Het uitvoerverbod
van
goud ingetrokken.
ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1938 29ste Jaargang No. 9101
Geki&eli^Soti/^a/nt
Telefoon: Redactie 15.
Telefoon: Administratie 935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 1L
Dit nummer beslaat uit vijf
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad.
V Het heidendom van
deze dagen
Voor de moraliteit van een persoon, van
een volk is het meest noodlottig, als men
gewoon gaat vinden, als men gewend
raakt aan dingen, die in zich afschuwelijk
zijn en waarvoor men ook zelf eerst af
schuw heeft gekoesterd.
In dit opzicht kunnen kranten een ver-
derfelijken invloed uitoefenen!
Als den lezer, dag-in-dag-uit, heel nuch
ter medegedeeld worden de afschuwelijkste
feiten, als waren 't heel gewone vanzelf
sprekende gebeurtenissen, dan is het gevaar
groot, dat die lezer, onbewust, die dingen
ook al niet meer zoo heel erg gaat vinden.
Een enkel voorbeeld ter illustratie. Daar
kunnen er, natuurlijk, honderden worden
gegeven.
Er is een gevaar, een zeer reëel gevaar,
dat de dagelijksche dood-gewone mededee-
lingen over vreeselijke behandelingen van
Joden in Duitschland, het vroegere Oosten
rijk en den laatsten tijd ook in Italië, als
waren Joden per se inferieure, minder
waardige, rechtelooze individuen, den le
zer op den duur aan die bejegeningen van
Joden doet gewennen.
Van de week stond er weer zoo'n bericht
in de bladen. Het medegedeelde komt hier
op neer, dat in het Duitsche Rijk de Jo
den, die arts zijn, hun practijk niet meer
mogen uitoefenen althans zeker niet wat
betreft niet-Joden. De meesten hunner zul
len door dezen maatregel heel pijnlijk wor
den getroffen, zoo zij al niet daardoor broo
deloos worden.
Is dat niet vreeselijk? Zulk een een be
jegening van Joden als zoodanig, van Jo
den, louter en alleen omdat zij Joden zijn!
't Is één uiting van de beslist onchriste
lijke rassen-theorie, waarop het nationaal-
socialisme in Duitschland en in Italië zijn
leer en practijk opbouwt een theorie,
die lijnrecht in strijd is met de Christe
lijke beginselen.
't Is in dezen tijd van zulk een ver
schrikkelijke geestelijke verwarring moei
lijker dan ooit, om in ons denken een zui-
vere evenredigheid te bewaren, om de
Christelijke levensbeginselen niet te doen
bevlekken door heidensche opvattingen,
van welke de rasse n-t h e o r i e er één is.
Daar zweven, zooals iedereen weet, zoo
veel heidensche opvattingen rond.
Als heel gewoon b.v. wordt voorgesteld
het brutale geweld tegenover den
tegenstander.... Als we niet onszelf be
waken, is er werkelijk groot gevaar, dat
wij ook dien vorm van heidendom als min
of meer iets redelijks en gewoons aanvaar
den!
In verband met wat wij hier het laatst
opmerken, citeeren wij een passage
uit een artikel in de „Avondpost", dat zeer
raak de door ons bedoelde feitelijkheid
schetst:
De wreedheid, het totaal gemis aan
menschelijk gevoel, het gebrek aan
eerbied voor anderer eerlijke overtui
ging: dit alles is in hooge mate ken
merkend voor de dictatuur.
Het openbaart zich reeds op treffen
de wijze in den tijd, dat de dictatuur
partijen minderheid zijn.
De propaganda (en vooral die van
het fascisme) is dan vol dreigemen
ten.
Ook in ons land hebben de propa
gandisten der N. S. B. het in hun re
devoeringen aan zulke bedreigingen
jegens tegenstanders niet laten ont
breken. En het dreigement met per
soonlijke wraak en persoonlijk leed is
een gewoon verschijnsel in den strijd
geworden; de Haagsche politie zou, als
zij wilde, een boekje kunnen opendoen
van de bedreigingen die haar onlangs
naar het hoofd zijn geworpen bij de rel
letjes aan het Station, waarover in de
N. S. B. zulk een opgeblazen veront
waardiging heerscht.
Van de oudste tijden af heeft in
den strijd, in eiken strijd, een zeker
element van ridderlijkheid en men-
menschelijkheid en edelmoedigheid
nooit ontbroken.
Ook niet in den afschuwelij ksten
oorlog; zelfs dan was er een grens.
Was er ook respect voor den dappe
ren tegenstander. Werd hij, overwon
nen, vaak toch ridderlijk behandeld.
Dit alles ontbreekt ten eenenmale in
de dictatuur. In haar is alle edelmoe
digheid, alle menschelijkheid, alle
HET OVERLIJDEN VAN
PASTOOR PERQUIN.
De uitvaart.
De plechtige Requiemmis welke Maan
dag a.s. om 10.30 uur in de St. Dominicus-
kerk te Amsterdam wordt opgedragen
voor de zielerust van pastoor Perquin, zal
ook door den KRO. worden uitgezonden,
Dank zij de welwillende medewerking van
de NCRV., die daarvoor een gedeelte van
haar zendtijd ter beschikking stelde en de
vereischte toestemming van den minister
is dit mogelijk.
Nader wordt nog bericht, dat het ver
sterkte koor van de St. Dominicuskerk on
der leiding van Alphons Vranken de meer
stemmige Requiem-Mis van Perosi met
solistische medewerking zal uitvoeren.
Deelneming.
Talrijk zijn de bewijzen van deelneming,
die telefonisch, telegrafisch en anderszins
uit Nederland en daarbuiten bij den KRO.
binnenkomen. Zoo zond de minister van
Binnenlandsche Zaken een telegram van
den volgenden inhoud:
Nu het Gode heeft behaagd uwen
voorzitter tot Zich te roepen, betuig ik
u met dit voor uwe organisatie zoo
groot en smartelijk verlies mijn diep
gevoelde deelneming. Ik zal met groo-
te waardeering blijven gedenken de
prettige samenwerking die ik ook in an
dere functies niet den overledene mocht
hebben. Zijn aangename persoonlijk
heid, zijn belangrijke omroeparbeid en
zijn gestaag streven om met de andere
omroepvereenigingen samen te werken
tot heil van het geheele Nederlandsche
volk, zullen bij mij steeds in herinne
ring blijven.
w.g. Minister van Binnenlandsche Zaken
H. v. BOEYEN.
Er werden verder telegrammen van hun
ne Hoogw. Exc. Mgr. Dr. J. de Jong, Aarts
bisschop van Utrecht de Radioraad en ove
rige radiocolleges, welke laatste in dank
bare herinnering de aangename en vrucht
dragende samenwerking met wijlen pas
toor Perquin memoreeren, den Raad van
Beheer van de Nozema, den Directeur-Ge
neraal der P.T.T., dié aan zijn diepgevoel
de deelneming toevoegt:
De smartelijke gevoelens bij u allen
opgewekt door het groote en onherstel
bare verlies, dat uwe organisatie door
het verscheiden van pastoor Perquin
lijdt, moge worden verlicht door de we
tenschap, dat allen, die met hem in con
tact kwamen, hem steeds hebben ge
waardeerd om zijn zonnige en gave na
tuur en zijn onbluschbaar optimisme
met betrekking tot de toekomst van
den Nederlandschen omroep, waarvan
hij een der oprichters was en tot zijn
verscheiden een sieraad is bgebleven.
Het Staatsbedrijf kent het zich tot een
voorrecht met dezen nobelen figuur aan
den arbeid van den Nederlandschen
Omroep te hebben mogen samenwerken.
Verder van de besturen van AVRO, NCR
V, VARA en VPRO, van den pauselijken
internuntius, Z. Exc. Mgr. P. Giobbe, den
Belgischen gezant, de Tsjecho-Slowaaksche
Legatie, enz. enz.
Medeleven der andere omroepen.
Van overal kwamen bij den K.R.O. de
blijken van medeleven met het verlies, dat
dezen omroep getroffen heeft, binnen.
Hoezeer ooi de andere omroepvereeni-
gnigen hierin deelen, bleek, behalve uit de
deelneming van den N.C.R.V.-voorzitter aan
een plechtige herdenking gisteravond van
den K.R.O., ook uit de herdenkingsrede,
die de voorzitter van den A.V.R.O., de heer
G. de Clercq, gistermorgen voor de AVRO-
microfoon heeft gehouden, terwijl gister
avond, nadat reeds gistermorgen de V.A.
R.A.-omroeper het overlijden van pastoor
Perquin had herdacht, de secretaris van de
V.A.R.A., de beer Pleysier, een herden
kingsrede hield, welke gevolgd werd door
een hiermede in overeenstemming zijnde
bespeling van het VARA-orgel.
geestelijke sportiviteit totaal zoek. Zij
ziet slechts geweld. De tegenstander is
iemand op wien men, als men er een
maal de macht toe heeft, zijn botte en
fanatieke wraak koelt.
Omdat er in dezen tijd zooveel geestes-
verwarring heerscht en onchristelijke pro
paganda wordt gevoerd, is het meer dan
ooit noodig, dat de dagelijksche voorlich
ting van de pers klaar en onomwonden
is.
Vooral zij, die voor anderen verantwoor
ding dragen, mogen die verantwoordelijk
heid ook beseffen in de keuze, de aanwij
zing van de dagblad-lectuur.
TWEE MANNEN GEDOOD.
ERNSTIG ONGELUK AAN DEN
OVERWEG MAASBRACHT-ST. JOOST.
De sneltrein uit de richting Sittard en
een goederentrein uit de richting Roer
mond passeerden elkaar hedenmorgen
ter hoogte van blokpost 39, waar een
ploeg menschen van het station Echt
werkzaam was. Doordat de mannen van
den ploeg alleen letten op den goederen
trein uit de richting Roermond, werd hun
de sneltrein uit Sittard noodlottig. Twee
van hen werden aangereden en op slag
gedood.
Het waren J. Engelen, gehuwd en va
der van drie kinderen, vroeger blokwachter
te Maasbracht-St. Joost en sinds veertien
dagen werkzaam in den ploeg, en G. van
Heltzel, uit Pey (gemeente Echt) gehuwd
en vader van vijf kinderen.
Pastoor Kusters en dokter Stijn, die
evenals de rijksveldwacht van Maasbracht
en Echt, spoedig ter plaatse waren, ver
leenden de eerste hulp. De trein had eeni-
ge vertraging.
EEN MAATREGEL VAN TECHNISCHEN
AARD.
Geen wijziging in den feitelijken toestand.
De staatscourant van gisteren bevat het
volgende Koninklijk Besluit:
Wij Wil'helmina, enz.,
Overwegende, dat het algemeen belang
de handhaving van het uitvoerverbod van
houden munt en goud-muntmateriaal, uit
gevaardigd bij Ons Besluit van 26 Septem
ber 1936, waaraan wettelijke grondslag is
verleend bij de -wet van 30 September 1936,
niet langer vordert,
hebben goedgevonden en verstaan te be
palen:
Ons Besluit van 26 September 1936,
houdende verbod van uitvoer van gou
den munt en goud-muntmateriaal,
waaraan kracht van wet is verleend
bij de wet van 30 September 1936,
wordt ingetrokken.
Dit besluit treedt in werking met ingang
van 7 Augustus 1938.
Met dit K.B. is derhalve het gouduitvoer
verbod, dat in de bewogen dagen van Sep
tember 1936, toen de Fransche en vlak
daarna ook de Zwitsersche franc devalu
eerde, was afgekondigd, wederom opge
heven.
Dit beteekent geenszins een terugkeer
tot den gouden standaard en heeft ook an
derszins geen verandering in den feitelijken
toestand ten gevolge. Want op 17 Juni 1937
maakte de directie van de Nederlandsche
Bank bekend, dat zij, daartoe door de Re
geering gemachtigd, bereid was onder de
gegeven omstandigheden onbeperkt ont
heffing te verleenen van het verbod van
uitvoer van gouden munt en goud-munt
materiaal, vervat in het Koninklijk Besluit
van 26 September 1936, waaraan wettelijke
grondslag werd verleend bij de wet van
30 Sept. 1936.
Hiermede was practisch het feitelijk
gouduitvoerverbod opgeheven pn de vrije
goudhandel met het buitenland in Neder
land hersteld; echter bleef het formeele
uitvoerverbod gehandhaafd. Deze hand
having, welke onder de huidige omstan
digheden geen practische beteekenis meer
bezit, -levert echter zoowel voor de douane
als voor de Nederlandsche Bank en de be
zitters van het goud omslag en tijdverlies
cp, redenen waarom de Nederlandsche
Bank een verzoek tot de Regeering heeft
gericht de intrekking van dit verbod te
willen bevorderen.
De Minister van Financiën had tegen de
inwilliging van dit verzoek op zich zelf geen
bezwaar, zoodat hij, overeenkomstig art. 1
van bovenvermelde wet, de intrekking
van het verbod heeft bevordert. Daarbij
merkt de Minister ter toelichting tot het on
derhavige wetsontwerp op, dat de intrek
king van het verbod de verplichting van
de Nederlandsche Bank tot afgifte van goud
voor uitvoer tegen vaste prijzen, wanneer
de wisselkoersen daartoe aanleiding geven
welke verplichting in Nederland essen-
tiëel is voor net bestaan van den gouden
standaard niet automatisch doet her
leven. Dbze verplichting was, gelijk be
kend, vervat in de verklaring van de Ne
derlandsche Bank van 1903, welke in
Augustus 1914 werd opgeheven, in April
1925 opnieuw werd afgelegd en in Sep
tember 1936 andermaal buiten werking
trad. Bij art. 5 van de wet van 30 Sept.
1936 is bovendien uitdrukkelijk verklaard,
dat de verplichting van de Nederlandsche
Bank tot betaling van hare biljetten, is
opgeschort, totdat daaromtrent nader bij
de wet zal zijn beslist. Deze opschorting
Dp COMMUNISTISCHE OPVOEDING IN
SOVJET-RUSLAND.
TRIESTE GERUCHTEN.
Reers meermalen hebben wy gewe
zen op de jeugdproblemen in Sov
jet-Rusland. Steeds scherper wordt
de scheiding tusschen de jeugd, die
door de ouders nog godsdienstig
wordt opgevoed, en de jeugd, die
aan zichzelf of liever aan de
straat is overgelaten. Over deze
jeugd kunnen wij hier enkele be
richten publiceeren, die wij aan de
Russische pers zelf ontleenen.
In de middelbare school van Nowosowi-
dowsk kwam tijdens de klas een 16-jarige
jonge veel te laat binnen. Hy had een ge
weer bij^zich, en toen de onderwijzeres
vroeg, wat hiervan de reden was, zeide hij
dat hij met haar wilde afrekenen. Een van
de meisjes, die erg geschrokken was, vroeg
de klas te mogen verlaten, en alle leerlin
gen volgden haar. Om hulp roepend tracht
te ook de onderwijzeres de deur te berei
ken, maar een schot weerklonk en doode-
lijk getroffen zeeg zij ineen. Bij het ver
hoor verklaarde de jeugdige moordenaar,
dat hij zich op de leerares gewroken had,
omdat zij hem slechte punten gegeven had.
Naar de „Sa Kommunistischeskoie Pres-
veschtenio" meldt, kan men regelmatig
dronken scholieren op straat vinden. Een
van deze scholieren verklaarde, dat hij
korte metten maakte met de ongewensch-
te leeraren, door hen af te ranselen.
De leerling Timukov van de 5e klas dien
de een klacht in tegen den schooldokter,
omdat deze bij het voetbalspel tusschen-
beide was gekomen.
Nog erger is de toename van de misda
digheid onder de jeugd, die zulke afmetin
gen heeft aangenomen, dat zelfs bekende
en leidende communisten er over versteld
staan. Men verwondert zich er over, hoe
wel het de logische gevolgen zijn van een
opvoeding zonder God en moraal.
Het schandelijke spionnenstelsel.
Afschuwwekkend is het spionnenstelsel
Het opleiden van alle kinderen tot spion
nen en verklikers behoort tot de bolsjewis
tische opvoeding. Het eigenlijk doel is
reeds opgesteld op het Kominterncongres
van 1924, waarop gezegd werd: „De revo
lutie is machteloos, zoolang het begrip van
familie en familie-opvoeding nog bestaat".
Dit doel wordt bereikt door de opvoeding
tot het verklikkers-systeem. De ouders kun
nen hun eigen kinderen niet meer vertrou
wen, en, als zij hen over God spreken, loo-
pen zij kans door hun eigen kinderen in de
gevangenis terecht te komen.
Het tweede doel was, dat de Gepoe over
een uitmuntend spionnageleger zou be
schikken, en v/at volwassen agenten van
de Gepoe dikwijls niet konden te weten
komen, werd door kleine kinderen afge
luisterd.
Maar de gevolgen hebben geleerd, welke
onverwachte uitwerking dit stelsel had. De
laatste sprankel van moreel gevoel werd
uit de ziel van de jeugd geroofd; wanneer
jongens onder elkaar ruzie hebben, gaan zij
elkaar bij de politie als „volksverraders"
aangeven. Hetzelfde gebeut met him
ouders, naaste familie, onderwijzers enz. De
geheele samenleving gaat gebukt onder
deze vloek.
De Russische jeugd en God.
Dat het bestaan van God in Rusland
ontkend en bestreden wordt, is een feit.
Maar laat ons eens luisteren naar hetgeen
de Russische jeugd over God denkt. Een
Fransche journaliste, die onlangs een be
zoek bracht aan Moskou, beschrijft haar on
derhoud met enkele Sovjetstudenten in den
trein.
Waarom wordt in Rusland de gods
dienst vervolgd?" vroeg zij.
Dat is geen vervolging, dat is ophel
dering!" antwoordde een jongen, die ver
wonderd stond over haar vraag. Iedere
leerling weet dat er geen God bestaat!"
Ik ken bekende intellectueelen, inge
nieurs en politici die aan God gelooven."
De studenten begonnen daarop luid te
lachen.
Later begreep zij, dat degenen die hier
in God gelooven, eenvoudig als dom wor
den aangezien.
In den loop van het gesprek bleek, dat de
jongens uiterst slecht over het buitenland
geinformeerd waren, en over het leven al
daar zeer primitieve opvattingen hadden,
die alleen te verklaren zijn door een gren-
zelooze vervlakking van den menschelijken
geest.
blijft gehandhaafd, zoodat de intrekking
van het gouduitvoerverbod zonder meer
geenszins herstel van den gouden stan
daard medebrengt.
Intusschen is de minister van oordeel,
dat, nu de intrekking van dit uitvoerver
bod heeft plaats gevonden, de noodige
voorziening dient te worden getroffen, op
dat in de toekomst besluiten tot het stop
zetten van den uitvoer van goud door de
Regeering, indien dit noodzakelijk mocht
blijken, aanstonds zullen kunnen worden
genomen op een wettelijken grondslag.
Het onderhavige wetsontwerp heeft ten
doel zoodanig uitvoerverbod op wettelijken
grondslag mogelijk te maken.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Ontspanning inzake het RussischJa-
pansch grensincident. (2de blad).
Hevige ontploffing aan boord van een
Italiaanschen kruiser. (2de blad).
Een nieuw offensief der linksche regee-
ringstroepen bij Tremp. (2de blad).
De positie der Joden in Italië. (2de
blad).
Binnenland
Het feitelijk niet meer gehandhaafde uit
voerverbod van goud bij K.B. opgeheven.
(lste blad).
Handelsverdrag tusschen Nederland en
Duitschland. (4de blad).
Bliksem in kampeertent geslagen.
Twee dood en. (2de blad).
Onweer boven ons land. Talrijke an
dere gevallen van blikseminslag en brand.
(2de blad).
Het water en de hitte eischen verschil
lende slachtoffers. (2de blad.
Haagsch geneesheer in Zwitserland ver
ongelukt (2de blad).
Vader van groot gezin door een schot
hagel getroffen en gedood. (2de blad).
Sneltrein op ploeg arbeiders gereden.
Twee dooden. (lste blad).
Sport en Wedstrijden
De Hollandia-week. (4de blad).
Vergadering der Europeesche Zwemliga.
(4de blad).
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
TOKIO: De spanning in het Verre Oos
ten wegens het grensincident met de Rus
sen is geweken.
Na de uiteenzetting door Litwinof van
de houding der Sovjets wacht de Sovjet-
regeering thans op Japan voor den vol
genden stap.
Bekend is reeds, dat Tokio het antwoord
van Moskou over het algemeen aanvaard
baar acht. De Japansche gezant te Moskou
heeft nieuwe instructies van zijn regeering
ontvangen.
Welingelichte kringen te Moskou zyn van
meening, dat de Sovjetregeering oorlog wil
voorkomen en bereid is ieder redelijk voor
stel in overweging te nemen, mits de Ja
pansche troepen te voren zullen zijn terug
getrokken uit wat als Sovjetgebied wordt
beschouwd.
Politieke kringen te Tokio zijn van mee
ning, dat dezaak van Tsjang Koe Feng
thans op weg is langs diplomatieken weg
te worden geregeld.
Maar dan is het ook noodzakelijk, dat de
troepen het vuren staken. Op het ©ogen
blik is daar nog geen kijk op; de soldaten
blijven op eigen houtje door gaan met hun
oorlogsspelletje.
BURGOS: De kwestie van de terugtrek
king der vrijwilligers uit Spanje schiet nog
niet hard op, heelemaal niet tot verdriet
van de Italianen en de Franco-mannen.
Deze doen tenminste al hun best om de
zaak te traineeren.
De Britsche pers merkt met spijt op, dat
Burgos nog steeds niet heeft geantwoord
op de Britsche voorstellen tot het terug
trekken van de vrijwilligers, welke reeds
zijn aangenomen door de regeering van Va
lencia.
De „Times" merkt op, dat men reeds
meer dan een maand wacht op het ant
woord van Franco. Deze vertraging is moei
lijk te rechtvaardigen. Weliswaar werd hét
rechtsohe hoofdkwartier den laatsten tijd
ernstig bezig gehouden met militaire za
ken, doch reeds negen maanden geleden
werd het Britsche voorstel aanvaard en in
beginsel is het niet gewijzigd.
Lord Perth heeft de zaak met graaf Ciano
besproken en deze verklaarde de vertra
ging evenzeer te betreuren.
Volgens de „Daily Telegraph" heeft de
Britsche zaakgelastigde sir Robert Hodgson
de regeering van Franco doen weten, dat
men te Londen veel prijs stelde op een
spoedig antwoord, doch het schijnt, dat
zelfs dit voor Burgos geen aanleiding was
om spoedig te ant'"