Bij de inwijding van Zevenhoven's Parochiekerk RECHTZAKEN Wilt U iets weten? DINSDAG 2 AUGUSTUS 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 KANTONGERECHT TE LEIDEN. Dronken wielrijders. Toen H. F. C. te Leiden een iet of wat teveel aan Bacchus had geofferd was hij op zijn rijwiel gestapt om te probeeren thuis te komen. Maar hoewel de Morsch- weg toch tamelijk breed genoemd mag worden, was dat voor onzen wielrijder toch niet het geval geweest want deze had be halve den weg nog meer noodig en aange zien dat gedeelte juist ontbrak, had hij ge probeerd om door zig-zag te rijden dat te verhelpen. Een agent van politie had het zijne 'gedacht van deze manier van rijden en had den fietsacrobaat aangehouden om te weten te komen wat deze manier van rijden te beduiden had. Mocht er nog twij fel bestaan hebben over den toestand van den pedaalridder, deze twijfel werd zeker heid, toen de agent binnen diens ademha- lingsarganen kwam. Het logisch ge volg was geweest dat er een bonnetje werd uitgereikt, welk bonnetje gevolgd was ge worden door een dagvaarding om op die en die datum voor den kantonrechter te verschijnen, wegens het rijden op een rij wiel in staat van dronkenschap. Het eenigste excuus van verdachte was, dat de een van 25 biertjes niets weet maar dat een ander van een glas bier rm om heeft, waarmede hij bedoelde, dat hij tot de laatste categorie van bierdrinkers moet worden gerekend. Het hielp hem niet veel, want de ambtenaar eischte een geldboete van 15.subs. 10 dagen. De kantonrechter deed wat water bij de wijn zoodat het vonnis werd 10.subs. 5 dagen. De volgende verdachte L. L. C. te L e i- den, was een broer van de vorige dito. Ook hij had op den Morschweg gereden op een rijwiel terwijl hij een biertje op had. Hij had een ander verhaal hetwelk hier op neer kwam, dat de politieagent een hekel aan hem had zoodat hij het een wraakneming van de politie noemde want hij was van een biertje niet dronken. Deze zaak werd aangehouden om alsnog de agent te hooren over deze biertjesdrin- kerij. De „Gele Tram" op de Haarlemmerstraat. De diverse bakkers en melkboeren te Leiden liggen nogal eens overhoop met de tram van de H. T. M., welke over de Haarlemmerstraat rijdt. Als een van ge noemde leveranciers een klant moet- be dienen, dan is hij gedwongen zijn bak fiets de bakfiets te laten, omdat hij nu een maal niet op twee punten tegelijk kan zijn. De tram moet dan maar even wachten. De wet noemt zulks echter de tram in haar loop belemmeren en daar staat boete op. Zoo moesten voor de kantonrechter te recht staan eer drietal bakkers uit Leiden, die elk voor zich hun resp. bakfietsen op. de tramrails hadden laten staan, waardoor de tram moest stoppen en dus volgens de letter van de wet in haar loop belemmerd werd. Alle in overtreding zijnde bakkers, te weten: J. B., A. L. G. en J. B. allen uit Leiden, werden veroordeeld tot een geld boete van 2 subs. 1 dag. Links door de bocht. De expediteur J. P. B., uit L e i d s c h e n- dam, had met zijn auto links een bocht genomen te Zoeterwoude, terwijl tevens zijn snelheid veel te groot was geweest. Een en ander had tengevolge gehad, dat er een groentenwagen was aangereden, welke groentenwagen toebehoorde aan G. Ravens- bergen te Rijnsburg. Nadat de veldwach ter van Zoeterwoude, B. J. Broxterman verteld had, dat hij aan de remsporen had gezien,- dat verdachte geheel links den bocht had genomen en dat de snelheid, ge zien de toestand ter plaatse, levensgevaar lijk was geweest, eischte de ambtenaar een boete van 30.subs. 15 dagen. Uit spraak 20.subs. 8 dagen. Wegenbouw. C. L. de H., uitvoerder van den Nieuwen Rijksweg te Sassenheim, moest terecht staan, omdat hij elf knechts overwerk had laten verrichten zonder vergunning. Dat is dus zooiets van de Staat tegen den Staat want de Staat der Nederlanden zorgt voor de wegen en de Staat der Nederlanden zorgt voor de arbeidswetten. De uitvoerder van dit Staatswerk had blijkbaar op eigen houtje gehandeld het geen hem kwam te staan op een geldboete van elfmaal een gulden. Zenuwachtigheid. De loswerkman D. S., te L e 3 d e n, had dronken langs 's Heeren wegen gewandeld, tenminste volgens de agent van politie. Verdachte zelf gaf een andere lezing van het geval, want hij noemde het zenuw achtigheid. Zoowel de ambtenaar als den kanton rechter vonden het een raar soort zenu wen en geloofden niet veel van dit zenu- wenverhaal. De eisch en de uitspraak werden dan ook 5.subs. 3 dagen. Het rijbewijs. De volgende verdachte was W. P. F., uit Leiden. Deze had gereden op een motorrijwiel zonder dat hij een rijbewijs had. Verdachte voegde er nog aan toe, dat hij afgewezen was, toen hij examen ge daan had, omdat hij nog niet goed rijden kon. De rijwielhersteller had echter ge zegd: „Je kan best rijden, want alles was safe". Verdachte had dezen raad hooger aan geslagen dan het „afgewezen" van den examinator, maar het slot van het geval is, dat hij nu een boete mag betalen van 3 subs. 2 dagen. Verder werden nog veroordeeld: P. H. C V., te W a r m o n d en C. v. d. P., we gens het ten verkoop hebben van con- sumptiemelk, zonder te zijn aangesloten bij het A. V. N. Eisch tegen elk 5 subs. 3 dagen. Uitspraak tegen V. 3 subs. 2 dagen en tegen P. 5.esubs. 3 dagen. D. F. V., bakker te Leiden, had des morgens voor 10 uur versch brood afge leverd. Aangezien dit de tweede herhaling is binnen twee jaar werden de eisch en de uitspraak 10 subs. 5 dagen. II. r Na pastoor Pelt kwam pastoor van Wenckum, die tot 1732 de parochie beheer de en hier toen is overleden; deze was een der ruim 300 priesters, die in 1701 ten gunste van Codde teekenden. Meer-ingewij- den in de Kerkelijke Gescheidenis weten wat dit beteekent; er wordt hier niet die per op- ingegaan, omdat dit buiten de be doeling van onze beschrijving ligt. Veertien dagen na het overlijden van bo- vengenoemden pastoor, doet de Amster dammer H. Cock hier zijn intrede als her der, toen pas oud 29 jaar. Bij zijn benoe ming lezen wij o.a. „ten respecte van sijne sendingh zegt hij (Cock) er geene te heb ben omdat hij door de Heeren Burgemees ters van Delft als heeren van Delfshaven (vanwaar Cock kwam) tot priester worden de aangestelt, H.Ed. achtb. geen visie van sijne sending begeerden; hebbende daarop den eed den 24 Oct. in handen van Heeren Burgemeesteren van Delft afgelegt. Ende nader door den heer v. d. Bergh, baljuw van Rijnland gepresenteert sijnde ten tijde van zijne aanstelling in de Statie van Se- venhoven en Nieuwe-Veen op het punt van £&ze bediening, is bij hem geantwoort, dat hij tot dien tijd toe de statie van Delfsha ven bekleed hebbende en al op 24 Oct. 1730 den vereisebten eed hebben afgelegt, hij vermeende geen nadere sendingh noodig te hebben, en is vervolgens, dewijl hij reeds in actueélen dienst was op 23 Sept. 1732, mede geadmiteert en beëedigt sooals hij ook aan Gecomb. Raden gedaen heeft en is geagreëert". Van pastoor Cock werd gezegd, dat hij zeer rijk was. Het was hem misschien ook daarom een ergernis, dat hier zoo'n een voudig kerkje stond. We hebben gezien, dat de bouw niet anders mogelijk was geweest, en dat de eenige verfraaiing, die er aan was n.l. de glimmende pannen er weer af moesten. Wat deed nu pastoor Cock? Als men dan de roomsche kerk niet van verre mag zien, dan de pastorie, aldus re deneerde hij, en hij bouwde een pastorie, die men minstens tot in Nieuwveen moest zien, en wel vlak naast .het eenvoudige kerkje; ze wordt beschreven als „een zeer deftig huis van twee verdiepingen met een ruime huiskapel". Tot omstreeks 1850 heeft deze pastorie er gestaan. Toen ze werd af gebroken, is de afbraak naar Nieuwveen gegaan, en toen daar later een toren voor de bestaande kerk werd gebouwd, is de eerste steen van die pastorie in het toren portaal ingemetseld. Op dat flinke stuk hardsteen staat gebeiteld een kok is koks- kleeding bij een oven aan zijn werk met het opschrift „Nova facio omnia. 1740". Het zinspelen op zijn naam had deze pastoor uit zijn studententijd, toen dit erg □in zwang was. In 1752 overleden, werd hij opgevolgd door Adrianus de Raet van Bogelscamp, die reeds daags na zijn benoeming naar hier kwam. Uit zijn door hem aangelegd „over lijd ensregister" stippen wij aan „Van het jaar 1752 af, waarin ik naar deze statie ben gekomen, zijn reeds verscheidenen zonder het ontvangen der Sacramenten onverwacht gestorven, maar toch (God zij lof) nooit, als ik geroepen werd, was ik afwezig, hetgeen ök echter niet wil hebben toegesohreven aan mijn waakzaamheid, maar aan de God delijke goedheid, opdat de kwaadwilligen geen aanleiding tot lastertaal, of de onver schilligen geen aanleiding zouden hebben om zich te verontschuldigen". Blijkbaar wordt hier nog weer gedoeld op de funeste gevolgen der hervorming en de kwade bedoelingen van de eerder ge noemde Jansenisten. In 1780 overleden, volgde hem op Pas toor Banninck, kapelaan te Amsterdam, die hier 19 jaar is geweest, en van hier is gegaan naar „de Posthoorn" te Amsterdam, alwaar hij is begraven in de oude kerk van het Begijnhof. Hij werd in het jaar van zijn overlijden opgevolgd door pastoor Steenbergen, die reeds hier in 1803 overleed, en volgens een aanteekening op zijn bidprentje werd be graven in de kerk alhier. De volgende pastoor, Kerstens, een mis sionaris uit Suriname, was hier slechts één jaar op enkele dagen na; waarheen hij is' vertrokken, is niet na te gaan. Pastoor Lexius volgde hem in 1804 op; nog altijd was Nieuwveen en Zevenhoven één parochie, zooals uit eigen aanteekenin- gen der genoemde pastoors blijkt. In 1810 vertrok hij naar elders en werd opgevolgd door Andreas van Riel, die in 1817 naar Leiden (Lodewijkskerk) vertrok. Tijdens zijn pastoraat hier vermeldt het door hem steeds goed bijgehouden „over- lijdensregister" de namen van veel vreem delingen. Dit wordt in verband gebracht met de droogmakerij van de polders Zeven hoven en Nieuwkoop. Blijkens zijn bidprentje was hij provisor van het Seminarie van Warmond. Zijn opvolger noteert zijn komst hier als volgt: „Den eersten November 1817, Ben ik. Meinardus Willibrordus Braak, Gebooren order de Gemeente van Medemblik, voor maals Capellaan gedurende 5 jaaren in de R. C. kerk de Zayer te Amsterdam een na derhand gedurende Ruim 9 jaar Pastoor te Schoorl alhier als Pastoor opgevolgd den WelEerwaardigen Heer van Riel. Bij zijn eerst ingeschreven doopsel treedt hij op als .doopborg", wat wij tegenwoordig peet oom noemen. Deze pastoor leefde zoo een voudig en kleedde zich zoo schamel, dat tot omstreeks 1900, ouderen in deze parochie dat uit hun kinderjaren nog als een bij zonderheid vertelden. Zijn opvolger in 1820 is reeds weer in 1821 vertrokken, en omtrent dezen is niets te vinden; zijn kerkelijke registers zijn zelfs bijgewerkt door den lateren pastoor, Veldmans. In 1821 kwam hier de uit 1817 Luthers eeuwfeest bekende Predikant uit Harlin- gen, Severus Utberg. Hij verzette zich toen reeds tegen de leer der Hervorming en laakte de luidruchtige wijze waarop men dat eeuwfeest vierde. De geschriften „de Voortreffelijkheid van de Katholieke Gods dienst", en „de Godsdienstvriend", van le Sage ten Broek brachten deze zoekende dominéé tot het Katholiek geloof, en na zijn bekeering, werd hij in 1821 priester ge wijd en hier geplaatst. Hij had twee zoontjes, die bij hem hier in de pastorie woonden en tegelijk met de andere kinderen de catechismuslessen van hem volgden en zijn twee misdienaars wa ren. Hij had 't hier zeer arm, zoodat de Pa rochianen hem bijna van alles, als klee ding, schoeisel, enz. moesten voorzien. Op zijn armoe doelde hij o.a. in enkele gelegenheidspreeken, als bij de kerkhof wijding in de Kwakel; hij deed dit om te bewijzen, dat het tijdelijke hem eer had moeten bewegen om te blijven wat hij was, dan zich tot de Katholieke Kerk te bekeeren. In deze en vele andere zijner pre dikatiën richtte hij zich tot zijn niet-katho- lieke landgenooten. Hij bouwde naast de kerk een kosters woning, en het jaar daarop overwoog hij de aanleg van een katholiek kerkhof. Dit zou hem echter groote moeilijkheden bren gen, zooals wij in een volgende artikel zul len zien. DERDE ORDE STUDIEDAGEN TE KATWIJK DE SLUITINGSDAG. Ter aanvulling van het gisteren reeds door ons gegeven beknopte verslag van den laatsten dag der Derde Orde-Studiedagen te Katwijk aan den Rijn, kunnen wij nog het volgende mededeelen: De laatste dag werd begonnen met een plechtige Hoogmis, opgedragen door P. Dr. Vitus O.M.Cap. die tevens na het Evange lie een korte toespraak hield. P. Gilbertus Lohuis O.F.M. leidde de volkszang. Alvorens tegen half elf P. Paschasius O.M.Cap. in het schaduwrijke bosch van het Missiecollege zijn les begon over „Het heilig maal", mochten de congressisten an dermaal genieten van den prachtigen zang van het goed geschoolde dames-koortje der Bossche-Derde-Orde. Dan geeft de lesge ver P. Paschasius, na uiteenzetting van de beteekenis van het Joodsche offermaal, een diepe verhandeling over het heilig maal in den tegenwoordigen vorm. Het maal dat ge nuttigd wordt aldus spreker begint met het „Onze Vader", waarin de mensch na vooraf aan Gods belangen dacht te hebben, zijn eigen belangen aanbeveelt. De gebeden die hierop volgen zijn hoofdzake lijk een vrede-gebed. Na een verklaring van de onmiddellijke voorbereidingsgebeden, van het communie en post-communio-ge- bed, geeft spreker een heldere uitleg van de typische waarde, de heel bijzondere kracht van dit Sacrament. De voedings kracht want dit Sacrament is een offer- spijze is gelegen in de offerkracht. De mensch die dit Sacrament ontvangt, krijgt de krac' t om, evenals Christus offerande te zijn, sterk te worden in liefde, in offer liefde tot God en de menschen. De voorzitter gaf na deze rede gelegen heid om aangaande de behandelde onder werpen vragen te stellen of nog verdere uit leg te vragen, waarvan een druk gebruik gemaakt werd. Alvorens de slotvergadering te openen, werd een groepsfoto genomen van alle deel nemers. Dan houdt P. Dr. Vitus de slot rede: „Wat moeten we nu doen?" P. Vitus spoorde de Tertiarissen in zijn laatste beschouwing aan, zorg te dragen voor de onderhouding van het regel-voor- schrift: het 'dagelijksch mishooren, waar door de Derde-Ordelingen door woord en voorbeeld een Apostolaat zullen uitoefenen. Spreker hoopte, dat het liturgische Mis hooren der Tertiarissen zal zijn een actie ve deelname als offeraar en offerande. Dat zij vooral maandelijks de Communie-mis liturgisch zullen vieren, en dat overal waar zij kunnen, propaganda zullen maken voor de Mis-weken. Na deze rede verleende voorzitter het woord aan P. Dr. Fidentius van den Borne O.F.M., Commissaris-generaal der Derde Orde; aan P. Paschalis O.M.Cap., commis saris der Derde Orde onder de jurisdictie der Capucijnen, aan P. Vincentius Arens O.F.M. commissaris der Derde Orde in Vlaanderen, en ten slotte aan P. Waltram van de Duitsche Paters Franciscanen van de Keulsche provincie. P. Eusebius Kemp O.F.M. brengt daar na allereerst dank aan de eminente spre kers van deze dagen, aan de velen die ge durende de laatste weken meegewerkt heb ben om deze studie-dagen zoo voortreffe lijk te doen slagen, aan alle deelnemers. En in een geestdriftige en enthousiaste rede spoort hij .nogmaals alle congressisten aan het geleerde mee te dragen naar huis, het uit te dragen de wereld in, om te zijn „de kern in de parochie". Met een kort Lof en het geestdriftig ge zongen „Christus Vincit" werden deze over heerlijke, echt Franciscaansche dagen ge sloten. De wielrijder en den voorrangsweg. P. L. uit Den Haag welke verstek liet gaan had als wielrijder, nabij het kruis punt het Haagsche Schouw, te Voor schoten, het verkeer hoogst ernstig in gevaar gebracht door zonder behoorlijk uit te kijken, het kruispunt over te steken. Juist naderde met groote snelheid een auto uit de richting Oegstgeest het kruis punt. De bestuurder het gevaar aan ziende komen kon nog juist zijn stuur om gooien, waardoor de wielrijder van een wissen dood werd gered. Door dit plotselinge zwenken was de bestuurder echter geen meester meer gebleven over de auto en was met een vreeselijken klap tegen een juist aankomende tramtrein van de H. T. M. aangereden. Het gevolg van deze aan rijding was geweest, dat de auto nagenoeg vernield werd en de tram aan den zijkant geheel werd ingedrukt. Hoogst roekeloos en onverantwoordelijk noemde de ambtenaar het rijden van ver dachte. Het gaat maar niet op een voor rangsweg, zonder even uit te kijken, over te steken. Als de autobestuurder niet zoo goed had opgelpt, dan had verdachte dit oversteken met den dood moeten bekoo- pen. De eisch werd dan ook een geldboete van 10 subs. 5 dagen. Uitspraak conform. Het gerucht in den nacht. M. v. d. M„ te Voorschoten, had het blijkbaar niet naar zijn zin gehad in den nacht van den 15den Juni. Volgens gehoor de getuigen, had hij in dien nacht veel ka baal gemaakt op den openbaren weg, de Schoolstraat te Voorschoten. Mej. A. den H., was tenminste wakker geworden van het gebrul van verdachte en toen zij haar slaapstee had verlaten om te zien, wat het lawaai beteekende, was zij bovendien nog lastig gevallen ook. Een en ander was nogal met meerdere geluidsterkte gepaard gegaan, want nog zes andere huisgezinnen waren in hun zoete rust gestoord gewor den en hadden zich eveneens naar buiten begeven om het geval nader te bezien. De ambtenaar vond deze nachtelijke luidruchtigheid niet te pas komen en eischte een geldboete van 10 subs. 5 dagen. Maar toen deed zich het ongewone ver schijnsel iroor, dat de juffrouw, die het eerst in haar nachtelijken rust verstoord was geworden, een pleidooi ging houden voorde verdachte. En het was nog niet eens een slechte verdediging, want de kantonrechter legde een boete op van 2.-— subs. 1 dag. Vraag: Weet u ook een middel om het snurken in de slaap te genezen? Antwoord: Voor dergelijke vragen moet u zich wenden tot een arts. Vraag: Hoe moet ik rijden (per motor) van Alphen a. d. Rijn naar Treebeek? En hoeveel K.M.? Antwoord: Alphen a. d. Rijn, Bode graven, Woerden, Utrecht, Houten, Schalk wijk, Kuilenburg, Geldermalsen, Waarden- burg, 's-Hertogenbosch, Vechel, Erp, Ge- mert, Bakel, Deurne, Liesel, Me tel, Halen, Susteren, Sittard, Amstenrade, Treebeek. 217.5 K.M. Vraag: Welke is de korste en mooiste weg per fiets van Leiden naar Nijmegen en hoeveel K.M.? Antwoord: Leiden, Alphen a. d. Rijn, Bodegraven, Woerden, Utrecht, Drieber gen, Leersum, 'Amerongen, Eist, Wagenin- gen, Zetten, Andelst, Slijk Ewijk, Nijme gen. ISO K.M. Vraag: In Augustus wilde ik een reisje per fiets door België maken. Moet men voor een fiets bij de Belgische douane nog 25 voor het rijwiel betalen of is net als verle den jaar de toegang vrij? Antwoord. Neen, de toegang is vrij. Vraag: Welke weg moet ik volgen van Hazerswoude over Rotterdam naar Eind hoven, de kortste weg. En hoeveel K.M.? Antwoord: Hazerswoude, Zegwaart, Bergschenhoek, Rotterdam, Hooge Zwalu- we, Terheiden, Breda, Tilburg, Moergestel, Oorschot, Best, Eindhoven. 131 K.M. - Vraag: Wat is de kortste weg van Zilk naar Harmeien en hoeveel kilometer? Antwoord: Hillegom, Nieuw Vennep, Leimuiden, Oudshoorn, Alphen, Bodegra ven, Woerden, Harmeien. 60 km. Vraag: Hoeveel inkomen moet men hebben om in de Inkomstenbelatsing te worden aangeslagen. Antwoord: Dat hangt er vanaf, waar men woont, of men al of niet gehuwd is, eventueel samenwoont met andere belas tingplichtigen, minderjarige kinderen heeft enz. Bij een inkomen van 350. per jaar kan men onder bepaalde omstan digheden reeds worden aangeslagen. Vraag: Welke zijn de voornamen van wijleh mgr. Bottemanne. Antwoord: Caspar Joseph Marti- nus. Vraag: Bestaat er ook gelegenheid in den omtrek van Zeist en Utrecht te over nachten en wat zijn de kosten daarvan? 2. Kan men er ook kampeeren of moet men daar een vergunning voor hebben? Waar moet ik die aanvragen? Antwoord: 1. Voor dames bestaat er gelegenheid te Utrecht Weerdsingel O.Z. 34. Prijs volledig pension 1.75. Logies met ontbijt 1.Voor jongens te Soes- terberg bij Utrecht, Buitencentrum. Prijs 30 cent. 2. Ja. Men moet echter een vergunning hebben van de gemeente, welke men ge makkelijker krijgt met een kampeerkaart, aan te vragen bij de kampeerkaarten cen trale, Postbus C 750, Amsterdam. Prijs 0.50. Vraag: Wat is de kortste en mooiste weg per rijwiel van Leiden naar Boxmeer. Hoeveel K.M.? Antwoord: Leiden, Alphen a. d. Rijn, Bodegraven, Woerden, Utrecht, Driebergen, Leersum, Amerongen, Eek, Tiel, Wamel.' Dreumel, Alphen, Oyen, Megen, Raven- stein. Grave, Kuik, Oeffeit, Boxmeer. Pl.m. 160 K.M. Vraag: Welke is de mooiste weg per fiets van Nijmegen naar Leiden, niet over Utrecht en hoeveel K.M.? Antwoord: Nijmegen, Slijk, Ewijk, Andelst, Tiel, Buren, Schalkwijk, Houten naar den nieuwen weg tusschen Harmeien en Utrecht, Woerden, Bodegraven, Alphen a. d. Rijn, Leiden. Vraa g: Wat is de kortste weg van Val kenburg (Z.-H.) naar Woudenberg en hoeveel K.M. Waar en hoe laat zijn Zon dag 14 Aug. en Maandag 15 Aug. de H. Missen? Antwoord: Valkenburg, Leiden, Al phen a. d. Rijn, Bodegraven, Woerden, Utrecht, Zeist, Woudenberg. 83 K.M. U kunt het best Mis-hooren in Utrecht. In de St. Dominicuskerk op de Mariaplaats kimt u den heelen morgen terecht. Vraag: 1. De kortste weg per fiets van Aaxlanderveen over Haarlem naar Nibbix- woude? Hoeveel K.M.? 2. De kortste weg per fiets van Haarlem naar Heiloo? Hoeveel K.M.? Antwoord: 1. Aarlanderveen, Nieuw veen, Uithoorn, Hoofddorp, Heemstede, Haarlem, Beverwijk, Castricum, Heilo, Alk maar, Oudorp, Ursem, Avenhoon, Hoorn, Zwaag, Wognum, Nibbixwoude. 84 K.M. 2. Haarlem, Beverwijk, Castricum, Limmen, Heiloo. 26 K.M. Vraag: Ik wil voor enkele dagen naar België, moet ik daar nu per se een pas voor hebben van ƒ2.50 of kan ik er soms op een andere manier goedikooper over de grens? Antwoord: Een pas is niet noodig, maar het is wel zeer gewenscht voor een bewijs van Nederlanderschap te zorgen. Een touristenkaart kan moeilijkheden op leveren. Overigens kost een pas in de ge meente Leiden 7.50. Vraag betreffende reis naar Arnhem voor meisjes en logeergelegenheid. Antwoord: Uw dochters kunnen den nacht doorbrengen in het K.J.V.-huis, Ma liebaan 16, Utrecht. Vraag: 1. Kan men met een bewijs van Nederlanderschap in Frankrijk komen? 2. Bestaat de mogelijkheid om een weekpas te verkrijgen voor België en Frankrijk? Zoo ja, waar? 3. Kan men in België en Frankijke als Nederlandsch toerist tegen gereduceerde prijs benzine verkrijgen. Zoo ja, welke papieren zijn daarvoor noo dig? Antwoord: 1. Neen. 2. Neen. 3. Wend u hiervoor tot de A.N.W.B., die ev. voor de betreffende bonnen zorgt. Naar ons bekend, is dit alleen in Italië het gevaL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7