ONDER ZWARE VERDENKING
3)e £c4cbefie (Bou/uwt
Op het terrein Ankerpark te Den Helder is Dinsdag een 36-tal nieuw
benoemde officieren beëedigd, welke plechtigheid door den comman
dant der Marine, Schout-bij-nacht H. Jolles, verricht werd
Een belangrijk man in dagen van internationale spanning.
Masaryk, de Tsjechische gezant te Londen, verlaat het Engelsche
departement van buitenlandsche zaken na een bespreking met
Chamberlain
Ook Indië heeft het 40-jarig regeerings-
jubileum van H. M. de Koningin op
luisterrijke wijze gevierd. Bovenop
het Waterlooplein inspecteerde de
Landvoogd (in 't wit) de troepen. On
der: een der fraai geïllumineerde ge
deelten van Batavia
Het Duitsche auto-gyro toestel „Focke Achgelis demonstreerde Maan- Hr. Ms. kruiser .Sumatra" is Dinsdag in het dok van de Ned. Dok Mij. te Amsterdam opgenomen, waar
daq te Neurenberg op den .dag der Duitsche weermacht", den laatsten l-iijli.ii l j l l- ii j l,
dag van het partijcongres verschillende herstelwerkzaamheden aan het schip zullen worden verricht
Omringd door leden van het kabinet en
reporters verlaat Bonnet, de Fransche
minister van buitenlandsche zaken het
ministerie van defensie te Parijs na de
buitengewone zitting van het Fransche
kabinet
FEUILLETON
ROMAN VAN HUGO BETTAUER
(Nadruk verboden)
18)
Het spel begon en hield het verwende
naar sensatie snakkende snobistische en
ondankbare Berlijnsche première-publiek
drie acten lang in buitengewone spanning.
Geen stemmingverstorend kuchen, geen
hoesten, geen gefluister werd gehoord; in
aandachtige, bijna plechtige, stilte volgde
men hetgeen zich daar op het tooneel af
speelde.
De edele taal, de meesterlijke opbouw, de
vermtelheid van het probleem, dat alles
bracht het drama een ongekend en onge
ëvenaard succes. Reeds na het eerste be
drijf dreunden de bijvalsbetuigingen door
de zaal na het tweede zwegen de toehoor
ders in diepen eerbied om eerst na enkele
minuten in een storm van enthousiasme los
te barsten en aan het slot werd zoolang ge
applaudisseerd tot directeur Hohlbaum het
tooneel betrad en een korte rede hield.
De ongelukkige, auteur kan helaas de
bekroning van zijn levesnswerk noet bijwo
nen. Tusschen de gevangenismuren boet
hij voor een ontzettende misdaad, welke
wij, die het voorrecht hebben zijn drama
te kennen, minder dan ooit te voren kun
nen begrijpen. Een zeldzame, tragische ver-
eeniging van genie en waanzin heeft zich
in dezer, begaafden man geopenbaard en
wij kunnen niets anders doen dan de aard-
sche cd hemelsei» gerechtigheid smeeken
niet te atreng te tijn in haar oordeel, op-
aoi Hmwiens naam niet
meer uit de Duitsche litteratuur zal ver
dwijnen, in een sanatorium volledig her
stel zal vinden en aan het leven zal wor
den teruggegeven.
Verward, onzeker, ietwat verlegen, klap
te het publiek in de handen om zijn bij
val te betuigen met het door directeur
Hohlbaum gesprokene. Men had zelfs graag
Leve Hartwig! geroepen, maar dat ging
dan toch niet. Een man, die vijf vrouwen
had vermoord.
De critici spoedden zich naar de redactie-
bureaux en schreven "feuilletons, waarin de
beteekenis van het stuk ten volle werd
erkend. Men had ten slotte niet altijd een
zoo gunstige gelegenheid precies zoo te
schrijven als men er over dacht. Bij nog in
leven zijnde auteurs moest met verschillen
de dingen rekening worden gehouden, be
denkingen, persoonlijke aangelegenheden,
waar men niet zoo gemakkelijk over heen
kon komen. Maar Hartwig was dood, al
thans- zoo goed als dood.
Joachim von Den gem haastte zich, toen
het scherm voor de laatste maal gevallen
was, naar de vestiaire, welke bij de plaat
sen van juffrouw. Fröhlich en mevrouw
Lammlein behoorde, drong door de menig
te heen tot hij Lotte bereikt had en fluis
terde haar snel eenige woorden in het oor,
welke het meisje aanleiding gaven van me
vrouw Lammlein afscheid te nemen en met
Von Dengern een wijnrestaurant te bezoe
ken, waar zij tot middernacht bijeen ble
ven.
De bom barst.
De opening der terechtzitting was weer
op tien uur vahtgesteld, maar reeds een
uur voor dien maakte -een onafzienbare
menschenmenigte queue voor het gerechts
gebouw. Al werd men dan niet in de zaal
toegelaten, dan kon men toch allicht pro-
beeren, door middel van de in- en uitgaan
de berichtgevers of door de dienaren der
wet, die voor een paar sigaren hun zwijg
zaamheid gaarne prijs gaven, te weten te
komen, wat zich daarbinnen afspeelde. Ge
heel Berlijn verkeerde immers in de groot
ste spanning, er werd maar over één on
derwerp van gedachten gewisseld, ja, zelfs
in de scholen oefende de heerschende span
ning onder onderwijzers en leerlingen een
nadeeligen invloed uit op het onderwijs.
Zou Hartwig nu een volledige bekente
nis afleggen? Misschien zelfs een bekente
nis van meer moorden dan hem ten laste
waren gelegd? Of zou het een onverwachte
verrassing worden, zou wellicht blijken, dat
niet Hartwig de moordenaar was, maar een
ander, dien hij wilde redden? De dolzinnig
ste geruchten deden de ronde. Hartwig zou
in zijn cel zelfmoord hebben gepleegd!
Neen hij leefde, maar zou tot razernij zijn
vervallen. Plotseling ging het van mond
tot mond: De rijkskanselier komt om de
zitting bij te wonen en den moordenaar di
rect na uitspreken van het vonnis te
begenadigen.
Fraaie limousines en taxi's, waarin in
gelukkige bezitters van toegangskaarten
reden voor. En steeds kwamen er meer
autoriteiten, wien men den toegang niet
kon weigeren, zoodat achter de tallooze
zitplaatsen nog een inderhaast geimpro-
viceerde staantribune door tientallen
nieuwsgierigen werd ingenomen. Zwaar ge
decoreerde generaals, bekende politici, be
roemde schrijvers, zij allen sgtonden zij
aan zij. Op het allerlaatste oogenblik, klok
ke tien, werd inderdaad medegedeeld, dat
de rijkskanselier in gezelschap van den
president van den Rijksdag in aantocht
was. Voor de beide heeren werden stoelen
dicht naast de beklaagdenbank geschoven.
Nu traden de rechters de zaal binnen
verzamelden zich de juryleden en werd
ook de beklaagde binnengeleid. Allen za
gen bleek, waren zichtbaar nerveus en op
gewonden. Hartwig niet minder dan de
president, de officier en zijn verdediger.
Zelfs de eendensnavel beefde over het ge-
heele lichaam van opwinding en liet geen
oog van den rijkskanselier af. Wat een
eer, wat een belangrijke dag voor de stam-
tafel!
Op hetzelfde oogenblik, dat de presi
dent de zitting voor geopend verklaarde,
sprong Joachim von Dengern naar voren.
De president verleende hem het woord.
Joachim von Dengern stond daar star en
onbeweeglijk, de oogen half gesloten en
begon met luide, maar eentonige stem, wel
ke den indruk vestigde, dat hetgeen hij
had mede te deelen al van zeer geringe be
teekenis was:
Ik heb gisteren gezegd, dat ik nog
een belangrijk onderzoek had in te stel
len. Dit onderzoek heeft inderdaad eer
gunstig resultaat opgeleverd en ik kan
slechts betreuren, dat ik de bewijzen,
waarover ik nu beschik, niet eerder ir
handen heb gekregen, omdat ik daardooi
meneer de president u, zoowel als de hee
ren rechters en juryleden het geheele pro
ces had kunnen besparen.
Geweldige consternatie in de zaal, de pre
sident klopt op de tafel en verzoekt de
aanwzigen zich van alle op- of aanmerkin
gen te onthouden.
Dan vervolgt Dengern:
Meneer de president zal mij wel wil
len veroorloven, ietwat uitvoerig te zijn en
in groote trekken het resultaat van mijn
onderzoek, dat mij eenige maanden lang
onder ernstige bedenkingen en voortdu-
renden twijfel in beslag heeft genomen, te
recapituleeren. Vóór alles zou ik echter
den nadruk willen leggen, dat wij allen he
laas van het begin af aan van onjuiste ver
denkingen zijn uitgegaan. De politie, de
rechtercommissaris, het openbaar ministe
rie en nu de edelachtbare heeren president
en rechters hebben de overtuiging gehad
en hebben die vermoedelijk nog, dat er vijf
vrouwen verdwenen zijn, die door 'n mis
dadiger zijn vermoord. Dat is echter niet
zoo. In werkelijkheid gaat het niet om vijf
meisjes, maar altijd om een en hetzelfde
en dit eene meisje is heelemaal niet ver
moord, werd niet vermoord, doch leeft en
bevindt zich op het oogenblik op den cor
ridor, waar zij zoolang wacht tot zij zal
worden verhoord.
Het tumult, dat na deze woorden los
barstte, was inbeschrijfelijk. De rechters,
de juryleden, de toehoorders sprongen op,
een oorverdoovend lawaai van schreeuwen
de menschen een schandaal! die vent is
gek geworden! gooi 'm er uit en de presi
dent moest als een waanzinnige op de ta-
.el kloppen alvorens de orde althans eeni-
germate was herstelt. En nu richtten zich
aller blikken op Hartwig, die daar ietwat
hulpeloos zat, de armen over de borst ge
kruist, vuurrood in het gezicht en verle
gen lachend.
De president: Hoewel ik de opwinding
van alle aanwezigen ten volle kan begrij
pen, moet ik toch om de grootste stilte ver
zoeken, daar ik anders genoodzaakt zou
zijn, de zaal te laten ontruimen.
(Wordt vervolgd).