Vóór 200 jaar stierf Herman Boerhaave Plechtige herdenkingssamenkomst in de aula van het Boerhaave-kwartier BINNENLAND VRIJDAG Z3 SEPTEMBER 1938 DE LE1DSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 13 DE MINISTER VAN ONDERWIJS ONDER DE AANWEZIGEN. Ter gelegenheid van het feit, dat het he den 200 jaren geleden is, dat de groote ge neeskundige Herman Boerhaave overleed, is vandaag te Leiden een grootsche herden kingsplechtigheid gehouden. Deze herdenking is vanmorgen aange vangen met een plechtige bijeenkomst van den Academischen Senaat in de aula van het Academisch Ziekenhuis in tegenwoor digheid van een groot aantal genoodigden uit binnen- en buitenland. Tot de genoodig den behoorden: de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen J. R. Slotema- ker de Bruine, de directeur van het onder wijs prof. dr. G. A. van Poelje, de chef der afdeeling Hooger Onderwijs, mr. A. J. L. van Beeck Calkoen, de chef van de afdee ling financieele controle, de heer G. Pip- pel, de chef van de afdeeling Kunsten en Wetenschappen, de heer P. Visser, de se cretaris-generaal van het Departement van Sociale Zaken, mr. dr. A. L. Scholtens mede namens de minister van Sociale Za ken, de directeur-generaal van de Volks gezondheid, de heer v. d. Berg, de hoofdin specteur van de Volksgezondheid, de heer R. N. M. Eykel, de president-curator der Leidsche Universiteit mr. A. van de Sande Bakhuyzen, de secretaris van curatoren mr. P. J. Idenburg en de overige curatoren der Leidsche Univerisiteit, prof. dr. P. C. Flu, rector-magnificus der Leidsche Uni versiteit, prof. dr. F. Muller Jzn., secretaris en prof. dr. N. J. Krom pro-secretaris van de Academische Senaat, benevens de" meeste hoogleeraren uit Leiden, benevens de voorzitters en secretarissen van de ge neeskundige en philosophische faculteiten van Groningen, Utrecht en Amsterdam, voorts prof. dr. J. van der Hoeve, de heer B. Brouwer resp. voorzitter en secretaris van de Kon. Academie van Wetenschappen, voorts oud-minister P. J. N.Aalberse, prof. H. Burger, eereleden van de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, alsmede de voorzitter dr. Fehmers en de secretaris en overige bestuursleden en leden dezer Maatschappij, vertegenwoordigers der che mische en botanische vereenigingen, dr. H. H. Maas, directeur van het Academisch Ziekenhuis en de leden van de commissie van advies van dit Ziekenhuis, afgevaar digden van alle studenten-organisaties te Leiden, de garnizoens-commandant, overste de long, de dijkgraaf van Rijnland mr. P. A. Pijnacker Hordijk, het college van B. en W. van Leiden, de burgemeester van Har derwijk, de heer de Jong Saakes en de vol gende buitenlandsche vertegenwoordigers: prof. Diepgen uit Berlijn, prof. J. D. Com- rie uit Edinburgh, prof. H. E. Sigarist uit Baltimore, prof. K. T. Wenckebach uit Wee- nen en prof. J. E. Dinger van de genees kundige Hoogeschool van Batavia, bene vens vertegenwoordigers van de organisee- rende organisaties van deze herdenking te weten: de Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst, de Vereeni- ging „Het Nederlandsche Tijdschrift voor Geneeskunde", het genootschap voor ge schiedenis der genees-, natuur-, en wiskun de en het Academisch historisch museum te Leiden, vertegenwoordigd door mevr. C. C. D. IdenburgSiegenbeek van Heukelom en vele anderen. OPENING DOOR DEN RECTOR MAGNIFICUS PROF. DR. P. C. FLU. De plechtig» bijeenkomst werd geopend door den rector magnificus der Leidsche Universiteit, prof. dr. P. C. Flu, die aanving met een welkomstwoord. Daarna vervolgt spr.: Bijkans een jaar her waren senaat en genoodigden in deze zaal bijeen ter viering van een gebeurte nis, die nauw met het werk van Boerhaave samenhangt: de herdenking van het 300- jarig bestaan van het officieele klinisch onderwijs aan onze universiteit. Het kon niet anders of Boerhaave's naam werd in de rede, welke prof. Barge bij die gelegen heid uitsprak met eere genoemd. Wel was reeds in 1638 door Otto Heurnius het on derwijs aan het ziekbed met zich daaraan aansluitende lijkopeningen, in gevallen waarbij de hulp van den arts faalde, inge steld, en had Sylvius die instelling tot groo- tere ontwikkeling gebracht, maar het was Boerhaave, die er een Europeesche ver maardheid aan gaf. En hij was het, die, dank zij zijn genialiteit, ook buiten den engen kring van Leiden en Nederland school maakte. Het is niet de eerste maal, dat in Leiden de nagedachtenis van Boer haave herdacht wordt. Veel is er over hem geschreven en velen hebben zich geroepen gevoeld nauwkeurig na te pluizen waarin toch de grootheid van dezen bijzonderen man dan wel bestaan heeft. Misschien heeft hij inderdaad noch de scheikunde noch de physica of de biologie met een eigen ge dachte verrijkt, maar voor de ontwikkeling van de klinische waarneming aan het ziek bed blijft zijn werk van ontschatbare be teeken is. Zoo groot is deze, dat men thans, 200 jaar na zijn dood, niet alleen hier in Leiden, maar in vele centra van klinisch onderwijs in Europa en Amerika zijn na gedachtenis eert. Onwillekeurig komen mij voor den geest de woorden door een der necrologen aan de nagedachtenis van Emile Roux gewijd: „Wij allen, meende hij, be- teekenen gedurende ons leven iets voor onze omgeving. Veelal is het aantal ge- interesseerden al heel klein, is het licht, dat van ons straalt, wel erg zwak. Zelfs van hen, wier glans verder reikt dan den engen kring hunner directe omgeving, gaat de herinnering niet verder dan één a twee generaties. Het zijn alleen de werkelijk grooten, de sterren van de eerste orde, die ook eeuwen na hun verscheiden blijven stralen, aan wien men nog na zooveel tijd de herinnering tracht levendig te houden". Boerhaave behoort tot hen en daarom is het verklaarbaar, waarom bij de medici het verlangen doorbrak Boerhaave te herden ken en dat, wat hij voor de klinische be oefening der geneeskunst heeft beteekend. Het is daarom, dat het Hoofdbestuur van de Ned. Mij. tot Bevordering der Genees kunst het initiatief voor deze herdenking nam en gaarne breng ik namens de Leid sche universiteit, tot welker Senaat Boer haave zoo lang heeft behoord en die door hem gedurende en na zijn leven zoo groot is gemaakt, aan hoofdbestuur en leden dier Mij. dank voor dit initiatief. Spr. deelde dan mede, dat de voorzitter van het Genootschap tot Bevordering van de Geschiedenis der Genees-, Natuur- en Wiskunde, dr. B. Schoute, van wien reeds zoo menige waardevolle bijdrage op me- disch-historisch gebied het licht zag, zich bereid had verklaard hier de beteekenis van Boerhaave voor de klinische beoefe ning der Geneeskunde uiteen te zetten. Voor hiertoe wordt overgegaan zij het mij veroorloofd Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen uit te noodigen het woord te voeren. TOESPRAAK MINISTER VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. De minister betuigde zijn groote ingeno menheid met het initiatief om de nage dachtenis van Boerhaave te verlevendigen. Wij kennen in onze historie groote mannen op velerlei gebied: techniek, kunst, staat kunde, bedrijfsleven, zeevaart, onderwijs. Voor en na verlevendigen wij de herinne ring aan hen. Het is goed, dat in deze reeks ook de wetenschap haar plaats inneemt. Dat ook thans weder buitenlanders aan de plechtigheid deelnemen bewijst, dat Ne derland en Leiden ver buiten onze gren zen een goeden naam bezit. De minister dankt ook zijnerzijds voor hunne aanwezig heid. De herdenking van groote mannen kan ons stemmen tot de bescheidenheid, die eiken mensch en met name den geleerde siert. Ook vóór ons deed men groote din gen. Zij kan tegelijk drijven tot nieuwe inspanning: de dragers van een groote tra ditie zijn dragers van een bijzondere ver plichting. Voorwaarde voor het een en het ander is dan echter, dat wij onze groote voorgangers ook waarlijk kennen. Holle lofwoorden en anecdoten zijn daarbij niet toereikend. Het schoone van dezen dag is dan ook al mede, dat Boerhaave dicht bij ons zal worden gebracht, doordat zijn wetenschappelijke arbeid wordt ontleed en in het licht ge stéld. Ongetwijfeld zal dan niet enkel de geleerde, de wetenschappelijke, onze aan dacht vragen: den complete Boerhaave ken nen wij slechts zoo wij ook den mensch kennen: den mensch, die vol humaniteit en sociaal besef zich aan de menschheid wijd de: den mensch, die in diepe afhankelijk heid van God leefde en uit Hem de kracht putte voor zijn arbeid. Ik houd er mij aldus de minister reeds bij den aanvang van de samenkom sten van overtuigd, dat de vrucht zal we zen een verrijking als verbreeding en ver dieping beide van ons nationale leven. HERDENKINGSREDE DR. D. SCHOUTE. Hierna sprak dr. D. Schoute uit Wasse naar de Herdenkingsrede uit. Hieraan is het volgende ontleend: Uit het persoonlijke in Boerhaave's leven wil spr. twee opmerkingen naar voren brengen, welke elders niet zijn gemaakt. Bij onze tegenwoordige kennis moet wor den aangenomen, dat de drie-daagsche reis naar Hax-derwijk, waar hij op 13 Juli 1693 in de geneeskunde promoveerde, Boer haave's grootste reis is geweest. Maar al bleef Boerhaave lichamelijk in Leiden en naaste omgeving, zijn geest reisde des te meer. Tienduizenden brieven heeft hij ge schreven naar geleerden over geheel de wereld. Op de tweede plaats treft het ons, dat het aan ons Nederlanders zoo beken de kinderliedje „In Holland staat een huis", dat 's menschen leven teekent in opgang en nedergang, in opbouw en afbraak, zoo geheel op het leven van Boerhaave van toe passing is geweest. Als heel jong kind in de pastorie te Voorhout was Herman Boer haave al van een diep Godsgeloof vervuld, hij wil predikant worden, voelt zich tege lijk machtig aangetrokken door de wiskun de en de werktuigkunde. Hij wendt zich tot de geneeskunde, doceert later ook bota nie en chemie. Als geleerde met een we reldreputatie, weet hij zich met inspanning van alle krachten een reeks van jaren staan de te houden. Dan komt de nedergang, heel wat sneller de afbraak voltrekkende dan de opbouw was geschied, totdat hij ten slotte opnieuw alleen bleef met het on wankelbaar vertrouwen op God, dat hem nimmer een oogenblik had verlaten. Boerhaave heeft altijd graag academi sche redevoeringen gehouden, hij liet geen gelegenheid daartoe voorbij gaan. Deze oraties zijn van historische waarde, om dat daarin de gang van Boerhaave's denk beelden in den loop der jaren valt te vol gen. Spr. herinnert aan de verwarring, wel ke het onderwijs in de geneeskunde ken merkte tegen het einde der 16e en in het begin der 17e eeuw, na den val van het stelsel van Galenus. Toen Boerhaave besloot zich met de studie der geneeskunde te gaan bezig houden, moet hij het voornemen heb ben gehad daarna een plaats als pre dikant te zoeken, teneinde zijn paro chianen naar ziel en lichaam te kunnen bijstaan. Hoewel Boerhaave later dit voornemen liet varen, geeft het eenige verklaring voor de wijze, waarop hij zijn studie in de geneeskunde heeft op gevat, evenals voor zijn latere houding bij zijn onderwijs. In den medischen hoogleeraar is de theoloog nooit onder gegaan. Toen Boerhaave in 1701 werd belast met een lectoraat in de geneeskunde te Leiden, hield hij zijn eerste groote academische re de, waarin hij er toen al nadrukkelijk op wees, dat de kennis van wiskunde, werk tuigkunde, natuur- en scheikunde en van de leer der vloèistoffen voor den genees heer onmisbaar was. Hij verzekerde dan ook bij zijn lessen aan deze wetenschappen een ruime plaats te zullen geven. Spr. achtte het onmogelijk en overbodig een beschouwing te geven over hetgeen Boerhaave in zijn lessen heeft geleerd. Voor het verkrijgen van een oordeel over de beteekenis van Boerhaave en over de grondslagen van zijn beroemdheid, is het van meer belang te weten, op welke wijze en volgens welke inzichten hij zijn onder wijs gaf. Spr. kwam daarbij ook aan het onderwijs bij het ziekbed, dat onder lei ding van Boerhaave zijn grootste bekend heid kreeg. Prof. Barge meende in zijn vo rig jaar uitgesproken rede over het Leid sche klinische onderwijs, dat dit onderwijs juist in Leiden zoo goed heeft kunnen wor telen, omdat het daar van den aanvang af, academisch werd georganiseerd. Voortgaande in dien gedachten gang, al dus dr. Schouten, mogen wij de veel wij dere bekendheid, door Boerhaave aan dat onderwijs gegeven, mede toeschrijven aan de omstandigheid, dat hij die lessen aan het ziekbed opnam in een nog veel verder georganiseerd academisch verband. De theoretische colleges, het onderwijs aan het ziekbed, de lijkopeningen in het Caecilia Gasthuis vormden samen met de lessen en de proeven in het Chemisch Laboratorium en in den Hortus Botanicus één acade misch geheel. Met den roem Van dat geheel staat ook de bekendheid van dat klinisch onderwijs in wijden kring. Boerhaave trok het onderwijs in de che mie tot zich, omdat hij vele scheikundigen van zijn tijd voor de geneeskunde gevaar lijk rekende, waar zij maar al te geneigd waren de nieuwe ontdekkingen der schei kunde op overijlde wijze ook op de genees kunde toepasselijk te achten. Kennis der botanie achtte Boerhaave voor zijn stu denten vooral daarom van zoo groot ge wicht, omdat die kennis hen later in staat zou stellen op grond van eigen onderzoek en waarnemingen nuttig gebruik te maken van de geneeskrachtige werkingen van zoo vele plantdeelen. Los van de geneeskunde beschouwd, heeft Boerhaave bij zijn arbeid in het chemisch laboratorium niet het al lerhoogste gegeven. Wanneer wij echter al dat werk bezien in verband met zijn onder wijs in de geneeskunde, dan verschijnt ons het heele beeld in zijn ware verhoudingen. Dat leerlingen van heinde en verre naar Leiden stroomden, valt heel goed te begrij pen. Daar kregen zij al dat onderwijs, door één wil bestuurd. In lateren en vooral in onzen tijd is de geneeskunde steeds luider gaan roepen om ontdekkingen als den waren grond van werkelijken roem. Welnu, Boerhaave kan ook onzen tijd bevredigen., hij ontdekte een grondslag voor ons onderwijs in de ge neeskunde; hij was de beteekenis van die ontdekking van stonde af aan bewust en heeft voor haar gestreden met niet minder overtuiging dan wij, die tegenwoordig zoo menigmaal waarnemen in den strijd voor de waardeering van één enkel ziektever schijnsel, één enkel hulpmiddel van onder zoek of van één enkele geneeswijze. Boer haave's leven en werken hebben hem ge plaatst onder de groote ontdekkers der ge neeskunde en onder haar allergrootste leer meesters. DE BUITENLANDSCHE SPREKERS. Vervolgens brachten de volgende buiten landsche vertegenwoordigers de gelukwen- schen met deze herdenking over en zij s<^hetsten daarbij de groote beteekenis, wel ke Boerhaave voor de verbreiding der me dische wetenschap ook in het buitenland heeft gehad. Achtereenvolgens spraken: prof. P. Diep gen uit Berlijn, prof. dr. J. D. Comrie uit Edinburgh, en prof. H. E. Sigerist uit Bal- timore, waarna de rector-magnifficus de plechtige bijeenkomst van den Senaat sloot. Vervolgens begaven de aanwezigen zich naar het standbeeld van Boerhaave, tegen over den ingang van het Ziekenhuis aan den Boerhaavelaan, waar de voorzitter van de Nederlandsche Maatschappij tot bevor dering der Geneeskunsf, dr. C. Fehmers uit Rotterdam een toespraak hield: TOESPRAAK DR. C. FEHMERS. Veel te zeggen na de doorwrochte rede voeringen, welke zoo even uitgesproken zijn, ware louter vermetelheid, aldus spr. Daarom moge thans slechts in de herinne ring terug geroepen worden het slot der gedachtenisrede welke de hoogleeraar Schultens uitsprak na den dood van zijn vriend Boerhaave. Hij zegt daar: Boerhaa ve is niet geëindigd en hij zal nooit eindi gen. De gedachte neergelegd in deze pro fetische woorden bezielde de Nederland sche Maatschappij tot bevordering der Ge neeskunst, toen zij het denkbeeld opvatte om op deze dag hier samen te komen. In Leiden was het dat Boerhaave leefde en werkte, in Leiden was het, dat hij zijn ken nis zoo mild uitdeelde aan de „Keurbende" van uitgelezen jongelingen uit alle oorden van Europa, op den klank van zoo groot een naam opgestoven. Nu ruim zeventig jaar geleden is het, dat onze maatschappij, aldus spr., met geestdrift begroette het denkbeeld van haar afdeeling Tilburg om een standbeeld op te richten, Boerhaave ter eere. Door de hand van den toenmaligen voorzitter der Maat schappij, professor Tilanus, werd het beeld waarvoor wij hier thans staan, op 26 Juni 1872 onthuld om zooals gezegd daar mede aan Leiden te schenken een gedenk- teeken voor den man, die niet alleen voor de wetenschap, maar ook voor het volk ge leefd had. Al zijn vele jaren sedert dien verloopen, al hebben er groote veranderin gen in de wereld der geneeskunde plaats gevonden, nog straalt onverzwakt de naam van den groote Leidschen Hoogleeraar. Daarom leg ik gaarne deze krans aan den voet van Boerhaave's beeld, als een hulde van de Nederlandsche Maatschappij voor bevordering der Geneeskunst, aan den man dien zij nog steeds beschouwt als den groot sten bevorderaar der geneeskunst dien ons vaderland gekend heeft, aan den Hoog leeraar, die meer dan iemand anders er toe bijgedragen heeft om het klinisch on derwijs in Nederland ingang te doen vin den. Dan moge deze kranslegging tevens beschouwd worden als een bewijs van dank baarheid aan hen, die op den huidigen dag dit onderwijs voortzetten, als een uiting van erkentelijkheid onzer Maatschappij je gens de geneeskundige faculteiten, waar aan onze leden hunne wetenschappelijke vorming te danken hebben. DE MEDISCHE FACULTEIT VAN LEIDSCHE STUDENTEN BIEDT EEN KLOK AAN. Hedenmiddag vereenigde zich het gezel schap op de binnenplaats van het Acad. Ziekenhuis achter het administratiegebouw, waar de praeses van de medische faculteit der Leidsche studenten, de heer K. J. Har deman, een uurwerk voor den toren van het hoofdgebouw van het Boerhaave-kwar tier als geschenk der Leidsche medische studenten aanbood. Door gebrek aan geldmiddelen is de to ren van het hoofdgebouw nooit voltooid, maar bij de studenten rijpte twee jaren geleden het plan om het ziekenhuis als blijk van weerdeering een torenuurwerk aan te bieden. De directeur van Boerhaave- kwartier, dr. H. H. Maas, zeide, dat door het plan om een klok aan te bieden een lang gekoesterde wensch van velen in vervul ling is gegaan. De vorm, waarin dit bewijs van belangstelling is gekozen stemt tot bij zondere voldoening, omdat hij voortaan en geheel passend bij het jeugdige enthou siasme, waarin het plan is geboren, hoog van den toren blijvend zal getuigen, hoe nauw de banden zijn tusschen de medische studenten en dit ziekenhuis. De keuze van een klok mag voorts nog een gelukkige ge noemd worden, omdat bij de oplossing van problemen tijd een onmisbare factor is. Zoo is hij het ook voor de studie, voor het we tenschappelijk onderzoek, voor het onder wijs zelf. Namens den minister en namens curatoren der universiteit aanvaardde dr. Maas met groote erkentelijkheid het ge schenk. De deelnemers aan de Boerhaave-herden- king begaven zich hierna naar de Pei- terskerk, waar een krans werd gehecht aan de graftombe van Boerhaave. Vervolgens werd - een bezoek gebracht aan de zalen van het voormalige St. Caecilia-gasthuis, waar Boerhaave zijn lessen aan het ziek bed heeft gegeven, waarna men naar Voor hout is gegaan ter bezichtiging van de Her vormde pastorie, de plaats waar Boerhaave het levenslicht zag. De dag werd besloten met een bezoek aan het kasteel „Oud-Poelgeest" waar Boer haave vele jaren heeft gewoond. Boerhaave zal morgen te Harderwijk worden herdacht. HET BEHOUD VAN DE JEUGD. Een der Duitsche leiders, dr. Ley, heeft kort geleden in een rede onomwonden verklaard: „Ons doel is van de jeugd fa natici te maken". Dat wil zeggen bloed en bodem- en rasfanatici, die als vrou wen en mannen geen anderen God meer zullen kennen dan de Duitsche Staat. Wij beven bij het zien van zulk een greep naar de jeugd in een volk van 75 millioen menschen. Wij weten, dat het ware ideaal dit is: van de jeugd, van onze jongens en meis jes in God geloovende, op God vertrou wende, wilskrachtige menschen te maken tot heil van hen zelf en daardoor tot wel zijn en grootheid van het vaderland. Maar zelfs het grootste en heiligst© doel van ons menschen ligt verankerd in de materie als een der middelen tot ons doel. Daaraan kan geen mensch iets ver anderen. Als u dus Zondag a.s. een pijltje wordt aangeboden, weiger dan niet, maar zie daarin en in de kleine bijdrage, welke gij schenkt de grootste opgave van dezen tijd: het behoud van de jeugd voor God, door haar te behouden voor Kerk en Va derland. Als gij een pijltje koopt, helpt gij de jeugd behouden. Herhaling van de Lustrumschouw der Kruisvaart. De uitstekend geslaagde Lustrumschouw van de Kruisvaart welke Zondag 1.1. in het Circusgebouw te Scheven ingen plaats vond onder groote belangstelling van de zijde van geestelijke en wereldlijke autoriteiten, zal a.s. Zondag 25 September des avonds tc 8 uur worden herhaald, toegankelijk voor publiek. Inmiddels is in verband met de hiervoor bestaande interesse bovendien een middag- "V oorstelling vastgesteld tegen populaire prijzen, eveneens op Zondag 25 September des middags te half 3. Deze werkelijk bij zondere uiting van modern katholiek jeugd werk verdient in breede kringen de aan dacht. BOETE-LOF IN HAARLEMS KATHEDRAAL. Woensdagavond is in de Kathedrale Kerk van Haarlem een boete-lof gehouden in tegenwoordigheid van Z. H. Exc. den bis schop van Haarlem, mgr. J. P. Hui'bers. De geweldige ruimten waren geheel met geloovigen gevuld. Honderden moesten met een staanplaats genoegen nemen. Uit alle deel ender stad en van daarbuiten waren de katholieken opgegaan om met hun bis schop in deemoed God om uitkomst te bid den in dezen zwaren tijd. De deken van Haarlem, de hoogeerw. heer H. C. J. Sondaal, was celebrans. De ztereerw. heeren pastoor Schalke en van Eeden fungeerden als diaken en subdiaken, terwijl in het hoogkoor mede aanwezig waren mgr. N. Ammerlaan, vicaris-generaal van het bisdom, mgr. M. P. J. Möllmann, oud-vicaris-generaal, plebaan Filbry, zoo goed als alle pastoors der stad en tal van kapelaans. Nadat het Allerheiligste was uitgesteld werden door de geloovigen twee strofen ge zongen van het Adoro Te. Daarna voerde het zangkoor der kathedraal onder leiding van kapelaan dr. Kat het Miserere van Lotti uit en Popule meus, van Palestrina. In een indrukwekkende predikatie heeft daarop de zeereerw. heer rector Drost, uit Amsterdam, de beteekenis van de plechtig heid uiteengezet. Wij zijn hier, aldus de gewijde redenaar, met honderden saamgekomen rondom on zen bisschop voor den troon van Onzen Goddelijken Zaligmaker, om eerherstel té brengen voor de beleedigingen, welke Zijne Majesteit in dezen tijd worden aangedaan, en met de bedoeling, om in een stemming van boete ons zelf te verinederen en te ver ootmoedigen. Na de predikatie werd door alle aanwe zigen de acte van Eerherstel gedaan en God gebeden om, indien het ons zalig is, den oorlog en andere rampen af te wen den. Door allen werd dan het Paree Domine gezongen. Met den zegen van het Allerheiligste werd het Lof besloten. „Msb." GEEN ROULEER SYSTEEM BIJ DE A.K.U. Ontslag van personeel gehandhaafd. De directie van de A.K.U. deelt mede, dat zij, na gepleegd overleg met de vakvereeni- gingen, van invoering van een rouleersys teem heeft moeten afzien en tot het reeds in het begin dezer maandaangekondigde ontslag van personeel, hoofdzakelijk werk zaam in de fabriek te Ede, heeft moeten besluiten. GOEDKOOPE TREINEN. Ook met den Winterdienst zal de Ned. Spoorwegen evenals met de zomerdienst een groot aantal goedkoope treinen laten loopen. Zoo zal vanaf 5 October a.s. om de 14 dagen een goedkoope trein loopen van Vlissingen, Middelburg enz. naar Den Haag en Amsterdam om de 4 weken een goedkoope trein van Oldenzaal enz. naar Den Haa'g en vanaf 19 October om de 4 weken een goedkoope trein van Oldenzaal naar Amsterdam en terug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 13