FEESTELIJKE HERDENKING VAN HET 40-JARIG REGEERINGSJUBILEUM
ONDER ZWARE VERDENKING
De Koninklijke Familie in de Nieuwe
Kerk te Amsterdam tijdens de offi-
cieele herdenkingsplechtigheid van het
regeeringsjubileum der vorstin
Minister-presidênt dr. H. Colijn verlaat
met zijn echtgenoote de Nieuwe Kerk
na de herdenkingsplechtigheid
ijnwerkers brengen hun hulde aan H. M. de Koningin tijdens het grootsche défilé van
Dinsdagmiddag op den Dam
Staande op het balcon van het paleis te Amsterdam temidden der commissarissen van
H. M. de Koningin in de verschillende provincies, sloeg de vorstin Dinsdag met H. K. H.
Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard het défilé gade tijdens de nationale hulde
FEUILLETON
ROMAN VAN HUGO BETTAUER
(Nadruk verboden)
12)
Meneer Krause, op de een of andere
meinier straalt uw wreed detectivehart toch
ook iets menschelijk uit en daarnaar wil
ik me wenden met het vriendelijke ver
zoek: Trekt u het reinste schepseltje ter
wereld niet mee in dezen poel; laat u Lotte
Frölioh er buiten!
Dat beloof ik u graag zij het dan
dat Lotte Frölich door den loop der din
gen automatisch daarbij zal worden betrok
ken.
Strijdende Zielen.
Dr. Clusius imiteerde Napoleon na een
gewonnen veldslag, kruiste de armen over
de borst, keek Hartwig doordringend aan,
liep op en neer zonder hem uit het oog te
verliezen en wachtte op het gelukzalige
moment, waarop de geweldige, de presi
dent, zijn entrée de chambre zou maken.
Er deze kwam opgewonden; serenissimus
met krommen neus en monocle, tien kleu
rige lintjes op de revers van zijn gekleede
jas, begroette bijna vriendschappelijk den
chef der recherche, nam Krause, die eigen
lijk van afkomst met hem gelijk stond, wel
willend van 't hoofd tot de voeten o p,
wierp een donkeren blik op den verdach
te, zei „goeden dag" tot den aanwezigen
klerk, die het proces-verbaal zou opma
ken en het eerste verhoor begon.
Hartwig verklaarde kort en bondig Tho
mas Hartwig te heeten, twee en dertig jaar
oud te zijn, in Keulen als zoon van den
overleden leeraar aan het lyceum, Wil
helm Hartwig, geboren, tot dusver met een
blanco strafregister, Nederduitsch-Her-
vormd en over het geheel genomen zonder
middelen en vaste betrekking te zijn.
Daarna echter:
En nu, mijne heeren, verzoek ik u
dringend zich geen moeite meer te geven,
daar ik geen verdere vragen zal beantwoor
den. Nog niet eens die of ik schuldig of
onschuldig ben. Later, voor mijn werke
lijke rechters, zal ik me misschien ik
weet het op het oogenblik nog niet
uiten, maar tot zoolang zult u van elk on
derhoud met mij moeten afzien.
De president raasde, Clusius zweette
bloed. Krause leunde onverschillig, alsof
hem de heele zaak niet aanging, tegen den
muur het was alles vergeefsch. Woor
den als brutale schurk, een toontje lager
laten zingen, massa-moordenaar, misten
hun uitwerking.
Hartwig liet niets los. Ten slotte probeer
de Clusius het met verzoeken.
Hartwig, het bewijsmateriaal tegen u
is overstelpend, houdt u ons dus niet on-
noodig op! De brieven der vijf verdwenen
meisjes zijn bij u gevonden en daarmee
alleen reeds is komen vast te staan, dat u
schuldig bent. Geef kalm toe, ontlast uw
geweten, dat kan u, wanneer het er later
om gaat uw straf te verzachten, niets an
ders dan voordeel brengen.
Het spijt me, zei Hartwig beleefd en
zweeg.
De juffrouw der advertentie-afdeeling
van de Generalanzeiger verscheen opge
wonden en herkende in Hartwig direct den
man die .in het begin van Juni de adver
tentie had opgegeven en de daarop inge
komen brieven had afgehaald Hartwig
zweeg. De vrouwen, bij wie de verdwenen
meisjes hadden gewoond en de concierge
kwamen en identificeerden Hartwig. Er
bleef ten slotte niets anders over dan het
verhoor te staken en hem naar een cel te
laten brengen. Terwijl echter de beide
hooge ambtenaren nog steeds over de
grenzelooze brutaliteit van den verdachte
spraken, liep Krause den agent na en gaf
den opzichter van het huis van bewaring
opdracht Hartwig een zindelijke, fatsoen
lijke cel te geven, hem alleen te laten en
aan zijn wenschen zooveel mogelijk ge
hoor te geven.
Het was intusschen laat in den nacht ge
worden en dr. Clusius stelde er zich voor
vandaag mee tevreden een communiqué
naar de redacties der Berlijnsche bladen te
zenden, waarin de reporters tegen den vol
genden morgen op het hoofdbureau van po
litie werden ontboden.
De mededeelingen over de arrestatie van
den letterkundige Thomas Hartwig als ver
moedelijke dader van den moord op de vijf
verdwenen meisjes, sloegen in als een bom.
Clusius gaf een kort overzicht van den
loop der gebeurtenissen, legde er den na
druk op, dat hij en zijn gewaardeerde me
dewerker, meneer Krause, nog nooit voor
een zoo zware taak hadden gestaan en zei
bescheiden lachend: Wij beiden moesten
al onze speurderservaring bijeen rapen en
er kwam heel wat scherpzinnigheid en
doorzettingsvermogen aan te pas vóór het
resultaat bereikt was, waarop we nu kun
nen bogen; ik mag dan ook wel zeggen,
mijne heeren, dat deze zaak mij menigen
slapeloozen nacht heeft gekost.
Meneer Krause, die, zooals velen van
u wel bekend zal zijn, eigenlijk Joachim
Freiherr van Dengern heet en meester in
de rechten is, is van inspecteur bevorderd
tot commissaris der recherche.
Reeds de middag- en avondbladen publi
ceerden kolommen lange artikelen, de sen
satie en opwinding waren ongelooflijk, de
krantenvrouwen werden de bladen uit de
handen getrokken, op straat vormden zich
groepjes menschen die het geval bespra
ken.
Edoch: de eigenlijke sensatie begon eerst
Dat was de roman „Strijdende Zielen". Had
men dan ooit gehoord, dat een rasechte
vijfvoudige moordenaar een roman geschre
ven had en die roman zelfs als boek was
verschenen? Nee, dat was nog nooit ver
toond en nu kon je toch eens zien hoe ver
Berlijn op het gebied der onbegrensde mo
gelijkheden boven andere groote steden
uitstak. Natuurlijk moesten in het ochtend
blad fragmenten uit den roman worden
opgenomen en de enkele exemplaren, wel
ke in Berlijn te krijgen waren, werden door
de diverse reporters dan ook direct opge
kocht. Maar de hoofdredacteuren wisten
hun reporters het werk weer afhandig te
maken en den volgenden morgen werd een
serie feuilletons gepubliceerd over „Strij
dende Zielen" van de hand van verstandi
ge, scherpzinnige critici, die zich geschokt
en getroffen toonden en ronduit verklaar
den voor een psychologisch raadsel te
staan.
Voor den Duitschen boekhandel begon
nen historische dagen. Geheel Duitschland
Oostenrijk, Nederland, Zwitserland en het
Scandinavische schiereiland schreeuwden
om den roman „Strijdende Zielen" en toen
de brave gebroeders Merker, die al lang
overeen waren gekomen, de geheele oplaag
als misdruk te verkoopen, van den eersten
schrik bekomen waren, raapten zij al hun
niet bijster ontwikkelde zakenkennis bij
een, verhoogden den prijs van het boek tot
het drievoudige, gaven drukorders aan de
grootste drukkerijen in Leipzig, sloten con
tracten af met vertalers en deelden na een
week in het vakblad van den boekhandel
mede, dat de eerste honderdduizend exem
plaren waren uitverkocht en men eenigen
tijd geduld zou moeten hebben tot de vol
gende honderdduizend gereed zouden zijn.
Hartwig was indertijd met de uitgevers
overeengekomen, dat hij vijftien procent
van den winkelprijs zou ontvangen en de
helft van de auteursrechten. Terwijl hij
op het hoofdbureau van politie en spoedig
daarop in het huis van bewaring in Moabit
in zwijgen volhardde, steeg een voor hem
door de gebroeders Merker geopende bank
rekening van dag tot dag.
Hartwig zou zich in weelde hebben kun
nen baden, hij zou zich den besten verde
diger hebben kunnen nemen en zou des
ondanks een ontzettend rijk man zijn ge
bleven. Maar hij deed niets van dat alles,
at eenvoudig en bescheiden, las oude boe
ken en weigerde niét alleen voor den rech-
ter-commissaris ook maar iets mede te dee-
len maar tevens om een verdediger te ne
men.
Er moest hem ten slotte een raadsman
door de rechtbank worden toegewezen in
den persoon van mr. Nagelstocke. Maar ook
tegenover hem handhaafde Hartwig zijn
standpunt: Ik heb niets te bewijzen, maar
de officier van justitie zal het bewijs van
mijn schuld moeten leveren. Ik heb met
mezelf afgedaan en sta geheel onverschil
lig tegenover den loop der dingen.
(Wordt vervolgd).