Wie is mijn man?
DE SULTAN VAN DELI IN ONS LAND
De bekende Nederlandsche compo
niste en zangpaedagoge Catbarina
van Rennes, is tachtig jaar geworden
FEUILLETON
door
OTFRID VON HANSTEIN.
(Nadruk verboden).
„Blijft verder alles "by het oude?"
Vanzelfsprekend ik twee derden en
Iracema en jij de rest. Over en weer heb
ben wij eikaars lot in de hand".
„Vooruit dan maar!"
Jenkins wachtte een uurtje. Toen bracht
Figueira hem het geld. Jenkins reed eerst
naar Belem, vandaar met een andere auto
naar de badplaats Ceiras, huurde er daar
een voor een paar dagen en reed in den
nachtgedeeltelijk binnendoor over er
barmelijk slechte landwegen, gedeeltelijk
over de hoofdwegen naar Forto in het
Noorden aan de grens en zoo naar Vigo.
Op denzelfden dag dat Iracema te Lissa
bon aankwam kreeg Figueira een telegram
van Madeira:
„Voel mij veel beter Iracema moet op
mij wachten hoop binnen acht dagen
zelf in Lissabon te zijnEmmerich P.
Severing".
Figueira glimlachte gerustgesteld, ging
echter door alle uitstaande vorderingen en
deposito's op te vragen en in de brandkast
van zijn eigen villa op te bergen. Men
moest op elke mogelijkheid voorbereid zijn.
VIJFDE HOOFDSTUK
Iracema had zich nadat zij naar boven
gevlucht was in haar kamer opgesloten.
Ze was geheel verblijsterd en moest eerst
probeeren weer meester over zichzelf te
worden en trachten te begrijpen. Ze beefde
van woede. Wat Joe Jenkins had durven
doen, wat Alfonse Figueira in zijn huis ge
duld had, was toch wel het toppunt van on
beschaamdheid.
Ze stond aan het raam en keek naar bui
ten op straat. De receptie was ten einde,
de gasten reden met hun auto's weer naar
huis. Ze hoorde gedempt praten en de ge
bruikelijke afscheidswoorden.
Het was blijkbaar Figueira gelukt de
eerste argwaan bij zijn gasten weg te ne
men ongetwijfeld ten koste van haar.
Iracema had haar zelfbeheersching terug
gevonden. Ze moest opheldering van alles
hebbennog vanavond.
Ze belde en een dienstmeisje kwam.
„Wil je even aan de heeren Figueira en
Jenkins zeggen, dat ik ze spreken moet?"
„Ik zal het direct doen?"
Een eigenaardig lachje speelde om den
mond van het meisje. Ze had natuurlijk
ook al een en ander gehoord en verheugde
zich blijkbaar op een schandaal.
„Senjor Figueira laat dona Iracema ver
zoeken in zijn werkkamer te komen. De
heeren zijn daar reeds".
Figueira zag er vermoeid en overspan
nen uit. Hij zat in een club-fauteuil en
rookte een zware sigaar. Jenkins stond en
leunde tegen de tafel.
Iracema kwam binnen en deed de deur
achter zich dicht. Jenkins kwam direct
met uitgestoken hand op haar toe.
„Lieve Iracema, ik moet je om vei-giffe-
nis vragen".
Had Iracema-het-eerste oogenblik even
geaarzeld, de onbeschaamdheid van Jenkins
deed "haar toorn'terugkeëren erf terwijl zij
met de hand een afwijzend gebaar maakte,
zei ze niet van wöede bevende stem:
„Meneer Jenkins, met welk recht veroor
looft u zich mij met mijn voornaam aan
te spreken?"
„Lieve Iracema, ik heb je toch al gezegd,
dat ik je neef Robert Severing ben".
„Dat is niet waar!"
„Ik ben je neef Robert Severing, ik heb
het je vader bewezen en ik ben ook nog je
verloofde".
„Dat is allemaal leugen en bedrog".
„Ik moet je verzoeken, je wat te mati
gen. Het is toch- al te belachelijk, dat ik
mij tegenover jou op deze manier zou moe
ten legitimeeren, maar als het je een ge
noegen doet hier is mijn pas, hier de
gelegaliseerde vingerafdruk in de pas. Als
je er schik in zou hebben, kunnen wij sa
men naar de politie -gaan en daar de juist
heid van den vingerafdruk laten vaststellen
Het lijkt mij een reuzen-nieuwtje om
dagen over te kletsen dat een bruid zich
op het politiebereau ervan overtuigt, dat
haar bruidegom haar bruidegom is!"
Ze werd nog meer verontwaardigd.
„Hoe durf je het om je mijn bruidegom
te noemen?"
Jenkins kruiste de armen en keek haar
brutaal aan.
,',Je hebt gelijk, dat was een fout van mij.
We zijn immers niets slechts verloofd, we
zijn immers getrouwd!"
Iracema walde in de eerste opwelling op
hem toespringen, ze kon geen geluid uit
brengen, sloeg haar hand tegen het voor
hoofd, terwijl haar oogen om hulp zoekend
ronddwaalden.
„Oom Figueira, help mij toch. De man is
gek of dronken!"
Figueira, wien het zeer aangenaam ge
weest was, dat hij nog niets had behoeven
te zeggen, haalde de schouders op.
„Kindje, wat zal ik u daarvan zeggen?
Ik vind, dat jij je tegenover de neef echt
kinderlijk aanstelt en onvrouwelijk ge
draagt!"
Ze staarde hem verbijsterd aan.
„Ik mij onvrouwelijk gedragen!" fj
„Ik kan toch alleen maar met de feiten
rekening houden. Een feit is, dat hier je
neef Robert Severing voor je staat, Niet al
leen, dat zijn pas en vingerafdrukken dit
bewijzen, ik heb hem reeds jaren geleden in
Rio als Robert Severing leeren kennen, ik
heb hem toen in mijn zaak opgenomen en
ik heb hem eindelijk toen de wereldoor
log uitbrak in zijn eigen belang en dat
van de zaak zelf aangeraden zijn naam te
veranderen en hém ook nog een pas op
naam van Joe Jenkins bezorgd."
„Is dat waar?"
„Ik mag toch zeker wel vragen, dat je
niet aan mijn woorden twijfelt. Ten over
vloede heeft je vader zijn verdiensten lee
ren waardeeren, hem tot zijn compagnon
gemaakt en tot zijn erfgenaam bestemd. Hij
heeft je dat alles ook telegrafisch bericht.
Heeft je ook doen weten, dat het zijn
wensch was, dat jullie met elkaar zouden
trouwen en jij hebt dat goed gevonden."
„Ja, maar niet met dien.... daar!"
Ze vermeed het „heer" te zeggen of een
naam te noemen.
„Je hebt een groote domheid begaan! Je
bent te New-York in handen van een zwen
delaar gevallen."
„Nee!"
Ze gilde het uit, maar Figueira maakte
een afwijzend handgebaar.
„Je bent in de handen van een zwende
laar en een bedrieger gevallen. Je zult toch
moeten toegeven, dat er geen twee Ro
berts Severing kunnen zijn en daar ik elk
oogenblik van den dag bezweren kan, dat
deze hier de echte is, moet dat is toch
logisch! de andere een bedrieger zijn."
Iracema zweeg. Figueira sprak zoo be
slist, dat zij niet wist wat te antwoorden.
De Braziliaan vervolgde:
„Dat is dan gebeurd. Je bent een meisje
zonder ervaring. Je hebt dien jongen man
vertrouwd. Dat kan ten slotte niemand je
kwalijk nemen. Juist bedriegers hebben ge
woonlijk een buitengewoon vastberaden op
treden, waardoor onervaren en domme
menschen hun' slachtoffers worden. Je
hebt je dus met hem verloofd. Hij is je na
gereisd en je hebt elkaar in Londen getrof
fen. Zeg eens, kindje, begin je nog niets te
begrijpen? Je weet nu, dat je vader dezen
Robert hier bedoeld heeft. Geloof je soms,
dat je vader ook nog aan dien anderen
Robert geschreven heeft?"
„Hoe kwam die andere Robert naar Lon
den?"
„Notaris Thomson.
„Heb je dien gesproken?"
„Neen."
„Verder die Thomson is overigens
slechts de vertegenwoordiger van den nota
ris en kon niet anders zeggen dan dat je
vader zijn neef Severing die hier voor
ons staat als zijn opvolger en erfge
naam in de zaak had aangewezen. Ove
rigens heeft hij door deze mededeeling het
ambtsgeheim, dat eiken notaris bindt, ge
schonden."
Wordt vervolgd).
De feestelijke intocht van den nieuwen burgemeester van Winterswijk, den heer
J. Kneppelhout, die Maandag in zijn functie werd geïnstalleerd
De sultan van Deli met zijn beide zoons Tengkoe Otteman en Tengkoe Amiroedin, die de viering van het veertig
jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin zullen bijwonen, arriveerden Maandagavond in Den Haag. De hooge
bezoekers bij aankomst in de Residentie
Aan boord van Hr. Ms. „Wachtschip" te den Helder had Maandag de commando-overdracht der Marine plaats door vice-admiraal
T. L. Kruys aan zijn opvolger, Schout-bij-nacht H. Jolles. Tijdens dè plechtigheid
Op zoek naar het goud van de „Lutine- De zeef van de „Karimata" met een Bartali in het stadion „Pare des Princes" te Parijs na zijn overwinning m den Tour de France
hoop kogels, het resultaat van urenlang baggerwerk welke Zondag eindigde