3)e £eicbefic Soii/^ont HONKBAL WEDSTRIJD NEDERLAND-BELGIË. Wie is mijn man? Een aardige actiefoto tijdens den honkbalwedstrijd Neder land—België, welke te Haarlem werd gespeeld Moment uit den 110 meter hordenloop tijdens de drielanden-athletiekwed- strijden, Nederland België Duitschland, die te Rotterdam zijn gehouden Het m.s. „Prins Bernhard", is Zaterdag als 300ste schip van de werf der Haarlemsche Scheepsbouw Mij. te water gelaten. Het vaartuig, dat bestemd is voor de scheepvaart in de West-Indische wateren, glijdt in zijn element Eenige renners in actie tijdens de dirt-track motorraces die te Deventer Zondag zijn gehouden De „Jordaan" te Amsterdam gaat feestvieren tijdens het regeeringsjubileum" van H. M. de Koningin. De verlichting van het-gebouw „Tot Heil .des Volks" in de Willemstraat heeft Zaterdag proefgebrand Op „Elswout" in Overveen zal ter ge legenheid van het regeeringsjubileum van H. M. de Koningin een openlucht spel, .Eenheid door Oranje', worden opgevoerd. Een kijkje tijdens de ongecostumeerde repetitie, welke Zaterdag plaats vond Voorbereidingen voor het regeerings jubileum. Het standbeeld van Johan de Witt in de Residentie zal feestelijk worden verlicht FEUILLETON door OTFRID VON HANSTEIN. (Nadruk verboden). 30) Langzaam schreden zij op de deur toe, waar hun echter twee gerechtsdienaars in de weg traden. „Wij kunnen u niet toestaan de zaal te verlaten." „Ben ik hier soms beklaagde?" „Het is op het bevel van het hof." „Belachelijk!" Het hof was in de zaal terug. Met zijn bel schiep de president weer stilte. Hij had de pas in zijn hand en wendde zich het eerst tot Eliza Merrem. „Getuige gaat u voorloopig eens zitten. Getuige John, komt u eens hier. De oude man stond moeizaam op. Hij maakte nu een geheel anderen indruk dan voorheen, en scheen geschokt. „Meneer John. Ik heb daarnet even ge wacht met u op den ernst van den eed te wijzen. Ik wilde eerst de andere getuigen hooren. John, u is een oud man, bijna zeventig. Wilt u uw geweten nog ontlasten. U kent toch de gevolgen, welke 'n valsche verkla ring onder eede voor u hebben kan. Hebt u, aan uw getuigenis van zoo straks mis schien nog iets toe te voegen?" „Meneer de president, ik ben een oud man, ik ben bijna blind...." „U neemt dus uw verklaring terug?" „Mijnbeer de president, die meneer daar heeft het mij toch zoo voorgepraat. Ik wist het niet precies. Ik heb met zoovenl men- schen te doen." De president werd buitengewoon ernstig. „Dus heeft u misschien van de getui ge Jenkins, zich noemend Robert Severing, van dien mijnheer daar, dien u daarnet her kend hebt, ook geld voor het afleggen van die verklaring ontvangen?" „Honderd pond voor vergoeding van reis kosten en tijdverzuim. Maar ik geloof wer kelijk...." „Getuige Black, hebt u ook geld ontvan gen?" „Ja mijnheer de president, maar ik heb mij niet laten omkoopen, ik heb niets on der eede verklaard!" Op dat oogenblik knalden plotseling zes schoten en vlogen de kogels over de hoof den der rechters. In de zaal brak een pa niek uit. Geruststellende geroep van de zijde der gendarmen, bellen van de presi dent. Over den grond rolde een kluwen worstelende menschen. Jenkins had een revolver getrokken, deze leeggeschoten en getracht in de ontstane verwarring te ontkomen. Maar de gendar men en de gerechtsdienaars hadden zich op hem gestort en hem gegrepen. Hij was reu- zensterk, en een uitstekend bokser, maar ook van buiten stormde de wacht naar bin nen. Terwijl het publiek zich van angst niet wist te bergen, werd hij overweldigd. Hij was plotseling veranderd als een blad van 'n boom. Van den rustigen deftigen heer was slechts overgebleven de ontmaskerde misdadiger in gescheurde en vuile kleeren, die in niets meer leek op den waardigen firmant van de firma Severing en Figueira. De president luidde weer met zijn bel. „Het is inderdaad zeer waarschijnlijk, dat de pas vervalscht is. Joe Jenkins, het hof gelast in verband met het vermoeden van meineed en het aanzetten van anderen tot meineed, met het oog op eventueel pogingen tot ontvluchting, uw onmiddellij ke gevangenneming. Het gerecht is er verder van overtuigd, dat Jcre Jenkins en Robert Severing niet één persoon zijn. Zoolang de echte Robert Severing niet gevonden is, zal juffrouw Iracema Severing in de dubbele kwaliteit van erfgenaam haars vaders en vertegen woordiger van haar oom de firma in rech ten vertegenwoordigen. Wij willen haar in overweging geven zich door haar advocaat de noodige vol macht hiertoe te doen verschaffen." Hierop verliet de president de groene ta fel en kwam op Iracema toe. „Mevrouw, ik verheug mij er ten zeerste over, dat de zaak deze wending genomen heeft. In de allereerste plaats heeft u dit te danken aan de moedige verklaring van de getuige Eliza Merrem, die door haar op rechtheid en ook, de president zocht glim lachend naar een woord en ook door haar levenservaring het proces een schit terend verloop kon geven." De laatste woorden had de president zeer duidelijk hoorbaar voor allen gezegd, en tegelijkertijd stak hij voor het eerst Eliza zeer ongedwongen de hand toe. Iracema weende nog telkens en was nau welijks in staat de plotselinge verandering in de stand van zaken te verwerken. „Ik ben dus vrij, en van elke afschuwe lijke verdenking gezuiverd?" „U gaat naar het kantoor en u neemt van uw eigendom de firma, het huis, enz. bezit. Ik hoop dat ook al het ove rige zich zoo zal ophelderen, als u dat wenscht." De president protesteerde niet eens toen na deze woorden de zaal luid applaudiseer- de „De zitting is gesloten!" Joe Jenkins was ondertusschen uit de zaal geleid. Hij had heelemaal niet meer opgekeken, en alleen maar zwart voor zich uitgestaard. Bij de toehoorders had hij el ke sympathie verspeeld. Iracema ging naar Eliza toe. „Ik ben u zoo dankbaar." Ze was niet in staat om meer te zeggen. Een oogenblik lag haar hoofdje in een nieuwe aanval van zwakte op Eliza's schou der. „U behoeft mij niet dankbaar te zijn. Ik heb, helaas veel te laat ingezien, wat ik reeds dadelijk had moeten doen." Het was voor allen wel een heel onge woon schouwspel, toen Iracema door de hoofdgetuige a charge naar haar auto ge leid werd, waarmee zij naar het hotel te rugreed. Bij de auto was Eliza plotseling verdwe nen. Toen ze enkele uren later aan boord van haar schip ging, waarvan de aanloop datum toevallig met den dag van het pro ces was samengevallen was de faem haar reeds vooruit gesneld, en de gevolgen, die haar getuigenis gehad had. Maar zij ontweek elk gesprek en sloot zich in haar hut op totdat de boot de ha ven uit was. Toen ze weer te voorschijn kwam keek ze meer tevreden en voldaan dan ze ooit gedaan had. TIENDE HOOFDSTUK. De Officier van Justitie, die de zaak Se vering tegen Severing had behandeld, zat in zijn bureau. Hij had volkomen van front moeten veranderen. Vast overtuigd van de eerlijkheid en het goed recht van Joe Jen kins had hij Iracema. voor schuldig gehou den. Hij had een heele keten gesmeerd, waarin de verdwenen Thomson en Ben jamin Huxley met de medewerking van Iracema zijn rechtmatig erfdeel had willen ontrooven. De rollen waren nu wel geheel omgekeerd. Door de verklaringen van zijn eigen getuigen was Joe Jenkins voor mein eed overtuigd. De vervalsching van de pas was eveneens bewezen. Op een vraag aan consul Gregori te Madrid had deze beves tigd, dat de vingerafdruk in 1915 pas was aangebracht en dat bij deze identiteitsver klaring het getuigenis van den hem per soonlijk bekenden Alfonso Figueira beslis send was geweest. Jenkins had dus dien datum vervalscht. De Officier van Justitie was eigenlijk zeer ontevreden over zichzelf. Niet alleen omdat nu bleek, dat Jenkins een misdadiger was; ook Alfonso Figueira, sedert langen jaren compagnon van den ouden Severing, was zwaar gecompromiteerd. Ook tegen hem moest hij een aanklacht indienen. Terwijl hij gebogen over zjjn stukken zat, kwam een gerechtsdienaar binnen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 8