RECHTZAKEN FAILLISSEMENTEN miLiTfliRt coLonncs DE LAATSTE LES VAN LANGELOT DINSDAG 23 AUGUSTUS 1938 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 GEMENGDE BERICHTEN FIETSER DOOR AUTO GEGREPEN Aan de gevolgen overleden. De 23-jarige E. Lodeweges, die Vrijdag avond bij het passeeren van twee woon wagens op den Deventerweg te Holten met zijn fiets door een uit de tegenovergestelde richting komende auto werd gegrepen, waardoor hij een schedelbreuk bekwam, is in het ziekenhuis te Deventer zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, overleden. VRACHTAUTO RIJDT GEBOUWTJE BINNEN EN RICHT GROOTE SCHADE AAN. Jongen gewond. Op den Westerzeedijk te Rotterdam reed gisteravond een taxi in de richting Pieter de Hoochweg. Achter de auto kwam een vrachtauto, bestuurd door den 23-jarigen P. v. H. uit de Mathenesserlaan. De chauf feur van de vrachtauto zag pas op het laat ste oogenblik, dat de taxi van richting ging veranderen en ten einde een botsing te voorkomen, week hij naar links uit. De vrachtauto had een flinke vaart en reed een haltepaal van de R.E.T. aan, die af knapte. Op hetzelfde vluchtheuveltje stond de negenjarige P. van Waal uit de Eerste IJzerstraat met zijn autoped. De jongen werd tegen den grond geslagen, waarbij hij een hoofdwonde en een gekneusde rechter hand opliep. Bij het afrijden van het trot toir sprong een van de banden van den wagen, zoodat de chauffeur de macht over het stuur kwijt raakte en de auto plotseling van richting veranderde. De wagen is daarbij opgetornd tegen den voorgevel van het aldaar staande gebouwtje van den Volksbond tegen Drankmisbruik. De botsing was zoo hevig, dat de gevel werd ingedrukt, de wagen het café inreed en alle stoelen en tafels omverwierp. Bij het buffet kwam de kwam tot staan. Toevallig bevonden er zich geen menschen in het gebouwtje, zoodat persoonlijke onge lukken wonder boven wonder achterwege zijn gebleven. Het gebouw van den-Volksbond is zwaar beschadigd.De auto liep merkwaardigerwijs vrijwel geen schade op. DE DOODENDE ELECTRISCHE STROOM Tachtigjarige man gedood. De 80-jarige timmermansknecht M. Ma- rinus te Ureterp, was op het dak van een werkplaats bezig met herstellingswerk zaamheden. Hierbij is hij in aanraking ge komen met de draden van het electrische net. Hoewel de oude man spoedig vrij was, mochten de pogingen om de levensgees ten weer op te wekken, niet gelukken. KIND AAN DEN DOOD ONTSNAPT Tijdens een hevig onweer is gistermorgen de bliksem in de woning van den heer A. van Helden aan de Wilhelmin astraat te Bolnes geslagen, meldt de „N. Rott. Crt". Een bed, waaruit de moeder juist haar sla pende kind genomen had, werd getroffen. Het bed geraakte in brand, doch de brand werd door omwonenden gebluscht. De ont boden brandweer behoefde geen dienst te doen. ZIEKTE VAN WEIL TE TILBURG Vermoedelijk zes jongelui aangetast Te Tilburg hebben zich in de laatste dagen eenige ziektegevallen voorgedaan, waarvan met zeer groote waarschijnlijkheid kan worden gezegd, dat men hier te doen heeft met de ziekte van Weil. In totaal zijn zes jongelieden, die gezwommen hadden in een vijvertje onder de gemeente Goirle en die daarna teekenen vertoonden van ge noemde ziekte, door den Tilburgschen G.G. en G.D. naar de barakken van het St. Elisa- bethziekenhuis aldaar overgebracht. - De directeur van den G.G. en G.D. heeft deswege bereids een waarschuwing in de plaatselijke dagbladen doen opnemen. KINDERVERLAMMING Een geval in Krimpen aan den IJssel In de gemeente Krimpen aan den IJssel heeft zich thans ook een geval van kinder verlamming voorgedaan. Het patiëntje is naar het Van Itersonziekenhuis te Gouda overgebracht en aldaar onder behandeling genomen. Het aantal gevallen te Gouda is sinds het midden der vorige week niet toegenomen, het bedraagt nog veertien. RAADSELACHTIG GEVAL TE BAARLE-NASSAU. Gestolen geld wordt teruggevonden in de brievenbus van het postkantoor Zooals destijds reeds werd gemeld, deed de landbouwer L. Sm. te Baarle-Nassau op 7 Juli j.L bij de politie aldaar aangifte, dat uit zijn colbertjas een geldsbedrag van f 3250 was gestolen. Sm. staat als een zonderling bekend, die altijd angst heeft voor langvingers en die deswege zijn geld altijd bij zich draagt. Op genoemden datum had hij ergens in het KANTONGERECHT TE LEIDEN. Moderne doodenrit. Er zijn automobilisten, die denken, dat de geheele weg hun particulier eigendom is en dat er niemand op dezen weg rijdt dan zij alleen. Zulk een autobestuurder moest gisteren terecht staan voor den Leidschen kentonrechter. Het was de Rotterdamsche kantoorbediende J. W. M. S., die in den ru-cht van 20 op 21 Mei geprobeerd had het gevaarlijke kruispunt nabij het Haagsche Schouw te Voorschoten voorbij te lijden. Dit rijden mag men eigenlijk, geen rijden noemen als men weet, dat hij mins tens een snelheid ontwikkelde van 130 K.M. per uur. Toen dan ook de Leidsche autohandelaar A. Dreef, die juist aan kwam, naar links wilde halen om den weg naar Leiden te vervolgen, was hij door den moderne snelheidsduivel aangereden met het gevolg, dat de achterkant van de auto cusdanig geraakt werd, dat het leek alsof een groot scherp mes er een stuk had af gesneden. De schade had enkele honderden guldens bedragen. Nadat verschillende ge tuigen gehoord waren, waaronder een dame als getuige k décharge, die in de auto van verdachte gezeten was geweest en ook toe moest geven, dat de bestuurder ruim 100 K.M. gereden had, nam de ambtenaar het woord, die het rijden van verdachte op dit gevaarlijke kruispunt scherp laakte en ver dachte schetste als een roekeloos en hoogst onvoorzichtig rijder. Spr. vond een zeer groote geldboete hier alleszins op zijn plaats er. eischte gezien de ernst van het feit een geldboete van 100 subs. 1 maand hech tenis. De kantonrechter'dadelijk vonnis wijzend r.cemde het rijden van zulke autobestuur ders gevaarnjk en moordend en veroor deelde verdachte, die verstek liet gaan, tot een boete van 75 subs. 25 dagen. Ergerlijke manieren om aan een boutje te komen. Twee inwoners van N o o r d w ij k e r- Kout C. B. en C. J. E. v. d. S. moesten terecht staan omdat zij met een maaimachi- ne dusdanig gemanoevreerd hadden, dat zij van hazen en eenden welke in het te maaien land vertoefden de pootjes hadden afgemaaid. Bij aanhouding van de verdach ten waren zij in het bezit bevonden van vijf hazen en twee eenden, waarbij was gebleken, dat van al deze dieren de pootjes ortbraken, zoodat men gevoeglijk aan kon nemen, dat de pootjes afgemaaid moesten zijn. Dat dit bij een enkel geval wel eens kan voorkomar, is aar te nemen, maar dat acht dieren op een dusdanige wijze het slachtoffer worden van deze manier van maaien is bijkans uitgesloten. De ambte raar was deze meening eveneens toege daan wat deze vertelde dat als verdachten even wat leven hadden gemaakt, de beesten v/el de vlucht zouden hebben genomen. Nu was het overtreding van de jachtwet en die renmishandeling. Verdachten waren van meening, dat zij er niets aan konden doen, want dat zij niet wisten, dat de dieren zich daar bevonden. Zoowel de ambtenaar als de kantonrech ter waren evenwel andere gedachten toe gedaan en veroordeelde elk der verdachten tot een geldboete van 10 subs. 4 dagen, waarbij, nog rekening werd gehouden met hun geldelijken toestand. Dwars door militaire colonne gereden. H. M. C. die verstek liet gaat, had op 9 Mei hoogst roekeloos gereden en daarbij tevens nog erg onsympathiek. Verdachte was op den Vink weg onder Voorscho ten den Leidschen Weg af komen rijden met zijn auto en hoewel hij zag, dat er een militaire colonne bezig was te passeeren toch tusschen deze afdeeling doorgereden met het gevolg, dat er ten eerste wanorde ontstond en wel zoodanig, dat men door snel afstappen van een met vier paarden bespannen stuk erger wist te voorkomen, terwijl ook de begeleidende korporaal in het nauw was gebracht' door deze manier van rijden. De eisch en de uitspraak voor deze ma nier van rijden werd een geldboete van 15 subs. 5 dagen. De hond en de agent. De loodgieter S. L. te L e i d e n heeft een bosch liggen slapen en toen hij wakker werd had hij den diefstal ontdekt. Hij kon niet zeggen of de diefstal tijdens zijn slapen gebeurd was, maar in ieder geval was het geld verdwenen. De politie stelde een uitgebreid onderzoek in, dat evenwel geen resultaat opleverde. Totdat vorige week Woensdag opeens deze zaak een eigenaardige wending nam. De dienstdoende beambte van het hulp- postkantoor vond namelijk bij het lichten van de brievenbus een verfrommelde enve loppe, waarop eenige woorden waren ge schreven geweest, die echter niet meer te ontcijferen bleken. De beambte hield de enveloppe tegen het licht en zag toen tot zijn verbazing, dat er bankpapier in zat. Hij waarschuwde den kantoorhouder, die op zijn beurt den burgemeester verwittigde. Deze laatste kwam op het hulppostkantoor en opende de enveloppe. En jawel: er kwa men drie bankbiljetten van duizend gulden uit de enveloppe. En het merkwaardigste was wel, dat de nummers van deze bankbiljetten overeen stemden met die van de ten nadeele van Sm.gestolene. De gemeentepolitie heeft de vondst in de brievenbus tot heden geheim gehouden, teneinde 'n haar onderzoek niet te worden bemoeilijkt. Intusschen heeft dit hernieuw de onderzoek geenerlei resultaten opgele- ve* 1 „Msb". hond en dit dier wordt des avonds uitge laten zooals men doorgaans met zulke beesten pleegt te doen, opdat men den an deren dag niet voor een voldongen feit wil komen te staan. De loodgieter dus liet zijn hond uit, maar hoe het nu kwam, of het beest blij was in de buitenlucht te mogen verkeren of dat hij een hekel heeft aan an dere menschen dan zijn baas, een feit is, dat hij plotseling op iemand aansnorde met de kennelijke bedoeling om te consta- teeren of deze persoon voorzien is van cikke kuiten. Het was evenwel voor den eigenaar van het beest een strop, dat deze persoon juist een politiegaent moest zijn, wat tot gevolg had, dat het beruchte en gevreesde bonr.enboekje dadelijk bij de hand was. De agent verklaarde, dat de eigenaar den hond niet had willen roepen, maar deze op zijn beurt vertelde, dat de agent geschopt had naar zijn hond. Heel logisch vond de kantonrechter zulks, dat zou een ieder doen als hij door een hond aangevallen werd. Het slot van het liedje was, dat de eige naar een boete mag betalen van 3 subs. 1 dag met de waarschuwing, dat hij beter oi zijn hond moet letten als hij weer met hem of haar gaat wandelen. De voorrangsweg. C. J. van V uit den Haag was met zijn auto komen rijden vanaf den Morschweg ie Oegstgeest en wilde aldus den groo- ten weg AmsterdamRotterdam nabij Rhijnhof oprjuen. Zijn fout nu is geweest, dat hij zonden uit te kijken dezen voor rangsweg was opgereden, wat een ernstige aanrijding met een andere auto ten ge volge had. Rekening houdend, dat het uitzicht daar niet wat men noemt goed te noemen is, was de eisch f 25 sü-bs. 10 dagen. Uitspraak 15 subs. 5 dagen. Onder de boomen van den overweg. E. H. uit den Haag was met zyn auto in conflict gekomen met de overwegboomen, die de spoorbaan LeidenUtrecht nu en dan eens afsluiten, nabij den Morschweg te Leiden. Terwijl de rechtsche boomen reeds gesloten waren en de linksche zich in dalende beweging bevonden, had ver dachte zijn auto plotseling naar links ge stuurd om te probeeren onder de linksche toornen door te rijden. Het was bij pro beeren gebleven, want de boomen waren in de knoop geraakt met de auto, wat ten gevolge had een flinke schadepost voor den onvoorzichtigen rijder. Bovendien mag hij nog een boete be talen van 40 subs. 4 dagen. Links van den weg. J. A. U. te O e g s t g e e s t had daar ter plaatse geheel links gereden, wat tot ge volg had, dat hij natuurlijk met een tegen ligger, die rechts hield, in aanrijding was gekomen. Vast kwam te staan, dat verdach te veel te hard den bocht had genomen en cat hij aldus op den verkeerden kant van den weg was gekomen. Eisch 20 subs. 10 dagen. Uitspraak 15 subs. 5 dagen. Overtreding arbeidswet. P. L. A. van W., slager te Warmond had zijn knecht op verboden tijd werkzaam heden laten verrichten. En aangezien het de tweede herhaling was is het bonnetje.voor hem een schadepost van 7.50 subs. 3 gen. HAAGSCHE POLITIERECHTER. Twee honden vechten om een been. G. K. uit T er A ar en C. J. B. uit Sas- s e n h e i m waren nu bepaald geen vrien den te noemen, te meer niet daar de liefde er tusschen was gekomen. K. had verkee ring gehad met een schoone, maar het afgeraakt, wat ten gevolge had, dat er voor K. een opvolger was gekomen en wel B. Dat zin'de K. niet en het natuurlijk re sultaat was, dat toen B. in de buurt kwam van K. (om naar zijn liefde te gaan) er al lereerst eenige woorden gevallen waren, Was het nu maar bij woorden gebleven, dan was alles nog met een sisser afgeloo- pen. Maar neen, natuurlijk moesten er zwaardere argumenten in het vuur bracht worden en dit argument was de vuist van K. geweest, die dit gebalde lichaamsdeel boven op het aangelaat van B. had gedeponeerd en niet zoo zuinig ook, volgens de gehoorde verhalen over het ge vloeide bloed. Verdachte gaf zijn lezing van het geval aldus: „Meneer, ik werd een beetje kwaad, hij reed weg, nou en toen greep ik hem vast en gaf hem een klap, één maar". De getuige van Egmond had het geval gezien en vertelde, dat een en ander te Nieuwveen was geschied. Deze getuige vond het echter geen klap, maar vond eerder dat verdachte zijn rivaal beetgepakt had in diens ge zicht, hetgeen de Politierechter een „rare manier van beetpakken vond. Er kwam echter nog een „kleinigheidje" aan het licht, want de Politierechter, verder vor- schende, vroeg heel belangstellend wie er van de twee nu verkeering had met het meisje, waarop het verbijsterende antwoord klonk, dat geen van beiden meer in de gratie stond, want dat er inmiddels een lachende derde was verscher en, die meer in den smaak was gevallen, zoodat alles dus voor niets is geweest. De officier vond dit optreden van ver dachte hoogst onbeschoft en ruw, waar door de eisch werd een boete van 15 subs. 15 dagen. Verdachte vond het nogal veel, maar de Politierechter vond het veel te weinig en veroordeelde verdachte tot een boete van ƒ25 subs. 25 dagen. De greep in de lade. C. G. K., kappersbediende te Haarlem was eenigen tijd in betrekking geweest bij den kapper A. H. A. K. te Voorhout. Toen zijn patroon op zekeren dag weg moest en aan zijn bediende gevraagd had om goed op te letten en de zaken goed te behartigen, had deze dit op een voor den baas minder prettige manier gedaan door van deze gelegenheid gebruik te maken en zes gulden in zijn zak te steken. Het was niet de bedoeling om te stelen ge weest, vertelde verdachte. Wat dan echter wel de" bedoeling was geweest bleef in ne velen gehuld. De patroon verklaarde nog, dat toen hij thuis kwam èn de bediende èn het geld verdwenen waren. Niettemin hield de patroon nog een heel pleidooi voor zijn gewezen knecht. De Officier wil de wel eenigszins rekening houden met de gunstige inlichtingen van den verdach te en eischte een gevangenisstraf voor den tijd van drie maanden, maar voorwaarde lijk met een proeftijd van drie jaar, met welken eisch de Politierechter accoord ging. Maar het was niet naar het genoegen van den verdachte, want die vertelde, dat hij dadelijk in hooger beroep ging, wat dom is, want het Haagsch Gerechtshof kon er wel eens anders over denken. Stcungeknoei. J. K., groentenventer te R ij n s b u r g, had zijn gezinsinkomsten verkeerd Opgege ven aan den steundienst daar ter plaatse. Toen zijn zoon een week ƒ8 had verdiend, had hij opgegeven ƒ4. Verdachte nam het geval nogal licht op en vond de uniformen van de veldwachters in de zaal blijkbaar het interessantste van alles. Ook de eisch drie maanden voorwaardelijke gevangenis straf vermocht niet veel indruk op hem te maken, want nadat de Politierechter con form dezen eisch had veroordeeld ver dween de verdachte, nog steeds het groot ste plezier in zijn eentje hebbende, door het gat van de deur. Het zal wel eeuwig een raadsel blijven waarom hij zulk een ge noegen had, temeer niet daar er absoluut niets grappigs in te zien was. Zeker zenu wen? Hij ging om een klant te ■winnen, maar kwam met een blauw oog thuis. De 75-jarige slager Ch. van A. te Veur is zelf niet meer in het bedrijf, maar zijn hart is nog geheel bij de zaak, die door zijn zoons gedreven wordt. De oude baas gaat er dan ook zelf nog op uit om klan ten te winnen voor zijn zoons. Zoo was hij ook op zekeren dag bij eenige nieuwe be woners van de Zwarte Laan gekomen met het oogmerk om hen tot klant te krijgen. Daartoe had hij allereerst een bestelboek- je gestuurd, terwijl hij later ging hooren of de bewoners eventueel klant wilden worden. De bewoonster wilde evenwel geen klant worden, derhalve vroeg de oude baas zijn bestelboekje terug. Toen dit ge weigerd werd, waren er eenige woorden ontstaan en was de vrager van het boekje een stap naar binnen gegaan. Juist kwam echter de. heer des huizes aan, die, dat kan wel als zekerheid aangenomen worden, dacht, dat het een lastige bedelaar was. Het gevolg van deze gedachte was, dat de bo vengenoemde heer des huizes, zekere G. K. L. B., den slager een duw gaf, waardoor deze buiten de deur terecht kwam. De sla ger vertelde het zijne over dezen gang van zaken en knoopte daar de mededeeling aan vast, dat hij het niet nam, maar naar de politie zou gaan. De heer des huizes was daarover zoo in toorn ontstoken, dat hij den ouden man onverwacht een dusdanigen klap op zijn oog had toegediend, dat deze zich onder doktersbehandeling moest stel len. Een onpartijdige getuige, een schilder, die juist de voordeur van het bewuste huis aan het schilderen was, verklaarde even wel, dat A. in het geheel geen aanleiding voor den stomp op zijn oog had gegeven. Hij had de klap erg hard gevonden, te meer daar het slachtoffer een man van 75 jaar is. De man was nog gevallen ook van den slag, deelde hij verder mede. Nadat nog verschillende getuigen a dé charge gehoord waren, achtte de Officier de ten laste gelegde mishandeling bewe zen en eischte een boete van 30 subs. 30 dagen. De verdediger van verdachte was een an dere meening toegedaan en vroeg vrij spraak voor zijn cliënt, maar de Politie rechter vond de geëischte straf nog wel wat laag, gezien de ernst van het feit, en veroordeelde verdachte tot een boete van 35 subs. 5 weken hechtenis. Diefstal van loodkabel. Een schilder uit Leiden moest voor den Gemeentelijken Radio Dienst stukken loodkabel wegbrengen. Inplaats alles weg te brengen, zooals hem was opgedragen, was hij erg onvoorzichtig geweest en had een gedeelte voor eigen gebruik er af ge nomen en verkocht. Als getuige werd ge hoord de bedrijfsleider van den G.R.D. te Leiden, H. M. v. d. Zee, die verklaarde, dat het gestolen lood een waarde had van 5 en dat het lood bij een opkooper was opgespoord. Verder verklaarde deze ge tuige nog op een vraag van den Politie rechter, dat verdachte bekend staat als een gewillige handige jongen. Daarmede reke ning houdende wilde de Officier hem nog een kans geven en eischte een voorwaar delijke gevangenisstraf voor den tijd van drie maanden met drie jaar proeftijd en onder toezichtstelling. De Politierechter wilde het ook nog wel eens probeeren en veroordeelde conform. DE STEUNTREKKER EN HET LOT UIT DE LOTERIJ. Een werklooze uit de gemeente Bloe- mendaal had met twee anderen een mooien prijs uit de loterij getrokken. Niet minder dan 3600, zoodat zijn portie was 1200. Hij liep met zijn buitenkansje niet te koop en vertelde er zelfs niets van aan Maatschap pelijk Hulpbetoon. Maar dat is strafbaar, want een werklooze moet nu eenmaal alles wat hij ontvangt, opgeven. Natuurlijk zou in dit geval onmiddellijk de steun ingehou den zijn en dat was de schaduwzijde van vrouwe Fortuna's mildheid. Een controleur van de werkverschaffing in Bloemendaal deelde mede, dat de steun daar per week varieert van 23 tot 25 zij het dan dat door de werkloozen in gemeentedienst moet worden gewerkt voor wat zij als steun ontvangen. Het geval van den gelukkigen werklooze werd nog gecompliceerder, door dat hij in de week van 18 December, waarin hij de somma van 1200 had moe ten aangeven, ziek was en dus ziekengeld ontving en die ziekte werd nog weer wat ingewikkelder doordat hij maar wat was gaan visschen. Het kostte, heel wat moeite voordat de politierechter van Haarlem al deze bijzonderheden naast elkaar had ge steld. De Officier van Justitie trok echter de simpele conclusie, dat het hier ging om een werklooze, die steun trok al was de gemeente Bloemendaal zoo royaal als rijke menschen wel eens zijn en betaalde zij aan haar werkloozen meer dan den steun, waar toe zij verplicht was. Hij eischte 2 maan den gevangenis tegen den werklooze. De po litierechter maakte er 14 dagen van. Uitgesproken: W. Mulder, koopman, Leiden. Cur.: Mr. G. W. van Stapele, Leiden. hebben altijd voorrang, ook al kruisen zij den voorrangs- w weg, waarop u rijdt. 219. De stok holde als een dolle maar recht vooruit. Hij stoorde zich nergens aan, zelfs niet aan een dorpsveldwach ter, die ~og in hetzelfde uniform rondliep, dat de veld wachters in de zestiende eeuw droegen. 220. Terw'jl de stok op die manier voortholde, ontmoette Langelot eer koksmaatje. Hé, dat is een leuk pakje, zei Langelot, ik zou ook wel kok willen zijn!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9