Vóór 200 jaar stierf
Herman Boerhaave
Plechtige herdenkingssamenkomst
in de aula van het
Boerhaave-kwartier
BINNENLAND
VRIJDAG Z3 SEPTEMBER 1938
DE LE1DSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 13
DE MINISTER VAN
ONDERWIJS ONDER
DE AANWEZIGEN.
Ter gelegenheid van het feit, dat het he
den 200 jaren geleden is, dat de groote ge
neeskundige Herman Boerhaave overleed,
is vandaag te Leiden een grootsche herden
kingsplechtigheid gehouden.
Deze herdenking is vanmorgen aange
vangen met een plechtige bijeenkomst van
den Academischen Senaat in de aula van
het Academisch Ziekenhuis in tegenwoor
digheid van een groot aantal genoodigden
uit binnen- en buitenland. Tot de genoodig
den behoorden: de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen J. R. Slotema-
ker de Bruine, de directeur van het onder
wijs prof. dr. G. A. van Poelje, de chef der
afdeeling Hooger Onderwijs, mr. A. J. L.
van Beeck Calkoen, de chef van de afdee
ling financieele controle, de heer G. Pip-
pel, de chef van de afdeeling Kunsten en
Wetenschappen, de heer P. Visser, de se
cretaris-generaal van het Departement van
Sociale Zaken, mr. dr. A. L. Scholtens
mede namens de minister van Sociale Za
ken, de directeur-generaal van de Volks
gezondheid, de heer v. d. Berg, de hoofdin
specteur van de Volksgezondheid, de heer
R. N. M. Eykel, de president-curator der
Leidsche Universiteit mr. A. van de Sande
Bakhuyzen, de secretaris van curatoren
mr. P. J. Idenburg en de overige curatoren
der Leidsche Univerisiteit, prof. dr. P. C.
Flu, rector-magnificus der Leidsche Uni
versiteit, prof. dr. F. Muller Jzn., secretaris
en prof. dr. N. J. Krom pro-secretaris van
de Academische Senaat, benevens de"
meeste hoogleeraren uit Leiden, benevens
de voorzitters en secretarissen van de ge
neeskundige en philosophische faculteiten
van Groningen, Utrecht en Amsterdam,
voorts prof. dr. J. van der Hoeve, de heer
B. Brouwer resp. voorzitter en secretaris
van de Kon. Academie van Wetenschappen,
voorts oud-minister P. J. N.Aalberse, prof.
H. Burger, eereleden van de Maatschappij
tot bevordering der Geneeskunst, alsmede
de voorzitter dr. Fehmers en de secretaris
en overige bestuursleden en leden dezer
Maatschappij, vertegenwoordigers der che
mische en botanische vereenigingen, dr. H.
H. Maas, directeur van het Academisch
Ziekenhuis en de leden van de commissie
van advies van dit Ziekenhuis, afgevaar
digden van alle studenten-organisaties te
Leiden, de garnizoens-commandant, overste
de long, de dijkgraaf van Rijnland mr. P.
A. Pijnacker Hordijk, het college van B. en
W. van Leiden, de burgemeester van Har
derwijk, de heer de Jong Saakes en de vol
gende buitenlandsche vertegenwoordigers:
prof. Diepgen uit Berlijn, prof. J. D. Com-
rie uit Edinburgh, prof. H. E. Sigarist uit
Baltimore, prof. K. T. Wenckebach uit Wee-
nen en prof. J. E. Dinger van de genees
kundige Hoogeschool van Batavia, bene
vens vertegenwoordigers van de organisee-
rende organisaties van deze herdenking te
weten: de Nederlandsche Maatschappij tot
Bevordering der Geneeskunst, de Vereeni-
ging „Het Nederlandsche Tijdschrift voor
Geneeskunde", het genootschap voor ge
schiedenis der genees-, natuur-, en wiskun
de en het Academisch historisch museum
te Leiden, vertegenwoordigd door mevr. C.
C. D. IdenburgSiegenbeek van Heukelom
en vele anderen.
OPENING DOOR DEN RECTOR
MAGNIFICUS PROF. DR. P. C. FLU.
De plechtig» bijeenkomst werd geopend
door den rector magnificus der Leidsche
Universiteit, prof. dr. P. C. Flu, die aanving
met een welkomstwoord.
Daarna vervolgt spr.: Bijkans een jaar
her waren senaat en genoodigden in deze
zaal bijeen ter viering van een gebeurte
nis, die nauw met het werk van Boerhaave
samenhangt: de herdenking van het 300-
jarig bestaan van het officieele klinisch
onderwijs aan onze universiteit. Het kon
niet anders of Boerhaave's naam werd in
de rede, welke prof. Barge bij die gelegen
heid uitsprak met eere genoemd. Wel was
reeds in 1638 door Otto Heurnius het on
derwijs aan het ziekbed met zich daaraan
aansluitende lijkopeningen, in gevallen
waarbij de hulp van den arts faalde, inge
steld, en had Sylvius die instelling tot groo-
tere ontwikkeling gebracht, maar het was
Boerhaave, die er een Europeesche ver
maardheid aan gaf. En hij was het, die,
dank zij zijn genialiteit, ook buiten den
engen kring van Leiden en Nederland
school maakte. Het is niet de eerste maal,
dat in Leiden de nagedachtenis van Boer
haave herdacht wordt. Veel is er over hem
geschreven en velen hebben zich geroepen
gevoeld nauwkeurig na te pluizen waarin
toch de grootheid van dezen bijzonderen
man dan wel bestaan heeft. Misschien heeft
hij inderdaad noch de scheikunde noch de
physica of de biologie met een eigen ge
dachte verrijkt, maar voor de ontwikkeling
van de klinische waarneming aan het ziek
bed blijft zijn werk van ontschatbare be
teeken is. Zoo groot is deze, dat men thans,
200 jaar na zijn dood, niet alleen hier in
Leiden, maar in vele centra van klinisch
onderwijs in Europa en Amerika zijn na
gedachtenis eert. Onwillekeurig komen mij
voor den geest de woorden door een der
necrologen aan de nagedachtenis van Emile
Roux gewijd: „Wij allen, meende hij, be-
teekenen gedurende ons leven iets voor
onze omgeving. Veelal is het aantal ge-
interesseerden al heel klein, is het licht,
dat van ons straalt, wel erg zwak. Zelfs
van hen, wier glans verder reikt dan den
engen kring hunner directe omgeving, gaat
de herinnering niet verder dan één a twee
generaties. Het zijn alleen de werkelijk
grooten, de sterren van de eerste orde, die
ook eeuwen na hun verscheiden blijven
stralen, aan wien men nog na zooveel tijd
de herinnering tracht levendig te houden".
Boerhaave behoort tot hen en daarom is het
verklaarbaar, waarom bij de medici het
verlangen doorbrak Boerhaave te herden
ken en dat, wat hij voor de klinische be
oefening der geneeskunst heeft beteekend.
Het is daarom, dat het Hoofdbestuur van
de Ned. Mij. tot Bevordering der Genees
kunst het initiatief voor deze herdenking
nam en gaarne breng ik namens de Leid
sche universiteit, tot welker Senaat Boer
haave zoo lang heeft behoord en die door
hem gedurende en na zijn leven zoo groot
is gemaakt, aan hoofdbestuur en leden dier
Mij. dank voor dit initiatief.
Spr. deelde dan mede, dat de voorzitter
van het Genootschap tot Bevordering van
de Geschiedenis der Genees-, Natuur- en
Wiskunde, dr. B. Schoute, van wien reeds
zoo menige waardevolle bijdrage op me-
disch-historisch gebied het licht zag, zich
bereid had verklaard hier de beteekenis
van Boerhaave voor de klinische beoefe
ning der Geneeskunde uiteen te zetten.
Voor hiertoe wordt overgegaan zij het mij
veroorloofd Zijne Excellentie den Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen uit te noodigen het woord te voeren.
TOESPRAAK MINISTER VAN
ONDERWIJS, KUNSTEN EN
WETENSCHAPPEN.
De minister betuigde zijn groote ingeno
menheid met het initiatief om de nage
dachtenis van Boerhaave te verlevendigen.
Wij kennen in onze historie groote mannen
op velerlei gebied: techniek, kunst, staat
kunde, bedrijfsleven, zeevaart, onderwijs.
Voor en na verlevendigen wij de herinne
ring aan hen. Het is goed, dat in deze reeks
ook de wetenschap haar plaats inneemt.
Dat ook thans weder buitenlanders aan de
plechtigheid deelnemen bewijst, dat Ne
derland en Leiden ver buiten onze gren
zen een goeden naam bezit. De minister
dankt ook zijnerzijds voor hunne aanwezig
heid.
De herdenking van groote mannen kan
ons stemmen tot de bescheidenheid, die
eiken mensch en met name den geleerde
siert. Ook vóór ons deed men groote din
gen. Zij kan tegelijk drijven tot nieuwe
inspanning: de dragers van een groote tra
ditie zijn dragers van een bijzondere ver
plichting.
Voorwaarde voor het een en het ander is
dan echter, dat wij onze groote voorgangers
ook waarlijk kennen. Holle lofwoorden en
anecdoten zijn daarbij niet toereikend. Het
schoone van dezen dag is dan ook al mede,
dat Boerhaave dicht bij ons zal worden
gebracht, doordat zijn wetenschappelijke
arbeid wordt ontleed en in het licht ge
stéld. Ongetwijfeld zal dan niet enkel de
geleerde, de wetenschappelijke, onze aan
dacht vragen: den complete Boerhaave ken
nen wij slechts zoo wij ook den mensch
kennen: den mensch, die vol humaniteit en
sociaal besef zich aan de menschheid wijd
de: den mensch, die in diepe afhankelijk
heid van God leefde en uit Hem de kracht
putte voor zijn arbeid.
Ik houd er mij aldus de minister
reeds bij den aanvang van de samenkom
sten van overtuigd, dat de vrucht zal we
zen een verrijking als verbreeding en ver
dieping beide van ons nationale leven.
HERDENKINGSREDE DR. D. SCHOUTE.
Hierna sprak dr. D. Schoute uit Wasse
naar de Herdenkingsrede uit. Hieraan is
het volgende ontleend:
Uit het persoonlijke in Boerhaave's leven
wil spr. twee opmerkingen naar voren
brengen, welke elders niet zijn gemaakt.
Bij onze tegenwoordige kennis moet wor
den aangenomen, dat de drie-daagsche reis
naar Hax-derwijk, waar hij op 13 Juli 1693
in de geneeskunde promoveerde, Boer
haave's grootste reis is geweest. Maar al
bleef Boerhaave lichamelijk in Leiden en
naaste omgeving, zijn geest reisde des te
meer. Tienduizenden brieven heeft hij ge
schreven naar geleerden over geheel de
wereld. Op de tweede plaats treft het ons,
dat het aan ons Nederlanders zoo beken
de kinderliedje „In Holland staat een huis",
dat 's menschen leven teekent in opgang
en nedergang, in opbouw en afbraak, zoo
geheel op het leven van Boerhaave van toe
passing is geweest. Als heel jong kind in
de pastorie te Voorhout was Herman Boer
haave al van een diep Godsgeloof vervuld,
hij wil predikant worden, voelt zich tege
lijk machtig aangetrokken door de wiskun
de en de werktuigkunde. Hij wendt zich
tot de geneeskunde, doceert later ook bota
nie en chemie. Als geleerde met een we
reldreputatie, weet hij zich met inspanning
van alle krachten een reeks van jaren staan
de te houden. Dan komt de nedergang, heel
wat sneller de afbraak voltrekkende dan
de opbouw was geschied, totdat hij ten
slotte opnieuw alleen bleef met het on
wankelbaar vertrouwen op God, dat hem
nimmer een oogenblik had verlaten.
Boerhaave heeft altijd graag academi
sche redevoeringen gehouden, hij liet geen
gelegenheid daartoe voorbij gaan. Deze
oraties zijn van historische waarde, om
dat daarin de gang van Boerhaave's denk
beelden in den loop der jaren valt te vol
gen. Spr. herinnert aan de verwarring, wel
ke het onderwijs in de geneeskunde ken
merkte tegen het einde der 16e en in het
begin der 17e eeuw, na den val van het
stelsel van Galenus.
Toen Boerhaave besloot zich met de
studie der geneeskunde te gaan bezig
houden, moet hij het voornemen heb
ben gehad daarna een plaats als pre
dikant te zoeken, teneinde zijn paro
chianen naar ziel en lichaam te kunnen
bijstaan. Hoewel Boerhaave later dit
voornemen liet varen, geeft het eenige
verklaring voor de wijze, waarop hij
zijn studie in de geneeskunde heeft op
gevat, evenals voor zijn latere houding
bij zijn onderwijs. In den medischen
hoogleeraar is de theoloog nooit onder
gegaan.
Toen Boerhaave in 1701 werd belast met
een lectoraat in de geneeskunde te Leiden,
hield hij zijn eerste groote academische re
de, waarin hij er toen al nadrukkelijk op
wees, dat de kennis van wiskunde, werk
tuigkunde, natuur- en scheikunde en van
de leer der vloèistoffen voor den genees
heer onmisbaar was. Hij verzekerde dan
ook bij zijn lessen aan deze wetenschappen
een ruime plaats te zullen geven.
Spr. achtte het onmogelijk en overbodig
een beschouwing te geven over hetgeen
Boerhaave in zijn lessen heeft geleerd.
Voor het verkrijgen van een oordeel over
de beteekenis van Boerhaave en over de
grondslagen van zijn beroemdheid, is het
van meer belang te weten, op welke wijze
en volgens welke inzichten hij zijn onder
wijs gaf. Spr. kwam daarbij ook aan het
onderwijs bij het ziekbed, dat onder lei
ding van Boerhaave zijn grootste bekend
heid kreeg. Prof. Barge meende in zijn vo
rig jaar uitgesproken rede over het Leid
sche klinische onderwijs, dat dit onderwijs
juist in Leiden zoo goed heeft kunnen wor
telen, omdat het daar van den aanvang
af, academisch werd georganiseerd.
Voortgaande in dien gedachten gang, al
dus dr. Schouten, mogen wij de veel wij
dere bekendheid, door Boerhaave aan dat
onderwijs gegeven, mede toeschrijven aan
de omstandigheid, dat hij die lessen aan
het ziekbed opnam in een nog veel verder
georganiseerd academisch verband. De
theoretische colleges, het onderwijs aan het
ziekbed, de lijkopeningen in het Caecilia
Gasthuis vormden samen met de lessen en
de proeven in het Chemisch Laboratorium
en in den Hortus Botanicus één acade
misch geheel. Met den roem Van dat geheel
staat ook de bekendheid van dat klinisch
onderwijs in wijden kring.
Boerhaave trok het onderwijs in de che
mie tot zich, omdat hij vele scheikundigen
van zijn tijd voor de geneeskunde gevaar
lijk rekende, waar zij maar al te geneigd
waren de nieuwe ontdekkingen der schei
kunde op overijlde wijze ook op de genees
kunde toepasselijk te achten. Kennis der
botanie achtte Boerhaave voor zijn stu
denten vooral daarom van zoo groot ge
wicht, omdat die kennis hen later in staat
zou stellen op grond van eigen onderzoek
en waarnemingen nuttig gebruik te maken
van de geneeskrachtige werkingen van zoo
vele plantdeelen. Los van de geneeskunde
beschouwd, heeft Boerhaave bij zijn arbeid
in het chemisch laboratorium niet het al
lerhoogste gegeven. Wanneer wij echter al
dat werk bezien in verband met zijn onder
wijs in de geneeskunde, dan verschijnt ons
het heele beeld in zijn ware verhoudingen.
Dat leerlingen van heinde en verre naar
Leiden stroomden, valt heel goed te begrij
pen. Daar kregen zij al dat onderwijs, door
één wil bestuurd.
In lateren en vooral in onzen tijd is de
geneeskunde steeds luider gaan roepen om
ontdekkingen als den waren grond van
werkelijken roem. Welnu, Boerhaave kan
ook onzen tijd bevredigen., hij ontdekte
een grondslag voor ons onderwijs in de ge
neeskunde; hij was de beteekenis van die
ontdekking van stonde af aan bewust en
heeft voor haar gestreden met niet minder
overtuiging dan wij, die tegenwoordig zoo
menigmaal waarnemen in den strijd voor
de waardeering van één enkel ziektever
schijnsel, één enkel hulpmiddel van onder
zoek of van één enkele geneeswijze. Boer
haave's leven en werken hebben hem ge
plaatst onder de groote ontdekkers der ge
neeskunde en onder haar allergrootste leer
meesters.
DE BUITENLANDSCHE SPREKERS.
Vervolgens brachten de volgende buiten
landsche vertegenwoordigers de gelukwen-
schen met deze herdenking over en zij
s<^hetsten daarbij de groote beteekenis, wel
ke Boerhaave voor de verbreiding der me
dische wetenschap ook in het buitenland
heeft gehad.
Achtereenvolgens spraken: prof. P. Diep
gen uit Berlijn, prof. dr. J. D. Comrie uit
Edinburgh, en prof. H. E. Sigerist uit Bal-
timore, waarna de rector-magnifficus de
plechtige bijeenkomst van den Senaat sloot.
Vervolgens begaven de aanwezigen zich
naar het standbeeld van Boerhaave, tegen
over den ingang van het Ziekenhuis aan
den Boerhaavelaan, waar de voorzitter van
de Nederlandsche Maatschappij tot bevor
dering der Geneeskunsf, dr. C. Fehmers
uit Rotterdam een toespraak hield:
TOESPRAAK DR. C. FEHMERS.
Veel te zeggen na de doorwrochte rede
voeringen, welke zoo even uitgesproken
zijn, ware louter vermetelheid, aldus spr.
Daarom moge thans slechts in de herinne
ring terug geroepen worden het slot der
gedachtenisrede welke de hoogleeraar
Schultens uitsprak na den dood van zijn
vriend Boerhaave. Hij zegt daar: Boerhaa
ve is niet geëindigd en hij zal nooit eindi
gen. De gedachte neergelegd in deze pro
fetische woorden bezielde de Nederland
sche Maatschappij tot bevordering der Ge
neeskunst, toen zij het denkbeeld opvatte
om op deze dag hier samen te komen. In
Leiden was het dat Boerhaave leefde en
werkte, in Leiden was het, dat hij zijn ken
nis zoo mild uitdeelde aan de „Keurbende"
van uitgelezen jongelingen uit alle oorden
van Europa, op den klank van zoo groot een
naam opgestoven.
Nu ruim zeventig jaar geleden is het,
dat onze maatschappij, aldus spr., met
geestdrift begroette het denkbeeld van haar
afdeeling Tilburg om een standbeeld op te
richten, Boerhaave ter eere. Door de hand
van den toenmaligen voorzitter der Maat
schappij, professor Tilanus, werd het beeld
waarvoor wij hier thans staan, op 26 Juni
1872 onthuld om zooals gezegd daar
mede aan Leiden te schenken een gedenk-
teeken voor den man, die niet alleen voor
de wetenschap, maar ook voor het volk ge
leefd had. Al zijn vele jaren sedert dien
verloopen, al hebben er groote veranderin
gen in de wereld der geneeskunde plaats
gevonden, nog straalt onverzwakt de naam
van den groote Leidschen Hoogleeraar.
Daarom leg ik gaarne deze krans aan den
voet van Boerhaave's beeld, als een hulde
van de Nederlandsche Maatschappij voor
bevordering der Geneeskunst, aan den man
dien zij nog steeds beschouwt als den groot
sten bevorderaar der geneeskunst dien ons
vaderland gekend heeft, aan den Hoog
leeraar, die meer dan iemand anders er
toe bijgedragen heeft om het klinisch on
derwijs in Nederland ingang te doen vin
den. Dan moge deze kranslegging tevens
beschouwd worden als een bewijs van dank
baarheid aan hen, die op den huidigen dag
dit onderwijs voortzetten, als een uiting
van erkentelijkheid onzer Maatschappij je
gens de geneeskundige faculteiten, waar
aan onze leden hunne wetenschappelijke
vorming te danken hebben.
DE MEDISCHE FACULTEIT VAN
LEIDSCHE STUDENTEN BIEDT
EEN KLOK AAN.
Hedenmiddag vereenigde zich het gezel
schap op de binnenplaats van het Acad.
Ziekenhuis achter het administratiegebouw,
waar de praeses van de medische faculteit
der Leidsche studenten, de heer K. J. Har
deman, een uurwerk voor den toren van
het hoofdgebouw van het Boerhaave-kwar
tier als geschenk der Leidsche medische
studenten aanbood.
Door gebrek aan geldmiddelen is de to
ren van het hoofdgebouw nooit voltooid,
maar bij de studenten rijpte twee jaren
geleden het plan om het ziekenhuis als
blijk van weerdeering een torenuurwerk
aan te bieden. De directeur van Boerhaave-
kwartier, dr. H. H. Maas, zeide, dat door
het plan om een klok aan te bieden een lang
gekoesterde wensch van velen in vervul
ling is gegaan. De vorm, waarin dit bewijs
van belangstelling is gekozen stemt tot bij
zondere voldoening, omdat hij voortaan en
geheel passend bij het jeugdige enthou
siasme, waarin het plan is geboren, hoog
van den toren blijvend zal getuigen, hoe
nauw de banden zijn tusschen de medische
studenten en dit ziekenhuis. De keuze van
een klok mag voorts nog een gelukkige ge
noemd worden, omdat bij de oplossing van
problemen tijd een onmisbare factor is. Zoo
is hij het ook voor de studie, voor het we
tenschappelijk onderzoek, voor het onder
wijs zelf. Namens den minister en namens
curatoren der universiteit aanvaardde dr.
Maas met groote erkentelijkheid het ge
schenk.
De deelnemers aan de Boerhaave-herden-
king begaven zich hierna naar de Pei-
terskerk, waar een krans werd gehecht aan
de graftombe van Boerhaave. Vervolgens
werd - een bezoek gebracht aan de zalen
van het voormalige St. Caecilia-gasthuis,
waar Boerhaave zijn lessen aan het ziek
bed heeft gegeven, waarna men naar Voor
hout is gegaan ter bezichtiging van de Her
vormde pastorie, de plaats waar Boerhaave
het levenslicht zag.
De dag werd besloten met een bezoek
aan het kasteel „Oud-Poelgeest" waar Boer
haave vele jaren heeft gewoond.
Boerhaave zal morgen te Harderwijk
worden herdacht.
HET BEHOUD VAN DE JEUGD.
Een der Duitsche leiders, dr. Ley, heeft
kort geleden in een rede onomwonden
verklaard: „Ons doel is van de jeugd fa
natici te maken". Dat wil zeggen bloed
en bodem- en rasfanatici, die als vrou
wen en mannen geen anderen God meer
zullen kennen dan de Duitsche Staat.
Wij beven bij het zien van zulk een
greep naar de jeugd in een volk van 75
millioen menschen.
Wij weten, dat het ware ideaal dit is:
van de jeugd, van onze jongens en meis
jes in God geloovende, op God vertrou
wende, wilskrachtige menschen te maken
tot heil van hen zelf en daardoor tot wel
zijn en grootheid van het vaderland.
Maar zelfs het grootste en heiligst©
doel van ons menschen ligt verankerd in
de materie als een der middelen tot ons
doel. Daaraan kan geen mensch iets ver
anderen.
Als u dus Zondag a.s. een pijltje wordt
aangeboden, weiger dan niet, maar zie
daarin en in de kleine bijdrage, welke gij
schenkt de grootste opgave van dezen
tijd: het behoud van de jeugd voor God,
door haar te behouden voor Kerk en Va
derland.
Als gij een pijltje koopt, helpt gij de
jeugd behouden.
Herhaling van de Lustrumschouw
der Kruisvaart.
De uitstekend geslaagde Lustrumschouw
van de Kruisvaart welke Zondag 1.1. in het
Circusgebouw te Scheven ingen plaats vond
onder groote belangstelling van de zijde
van geestelijke en wereldlijke autoriteiten,
zal a.s. Zondag 25 September des avonds
tc 8 uur worden herhaald, toegankelijk voor
publiek.
Inmiddels is in verband met de hiervoor
bestaande interesse bovendien een middag-
"V oorstelling vastgesteld tegen populaire
prijzen, eveneens op Zondag 25 September
des middags te half 3. Deze werkelijk bij
zondere uiting van modern katholiek jeugd
werk verdient in breede kringen de aan
dacht.
BOETE-LOF IN HAARLEMS
KATHEDRAAL.
Woensdagavond is in de Kathedrale Kerk
van Haarlem een boete-lof gehouden in
tegenwoordigheid van Z. H. Exc. den bis
schop van Haarlem, mgr. J. P. Hui'bers.
De geweldige ruimten waren geheel met
geloovigen gevuld. Honderden moesten met
een staanplaats genoegen nemen. Uit alle
deel ender stad en van daarbuiten waren
de katholieken opgegaan om met hun bis
schop in deemoed God om uitkomst te bid
den in dezen zwaren tijd.
De deken van Haarlem, de hoogeerw.
heer H. C. J. Sondaal, was celebrans. De
ztereerw. heeren pastoor Schalke en van
Eeden fungeerden als diaken en subdiaken,
terwijl in het hoogkoor mede aanwezig
waren mgr. N. Ammerlaan, vicaris-generaal
van het bisdom, mgr. M. P. J. Möllmann,
oud-vicaris-generaal, plebaan Filbry, zoo
goed als alle pastoors der stad en tal van
kapelaans.
Nadat het Allerheiligste was uitgesteld
werden door de geloovigen twee strofen ge
zongen van het Adoro Te. Daarna voerde
het zangkoor der kathedraal onder leiding
van kapelaan dr. Kat het Miserere van
Lotti uit en Popule meus, van Palestrina.
In een indrukwekkende predikatie heeft
daarop de zeereerw. heer rector Drost, uit
Amsterdam, de beteekenis van de plechtig
heid uiteengezet.
Wij zijn hier, aldus de gewijde redenaar,
met honderden saamgekomen rondom on
zen bisschop voor den troon van Onzen
Goddelijken Zaligmaker, om eerherstel té
brengen voor de beleedigingen, welke Zijne
Majesteit in dezen tijd worden aangedaan,
en met de bedoeling, om in een stemming
van boete ons zelf te verinederen en te ver
ootmoedigen.
Na de predikatie werd door alle aanwe
zigen de acte van Eerherstel gedaan en
God gebeden om, indien het ons zalig is,
den oorlog en andere rampen af te wen
den.
Door allen werd dan het Paree Domine
gezongen.
Met den zegen van het Allerheiligste werd
het Lof besloten. „Msb."
GEEN ROULEER SYSTEEM BIJ DE
A.K.U.
Ontslag van personeel gehandhaafd.
De directie van de A.K.U. deelt mede, dat
zij, na gepleegd overleg met de vakvereeni-
gingen, van invoering van een rouleersys
teem heeft moeten afzien en tot het reeds
in het begin dezer maandaangekondigde
ontslag van personeel, hoofdzakelijk werk
zaam in de fabriek te Ede, heeft moeten
besluiten.
GOEDKOOPE TREINEN.
Ook met den Winterdienst zal de Ned.
Spoorwegen evenals met de zomerdienst
een groot aantal goedkoope treinen laten
loopen. Zoo zal vanaf 5 October a.s. om de
14 dagen een goedkoope trein loopen van
Vlissingen, Middelburg enz. naar Den
Haag en Amsterdam om de 4 weken een
goedkoope trein van Oldenzaal enz. naar
Den Haa'g en vanaf 19 October om de 4
weken een goedkoope trein van Oldenzaal
naar Amsterdam en terug.