hunne taak met toe wijding vervullen. De alinea's 4 en 5 worden overigens z.h.st. aangenomen. Het geheele adres, in stemming gebracht wordt aangenomen met 39 tegen 4 stem men (de N.S.B.). De VOORZITTER deelt mede, dat het zijn voornemen is, de Kamer niet meer vóór 18 October bijeen te roepen. De vergadering wordt gesloten. STEUN AARDAPPELMEEL OOGST 1938. De minister van Economische Zaken heeft bepaald, dat, uitgaande van de ver- rekenprijs van 8.50 per 100 K.G. supra aardappelmeel, de steun voor aardappel meel van oogst 1938 wordt vastgesteld op 1.38 per 100 K.G. aardappelmeel van ge middelde kwaliteit, hetgeen overeenkomt met een garantieprijs van ongeveer 9.75 per 100 K.G. aardappelmeel van gemiddel de kwaliteit. AANGEBRACHTE BIGGENMERKEN. Van 5 tot 10 September 1938 zijn aange bracht 45.018 biggenmerken, tegenover 42.371 in de overeenkomstige periode van 1937. Van de toekenping 1938 zijn tot 10 Sep tember 1.1. gebruikt 1.358.925 merken, te genover 1.218.530 merken van de toeken ning 1937 op het overeenkomstige tijd stip van het vorige jaar. Voor een juiste beoordeeling diene, dat van 1 Januari tot genoemde datum in to taal zijn gemerkt 1.621.654 biggen, en in hetzelfde tijdvak van 1937 1.368.669. PROF. DR. F. A. VENING MEINESZ. Naar wij van officieele zijde vernemen is prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz, te Amersfoort, buitengewoon hoogleeraar in de geodesie en de cartographie te Utrecht, die door zijn vermaarde expedities voor het diepzeeonderzoek sinds lang een grooten naam heeft verworven, tevens tot buitengewoon hoogleeraar in de geodesie te Delft benoemd. „Hbld".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 14