DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Leiden in den „goeden ouden tijd" De kerk van den H. Dominicus te Tiel door het vuur verwoest Het Vliegveld Leiderdorp VRIJDAG 8 JULI 1938 29ste Jaargang No. 9076 S)e £eid^h£0oii/fca/nt Telefoon: Redactie 15, Telefoon: Administratie 935. Adv. en Abonn.-tarieven rie pag. A Giro 103003. Postbus 11. De „informatie" van 1494 Ofschoon hét woord „crisis" nog onbekend was, schrompelde de welvaart toch ineen 1 Ofschoon er in de vijftiende eeuw nog geen rijksbelastingen bestonden, zooals wij die nu kennen, met aangifte- en aanslag biljetten, met ontvangers en deurwaarders, met aanmaningen en dwangbevelen, toch moesten ook in dien tijd de inwoners van steden en dorpen hun deel bijdragen aan de gelden, die „voor de gemeene lands zaken" vereischt werden. Deze belastingen, toen nog met het vrien delijke woord „bede" betiteld, werden door den landvorst rechtstreeks van de gemeen ten geheven en de vroedschappen moesten dan op haar beurt maar trachten om het bepaalde bedrag van de inwoners binnen te krijgen. Hoe groot dit bedrag voor elke stad en elk dorp was, werd bepaald bij ce „setting", die gewoonlijk opnieuw wer den vastgesteld als het landsbestuur in handen van een nieuwen vorst overging. Zoo geschiedde ook in 1494, toen Philips de Schoone aan het bewind kwam. Deze vaardigde een aantal commissarissen af, die in elke gemeente een persoonlijk onder zoek moesten instellen naar de draag kracht van de bevolking. De vorige „set ting" dateerde van 1477, bij het overlijden van Karei de Stoute. Het was dus in 1494 voor de vroedschap pen maar zaak om aannemelijk te maken, dat hun stad of hun dorp sedert 1477 ach teruit gegaan was in welvaart. Dan im mers was er kans op, dat de „setting" voor den eerstvolgenden tijd op een lager be drag werd vastgesteld dan voorheen. Op den 7en Juli 1494 vond het onderzoek van Philips' commissarissen, de zoogenaam de „informatie" in „die stede van Leyden" plaats. 'Uit het officieele document, dat hierover is opgesteld, wij zouden het nu een proces-verbaal noemen blijkt, dat de leden van de vroedschap, die bij deze gelegenheid als woordvoerders van de stad en als pleitbezorgers van de belastingbeta lers optraden, waren: „Henrick Florisz, oudt 33 jaer, Nanne Paedse, oudt 70 jaer, borgemeesteren, Adriaen van der Bouck- horst, oudt 64 jaar, Willem van der Dues, oudt 64 jaer, Claes Jan Claesz, oudt 58 jaer, poorteren van der voorsz. stede, ende Mr. Jacob Willemsz, oudt 41 jaar, pen sionnaris derzelver stede". Over het aantal woonhuizen, één van de grondslagen om het vermogen der gezamen lijke burgerij te bepalen, verklaarden deze woordvoerders van Leiden: „Eerst angaen- de die haertsteden zeggen, dat zij deze als- mu houden omtrent alzoe veel (evenveel) als zij bij tijden Hertoge Karei waeren, aner (maar) is waer, dat zjj veel snooder zijn ende staen vervallen, ende 't volck is zeer verarmt, zoedat meer dan tvieren- deel van den haertsteden ledich ende on- tewoont staen, alsoe welmint beste van der stede als in afterstraten (achterbuur ten); ende die haertsteden, die dagelicx (thans) vercofl worden, en mogen up die helfte nae zoe veel nyet gelden als zij bij tijden van Hertoge Karei plegen te doen". Deze belasting-grondslag, zoo was dus het betoog, was in de zeventien jaar na het overlijden van Karei de Stoute wel heel sterk verminderd. Want wel was het aantal huizen ongeveer gelijk gebleven, maar een kwart stond leeg en alle waren vervallen en in waarde gedaald. Gevraagd naar de oorzaken daarvan, verklaarden de woord voerders: dat dit alles „toegecommen es (is) bij den oorlogen van Vlaenderen ende van der Sluys, in den welcken die poorteren ende ingesetenen van der voorsz. stede van Leyden beschadicht zijn boven die so mme van 160.000 ponden, 't stuck tot 40 grooten 't pond". Ook met het bedrijfsleven was het mis: „Item angaenae die neringe zeggen, dat die nyet halff zoe goet en is als zy was bij den overlijden Hertoge Karei". En over den algemeen en toestand van de bevol king lezen wij nog: „Item angaeende den staet van heuren faculteyt int generael zeggen, dat zij alsnu nergensnae (op geen stukken) zoe rijck en zijn als zij waren ten overlijden van Hertoge Karei, ende dat dese voorscreven stede jaerlicx niet meer incommen en heeft dan omtrent 18 of 19.000 ponden, van 40 grooten 't pont, ende die laste bedragen jaerlicx ter somme toe van 25.800» ponden off daeromtrent". Bepaald sluitend was de Leidsche ge- meentebegrooting in die jaren dus niet! Maar daarmede hield het landsbestuur 1 in cie dagen zich nog niet bezig. Tenslotte voerden de Leidsche woord voerders nog aan, dat „zij van den heyli- gen-geest-meesters verstaen hebben, dat zij omtrent 6000 armen personen gedeelt (bedeeld) hebben". Ook toen reeds drukte de armenzorg dus zwaar op het budget van de publieke lichamen. Jammer genoeg zijn er geen opgaven gebleven van de settinge van 1477 en van 1494. Of het klaaglijk betoog der Leide- naars op Philips' commissarisen den ge- wenschten indruk gemaakt heeft, valt daardoor niet na te gaan. Maar dit is wel zeker, dat ook de „goede, oude tijd" perioden gekend heeft, waarin de welvaart inéénschrompelde. En toch is daarop altijd weer nieuwe bloei ge volgd, ook voor Leiden. In de dagen van thans is het goed, om dit voor oogen te houden. J. J. REIJNDERS t Overleden is, in den ouderdom van 65 jaar, de heer J. J. Reijders, te Roelof - arendsveen. De kennis en ervaring van den heer Reijnders op het gebied van den tuinbouw werden door de bevolking erkend door de verkiezing tot lid van den Raad van Toe zicht van de Coöperatieve Veiling te Roe- lofarendsveen, door de afvaardiging, op 30 Juni 1931, naar de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland. Eenvoudig en bescheiden in zijn optre den, drong de heer Reynders zich nooit naar voren, maar hij gaf zijn gaven en krach ten, waar dat van hem werd gevraagd. Hij was een overtuigd voorstander van het bestaan eener gewestelijke katholieke pers en van de oprichting af heeft daarom „De Leidsche Courant" zijn harte lijke sympathie en toegewijde genegenheid gehad. Vele jaren heeft hij deel uitge maakt van het College van Commissaris sen, welks vergaderingen hij nooit ver zuimde en waarin zijn adviezen op hoo- gen prijs werden gesteld. Zijn nagedachtenis zal in eere blijven, als die van een eenvoudig, oprecht, goed mensch. DE WERELD IN VOGELVLUCHT EVIAN: Gisteren heeft de Nederlandsche vertegenwoordiger op de vluchtelingen- conferentie te Evian het standpunt der Ne derlandsche regeering uiteengezet. Als na buurland van Duitschland, vanwaar den laatsten tijd de vluchtelingen bij massa's over de grens zijn gekomen, heeft ons land een groot belang bij de regeling van het vluchtelingenvraagstuk. Nederland heeft steeds zijn gastvrije deuren wijd open laten staan, doch den laatsten tijd werd het te bar, zoodat de deuren werden gesloten. Op het oogenblik bevinden zich nog 24.000 a 25.000 vluchtelingen op Hollandsch grondgebied, deelde onze regeeringsverte genwoordiger mede, terwijl er verschillen de duizenden vluchtelingen reeds ons land hebben verlaten, dank zij de tus- schenkomst van de Joodsche organisaties. De dichtheid van onze bevolking laat een grooter toeloop van vreemdelingen niet toe en een. massale overbrenging naar ons koloniaal gebied komt al evenmin in aan merking. Men zou tot vorming van een Joodsche kolonie moeten overgaan, doch de ervaring heeft geleerd, dat dit op een mislukking moet uitloopen. Het eenige waartoe het kleine Nederland zich kan lee- nen, is: te dienen als doorgangshuis. Een niet te blusschen vuur, dat oversloeg naar be lendende gebouwen Vanmorgen- heeft te Tiel een felle brand gewoed, die, ontstaan in den toren van de kerk van den H. Domi nicus, door den hevigen wind werd aangewakkerd en tot ver in de om geving waarneembaar was. Vanmorgen om tien uur was het grootste gedeelte van de kerk door het vuur verwoest en moest de brandweer zich in hoofdzaak beperken tot pogin gen om de aangrenzende gebouwen, waarvan enkele reeds hadden vlam- gevat, te behouden. De brand werd eenige minuten over achten ontdekt door een kerkbezoeker, die een plechtige uitvaartdienst had bijgewoond. Toen hij buiten kwam, ontdekte hij dat den toren brand was ontstaan. Reeds sloegen vlammen naar buiten. De kerk bezoeker spoedde zich weer in het gebouw om de daar aarwezigen te waarschuwen. In groote naast moest het in de kerk aanwezige stoffelijk overschot naar buiten .worden gebracht, want het duurde niet lang of het vuur deelde zich aan het geheele ge bouw, een van de grootste kerken van de Betuwe, mede. Spoedig was de intusschen gealarmeer de brandweer, die over twee motorspuiten beschikt, ter plaatse. Onder leiding van den brandmeester van Eijk werd het blus- schingswerk aangevangen. Het duurde echter niet lang of het stond wel vast, dat van het kerkgebouw niet veel meer te redden was; Reeds begon het vuur over te slaan naar de aangrenzende ge bouwen, de pastorie en het gemeentelijk gymnasium. Ook voor het in de directe om geving staande R. K. ziekenhuis bestond ernstig gevaar. Met man en macht wordt gewerkt om deze gebouwen te behouden, doch om tien uur was men het vuur nog niet meester en bestond nog groot gevaar, dat de brand zich zou uitbreiden. De omgeving van de brandende kerk, die gelegen is aan het St. Walburgkerkpad, werd door de politie afgezet. Korten tijd na het uitbreken van den brand kwamen ook de burgemeester, de heer N. F. Cambier van Nooten, de gemeente-secretaris, de heer R Kamman, de beide wethouders en de commissaris /an politie, de heer de Jong, op het terrein van den brand. Omtrent de oorzaak van den brand staat nog niets vast, doch men vreest, dat deze te wyten is aan de onvoor zichtigheid van schilders, die op den kerktoren werkzaam zijn geweest. De kerk totaal verwoest. De brand, die hedenochtend vroeg de gemeente Tiel opschrikte, liet zich aanvankelijk zeer ernstig aanzien, daar het vuur, dat zijn oorsprong vond in den toren, dreigde over te slaan naar verscheidene belangrijke gebouwen als het gemeentelijk gymnasium, het Dominicanessen-klooster, het St. An- draeus gasthuis, welke gebouwen alle zeer in de nabijheid zijn gelegen, en naar een aantal woningen. Dank zij echter de goede organisatie van de Tielsche brandweer en het kranige blusschingswerk is men erin geslaagd met de beperkte middelen, waarover een kleine gemeente als Tiel nu een maal beschikt, het vuur te beperken tot de groote roomsch-katholieke kerk, die dan ook totaal is verwoest. Te ruim acht uur vanmorgen, terwijl in de kerk een dienst aan den gang was, wa ren onder den koepel van den toren schil ders aan het werk. Zij waren bezig met het afbranden van oude verflagen. Het oude hout, dat hier zit, kwam hierdoor bloot en geraakte in brand. Tot grooten schrik van de schilders zagen zij geen kans het vuur te blusschen. Ijlings kwamen zij naar be neden om assistentie te halen. De brand was intusschen echter reeds ook van de straat af ontdekt. Toen de schilders beneden kwamen, was echter de geheele. koepel reeds aangetast. E toen nog geen tien minuten later de brandweer ter plaatse kwam sloegen de vlammen reeds fel uit den top van den kerktoren. Het aanvankelijk kleine alarm werd di rect gevolgd door een groot alarm waar mede de geheele Tielsche brandweer werd opgeroepen. De kerkgangers verlieten ijlings het kerk gebouw, echter niet dan nadat zij gehol pen hadden verscheidene voorwerpen in veiligheid te brengen. Hierbij werden zij ook geassisteerd door toevallige voorbij gangers. Terwijl men hiermede bezig was sloeg het vuur va nden toren naar het dak van de kerk over. Dit dak bestond uit stuc werk van gevlochten riet met een houten kap. Het vuur nestelde zich daartusschen zonder dat de brandweer in staat was het onmiddellijk te bestrijden. Dit was temeer moeilijk, daar men slechts over een mi- girusladder beschikte die tot de daklijst van de kerk reikte. Het duurde dan ook niet lang of het geheele dak stond in lichter laaie. Ondanks het krachtige werken van de brandweer, kon men de verwoesting van het kerkgebouw niet verhinderen. Te gen negen uur stortte met donderend ge raas de top van den kerktoren naar om laag. Dank zij de goede veiligheidsmaat regelen werd hierbij niemand gewond. Groot gevaar bleef echter bestaan, doordat het zware kruis, dat op den toren had ge staan aan de daklijst bleef hangen. De brandweer bestreed met de beide beschikbare motorspuiten, met zeven stra len het vuur. Beide motorspuiten, waarvan een op de waterleiding en de andere het water uit de gracht pompte, hebben een capaciteit van elfduizend liter per minuut. Het gevaar voor uitbreiding van den brand was groot, omdat er een krachtige Zuidwestelijke wind stond. Brandend riet en vonken vlogen voortdurend over 't St. Walburgsbinnenpad, waaraan de kerk is gelegen,naar den overkant, waar in de eerste plaats het gemeentelijk gymnasium, welks achtergevel hierop uitkomt, en een aantal wonngen wer den bedreigd. De politie onder leiding van commissaris de Jong, gelastte de bewoners van deze huizen deze te ontruimen en emmers wa ter water gereed te houden om elk begin van brand te onderdrukken. De ongeveer 65 leerlingen van het gemeentelijk gymna sium, die hun lessen onderbroken zagen, hielpen mee bij het verhinderen van uit breiding van den brand, terwijl zij in de eerste plaats de inventaris van de school in veiligheid brachten. Dit gold vooral voor die van het scheikunde-leslokaal, direct aan het St. Walburgsbinnenpad gelegen, waarin zich veel chemicaliën en andere ge vaarlijke brandbare stoffen bevonden. Zoowel van het gymnasium als van de woonhuizen vlogen herhaaldelijk daklijst, jalouzieën en kozijnen in brand. De waak zaamheid der burgers was echter zoo groot, dat het vuur geen kans kreeg zich te ontwikkelen, zoodat de brand uiteindelijk tot de kerk beperkt kon blijven. Belendend aan het kerkgebouw staat de pastorie, bewoond door pastoor de Bruyn en vijf paters Dominicanen. Slechts een enkele muur scheidt de pastorie van de kerk en in dezen muur bevinden zich drie toegangen tot het kerkgebouw, welke op last van den brandweerdirecteur van Eyk, echter zorgvuldig gesloten werden gehouden om eiken trek te voorkomen. Wel werden eenige stralen binnen de pastorie gebracht om den muur en de toegangsdeuren tot de kerk nat te houden. Hoewel men toen het geheele kerkgebouw in lichter laaie stond, nauwelijks durfde hopen de pastorie te kunnen behouden, is men er in geslaagd te voorkomen, dat deze ook maar eenigs- zins door het vuur werk aangetast. Slechts belangrijke waterschade heeft het pasto riegebouw gekregen. Met behulp van het publiek had men ook de daar aanwezige kunstschatten, o.a. een schilderij van de Witt, uit de school van Rubens, voorstel lende een Golgotha-groep, en de boekerij der paters in veiligheid weten te bren gen. Tegen half elf was de geheele daklyst van de kerk door het vuur aangetast en viel het, nog aan een zijde op de daklijst hangende kruis, naar omlaag. Even later stortte met donderend geraas het geheele dak der kerk naar beneden, doch ook nu had de leiding van het blusschingswerk zoodanige maatregelen genomen, dat zich hierbij geen enkel persoonlijk ongeval voor deed. Voordien had. men evenwel aan de andere zijde van de kerk nog angstige oogenblikken doorgemaakt. Hier be vindt zich een R.-K. Jongens- en meis jesschool, het klooster der Zuster Do- micanessen en het A.-K. St. Ar.draes- gasthuis, dat slechts door een binnen plaats van enkele tientallen meters van den achterkant van het kerkgebouw gescheiden is. De wind was echter den anderen kant uit, zoodat men zich er toe beperkte veiligheidsmaat: egelen voor den achterkant van het zieken huis te nemen. Alle patiënten uit de aan deze zijde gelegen zalen, werden overgebracht naar de zalen aan den voorkant, waarbij rekening werd ge houden met de noodzaak om ook deze zalen te ontruimen, hoewel het gevaar voor dit gedeelte van het ziekenhuis niet zeer groot was. Bij deze maatre gelen ondervonden de Zusters Domini canessen krachtigen steun van de ver pleegsters uit het, op eenigen afstand Dtt nummer bestaat uit vter bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Het standpunt der Nederlandsche regee- xing op de conferentie te Evian. (2de blad). Een razzia in Duitschland bij de Duit- sche grens (2de blad). De besprekingen van Hodza (2de blad). De voortdurende onrust in Palestina (2de blad). Binnenland Minister Slotemaker de Bruine over het speliingsvraagstuk. (2de blad). Vliegongeval met marine-vliegtuig bij Schellingwoude. (1ste blad). De St. Domïnicus-kerk te Tiel hedenmor gen door brand verwoest. (1ste blad). Boerderijbrand te Drunen door bliksem inslag. (2de blad). Omgeving Leidschendam raakte een arbeider bekneld tusschen twee auto's; het slacht offer is overleden. (3de blad). Sport en Wedstrijden Geslaagd zwemfeest van „Poelmeer" In de Leidsche Overdekte. (4de blad). Schulte wint de derde etappe van den Tour de France. (4de blad). Mej. Roll in Couquerque in het teimis- tournooi te Noordwijk uitgeschakeld voor het enkelspel. (4de blad). Verrassingen in het Ned. Schaakkam pioenschap door verlies van Landau en re mise van dr. Euwe. (4de blad). gelegen Protestantsche Bethesda-zie- kenhuis, die meehielpen aan het ver- bedden der verpleegden. Geleidelijk was nu het gevaar voor de omliggende en belendende perceelen ge weken en kon men zich beperken tot de nablussching van de kerk, waarvan niet veel meer dan de muren en enkele alleen staande zuilen overeind waren gebleven. De paramenten en de kunstvoorwerpen voor den dienst zijn alle in veiligheid ge bracht, maar twee prachtige gesneden preekstoelen en de fraai bewerkte koperen communiebank, alsmede de kruiswegstaties werden een prooi der vlammen. De St. Dominicuskerk bevatte dertien honderd plaatsen en werd in 1871 inge wijd. Tegen één uur kon de brandweer voor een deel inrukken en kon men zich beperken tot het nathouden van de puinhoopén en de omhoog staande muren waaruit van tijd tot tijd nog telkens vlammen lekten. Dat deze brand geen grootere omvang heeft aangenomen dankt men te Tiel alge meen aan de bijzonder zorg, die het ge meentebestuur in de laatste jaren aan de organisatie van de brandweer heeft ge wijd onder leiding van burgemeester Cam bier van Nooten, die altijd zeer groote be langstelling voor het brandweerwezen heeft Aanleg kost 14 a 15 millioen Naar de „Tel." verneemt, blijft het de partement van Waterstaat vasthouden aan het plan tot stichting van een centraal vliegveld bij Leiderdorp en zijn onlangs ter plaatse verschillende onderzoekingen ii.gesteld. Men heeft reeds een begrooting van kos ten gemaakt voor de stichting van het vliegveld, welke begrooting, inclusief de bouw van hangars etc., een totaal bedrag van circa 14 tot 15 millioen beloopt. Men houdt er rekening mee, dat ingeval het voorstel door de Staten-Generaal wordt goedgekeurd, over vier a vijf jaren de eer ste spade voor het vliegveld te Leiderdorp in den grond zou worden gestoken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1