HERMAN BOERHAAVE OMGEVING PONDERDAG 22 SEPTEMBER 1938 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. De grootste geneesheer van zijn tijd. Vraagbaak van Vorsten en Prinsen. „Eenvoud is het kenmerk van het ware". Dit was de lijfspreuk, die treffend den man kenmerkte, wiens faam als medicus m het begin der 18e eeuw reeds was door gedrongen tot alle landen der beschaafde wereld: Herman Boerhaave, wiens sterf dag op 23 September a.s. voor de 200ste maal zal worden herdacht. Hij werd geboren op 31 December 1668. als zoon van een dominee in Voorhout, bij Leiden. Van zijn vader vinden wij weinig anders vermeld, dan dat hij een „god vruchtig man en goed vader" was. Van zijn moeder evenwel, Hagar Daelder, ver halen de geschiedschrijvers,"dat zij een ont wikkelde vrouw was, bijzonder bedreven in de natuurkunde en die er in haar vrien denkring voor bekend stond, dat zij zulk een goeden kijk had op ziekten en zieke menschen. Bovendien moet zij zeer bedre ven zijn geweest in het bereiden van ge neesmiddelen. Het is dus zeer wel moge- luk, dat Boerhaave deze eigenschappen van zijn moeder heeft geërfd, hoewel zijn toe komst aanvankelijk in andere banen werd geleid. Hij zou namelijk in de voetsporen van zijn vader treden en opgeleid worden tot theoloog. Hij begon zichzelf te genezen. Zijn eerste onderwijs genoot hij, zooals in die dagen zeer gebruikelijk was, van zijn vader, die hem de beginselen van Grieksch en Latijn bijbracht. Nauwelijks elf jaar oud las en schreef de jongen dan ook al Hollandsch en Latijn en had hij reedsde samenspraken van Erasmus en de blijspelen van Terentius gelezen volgens tegenwoordige opvattingen niet be paald kinderlectuur! alsmede het Nieuwe Testament in het Grieksch. Op veertienjarigen leeftijd deed zijn vader hem op school in Leiden, dit laatste ook al daarom, wijl hij zich dan gemakke lijker onder behandeling kon stellen van verschillende dokters. De jongen had na melijk toen hij twaalf jaar was, een kwaad aardig gezwel gekregen aan het linker- dii.been, dat zich weldra over de geheele dij uitstrekte en hem veel pijn berokkende. Ongelukkigerwijze had hij zijn moeder reeds verloren toen hij vijf jaar was en bij de geneesheeren, die zijn vader had ge raadpleegd, vond hij geen baat In Leiden overigens ook niet! Tenslotte paste de jonge Boerhaave het „help Uzelf" toe, met het verrassende gevolg, dat hij, na vijf jaar to hebben geleden, zichzelf volkomen wist te genezen. Een twistgesprek in de trek schuit. Dit gelukkige resultaat heeft er vermoe delijk toe bijgedragen om in Boerhaave den lust aan te wakkeren, naast de geestelijke zorg voor zijn naasten ook de zorg voor hun lichamelijk welzijn op zich te nemen. Dat hij zich meer uitsluitend tot dit laatste is gaan 'bepalen is het gevolg geweest van een on voorzien en samenloop van omstan digheden. Nadat hij op 22-jarigen leeftijd was ge promoveerd tot doctor in de wijsbegeerte, wat hij als de grondslag beschouwde bij zijn studie voor predikant, begon hij aan de studie voor doctor in de medicijnen. In 1693 promoveerde hij als zoodanig aan de Universiteit te Harderwijk. Om in de kos ten van zijn studie en levensonderhoud te voorzien, gaf hij wiskundelessen. Op zekeren dag zat hij in de trekschuit van Utrecht naar Leiden. In de roef ont spon zich een twistgesprek over Spinoza, die toen reeds 13 jaar dood was, hetgeen echter niet het einde beteekende van de be strijding der door hem verkondigde stel lingen. Vooral een der passagiers roerde zijn mond buitengewoon en ging zich te buiten aan felle aanvallen tegen den Joodschen den ker. Nu was ook Boerhaave een tegenstan der van Spinoza; dit had zijn proefschrift bewezen: „Het onderscheid tusschen lichaam en ziel", waarin hij Spinoza be streed. Als Spinoziet gebrandmerkt. Hij was evenwel een eerlijk bestrijder. Aanvankelijk had hij zich niet in het twist- BOERHAAVE gespfek in de roef gemengd, doch nu kwam hij in opstand tegen de argumenten, die de domheid van den spreker deden uit komen. Hij stelde den man thans de vraag, o.t deze „iets van Spinoza had gelezen" Natuurlijk had de ander hierop niets te ant woorden en sloeg een treurig figuur. Een der medepassagiers meende zich ver dienstelijk te moeten maken, door Boer- haave's naam uit te visschen en dien te noteer en. Dat was het begin van den laffen achterklap, dien de geniepige reiziger over den aanstaanden predikant in Leiden zou verspreiden. In die dagen, vooral aan de Leidsche hoogeschool. te worden gebrandmerkt als Spinoziet was wel de ergste beschuldiging, welke tegen een theologisch candidaat kon wouien ingebracht. Boerhaave verdedigde zich er met hand en tand tegen, zijn vrien den sprongen voor hem in de bres; doch het gelukte hun niet, dezen vuigen laster den kop in te drukken, zoodat Boerhaave met droefheid tot de erkenning moest komen, dat de weg tot het geestelijke beroep hem door een laaghartigen anonimus was afge sneden, dank zij diens van allen grond ont- bloote aantijgingen. Hij hield niet van hoflucht. Intusschen liet hij zich door dezen tegen slag niet terneerslaan! Integendeel: zooals spoedig tot heil der lijdende menschheid zou blijken, sloeg hij den besten weg in, die voor hem openstond hij wierp zich met verdubbelden ijver op ae geneeskunde. Hij bekwaamde zich vooral in schei- en kruidkunde, waarin hij het buitengewoon ver bracht. Aanvankelijk lieten de patiënten zich wachten. Desniettegenstaande kreeg hij al spoedig een zoodanige bekendheid, dat Frins Willem III hem het aanbod liet doen, zich als geneesheer in 's-Gravenhage te vestigen, welk aanbod hij evenwel van de hand wees. Veelbeteekenend in dit opzicht zijn de woorden, die hij later schreef in een brief aan zijn vriend Bassand, keizer lijk lijfarts te Weenen: „Wie veilig wil zijn, blijve weg van het Hof". Doch het kon niet anders, of de roem van een man van zijn verdiensten moest worden opgemerkt. Zoo werd Boerhaave dan ook in 1701 benoemd tot lector in de genees kunde. Het duurde echter nog tot 1709, voordat er een plaats als professor open kwam in de genees- en kruidkunde, waar door hij ook het bestuur kreeg over den botanischen tuin. Van zijn college's is be kend, dat ze zoo druk bezocht werden, dat de studenten die zeker wilden zijn van een zitplaats, zorgden dat zij reeds een uur vóór den aanvang aanwezig waren. Een brief uit China aan: „Boerhaave, Europa". Door de geheele beschaafde wereld ging zijn faam. Bekend is de brief, afkomstig uit China, die ondanks het simpele adres: „Aan Boerhaave, Europa", zonder fout den ge- Het geboortehuis van Boerhaave te Voorhout. adresseerde bereikte. Czaar Peter de Groote, die hem in 1719, bij zijn tweede be zoek aan ons land, wenschte te consulteeren, zag zijn geduld twee uur lang op de proef gesteld. Voltaire, den grooten geest van zijn tijd, wilde hij in het geheel niet eens ontvangen, op grond van zijn atheïstische gezindheid. Stadhouder Willem III bezocht hem meer malen, hij werd geraadpleegd door den koning van Pruisen, den Groot-hertog van Toscane, Prins Eugenius van Savoye, zelfs door Paus Benedictus XIII. De groote onderscheiding, die hij tot in de hoogste kringen genoot, deed hem even wel nooit ontrouw worden aan zijn lijf spreuk: „Eenvoud is het kenmerk van het ware". Ook zijn uiterlijk was daarmede in overeenstemming. Hij wordt ons beschre ven als een man, die door zijn voorkbmen en kleeding een boerschen indruk maakte. Hij was een „eenvoudig en nederig Chris ten". Wat hem dan ook vooral onderscheid de van het meerendeel zijner collega's was, dat hij verband wist te leggen tusschen hun kchamelijken en hun geestelijken toestand, waarbij hem zijn scherpzinnigheid en op merkingsgave van groot nut waren. Een staaltje, dat hem in dit opzicht ken merkt, is wel het volgende: In het weeshuis te Katwijk was een epi demie uitgebroken onder de kinderen; zij schenen door vallende ziekte te zijn aan getast. De hulp van Boerhaave werd inge roepen. Na den toestand te hebben bestu deerd, verzamelde hij de kinderen om zich heen en liet hun een gloeiend ijzer zien, waarmede hij dreigde ieder, die weer een toeval kreeg, in het gezicht te zullen, brand merken. De epidemie was terstond afge- loopen! Probatum est.... Een nalatenschap van twee millioen. Hij had een verbazend druk leven; niet alleen dat hij een drukke praktijk had, doch daarnaast bekleedde hij niet minder dan drie professoraten, n.l. in de geneeskunde, de scheikunde en de kruidkunde. De gel delijke uitkomsten van zijn ambten waren buitengewoon hoog, hetgeen dan ook ver klaart, dat hij bij zijn dood twee millioen gulden naliet voor dien tijd een enorm fortuin, dat natuurlijk ook aan zijn een voudige levenswijze was te danken. De eenige groote uitgave, die hij zich heeft ver oorloofd, was de aankoop van het buiten goed Oud-Poelgeest, in Augustus 1724. Te verwonderen is het overigens niet, dat hij zooveel geld verdiende, want van den man, die in kennis torenhoog uitstak boven zijn tijdgenooten, kan met het volste recht worden getuigd, dat hij „de leermeester van het geneeskundige Europa van zijn tijd was". En toch vond hij bij zijn drukken werk kring nog tijd voor ontspanning. Hij was een groot liefhebber van muziek en be speelde de gitaar en de viool. Verder reed hij paard enmaakte hij zelfs wel La- tnnsche gedichtjes. Zijn poëtische gaven hebben evenwel niet kunnen bijdragen tot het vergrooten van zijn roem! Evenzeer voor ontspanning als in verband met zijn werkzaamheden hield hij zich, als hij er tijd voor had, bezig met planten en zaaien in zijn grooten tuin. Een profeet, in eigen land geëerd. Het zou ons te ver voeren in dit korte 'bestek verder uit te weiden over zijn groote verdiensten als mensch en als medicus. Al leen merken wij hierbij b.v. nog op, dat hij de eerste was, die den thermometer ge bruikte, om de koorts t; meten, al was zijn instrument nog onvolmaakt. Van Boerhaave kan gelukkig niet wor den gezegd, dat hij pas na zijn dood ge- eerd werd. Reeds bij zijn leven viel hem in ruime mate de waardeering ten deel, die hij zoo ten volle verdiende. Een klein bewijs: in 1722 werd hij vijf maanden aan het bed gekluisterd door een hevigen aan val van rheumatiek; toen hij zijn werk zaamheden weder hervatte, toonde de stad Leiden haar groote vreugde over zijn her stel door illuminatie en het aanrichten van openbare feesten! Al was hij evenwel hersteld, toch werd hij nooit meer de oude. Vijf jaar later kwam de kwaal in zoo hevgie mate terug, dat hij zijn professoraat in de scheikunde neer legde. Nog tien jaar bleef hij werken; doch de laatste jaren namen zijn krachten sterk af en den 23sten September 1738 legde hij het hoofd voorgoed neer. Hij werd begra ven in de Pieterskerk, waar te zijner eere een gedenkteeken werd opgericht. Wij besluiten deze korte schets van het leven van den beroemden geneesheer met de vermelding, dat hij eerst op 42-jarigen leeftijd in het huwelijk trad met de 24- jarige Maria Drolenvaux. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren, van wie hij er echter drie door den dood verloor, al leen zijn oudste dochter heeft hem over leefd, De herdenkings plechtigheid. Zooals reeds eerder gemeld, zal de her denking van den 200sten sterfdag van Her man Boerhaave geschieden in een plechtige zitting van den Acad. Senaat der Leidsche Universiteit. Deze plechtigheid wordt gehouden in de aula van 't Acad. Ziekenhuis en vangt mor gen te halfelf aan. Zij zal een internationaal karakter dragen, doordat behalve dr. B. Schoute uit Wassenaar, die de eigenlijke herdenkingesrede zal uitspreken, het woord zal worden gevoerd door de buitenlandsche hoogleeraren dr. Sigerist uit Boston, dr. Comrie uit Edinburgh, dr. Diepen uit Ber lijn en dr. Fischer uit Weenen. De Ween- sche universiteit, welke naar het voorbeeld van Boerhaave haar klinisch medisch on derwijs inrichtte, zal officieel vertegenwoor digd zijn door prof. Wenckebach. Na afloop der plechtigheid worden excur sies gemaakt naar het kasteel „Oud-Poel geest" te Oegstgeest, waar Boerhaave ge- HILLEGOM Personalia. Tot deurwaarder der plaat selijke belastingen is in de vacature-wijlen den heer Huttner benoemd de heer Wij nen, ambtenaar ter secretarie. KATWIJK AAN DEN RIJN DE GROOTE WEG. Bezwaarschriften behandeld. We hebben onlangs uitvoerige mede.dee- linge gedaan betreffende den nieuwen Provincialen weg Den HaagWassenaar KatwijkNoordwijkHaarlem. Deze weg zal door de eigendommen van een zeer groot aantal personen gaan en op 28 Juli was er voor de betrokkenen gelegenheid om bezwaren in te brengen tegen deze ont eigening. Slechts enkele eigenaars hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt. De N.V. Leidsche Duinwatermaatschappij had meerdere bezwaren. Zoo brengt deze maat schappij naar voren, dat de perceelen bouw terrein aanmerkelijk in waarde zullen da len. Ook wordt er op gewezen, dat in over leg met de provincie drie jaar geleden een hoofdbuis is gelegd, wlke buis dan niet meer in het plan zal passen omdat de weg wordt verlegd. Ook acht men het peil van den weg te laag, wat in het nadeel der wa tervoorziening is. Vervolgens meent de maatschappij, dat haar terreinen door ver legging der weg te veel worden versnip perd, waardoor financieele schade bij ver huring zeker zal blijken. Ook Baron van Wasenaer van Catwijck door wiens gron den een groot stuk van den weg zal ko men, heeft eenige bezwaren naar voren ge bracht en adviseert den ontworpen tun nel zoodanig te verplaatsen, dat deze aan den landweg aansluit en een verlaagde timnel te doen maken. Ook wordt ge vraagd onder de brug der Zandsloot een smal looppad te doen maken ten dienste der tuinders die met hun schuit deze brug (tunnel) moeten passeeren. De heer P. van Duyvenbode, rijwiel- en autozaak, heeft ernstige bezwaren. Bij de onderhandelingen met den vertegenwoor diger der provincie is men niet tot over eenstemming kunnen komen. Een ander terrein, aan van D. aangeboden, kon deze niet accepteeren omdat dit terrein te ver buiten de kom der gemeente ligt. De ver moedelijke schade zal naar de meening van van v. D. aanmerkelijk grooter zijn, dan de schadeloosstelling die men vanwege de provincie aanbiedt. Over een verplaatsing van zijn bedrijf naar een terrein aan den Wassenaarschen weg tegenover den N. Mo- lentuinweg kon men het evenmin, wat de schadeloossteling betreft, eens worden (Op gemerkt zij, dat het pand van v. D., een en kele jaren geleden gebouwd pand langs den Zeeweg, garage, werkplaats, erf en woonhuis met nog vijf woningen van den heer v. M. en een stal van gebrs. v. D. voor den nieuwen verkeersweg moeten worden afgebroken. O.ok het aan de overzijde van den weg staande nieuwe pand van den heer v. d. M.). Voor den heer v. D. zit er het gevaar aan vast, dat de aldaar bestaande loopende zaak, op een andere plaats niet meer zal gfaan en de onteigening hem zijn bestaan zal kunnen ontnemen. De ingenieur der Provinciale Waterstaat heeft tegen de genoemde bezwaren het vol gende ingebracht. Het bezwaar van de Leidsche Duinwatermaatschappij over den verlaagden waterstand lijkt hem overdre ven, en dat een wegsloot je waarin maar zelden water staat, invloed zal kunnen heb ben op de waterwinning der Leidsche Duin watermij., acht hij onwaarschijnlijk. Aan het bezwaar zou tegemoet gekomen kun nen worden door, waar zulks in verband met het daar liggende terrein noodig mocht zijn, greppels te maken inplaats van sloo- ten. Mogelijk kan het peil der weg hooger worden gelegd waardoor dan aan de west zijde der weg als vanzelf een greppel ont staat en het water dan op het afglooiend terrein als het ware wordt opgehouden. De andere bezwaren van de Duinwatermij. be- hooren te worden ingebracht bij de schade- commissie, die over de hoegrootheid van het bedrag uiteindelijk een beslissing zal moeten nemen. Wat de bezwaren van Baron v. W. v. Catwijck betreft zegt de ingenieur, dat wat het doorsnijden der terreinen aangaat hier aan wel is tegemoet te komen door den tunnel aan den landweg aan te sluiten in welk geval een tweede tunnel noodig zou woond heeft, naar het Sint Caeciliagasthuis alhier, waar hij zijn colleges heeft ge geven en naar de Pieterskerk, waar zijn stoffelijk overschot ligt 'begraven. 's Middags om half drie is er een samen komst in het Acad. Ziekenhuis, waar, als geschenk van de Leidsche studenten in de geneeskunde een klok voor den toren van dat ziekenhuis zal worden aangeboden. Voor den volgenden dag, Zaterdag 24 September, staat een excursie op het pro gramma naar Voorhout, waar Boer haave in de thans nog bestaande Ned. Her vormde pastorie het levenslicht aanschouw de, en naar Harderwijk, alwaar hij op den 13den Juni 1693 promoveerde tot doctor in ae geneeskunde. Het gemeentebestuur aldaar zal de be zoekers ontvangen. Dr. C. P. J. Penning zal ten stadhuize een rede uitspreken en daarna zal een bronzen gedenkplaat, ter herinnering aan Boerhaave's promotie op 13 Juli 1693, worden onthuld. Na een gemeenschappelijke lunch zal het geheele gezelschap zich per extra boot naar Amsterdam begeven. zijn doch volgens de meening van den in genieur is zulks overbodig daar het plan z.i. voldoende voorziet in een goede en vol doende verbinding. Onderling komt tus schen de landerijen naar de parallelwegen onder den weg door een tunnelverbinding terwijl er tevens voor gezorgd is, dat alle perceelen rechtstreeks kunnen uitloopen op een ontworpen paralelweg. De terrei nen die Oostelijk van den weg komen te liggen zullen uitloopen op de bestaande Wassenaarschen weg of naar den Nieu wen Commandeurslaan. De nieuwe, aan de Westzijde van den weg ontworpen paralel weg zal bovendien ter hoogte van den N. Molen tuin weg aansluiting krijgen aan den hoofdweg terwijl deze paralelweg even Noordelijker aansluiting zal krijgen met den Nieuwen Duinweg en den Ouden Zee weg. Een tweede tunnel heeft wel geen technische, doch wel financieele bezwaren. Het gevraagde looppad onder de brug over de. zandsloot acht de Provinciale ingenieur niet noodig. De kosten wegen niet op te gen het voordeel en de tuinders kunnen vor de brug op schuit stappen om aan den anderen kant der brug weer op den wal te komen. In het muurwerk der brug zullen z.g. haakkolommen worden geplaaest om het trekken ofd uwen onder de brug te ver gemakkelijken. De andere bezwaren be- hooren ingebracht bij de schade-commissie, dit uitspraak doet. Ook wat de schade van v. Duyvenbode betreft. LISSE K. J. M. V. De Kath. Jonge Midden- standsvereeniging vergaderde gisteren in het café-restaurant „De Nachtegaal" onder voorzitterschap van den heer J. Schoorl. De voorzitter opende mete en welkom aan de adspirantleden. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren J. Lamboo, J. Bemelman en J. Langeveld. De moderator, kap. Nicolaas, sprak hier na een propagandistisch woord. Spreker deelde mede, dat dezen winter het gezag zal worden behandeld, zoowel in de kerk als in de maatschappij. De voorzitter dankte den moderator voor het gesprokene, alsmede den aftredenden secretaris voor zijn vele werkzaamheden in het belang der vereeniging. De voorzitter dankte op het einde der vergadering de heeren F. en J. van der Eerden voor hun goede medewerking altijd verleend bij hun bijeenkomsten. Werkloosheid. Een gelukkig verschijn sel is het, dat in deze gemeente nog steeds het werkloozencijfer laag blijft. Momen teel staan er slechts 52 werkloozen inge schreven, terwijl dit aantal het vorig jaar 122 bedroeg in hetzelfde tijdvak. OEGSTGEEST Jongemannen-Congregatie. Heden avond om half negen zal weer de eerste congregatie-bijeenkomen. Naar ik hoop heeft u allen een circulaire ontvangen, waarin vermeld staat de reden, waarom voortaan Donderdagavond om de veertien dagen de congregatiebijeenkomst wordt ge houden. Wij rekenen dan ook op groot en regelmatig congregatie-bezoek. Na afloop der bijeenkomst is de St. Jo- sephgezellenzaal geopend tot half elf, waar gelegenheid bestaat ontspanning te zoe. ken. Voor den eersten avond zal er een film voorstelling worden gegeven van eigen op namen. Wij rekenen nu zeker op aller aanwezig heid, ook van hen, die wij reeds lang niet meer zagen en tevens ook van vele nieu we leden! Kap. A. SANDERS, Pr. SASSENHE1M Bloembollenexport. Men deelt ons mede dat tot op heden rond 65.000 kisten vanuit Sassenheim zijn verzonden. Het vorig jaar was het verzendcijfer per einde September rond 59.000. De grootte der bollen en de groote voorraad zullen in deze verhooging wel het grootste aandeel hebben; of uiteinde lijk meer is uitgevoerd zal eerst bij het einde van het seizoen blükp.n. Een college van Boerhaave aan de Leidsche Universiteit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 10