DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Treinbotsing VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1938 29ste Jaargang No. 9106 S)e Kerkelijke medeviering van het a.s. 40-jarig Regeeringsjubileum van H. M. de Koningin Van ganscher harte -willen Wij voldoen aan het verzoek van de Regeering om het veertigjarig Regeeringsjubileum van Hare Majesteit, onze geëerbiedigde en beminde Koningin' plechtig kerkelijk te herdenken. Wij gevoelen Ons verplicht om uiting te geven van onze innige dankbaarheid tegen over God, die aan het volk van Nederland zooveel zegen en weldaden heeft geschon ken door onze geliefde Koningin Wilhelmi- na, die veertig jaren lang met wijsheid, kracht en moederlijke liefde ons vaderland heeft bestuurd. Tevens willen Wij gaarne Gods onmis- baren zegen over Vorstin en Vaderland ook voor de toekomst afsmeeken, opdat het Nederland en de Overzeesche Gewesten nog vele, zeer vele jaren, onder Hare voortref felijke Regeering goed moge gaan. Wij schrijven dan bij dezen voor, dat op Dinsdag 6 September in alle kerken en ka pellen, waarover een Rector is aangesteld (voor'zoover zulks gevoegelijk kan) een gezongen H. Mis tot bovenstaande intentie zal worden opgedragen, waarna het Te Deum zal worden gezongen met de ge bruikelijke gebeden voor H. M. de Konin gin: „Domine, salvam fac". Op de plaatsen, waar men aan een avond oefening de voorkeur zou geven, zal op Maandagavond 5 Sept. een Danklof worden gehouden met Te Deum en de gebruike lijke gebeden voor H. M. de Koningin: „Domine, salvam fac". Persoonlijk zullen Wij op 5 Sept. des avonds om 8 uur een Pontificaal Lof met Te Deum enz. celebreeren- in de kathedrale kerk „St. Bavo" te Haarlem. Wij verzoeken de W.W. e.e. Pastoors tij dig het bovenstaande aan de geloovigen 'bekend te maken, en hen tot massale deel name aan deze kerkelijke viering aan te sporen. Gedaan te Haarlem, 9 Augustus 1938. t joannes Petrus, Bisschop van Haarlem. „St. Bavo". V De Amsterdamsclte begrooting Wij hebben het gisteren vermeld: op de gemeentebegrooting van Amsterdam zijn de inkomsten ruim.... zes en een half mil- lioen gulden lager, dan de uitgaven. En toch hebben B. en W. van Amsterdam het klaar gespeeld, om de begrooting slui tend te maken. Men heeft het bedrag we ten te vinden door vermindering op af schrijvingen en dergelijke maatregelen, welke niemand kan en niemand zal dit ontkennen beteekenen een verzwakking van het financieele beleid, welke beteeke nen het uitputten der financieele krachten, waaraan eens een einde moet komen! Keuren wij dan deze handelwijze van B. en W. van Amsterdam af? Een afkeu rend oordeel willen wij volstrekt niet uitspreken. Als de gemeente Amsterdam, waar se dert het intreden van de crisis35 mil- lioen is bezuinigd, geen luxe-paarden meer op stal heeft, dan moet zij niet wij zullen de beeldspraak vervolgen haar werk paarden gaan verkoopen; dan is het beter, de stal, waarin de paarden gehuisvest zijn, wat te verwaarloozen, met de bedoeling, deze later weer op te knappen. Op werk paarden, die men noodig heeft, om zijn be drijf op peil te houden, te bezuinigen, is een averechtsche methode. Wij hebben beeldspraak gebruikt. Wij willen ons klaarder uitdrukken. Voor een gemeente is het minder slecht, wanneer de financieele krachten worden uitgeput, dan wanneer noodzakelij ke, zeer gewenschte uitgaven van het mo ment worden nagelaten. Financieele krachten kunnen later weer op peil komen; het nalaten van nood zakelijke, zeer gewenschte uitgaven brengt vaak gevolgen, die onherstelbaar zyn. Men versta ons goed: het uitputten van financieele krachten keuren wij op zich beschouwd niet goed; integendeel. Maar het kan hier zijn het minste van twee kwaden, 't Zou voor Amster dam noodlottiger zijn, als het gemeentebe stuur zou doorgaan met bezuinigen zóó, dat die bezuinigingen werden gevonden door ernstige benadeeling van de momen- teele vitale Slangen voor het geestelijk en ^stoffelijk gezond leven van de burgerij. J. P. VERHAAR 1913 1938. (Prof. P. J. Verhaar, rector van het R. K. Weeshuis, West-Kruiskade 14, Rotterdam, viert 15 Augustus a.s. zijn zilveren pries terfeest. Wij mogen naar aanleiding van dit jubileum hier een artikel plaatsen van prof. dr. Steur, die prof. Verhaar is opge volgd als hoogleeraar in de leerstellingen godgeleerdheid aan het Theologicum te Warmond.). De Fransche Dominicaan Humbert Clé- rissac bespreekt in zijn boekje „Le mystè- re de 1'Eglise" onder anderen ook de ver houding tusschen de Kerk en de apologe tiek en hij merkt dan zeer terecht op, dat de Kerk meer waard is dan de apologetiek, dat ieder zieleleven eveneens verre de ge- loofsverdediging in waarde overtreft, maar deze verheffing der Kerk en van het geloofsleven der katholieken is in den grond mede een verheffing der apologe tiek, omdat waar blijft, dat deze laatste een voorbereiding tot en een verdediging van het geloof en de Kerk is. De apologe tiek is het, die de Kerk zoowel als den in- dividueelen zielen zeer kostbare genaden van bijstand aandraagt en toevoert, welke genaden nauw verbonden zijn met het in nerlijk leven en daartoe moeten leiden: en dit is geen geringe lof voor de apolo getiek. (blz. 78). Dit is mede geen geringe lof voor den waarachtigen apologeet, zooals Professor J. P. Verhaar gedurende bijna heel zijn priesterleven is geweest. De apologeet geeft het geloof niet, hij kan het geloof zelfs niet schenken, want het geloof is een gave Gods naar het wijze woord van den katechismus; maar hij is het toch, die de menschenhand opent, opdat God er Zijn gaven in kan leggen; die het menschen- verstand verlicht, opdat het Gods fijne welwillendheid mag opmerken; die den wil beweegt en leidt, om met achterstelling van alle menschelijke bezwaren Gods ge schenk te aanvaarden en om in deze aan vaarding te laten blijken, dat Gods wel daden hem meer waard zijn, dan alle aardsch goed en geluk. Dit is een voortref felijke arbeid, een dienstbaarheid aan God, geloof en Kerk, waarbij de apologeet diep moet neerbuigen; maar dan gelijkt hij ook zoo volkomen op den goddelijken Meester, die kwam om te dienen en die geen dienst baarheid voor Zijn Persoon heeft ge vraagd. De apologeet Verhaar heeft al zijn kun nen zijn rijpe leven lang in dienst gesteld van Kerk en geloof. Dat Professor Verhaar in dienstbaarheid gezwoegd heeft, behoeft geen bewijs; maar wel mogen de bewijs stukken getoond worden, om daarmee dankbaarheid los te slaan en navolging en hulp te vragen bij zijn werk. En dat geldt te meer van die aspecten van zijn leven, die voor velen moesten verborgen blijven in hun vollen omvang. Daar behoort als eerste toe het zijdelings apologetisch wer ken door zijn invloed op geest en werk lust van de Warmondsche studenten, nu meerendeels priesters van het bisdom Haar lem. De docent in de Apologetiek en Dog matiek had zelf een zeer sterk besef van het belang van zijn taak; deze had zijn liefde, niet een zwevend dwepen, maar een welberekende, bewuste belangstelling en gehechtheid. Zijn lessen waren helder, concies, en bovenal zeker: kostbare hoe danigheden, die hij erfde van zijn grooten voorganger Mgr. Dr. van Noort en die hij aan Haarlem's clergé meegaf. Welbewust wist hij de wankele geesten en warrige hoofden te overtuigen van de vaste zeker heden van ons geloof. Hij kweekte bij zijn gehoor aan een hoogen eerbied voor het vak en een diepe waardeering voor de waarde ervan; daarbij duldde hij geen aar digheden en geen gemakzucht. Er valt met groote zekerheid te zeggen van de leerlingen van Professor Verhaar, dat zij gestudeerd hebben, dat zij studenten ge weest zijn in de oorspronkelijke beteekenis van dat woord. Verder hierover uitweiden heeft geen zin; dat zou te ver voeren buiten het ter rein der apologetiek. Eén ding mag echter aan het slot niet vergeten worden: wie I zijn leerlingen laat studeeren, verschaft hun kennis, en wie kent, laat zijn mond spreken uit een innerlijken overvloed. De geestelijken, die op zooveel manieren spre kers zijn voor Gods volk en voor de we reld, moeten dankbaar zijn, dat zij onder Professor Verhaar's leiding gestudeerd hebben, zoodat zij een fond bezitten van begrip, dat hun spreken tot een weldaad maakt. Professor Verhaar sloot zich ech ter niet op in het seminarie; hij sprak niet alleen in zijn lessen, zeker de latere jaren niet. Hij heeft als conferencier gesproken op zeer vele zetels en katheders in Ne derland, heeft cursussen gegeven over de geheele geloofsleer en heeft met inspan ning van physieke en moreele krachten gevochten voor verbreiding van Kerk en geloof. Over het resultaat staat ons oordeel al tijd achter bij het oordeel Gods; over den omvang en de zwaarte van het werk oor deelt de feesteling zelf beter dan wie ook; bij alleen weet, wat hij heeft doorstaan in lichaam en ziel, toen hij dagenlang tus schen leven en dood zweefde en zijn jonge leven zag vergaan, opgeteerd door het werk. Maar aan ons staat het oordeel over het werk zelf en over de qualiteiten daar van. Prachtige gaven bracht Professor Ver haar mee in het veld, die anderen hem kunnen benijden; en hij woekerde ermee. Op ongeëvenaarde wijze wist hij zonder veel uiterlijk vertoon sfeer te scheppen, die zoo noodig is bij het apologetisch werk-, om daardoor aan mannen en vrouwen van gevestigde overtuiging het mogelijk en gemakkelijk te maken, dat zij hun voor- oordeelen zouden afleggen en zich thuis zouden gevoelen. Hij wist op zeer sug gestieve manier zielen aan zich te binden en hij vond de middelen daartoe, omdat zijn hart, het bindingsorgaan bij uitstek, ze hem ingaf. Hij kweekte eerbied aan voor zijn onderwerp, voor het geloof en voor alles, wat den katholiek ter harte gaat. Hij deed dat niet door reclame te maken, die buiten de zaak omgaat, maar hij liet de klare waarheid zelf spreken. Uit deze conferenties groeiden langzaam aan clubs van allerlei personen, die zich bij elkaar aansloten, niet in het minst, doordat zij zich aansloten bij één gezamenlijken leider. Uit deze conferenties kwamen ook voort de regelmatige theologische cursussen aan de Hoogescholen, waarvan hij de Leidsche afdeeling zelf voor zijn rekening nam. Hij wist contact te leggen en te bewaren. Zijn rijke boekerij is voor meenigeen het tuighuis geweest, dat hem de wapens le verde om den ergsten vijand, de eigen valsche overtuiging, te verslaan. Het is niet kiesch dit contact tot in het uiterste te belichten: daar is het te zeer persoonlijk voor; maar mogen deze enkele v/enken zooveel zijn als even verschijnen de zonnestralen op een regenachtige zo mermiddag, die in eens een heele kamer blij en vroolijk maken en die doen voort- mijmeren over zooveel goed, dat Profes sor Verhaar deed, en dat zooveel beter be kend is aan hen, die het zelf ondervonden. Professor Verhaar was een trekvogel, maar hij wist ook op het nest te zitten, zooals een. goeden vogel past, die voor de toekomst bezorgd is. Want het gesproken woord sticht nut, soms wondervol, maar het vervliegt. Het raakt den enkeling en het moment, massa en toekomst bestrijkt het niet. Vandaar dat Professor Verhaar de stilte zocht, welke vruchtbaar werd in eigen publicaties, in het redacteur-, later hoofdredacteurschap van „Het Schild", en in de serie „Waarheid en Leven", pschycho- sophische verhandelingen. Professor Verhaar is nu al geruimen tijd, meerdere lustra, hoofdredacteur van Het Schild, dat wij ons zonder hem bijna niet kunnen voorstellen. Hij voerde het abon nementen-aantal op tot voor ons land on gewone hoogte; hij wist paraat te zijn bij iedere nieuwe strooming, op zijn post bij elk actueel gebeuren. Vragenbus, corres pondentie, boekbesprekingsrubrieken wer den uitgebreid, zoodat de omvang van het tijdschrift evenzeer uitzette als het le dental der abonné's. Hij werkte voor gra tis-abonnementen en had daarmee veel succes,'al leek het hem nooit genoeg voor een zaak van zooveel belang. En hij kweekte een geest, verreweg het voor naamste, zij het dan ook weinig tastbare resultaat van zooveel arbeid. Deze geest valt met één woord weer te geven: irenisch. Hij wil hooge eerbied voor het onderwerp der geloofsverdediging paren aan hoog achting voor den persoon van den anders denkende. Lees er de ettelijke voorwoor den, die hij bij het begin van ieder jaargang schreef, maar op na. Hij koos zijn mede werkers her en der en wist ze niet alleen te vinden, maar ook voor zich te winnen: iedere redacteur weet, wat dit zeggen wil. Hij wist er velen zich blijvend te verzeke ren voor Het Schild. Ook hier schuilt het geheim in het vertrouwen, dat hij stelt in zijn medewerkers, die dikwijls de meest moderne onderwerpen op zijn raad moeten aansnijden en mogen verdedigen op een wijze, die de zijne niet zou wezen. Zelf schreef hij over de meest moderne dwaling een heel uitgebreid boek „De mo derne theosophische beweging" (1931); hij gaf met gebruikmaking van Dr. van Noort's hanteekeningen „De Sacramentis II" (1926) en „De Novissimis" (1935) uit en wist Nederland zoo een serie Dogma- tiek-handboeken te verschaffen, waar het trotsch op kan zijn en die bewaard moet blijven, koste wat het kost. Ook verzorg de hij de voortdurende heruitgave der overige deelen. Zijn jongste afzonderlijke nabij LEIDSCHENDAM Lichte schade Hedenochtend omstreeks half tien heeft op de spoorlijn Den HaagRotterdam Hof plein een botsing plaats geahd tusschen een personentrein uit Den Haag en een leeg wagenstel, dat uit Rotterdam naar de re mise te Leidschendam terugkeerde. De botsing, welke plaats vond nabij de remise van de Z. H. E. S. M. te Leidschen dam, kwam buitengewoon hevig aan en het mag inderdaad een wonder heeten, dat slechts de wagenbestuurder van den perso nentrein lichte kwesturen opliep. De situatie ter plaatse. De spooriiijn Den HaagRoterdam Hof plein heeft pl.m. 800 meter buiten het sta tion Leidschendam-Voorburg in de rich ting Rotterdam een lijnsplitsing, waarover de treinen de remise Leidschendam kunnen bereiken. Om 9.27 uur vertrok de personentrein No. 43 van Leidschendam en op hetzelfde oogenblik naderde uit Rotterdam de leege trein No. 405.00. Het signaal stond voor den personentrein op onveilig en de wis selstand was zoodanig, dat het leege wa genstel via de linkerspoorbaan de remise kon binnenrijden. De trein uit Den Haag is hoogst waarschijnlijk door den onveiligen sig naalstand gereden en kwam derhalve op het linkerspoor, waar de trein uit R'dam naderde. De seinhuiswachter trachtte door het geven van teekens de beide wagenbestuurders te waarschu wen, doch het was reeds te laat en de treinen vlogen recht tegenover elkaar op het linke/spoor (van Den Haag) met een geweldigen slag tegen elkaar. De bestuurderscabines van de beide wa genstellen werden zeer zwaar beschadigd, waarbij de bestuurder vanden trein uit Den Haag niet ernstige kwetsuren aan een der voeten bekwam. Het is verbazingwekkend, dat de man er levend is afgekomen, want zijn cabine zat als een harmonica in elkaar. Het mag een geluk worden genoemd, dat de treinen op het oogenblik der botsing niet veel vaart hadden en naar schatting slechts 30 K.M. reden, hetgeen te begrijpen is, wanneer men weet, dat de trein uit de richting Den Haag slechts twee minuten vóór de botsing van het station Leidschen dam was vertrekken. Had de trein zijn normale snelheid ge had, dan waren de gevolgen niet te over zien geweest, daar de trein uit Den Haag ongeveer honderd reizigers vervoerde. Vanzelfsprekend is de materieele schade aanzienlijk, want de beide wagenstellen werden zwaar schadigd. Het opruimings- werk geschiedde zeer snel, ook al vanwege het feit, dat geen der beide treinen derail leerde. De linkerspoorbaan was om 11 uur weer vrij. Ir. Heijligers, waarnemend hoofd-inge- nieur van tractie, groep Utrecht, was spoe dig ter plaatse aanwezig en stelde een on derzoek naar het gebeurde in. De bestuurder van den bezetten trein (uit Den Haag) was de leerling-wagen- voerder Worps, uit Den Haag. publicatie was: „Waarom Psychosophica?" (1934), de gangmaker der reeks „Waar heid en Leven", die in opzet een volledi- gen kijk moet geven op het katholicisme, zooals het reilt en zeilt. De serie groeit: reeds telt zij twintig deeltjes en weldra volgen er meerdere anderen, zooals de voorrede van den loopenden jaargang van Het Schild vermeldde. Tenslotte dient vermeld te worden de lange reeks artikelen, boekbesprekingen, correspondentie etc. in Het Schild, welke uit zijn pen voortvloeiden en prompt op tijd altijd den eersten der maand op tafel verschenen. Na dit alles zou de bekoring kunnen rijzen, om te spreken van een gou den jubileum, want zoo zware jaren tellen dubbél. Deze arbeid binnen en buiten het semi narie had twee volle krachten kunnen op- eischen; Professor Verhaar deed dit alles alleen. Dit is een reden tot groote dank baarheid. Wie een man leert kennen, die zich geheel gaf aan zijn werk, zal zijn eer bied en waardeering voor hem niet kun nen tegenhouden. Zij willen spreken voor God en het volk. Onweerstaanbaar dringt 2ich nu het beeld van den waren apologeet naar voren in de woorden van Lucas XI, 21: „Wanneer een sterke in volle wa penrusting zijn erf bewaakt, dan is zjjn have in veiligheid." Zoo zij het. Laat Professor Verhaar nog vele jaren zijn erf, hem toevertrouwd in de vele zielen, die hij leidt, en in zijn dier baar Schild, bewaken, dan zijn zij veilig voor God. Warmond. Dr. K. STEUR, pr. Dit nummer bestaat uit vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Ru.st in het betwiste gebied aan de grens van Mandsjoekwo. (2deb lad). Een gruwelijk bombardement in China. (2de blad). Generaal von Fritsch gerehabiliteerd. (2de blad.). Felle taal van Sudetenleiders tegen de Praagsche regeering. (2de blad). De „Condor" te New-York aangekomen na een vlucht van 25 uur. (4de blad). Binnenland Noodweer boven Brabant. Tal van boerderijen afgebrand. (3de blad). Eenige doodelijke ongevallen op den weg cn in het water. (3de blad). Omgeving Aan het strand te Katwijk is wederom een badet verdronken. (2de blad). Te Leidschendam heeft een trein-botsing plaats gehad. Slechts één licht gewonde. (lste blad). Sport en Wedstrijden De Europeesche zwemkampiocnschappcn te Londen. Hollanders in de finale. (4de blad). Van Vliet wint ook de revanche te Ko penhagen. (4de blad). DE WERELD IN VOGELVLUCHT TOKIO: De wapenstilstand, welke gis teren om 12 uur is ingegaan, wordt in acht genomen. Het is altijd een geruststelling, dat te vernemen; want het zou geen won der zijn, als er ondanks alle afsspraken in deze uithoek van de wereld toch een schot zou zijn afgegaan, dat als nasleep een her opening van de vijandelijkheden met zich mee zou hebben kunnen brengen. Geluk kig houdt men zich aan de afspraken en wordt reeds onderhandeld over de weder- zijdsche positie der tegenover elkaar lig gende militaire stellingen. Inmiddels wordt de oorlog in China voortgezet. Boven Woetsjoeng en Hanjau hebben gisteren de Japansche vliegtuigen bommen gestrooid, waardoor bijna 700 menschen om het le ven zijn gekomen. NEW YORK: De „Condor", het Duitsche vliegtuig, dat van Berlijn uit een Oceaan- vlucht heeft ondernomen, is erin geslaagd binnen 25 uur te New York te landen. Tot nu toe is het nog slechts eenmaal gelukt een non-stop-vlucht van New York naar Berlijn te maken, en dit is de eerste keer, dat deze afstand in Westelijke richting wordt overbrugd. De terugtocht zal even eens over den Oceaan in een non-stop- vlucht worden afgelegd. Voor een gere- gelden Oceaandietnst is een tijd van 25 uur een mooie prestatie. DOODELIJK ONGELUK OP DE STAATSMIJN MAURITS. Vanmorgen omstreeks tien uur is de af- deelingsopzichter J. Haalders, op de 548 meter verdieping van staatsmijn Maurits, nabij de schacht bekneld geraakt tusschen beladen wagens. H. liep ernstige inwendige kneuzingen op en is naar het ziekenhuis te Sittard overgebracht, waar hij kortten tijd na aan komst is overleden. Het slachtoffer was 43 jaar oud, gehuwd en vader van twee kinderen. De heer Haalders was woonachtig te Geleen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1