GALA-PREMIERE VAN „1813".
ONDER ZWARE VERDENKING
FEUILLETON
ROMAN VAN HUGO BETTAUER
(Nadruk verboden)
7)
Krause beefde over al zijn leden. De man,
die daar nu voor het loket poste restante
stond, was groot, slank, zomersch ge
kleed, blond en achter de lorgnetglazen ke
ken twee groote blauwe oogen ietwat ver
wonderd starende, maar toch ook angstig
in de wereld.
Krause ging dicht bij hem staan en grab
belde in den over zijn schouder hangenden
potzak als zocht hij naar een bepaald stuk.
Hij zag, hoe de blonde heer den beambte
een briefje toeschoof, waarop het woord
„Gretchen" geschreven was. De beambte,
die van alles op de hoogte was, deed, als
zocht hij in een van de vele vakken, zeide
„er is niets", de heer vertrok weer haastig,
gevolgd door Krause, die zich snel van de
tasch ontdaan en de unifoormpet tegen een
strooien hoed verwisseld had.
De blonde liep met rasse, schommelen
de schreden, zooals men dat vaak ziet bij
menschen die hun fantasie den vrijen loop
laten, de straat af. Krause, die op onge
veer 30 passen afstand achter hem bleef,
stelde vast, dat de bewegingen van den ach
tervolgde bij alle nerveuse gejaagdhed toch
een harmonischen en sympathieken indruk
maakten. En onwillekeurig dacht hij aan
de één-urige wandelingen op de binnen
plaats van de gevangenis, den voortduren-
den loop in het rond, die drie jaar lang bij
elke weersgesteldheid moest worden uitge
voerd, steeds weer naast en achter dezelf
de lotgenooten. Destijds had hij er een stu
die van gemaakt het karakter van de men
shen naar hun wijze van loopen te beoor-
deelen en daarbij was hij meer dan eens
tot de ontdekking gekomen, dat een be
paalde pas, de houding van het lichaam bij
het loopen, de veerkracht van den tred of
het buigen van de knie, veel meer zeggen,
dan de uitdrukking van het gelaat, dat
door uiterlijke belevenissen, onafhankelijk
van het ware wezen, sterk wprdt beinvloed.
Hoe edel, bijna sierlijk waren de bewegin
gen geweest van den man, die 12 jaar had
moeten boeten wegens moord op zijn, hem
•bedriegende vrouw en hoe ontzettend veel
menschelijke grootheid, christelijke denk
wijze had von Dengern op de gemeenschap
pelijke slaapzaal later bij hem ontdekt.
Een andere medegevangene had Joachim
von Dengern door het sluipende katach
tige in zijn bewegingen met afkeer ver
vuld, later leerde hij hem als een bniten-
gewoon beminnelijk kameraad kennen,
maar nog later werd hij als een denun-
ciant, die zijn lotgenooten tegen een klei
ne vergoeding verried, ontmaskerd..
Deze blonde man vóór hem nu, had de be
wegingen van een mensch, die moeilijk
kan veinzen, afkeerig is van conventies en
nog wel eens over één nacht ijs gaat.
De blonde man ging de Friedrichstrasse
in en vervolgde in noordelijke richting zijn
weg. Krause volgde hem met de grootste
voorzichtigheid. Steeds meer versnelde de
man zijn pas om ten slotte de Elsasserstras-
se in te slaan. En nu deed zich een merk
waardig intermezzo voor. Op den hoek van
de Elsaser en Novalisstrasse stiet de blonde
op een vrouw, die twee kinderen, een jon
gen van ongeveer vijf en een meisje van
een jaar jonger aan de hand hield. De
kinderen waren vermoeid, werden meer
meegesleurd dan geleid, de zon goot haar
stralen onbarmhartig op hen neer en juist
toen de blonde op hun weg trad, begon de
kleine jongen jammerlijk te huilen en wei
gerde hij om verder te gaan. De vrouw, in
plaats van te trachten hem goedig tot
kalmte te brengen "gaf hem een draai om
de ooren, waarop het kind nog harder be
gon te huilen, terwijl het meisje met ver
schrikte, wijd opengesperde oogen het
onverkwikkelijke schouwspel gadesloeg, om
direct daarop eveneens in tranen uit te
barsten De blonde man onderbrak onmid
dellijk zijn haastige wandeling, boog zich
naar den knaap over, hief hem in de hoogte
nam hem op zijn arm en begon zoo genoe-
gelijk tegen hem te babbelen, dat het kind
spoedig kalmeerde en hem vriendelijk toe
lachte. Het meisje echter, schijnbaar ver
schrikt door hetgeen zich daar afspeelde,
of gedreven door jalouzie, zette haar huil-
stemmetje nog wat meer uit en wel op
hetzelfde oagenblik, dat Krause de kleine
groep eveneens genaderd was. En ont-
willekeurig deed Krause hetzelfde als de'
door hem achtervolgde man, hij nam de
kleine op den arm, streek haar het vochtige
haar uit het verhitte gezichtje en sprak
kalmeerende woorden. Intusschen had ook
de vrouw zich zoo goed en zoo kwaad als
dat ging, weten te herstellen; zij nam de
kinderen van de beide heeren over, fluis
terde hun vriendelijke woordjes toe en
vervolgde langzaam haar weg. Krause en
de blonde hadden, elk met een kind op
den arm, eenige séconden tegenover elkaar
gestaan en onwillekeurig verlegen ge
lachen.
Daarmee was het kleine intermezzo ge
ëindigd en Qrause zette zijn jacht voort op
den onbekende, die onder zware verden
king stond vijf of meer vrouwen van het
leven te hebben beroofd.
Zij liepen nu de Novalisstrasse af en de
blonde verdween even voor den hoek van
de Tieckstrasse in een groot, ouderwetsch
huurhuis, zooals men er in Berlijn duizen
den vindt. Krause wachtte een oogenblik,
liep toen vlug het donkere portaal in,
knielde op de onderste trede van de trap
er. legde daar zijn oor te luisteren. Zoo
nu was de man boven aan de eerste trap
gekomen, liep eenige schreden en klom
toen weer een trap op. Weer een paar pas
sen en weer een trap.
Nu hoorde Krause precies elf schreden,
welke de man naar rechts aflegde. Nu bleef
hij staan. Krause's uitstekende ooren ver
namen het ramemlen van een sleutelbos,
het open en weer dichtslaan van een deur.
De man woonde dus. drie trappen hoog, elf
schreden naar rechts van de trap verwij
derd.
Wederom kwam 1 et er nu op aan te
wachten. Wie weet hoe lang, misschien tot
laat in den avond, misschien ook tever
geefs. wanneer de man besloot thuis te blij
ven. Krause over'.egde wat hem te doen
stond. Was het niet het eenvoudigst en het
veiligst naar het dichtstbijzijnde politiebu
reau te loopen, met twee flinke politie
agenten terug te komen en der kerel een
voudig te arresteeren? Een glimlach speel
de om Krause's lippen en duizend rimpel
tjes- vormden zich in zijn gelaat, om weer
even spoedig te verdwijnen. Neen, dat zou
te eenvoudig, te politioneel zijn geweest!
De man zou hem niet ontgaan, dacht in 't
geheel niet aan vluchten, voelde zich waar
schijnlijk zoo veilig mogelijk, niettegen
staande hij vandaag een geweldige domheid
had begaan. Een zoo domme streek, dat
Krause moest er zelf om lachen. Neen, die
zou voorloopig niet ontsnappen! En bo
vendien: hij was zeker vrijgezel. En wat
zou een vrijgezel er to-? doen besluiten op
een warmen dag in het eind van Augustus
nog vóór zes uur op zijn kamer te blijven?
Hij kon het gerust riskeeren om te wach
ten.
Thomas Hartwig.
Onopvallend promeneerde hij door de
over het algemeen niet bijzonder drukke
Novalisstrasse, daarbij het huis nummer 10
niet uit het oog verliezend.
Krause werd vandaag wel door Fortuna
begunstigd. Vóór nog een half uur verstre
ken was, verscheen de blonde weer. De de
tective, die zich nog juist bijtijds in een
portiek had kunnen verbergen, constateer
de, dat de man zijn stoffige schoenen ge
poetst had, een andere das had omgedaan
en bepaald uitdagend met een wandelstok
zwaaide. Daaruit was met eenige zekerheid
op te maken, dat hij den avond geheel voor
zich alleen had en niet van plan scheen hem'
in het sombere huis in de Elsassenstrasse
door te brengen. Ditmaal volgde Krause
hem niet, maar wachtte tot de blonde uit
het gezicht was verdwenen om dan kalm
het huisnummer tien binnen te gaan, drie
trappen op en dan elf schreden naar rechts.
En werkelijk stond hij nu voor een deur,
waarop twee namen te lezen waren. De
eene, op een emaille plaatje, luidde Wilhel-
mina Armbruster, de andere stond gedrukt
op een gewoon visitiekaartje, hetwelk ver
meldde:
Thomas Hartwig, Letterkundige.
(Wordt vervolgd).
Op het balcon van Hotel des Indes woonden de Indische
vorsten Woensdag te 's Gravenhage de aubade voor H. M.
de Koningin bij
Het tweede regiment Luchtdoelartillerie maakte Woensdag
ter gelegenheid van Koninginnedag een tocht door Amster
dam
De vorstelijke familie woonde Woensdagavond in het gebouw
van Kunsten en Wetenschappen te Den Haag de gala-première
van „1813" bij
'■gr
- ";.i.
De jaarlijksche parade, welke op Koninginnedag op het Malieveld te Den
Haag werd gehouden, werd door vele autoriteiten bijgewoond, onder wie de
commandant van het veldleger, luit. generaal J. J. G. baron van Voorst tot
Voorst (links)
H. M. de Koningin maakte Woensdagmiddag een rijtoer door Den Haag,
waarbij vele vereenigingen langs den weg stonden opgesteld. De aankomst
op het Gevers Deynootplein te Scheveningen
Een getrouwecopie
van de vloot, waar
mede Piet Hein in
1628 uitvoer en de
Zilvervloot ver
overde, ging
Woensdag te Rot
terdam voor anker
De Nederlandsche roeiers, die aan de Europeesche roeikampioenschappen te
Milaan zullen deelnemen, zijn Woensdag per vliegtuig van Waalhaven naar
Italië vertrokken