DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE TOEKOMST VAN DEN TUINBOUW Jaarverslag van Centraal bureau van de veilingen BINNENLAND DINSDAG 26 JULI 1938 29ste Jaargang No. 9091 3)e Telefoon: Redactie 13. Telefoon: Administratie 985. Adr. en Abonm-tarieven zie pag. Giro 103003. Postbus 11. V Voor honden en paarden, niet voor menschen Prof. dr. H. de Vries van Heekelingen heeft een boek geschreven onder den titel „De Joodsdhe Hoogmoed". In 168 bladzij den wiil de schrijver diocumenteeren, dat onder het Jodendom een zekere hoogmoed heerscht, die moet worden toegeschreven aan zelfvoldaanheid, aan een gevoel van superioriteit van den Jood over den niet- Jood, aan een verachting van den eerste tegenover den laatste, welke verachting zijn optreden tegenover niet-Joden altijd zou beheerschen. In laatste instantie drijft die hoogmoed er toe volgens den auteur het groote gevaar de wereld onder zijn be- heersching te brengen. Alléén degenen, die het zeer critiseh kunnen lezen, zullen zich kunnen ont worstelen aan den invloed van de klaar blijkelijk anti-semietische strekking. En dat maakt het boek gevaarlijk, héél gevaarlijk. Het anti-semietisme is een kwaads dat wij hebben het meermalen betoogd in wezen en in practijk anti-Christelijk is. Anti-Christelijk, omdat het in flagranten strijd is met de Christelijke liefde. De groote fout in het boek van prof. de Vries van Heekelingen is aldus consta teert „Boekenschouw" van Juli zeer te recht dat de schrijver een stelsel ziet, waar laakbare daden van enkelingen moeten worden geconstateerd. Laakbare daden komen ook onder Christenen w„el voor! In dit verband willen wij even oiteeren uit de buitenlandiscbe kroniek van de „Maasbode" van j.l. Zaterdag, die niaar aanleiding van, in meerdere landen, tegen de Joden genomen maatregelen schrijft: „Er mogen onder de Joden elementen zijn, die zich door verkeerde praktijken, door woeker enz. zonder veel inspanning rijkdom verworven hebben er zijn ook niet-Joden, die dit klaarspeelden maar vaak is de oorzaak van Joodsche predomi- natie te zoeken in de grootere energie, die zij ontwikkelden en die dikwijls bescha mend was voor anderen". En de „Msbd."-redacteur merkt verder op, dat het noodig is, hierop te wijzen, „wijl onder zich noemende christenen, behept met nazi-sympathieën, zelfs in landen, wel ke tot nu toe van anti-semietische smetten waren vrij gebleven, meer en meer een anti-Joodsohe geest zich openbaart, welke als onchristelijk dient te worden afgewe zen". De geest van het heidendom in dezen tijd, de geest van het moderne heidendom openbaart zich op, voor ieder die nog niet van dien geest doortrokken is, afschu welijke en weerzinwekkende wijze in het anti-semietisme. In een predicatie, leerrijk en indrukwek kend, gisteren gehouden bij de nationale bedevaart ter eere van St. Bonifaciius, wees Haarlems Kerkvorst, Mgr. Huibers er op, dat de geest van het moderne heidendom machten en volkeren opzet de geest van hebzucht, hoogmoed, zinnenlust, de geest die propageert de rassen-theorie; de ras sen-theorie, welke aldus Mgr. met over tuigden en overtuigenden afkeer den waarde-meter, welke vroeger voor honden en paarden gold, als maatstaf neemt voor de hoogste menschen-waarde. Ja hier ligt in-eens open voor ons het anti-Christelijke in het anti-semietisme: men erkent in Joden niet meer de rmen- sohen-waarde, als zoodanig! Wij, Katholieken, zullen niet mee doen met het anti-semietisme, in geen enkel opzicht. Natuurlijk, wij zullen ons niet blinddoeken voor verkeerde daden en slechte bedoelingen van Joden, wij zul len ons daartegen trachten te wapenen, om er niet het slachtoffer van te worden. Maar dat is vanzelfsprekend! geen anti semietisme. Er zijn ook Christenen, voor wie wij (niet vanwege hun Christelijk heid!) in het dagelijksch leven op onze hoede moeten zijn. Als wij er van doordrongen zijn, dat de rassen-theorie van het moderne heidendom kan gelden voor honden en paarden, niet voor menschen dat ook de Jood is een mensch met een onsterfelijke ziel, bestemd voor den Hemel, dat ook de Jood is onze mede-mensch, onze evennaaste, dan zullen wij ver verwijderd blijven staan van het anti-semietisme! „De moeilijkheden in den tuinbouw zijn niog bijzonder gnoot en voor duizenden tuinders is het bestaan vol zorgen, maar toch waren iin het afgeloopen jaar verschil lende lichtpunten te bespeuren", zegt het jaarverslag van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen in Nederland over 1937. De lichte opleving in onzen tuinbouw is geheel toe te schrijven aan de verbetering van de exportmogelijkheden naar Duitsch- land en het eenigszins betere prijspeil, dat door dien grooteren uitvoer verkregen is. Het afgeloopen jaar heeft bij alle moei lijkheden opnieuw aangetoond, dat er voor het Nederlandsche tuinbouwproduct nog een plaats op de wereldmarkt te vinden is. De Nederlandsche tuinbouw heeft nog een toekomst. Van dezen geest is het jaarverslag, dat de zaken van dein tuinbouw uitvoerig be handelt, geheel doortrokken. De export is de levensadem van oaizen tuinbouw hoe ruimer de uitvoermogelijkheid, hoe beter de tuinbouw zich kan bewegen. De uitge voerde hoeveelheid groenten en fruit steeg verleden jaar van 403 tot 453 millioen kg., de waarde hiervan van 30 tot 39 millioen gulden. Dit gunstige resultaat is voor een belangrijk deel te danken aan het feit, dat voor den afzet naar Duitschland van den tuinbouw ruimere betalingscontingen ten beschikbaar konden worden gesteld. Niet alleen werd hierdoor de uitvoer naar Duitschland grooter, maar de groote vraag en de betere prijzen voor dat land hadden aan de veilingen een stimuleer en den in vloed op den prijs van den export naar En geland en andere landen. De totale omzet van de bij het Centraal Bureau aangesloten tuinbouwveilingen steeg dientengevolge van 57 tot 64 millioen gulden. Er wordt op gewezen, dat bij het beoordeelen van deze stijging de verhoo ging der bedrijfskosten van dien tuinbouw tengevolge van de depreciatie van den gul den niet over het hoofd mag worden gezien. Tuinbouw i devaluatie. De sobere verwachtingen, welke de tuin bouw steeds heeft gehad tenopzichte van zijn positieverbetering als gevolg van de depreciatie van den gulden, zijn door de feiten bevestigd. Het internationale han delsverkeer is niet vrijer en gemakkelijker geworden. Vanzelfsprekend heeft de waar dedaling van den gulden ten opzichte van de vreemde valuta de ooncuinrentiemoge- lijkheid van den tuinbouw aanvankelijk eenigszins verbeterd. Doch al spoedig was de stimuleerende werking van den gede- precieerden gulden uitgedoofd. De voor naamste exportproducten van den tuin bouw op Engeland, n.L druiven, tomaten en vrudhtenpulp, toonden in 1937 zelfs een belangrijk lager uitvoercijfer naar dat land dan in 1936. Uit den aard der zaak ondervindt de tuinbouw groote schade van de handelsbe lemmeringen. Steeds weer blijft op de bui- tenlandsohe markt een duidelijk waarneem bare behoefte en plaatsingsmogelijkheid voor Hollamdsche groenten en fruit bestaan, maar <üe behoefte kan niet volledig worden bevredigd door gebrek aan deviezen, te hooge invoerrechten of invoercontingentee- ringen. De vaste lasten. Het jaarverslag geeft een opsomming van de maatregelen, welke door de overheid zijn genomen om den tuinbouw door de moeilijkheden heen te helpen. Op produc ten, die bij verkoop den richtprijs niet kun nen opbrengen werd 'n aanvullenden steun- toeslag verleend; de kleine tuinbouwbedrij ven worden thans met socialen en bedrijfs- technisohen steun geholpen, terwijl op ini tiatief van den minister van Economische Zaken commissies uit de organisaties zijn gevormd, welke met medewerking van de regeering bemiddelend zullen optreden om te komen tot een vrijwillige „aanpassing" der op de bedrijven rustende vaste lasten. De hoofdsommen en rentetypes van hypo thecaire en andere leeningen zijn veelal nog te hoog en belemmeren het herstel van de bed rij fsrentabiliteit op een lager niveau van prijzen en kosten. Dit heeft o.m. tot ge volg, dat aan het regelmatig onderhoud der bedrijven niet meer de noodige zorg kan worden besteed. Op den duur moet deze toestand leiden tot achteruitgang van de kwaliteit der pro ducten, alsmede tot stijging der productie kosten, hetgeen voor de toekomst van den tuinbouw bedenkelijk is. Het staat immers vast, dat de Nederlandsche tuinlbouw in de naaste toekomst slechts dan zijn plaats op de internationale markt zal kunnen hand haven en uitbreiden, als een product van goede kwaliteit tegen relatief lage kasten kan worden aangeboden. Teeltregeling. De moeilijkheden bij den export van groenten maken het handhaven van de teeltbeperking in de bedrijven noodzakelijk. Zelfs rijst de vraag of de schroef niet nog wat sterker dient te worden aangedraaid, hoe ernstig de bezwaren hiertegen ook mo gen zijn. Ook in den tuinbouw heeft de on dernemer getracht het tekort in zijn be- drijfsinkomsten aan te vullen door het in- tensiveeren der teelten op de beschikbaar zijnde oppervlakte. Dit heeft echter tot ge volg, dat het effect der teeltbeperking min of meer wordt geneutraliseerd, zooals in het verslag aan de hand van productiecij fers wordt aangetoond. Dit probleem houdt den tuinbouw voortdurend bezig. Er is ech ter slechts één redmiddel om aan dezen, juist voor de jonge tuinders zoo wanhopi- gen maatregel te ontkomen: verruiming van den export. Het centraal bureau" wijst de regeering dan ook voortdurend op de noodzakelijk heid, dat bij het afsluiten van handelsover eenkomsten op de exportbelangen van den tuinbouw wondt gelet. En om dezelfde re den is de tuinbouw niet vrij van bezorgd heid ten aanzien van de industrialisatie- politiek, die er immers op gericht is, den invoer uit het buitenland tegen te gaan. Iedere vermindering van den invoer in Ne derland zal ongetwijfeld leiden tot daling van den uitvoer. Wat eenerzijds dioor in dustrialisatie aan werkverruiming wordt gewonnen, zal aan den anderen kant wor den verloren door werkvermindering in de exportbranches, met name in den tuinbouw. VERHOOGING CREDIET VOOR WERKVERRUIMING Aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake het wetsont werp tot verhooging van het crediet voor de werkverruiming is het vol gende ontleend. Ook naar de meening der regeering is het dringend noodzakelijk, niet alleen om de werkloosheid in belangrijke mate te verminderen, maar eveneens om alle krachten er op gericht te houden, deze vermindering in het snelst mogelijke tem po te doen geschieden. Intusschen mag nimmer uit het oog worden verloren, dat de geheele toestand in de wereld er op wijst, dat het probleem van de werkloos heid er een is. hetwelk niet binnen zeer korten tijd in zijn vollen omvang is op te lossen. Hieruit vloeit voort, dat de te nemen maatregelen met beleid moeten worden genomen. Nimmer mag de regeeringspolitiek tot bestrijding van de werkloosheid er toe leiden, dat op het Nederland sche volk voor een lange toekomst zoodanige lasten worden gelegd, dat de ontplooiing van het bedrijfsleven, waaruit de werkgelegenheid aller eerst moet voortkomen, in de toe komst zou worden belemmerd. Verschillende leden meenen, dat de las ten, welke het Werkfonds oplegt, voor een groot deel worden overgeheveld naar de lagere organen. Die opvatting is in haar algemeenheid niet juist. Men behoort hier wel te onderscheiden de bruto-lasten en de netto-lasten. Tegenover de eerste staan de baten, welke door de tot standbren- ging der werken door de gemeenten of haar inwoners direct of indirect worden verkregen. In de netto-lasten, welke bijv. als gevolg van de vervroegde uitvoering van een gemeentewerk ontstaan, komt het Rijk tegemoet, door voor de gelden, welke uit het Werkfonds worden ver strekt, een lagere rente te berekenen, dan bij leenen op de vrije markt zou moeten worden betaald. Nu in het Voorloopig Verslag enkele opmerkingen zijn gemaakt met betrek king tot het vraagstuk van de loonen, her haalt de regeering, dat een oplossing van het probleem, waar het hier ora gaat, be moeilijkt zou kunnen worden, wanneer zonder meer voortdurend op loonswrhoo- ging wordt aangestuurd. De regeering zal in nauw overleg met het bedrijfsleven zelf, dus ook met de or ganisaties van de arbeiders, zoeken naar de beste oplossing om het bedrijfsleven te bevorderen. Zij heeft het vertrouwen, dat ook de arbeidersstand, waartoe mede behoort het gros der thans werkloozen, hierbij volledig zal willen medewerken. De opmerking is gemaakt, dat de wer ken van het Werkfonds niet tegen het normale loon worden uitgevoerd. Naar aanleid.ng hiervan moge de aandacht er op worden gevestigd, dat het verschil met het normale loon' heel gering is en dat over de hoogte van het loon steeds over leg wordt gepleegd met de bonafide vak bonden. Niet juist is, dat bij het Werkfonds sprake is van eigen beheer, noch dat het werk geconcentreerd wordt by enkele groote werkgevers. Alle bonafide aanne mers hebben recht tot inschrijving en ma ken daarvan dan ook gebruik. Het vraagstuk van den loonbijslag be vindt zich niet alleen in de sfeer van de studie, doch ook in die van de practijk. Elk voorkomend geval wordt zeer nauw keurig op zijn mérites beoordeeld. Bij die beoordeeling wordt nauwgezet met de bezwaren, die de regeering ten volle kent, rekening gehouden. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan de gemeentebesturen een dezer dagen een circulaire doen toekomen, wel- kede mogelijkheid opent om onder ver schillende voorwaarden woningen te ver beteren met premie van Rijk en gemeen te. Het is geenszins buitengesloten, dat ook voor de uitbreiding van laboratoria hulp uit het Werkfonds zal worden ver leerd. DE WERELD IN VOGELVLUCHT PRAAG: De Britsche regeering is zich sinds de samenspreking met de Fransche regeering gedurende het bezoek van den Engelschen koning te Parijs nog intensie ver gaan bemoeien met het Tsjecho-Slo- v/aaksche probleem. In samenwerking met Parijs wil Londen de nationaliteiten-kwes tie, in het bij onder het probleem van de Sudeten-Duitschers tot een oplossing zien te brengen. Londen heeft Praag voorge steld een Britschen raadsman te zenden, welk voorstel door Praag is aanvaard. Lord Runciman is daartoe aangewezen en hij zal trachten door raadgeving en bemiddeling een impasse tusschen Praag en Berlijn te voorkomen. Te Praag keurt men het alge meen goed, dat de Tsjechische regeering het voorstel van Engeland heeft aangeno men. Iedereen ziet het voordeel hiervan in. Londen heeft een stap gedaan, welke eenig is in Europa na den oorlog. Men vraagt zich evenwel af, waar de grens van de in menging ligt. In Sudeten-Duitsche kringen weigert men iets te zeggen. „Die Zeit" schrijft even wel, dat men den indruk heeft, dat het Eritsche bemiddelingsvoorstel met vol doening is ontvangen. In Berlijn toont men trouwens een nei ging om met Engeland in één schp.itje te komen, zoodat de hoop niet ongegrond is, dat de zieke plek in het hart van Europa weldra genezen zal zijn. SALAMANCA: De troepen van Franco knabbelen gestadig stukken af van het grondgebied der linksche regeering, maar als zij in hetzelfde tempo blijven doorgaan, kan het nog een heelen tijd duren. En in tusschen wacht Italië op het oogenblik, waarop het Britsch-Italiaansche accoord in werking kan treden. Maar zoolang Franco den oorlog niet gewonnen heeft, heeft Ita lië ook niet veel lust om z'n vrijwililgers terug te trekken. En zoolang de vrijwilli gers nog in Spanje zitten, blijft deze twee de zeere plek in Europa de stemming be derven. BELGISCH MINISTER NAAR NEDERLAND. Bestudeering van wegen en wegwerken. De Belgische minister van Openbare Werken Balthazar, zal morgen naar Den Haag komen, ten einde ter plaatse wegen en wegwerken te bestudeeren. Dienzelf den dag nog zal de minister een onder houd hebben met den Nederlandschen minister van Waterstaat, mr. dr. ir. J. A. M. va nBuuren. Donderdag verterkt mi nister Balthazar weer naar Brussel. KATHOLIEK E.H.B.O.-WERK. Landelijke wedstrijden te Utrecht. In Utrecht kwamen Zondag uit alle deelen des lands de plaatselijke afdeelin- gen van de landelijke Federatie der ka tholieke E. H. B. O. (onderafdeeling der Nationale federatie „Het Wit-Gele Kruis") in Tivoli bijeen, om deel te nemen aan een E H. B. O.-wedstrijd, welke gehouden werd op initiatief van het jubileerende Wit-Gele Kruis. Circa 160 personen, zoowel dames als heeren, hebben aan den wedstrijd deelge nomen het waren 32 groepen van 5 per sonen. De deelname zal in de naaste toekomst ongetwijfeld steeds grooter worden. Vele belangstellenden volgden den gehee- len middag de oefeningen. Om 12 uur werd de bijeenkomst geopend door mr. T. J. Verschuur, oud-minister, voorzitter van de Nationale federatie. Het Wit-Gele Kruis, die op de beteekenis van het E. H. B. O.-werk wees, om vervolgens er zijn vreugde over uit te spreken, dat het Wit Gele-Kruis dezen mooien arbeid ook ter hand genomen heeft. De heer Bergers, voorzitter der lande lijke katholieke E. H. B. O.-federatie, sloot zich bij deze rede aan, waarna direct met Dit nummer bestaal uit drie bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland De Putsch van 25 Juli 1934 te Weenen herdacht. (2de blad). Engelsche bemiddeling in de Tsjecho- Slowaaksche kwestie. (2de blad). Het aantal dooden van den bomaanslag te Haifa gestegen tot 47. (2de blad). De Japanners hebben de Koekiang geno men. De toestand aan de Russische grens wordt kalmer. (2de blad). VORST FRANS I VAN LIECHTENSTEIN OVERLEDEN. VADUZ, 26 Juli. (AN.P.) Vorst Frans I van Liechtenstein, die reeds in Maart van dit jaar zijn neef prins Frans Jozef belast had met de regeering van het vorstendom, is gisteren in den ouderdom van 85 jaar op slot Feldberg overleden. de wedstrijden een aanvang gemaakt werd. Tegen half zes werden de prijzen uitge reikt. De Centrale jury kende de volgende prij zen toe: Berlicum le prijs 292 punten, 27 punten voor commandant. Berkel Enschot 2e pr. 289 punten, 25 punten voor commandant, Udenhout II 3e pr. 286 p., 29 p. voor com mandant, eveneens kreeg deze groep den commandantprijs, Delft I 4e prijs 286 pun ten, 23 p. voor commandant, Schijndel I, 5e pr. 260 punten, 26 p. voor comm., Schijn cel II 6e pr. 254 punten, 25 p. voor comm. Met een feestavond in Tivoli werd deze rationale Katholieke E. H. B. O.-dag be sloten. EXAMEN AMBTENAAR „SOCIALE DIENSTEN". Opleidingsplannen. De hoofdbesturen van de Ambtenaars- bond, den Alg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond, het Nat. verbond van gemeenteambtenaren, den Ned. Bond van gemeenteambtenaren, den Centrale Nederlanlschen ambtenaars- bond en het bestuur van het Landelijk ver band van studieclubs voor sociale wer kers (sters) zullen dezer dagen samenko men ter bespreking van de te verwachten instelling van een examen voor ambtena ren, werkzaam aan sociale diensten, als mede van de opleiding daartoe. Het ligt in de bedoeling van genoemde organisaties te overwegen, om, in samen werking, genoemde opleiding ter hand te hand te nemen, op dezelfde wijze als zulks door verschillende van deze bonden reeds en met succes, voor andere examens ge schiedt. Het is verder de bedoeling dier hoofd besturen, het daarheen te leiden, dat de door hen te suchien opleidingscursus eén universeel karakter zal krijgen. PRIJSVRAAG TOONEELFONDS „ONS LEEKENSPEL". Duizend gulden voor een avondvullend spel. Het tooneelfonds „Ons Leekenspel", ge vestigd in Nederland, Nederlandsch-Indië en België, heeft een prijsvraag uitgeschre ven voor een avondvullend spel, geschikt voor de rijpere jeugd. Het fonds richt zich tot de auteurs van Nederland, Nederlandsch-Indië en België, met het verzoek, hun medewerking te wil len verleenen bij het samenstellen van een bundel avondvullende spelen voor de rijpere jeugd. Voor het bekroonde spel wordt een prijs van duizend gulden beschikbaar ge steld. Het werk moet oorspronkelijk zijn. Vertalingen of bewerkingen komen dus niet in aanmerking. Voor uitvoerige inlichtingsformulieren wende men zich tot het tooneelfonds „Ons Leekenspel" Bussum, Nederland, tele foon 3126. EIGEN HUIS VAN DE K. J. M. V. TE DEN HAAG. Zondagmiddag heeft de plechtige inze gening en opening plaats gehad van het Eigen Huis van de Katholieke Jonge Mid- denstandsvereeniging te 's-Gravenhage. Dit eigen home van de Haagsche K.J.M.V. is gevestigd in perceel Westeinde 18. het parochiehuis der St. Teresiaparochie. De K.J.M.V. heeft hier de beschikking over een tweetal vertrekken benedens zoo noodig over de groot"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1